DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Sweet Primrose Dress

Gebreide jurk voor baby’s en kinderen in DROPS Alpaca. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met ronde pas, kantpatroon en ruche op de pas. Maten 0 – 6 jaar.

DROPS Baby 43-15
DROPS Design: Patroon z-108-by
Garengroep A
-----------------------------------------------------------

MATEN:
0/1 - 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4 - 5/6) jaar
Hoogte van het kind in cm:
48/52 - 56/62 - 68/74 - 80/86 (92 - 98/104 - 110/116)

MATERIAAL:
DROPS ALPACA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
150-150-150-200 (200-250-300) g kleur 9026, blush

DROPS KNOPEN NR 600: 3 stuks in alle maten, voor de split midden achter

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 2.5 MM: Lengte 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 MM.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
24 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = 2 naalden recht.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel in de hoogte = 2 naalden; Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Kies het telpatroon voor uw maat. Het telpatroon laat alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

KNOOPSGATEN (midden achter):
Brei de knoopsgaten aan de goede kant als er 2 steken over zijn als volgt: Maak 1 omslag, 2 recht samen. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat.
Het eerste knoopsgat wordt gebreid als de pas ½ cm meet vanaf de markeerdraad op de hals. Brei dan de volgende 2 knoopsgaten met 3-3-3-4 (4-4½-5) cm tussen elk.
-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

JURK – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De hals en de pas worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald, vanaf midden achter en van boven naar beneden. Als de pas klaar is, wordt het werk verder in de rondte gebreid. De pas wordt verdeeld voor de rok en de mouwranden. De rok wordt in de rondte gebreid en de mouwranden worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop. De ruche wordt aan het einde op de pas gebreid.

HALS:
Zet 66-72-76-82 (86-90-96) steken op met rondbreinaald 3 mm en DROPS Alpaca. Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm. Brei 4 naalden tricotsteek met 2 steken in RIBBELSTEEK aan elke kant – lees beschrijving hierboven.
Brei de volgende naald aan de goede kant als volgt: 2 steken in ribbelsteek, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn en 2 steken in ribbelsteek (vouwrand).
Brei 5 naalden tricotsteek met 2 steken in ribbelsteek aan elke kant – Meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste naald 5-11-13-13 (15-17-23) steken verdeeld (meerder niet over de 2 kantsteken aan elke kant) = 71-83-89-95 (101-107-119) steken. Voeg 1 markeerdraad in na de eerste 2 kantsteken op de naald; de pas wordt gemeten vanaf deze markeerdraad.

PAS:
Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei dan als volgt aan de goede kant: 2 steken in ribbelsteek, brei A.1, 11-13-14-15 (16-17-19) keer, brei de eerste steek in A.1 zodat het patroon symmetrisch is en 2 steken in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon heen en weer gebreid. DENK OM DE STEKENVERHOUDING en de knoopsgaten midden achter – lees beschrijving hierboven!
Als A.1 klaar is, zijn er 137-161-173-185 (197-209-233) steken en de pas meet ongeveer 9-9-9-9 (13-13-13) cm vanaf de markeerdraad op de hals.
Brei 1 naald recht aan de goede kant terwijl u het aantal steken aanpast naar 142-162-178-194 (196-218-234) steken (meerder/minder niet over de kantsteken).
Ga verder met tricotsteek en 2 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant tot het werk 10-10-11-12 (14-14-15) cm meet, pas aan zodat de laatste naald aan de goede kant wordt gebreid, plaats dan de 2 laatste kantsteken op de naald op een extra naald voor het werk.
Voeg nu het werk samen als volgt:
Plaats de 2 kantsteken op de extra naald op de bovenkant van de 2 kantsteken op het begin van de naald en brei ze 2 aan 2 samen, zodat de biezen samen bevestigd worden (2 steken geminderd en de voorbies met de knoopsgaten is op de bovenkant), 18-20-22-25 (26-29-31) steken recht (½ achterpand), plaats de volgende 32-38-42-44 (44-48-52) steken op een hulpdraad voor de mouwrand en zet 6-6-6-6 (8-8-8) steken op (in de zijkant onder de mouw), 38-42-46-52 (54-60-64) steken recht (voorpand), plaats de volgende 32-38-42-44 (44-48-52) steken op een hulpdraad voor de mouwrand en zet 6-6-6-6 (8-8-8) steken op (in de zij kant onder de mouw), brei de overgebleven 18-20-22-25 (26-29-31) steken recht (½ achterpand).

