DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 28.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

City Chic Jacket

Gebreid vest met pepita-patroon in DROPS Kid-Silk. Het werk wordt gebreid met ribbelsteek en een vierkant patroon met verhoogde steken. Maten S – XXXL.

DROPS 206-21
DROPS Design: Patroon nr. ks-159
Garengroep A
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS KID-SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
75-100-100-100-125-125 g kleur 02, zwart
75-75-100-100-100-125 g kleur 32, framboos

STEKENVERHOUDING:
23 steken in de breedte en 46 naalden in de hoogte met ribbelsteek en verhoogde steken = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: Lengte 80 cm voor ribbelsteek en verhoogde steken (pepita-patroon).
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: Lengte 80 cm voor de randen.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

DROPS PARELMOERKNOPEN, Gebogen (wit) NR 521: 7-7-7-8-8-8 stuks.

De getoonde kleurcombinaties zijn:
A) DROPS Kid-Silk 02, 30
B) DROPS Kid-Silk 02, 03

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 28.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel in de hoogte = Brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (voor de zijkanten van het lijf en de mouwen).
Meerder aan de binnenkant van de buitenste steek aan beide kanten op het achterpand en op de mouwen, en aan de zijkant op elk voorpand. Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, brei de omslag op de volgende naald gedraaid om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken gaandeweg in ribbelsteek en in het patroon.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de hals):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 104 steken) en trek deze af van het aantal steken waar u naar toe moet meerderen (dus 122 steken) = 18 meerderingen. Deel dan de 104 steken door 18 = 5.8.
In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer elke 6e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een dubbele draad of een naald in een grotere maat.

KNOOPSGATEN (op de rechter voorbies als het kledingstuk gedragen wordt):
Brei 6-6-6-7-7-7 knoopsgaten. 1 knoopsgat = 2 recht samen en maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat – LET OP de knoopsgaten worden het mooist als u de 2 averechte steken samen breit in een deel van 2 averechte steken (aan de goede kant gezien).
Het eerste knoopsgat wordt gebreid ongeveer 2 cm vanaf de onderrand en het laatste knoopsgat ongeveer 6 tot 7 cm vanaf de bovenkant van de hals. De overgebleven 4-4-4-5-5-5 knoopsgaten worden verdeeld gebreid met ongeveer 7 tot 8 cm tussen elk.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De achter- en voorpanden en de mouwen worden apart heen en weer gebreid met de rondbreinaald, van onder naar boven. Het werk wordt samen genaaid voordat u de biezen, de hals en valse zakken breit.

ACHTERPAND:
Met 2 draden zwart, zet 95-105-115-125-140-155 steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant) met rondbreinaald 3 mm. Brei RIBBELSTEEK heen en weer gebreid – lees beschrijving hierboven, voor ongeveer 2 cm, met 2 draden zwart.
Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Verwijder de ene draad en brei verder met alleen 1 draad zwart.
Begin nu met het pepita-patroon als volgt aan de goede kant: Brei A.1 over 2 steken, herhaal A.2 tot er 3 steken over zijn op de naald, brei A.3 over 1 steek en eindig met A.1 over de laatste 2 steken. Ga zo verder met dit patroon in de hoogte (A.X wordt in de hoogte herhaald zoals te zien is in de telpatronen). DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als het werk 5 cm meet, meerder dan 1 steek aan elke kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Meerder zo iedere 5-5-5-6-6-6 cm in totaal 5 keer aan elke kant = 105-115-125-135-150-165 steken.
Als het werk 31-32-33-34-35-36 cm meet, kant dan steken af voor de armsgaten op het begin van elke naald aan elke kant als volgt: Kant 1-1-1-2-3-3 keer 3 steken af, 2-2-3-3-4-5 keer 2 steken en 3-3-6-8-8-11 keer 