ROK:
= 88-96-104-116 (124-136-144) steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6-6-6-6 (8-8-8) opgezette steken onder een mouw. Brei tricotsteek tot de markeerdraad – de naald begint nu hier.
Brei 1 naald recht. Brei de volgende naald als volgt: * 2 recht, neem de draad voor de volgende steek en brei deze gedraaid recht (1 steek gemeerderd) *, brei van *-* tot het einde van de naald = 132-144-156-174 (186-204-216) steken.
Brei 1 naald recht.
Brei de volgende naald als volgt: * 6 recht, neem de draad op voor de volgende steek en brei deze gedraaid recht (1 steek gemeerderd) *, brei van *-* tot het einde van de naald = 154-168-182-203 (217-238-252) steken.
Ga verder met tricotsteek tot de rok 2 cm meet vanaf de scheiding. Brei de volgende naald als volgt: * 14 recht, neem de draad op voor de volgende steek en brei deze gedraaid recht (1 steek gemeerderd) *, brei van *-* tot er 0-0-0-7 (7-0-0) steken over zijn, 0-0-0-7 (7-0-0) recht = 165-180-195-217 (232-255-270) steken.
Ga verder met tricotsteek tot de rok 17-21-24-27 (29-33-38) cm meet vanaf de scheiding – meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste naald 1-0-1-1 (0-1-0) steek = 166-180-196-218 (232-256-270) steken.
Brei de volgende naald als volgt: * 2 recht samen, maak 1 omslag *, brei van *-* tot het einde van de naald (vouwrand). Brei tricotsteek voor 2 cm. Kant ietwat losjes af.

MOUWRANDEN:
Plaats de steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op rondbreinaald 2.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 6-6-6-6 (8-8-8) opgezette steken onder de mouw = 38-44-48-50 (52-56-60) steken. Brei 2 RIBBELS in de rondte – lees beschrijving hierboven. Kant ietwat losjes af. Brei de andere mouwrand op dezelfde manier.

AFWERKING:
Vouw de bovenkant van de hals op de vouwrand en naai naar beneden vast aan de verkeerde kant. Om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt, is het belangrijk dat de naad elastisch is. Naai de opening aan elk einde van de hals dicht met kleine steken.
Vouw de onderkant van de rok en naai naar beneden vast op dezelfde manier.
Naai de knopen op de voorbies midden achter.

RUCHE:
Neem steken op vanaf de laatste averechte naald (aan de goede kant gezien) in A.1. Houd het werk onderste boven, met de hals naar u toe. Gebruik rondbreinaald 2.5 mm en DROPS Alpaca. Begin midden achter, na de 2 kantsteken, neem 1 steek op in de bovenste lus van elke averechte steek, tot er 2 steken over zijn op de naald = ongeveer 111-131-141-151 (193-205-229) steken. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant.
Brei de volgende naald als volgt: 1 steek in ribbelsteek, * 1 recht, neem de draad voor de volgende steek op en brei deze gedraaid recht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, 1 recht en 1 steek in ribbelsteek = 219-259-279-299 (383-407-455) steken.
Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant.
Brei de volgende naald als volgt:
1 steek in ribbelsteek, * 2 recht, neem de draad op voor de volgende steek en brei deze gedraaid recht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, 1 recht en 1 steek in ribbelsteek = 327-387-417-447 (573-609-681) steken.
Brei tricotsteek heen en weer gebreid zonder verdere meerderingen, en met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant, tot de ruche 3-3-3½-4 (4-5-5) cm meet. Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Kant ietwat losjes af met recht aan de goede kant.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 29.08.2022
Correctie symboolverklaring, 3e en 4e symbool

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = recht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken: brei op de volgende naald de omslag zoals te zien is in het telpatroon zodat er een gaatje ontstaat
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken: brei op de volgende naald (aan de verkeerde kant) de omslag gedraaid om een gaatje te voorkomen
symbols = haal 1 steek recht af, 2 recht samen en haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken.
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 43-15

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (31)

country flag Kim Sanderson wrote:

Please ignore my question!! Some days my brain doesn’t works as well as it should. Sorry to be a bother!

28.04.2024 - 23:25

country flag Kim Sanderson wrote:

Hi, the stitch count in the pattern for the yoke is confusing me. Using row 5, I am increasing by 28 stitches as the repeat is a little over 14 times (89 less 4 garter/6 = 14.1666. Each time you’re increasing by 2 yo’s closed. If I repeat A.1 13 times (13x32 rows for a total of 416 rows!?) and do the 3 lines of increases I’m going to have way more stitches than the 173 my size states. I’m not reading something right! Thanks for your help.

27.04.2024 - 01:36

DROPS Design answered:

Dear Kim, the pattern states that you work A.1 14 times in the same round (not vertically) and only once vertically (when A.1 is finished); the last stitch is worked as the first stitch of A.1 and is extra to the rest of the pattern. Since you increase 2 stitches per repeat = 14 x 2 = 28 stitches. You have 3 rows with these increases in total: 28 x 3 = 84. 89 initial stitches + 84 stitches = 173 stitches. Happy knitting!

28.04.2024 - 23:18

country flag Kim Sanderson wrote:

Hi, I’m knitting #43.15 and there is a line at the start of the charted yoke - work the first stitch in A.1 so the pattern is symmetrical and 2 stitches in garter stitch. Can you advise what “so the pattern is symmetrical” means, please and thanks.

23.04.2024 - 23:22

DROPS Design answered:

Hi Kim, Working the first stitch in A.1 before the 2 garter stitches at the end of the row, means the pattern begins and ends in the same way on the row. Happy knitting!

24.04.2024 - 06:38

country flag Ina wrote:

Moin aus Hamburg. Leider verstehe ich den Übergang von der Halsblende zur Passe nicht. Wenn ich die Passe ab der Markierung messen, was mache ich mit den zwei ersten Maschen weiter? Liebe Grüße Ina

19.03.2024 - 10:56

DROPS Design answered:

Liebe Ina, die Markierung wird hier eingesetzt, damit man von hier die Arbeit misst. Diese Maschen stricken Sie krausrechts wie später beschrieben. Viel Spaß beim Stricken!

19.03.2024 - 11:32

country flag Basilic wrote:

Les explications sont assez claires pour les tricoteuses confirmées. Par contre ERREUR dans la légende du diagramme!!! Les jetés NOIRS sont à tricoter en envers torse. Les jetés CREUX doivent former le motif ajouré.

05.03.2024 - 20:10

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Basilic et merci pour votre retour, la légende avait effectivement été inversée, tout est juste désormais. Bon tricot!

06.03.2024 - 08:33

country flag MYRIAM DEVAUCHELLE wrote:

Merci beaucoup de votre réponse, en fait c'était plus simple que ce que je pensais cordialement

12.02.2024 - 10:00

country flag MYRIAM DEVAUCHELLE wrote:

Bonjour, je fais la 2° taille, à la fin de l'empiècement j'ai 162 mailles, je joins les deux mailles de bordure, j'ai donc 160 mailles, où se trouve les deux diminutions pour avoir 158 mailles comme sur le modèle et comment les faire? merci de m'aider

11.02.2024 - 10:32

country flag MYRIAM DEVAUCHELLE wrote:

Bonjour, je suis arrivée à l'empiècement (2° taille), j'ai 162 mailles, je joins les mailles de bordure pour tricoter en rond, j'ai 160 mailles, où se trouve les deux diminutions et comment les faire, car je dois avoir en principe 158 mailles avant de laisser de côté les mailles qui serviront pour les manches. pouvez vous m'aider, merci d'avance

11.02.2024 - 10:28

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Devauchelle, vous devez bien avoir 160 mailles: les 2 m de bordure tricotées au début du tour + 20 m pour le 1/2 dos + 38 m de la manche + 42 m pour le devant + 38 m pour la manche + 20 m pour le demi-dos = 160 mailles. Bon tricot!

12.02.2024 - 07:39

country flag MYRIAM DEVAUCHELLE wrote:

Bonjour, je ne comprends pas ce qu'est le rang de cassure, ni où il se trouve. Je ne comprends pas non plus pourquoi coudre le haut du col.je suis également complétement perdue pour le volant, comment relever les mailles, faut il le faire sur l'envers de la robe et comment repérer le rang à partir duquel il faut relever les mailles. J'ai commencé un essai en réduction, mais je bloque . merci de votre aide

26.01.2024 - 17:18

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Devauchelle, le rang de cassure est celui indiqué au milieu do col (quand on tricote (2 m ens à l'end, 1 jeté), autrement dit, on plie pour former un ourlet picot (cf vidéo. Pour le volant, prenez la robe sur l'endroit, encolure face à vous et relevez les mailles dans le dernier rang envers de A.1: 1 maille dans chacune de ces mailles envers tout du long, après les 2 m de la bordure dos. Bon tricot!

29.01.2024 - 11:24

country flag Mizuki wrote:

Hi, I have a question about the length. When we knit skirt 17-21-24-27 (29-33-38) cm and 2 cm after the "k2tog, yo", skirt measures like diagram say; 20-24-27-30 (32-36-41). But after sewing the bottom of skirt, it means almost −2cm at all sizes and it's different from the diagram. Which is right, "diagram−2cm is the final results" or "knit more 2cm so that final results will became the same as the diagram"?

07.10.2023 - 14:27

DROPS Design answered:

Dear Mizuki, take into account in the measurements schematic 30 cm is the total length, which includes the 10cm of the upper part of the dress, and the 3+1 of the neck. So you would have 30-10-3-1 = 16 cm left for the skirt. Since you have 19cm for the skirt and you turn approx. 2 or 3 cm for the folding edge at the end, you will have a true skirt length of approx. 16 or 17 cm, as stated in the measurements schematic. Happy knitting!

09.10.2023 - 01:07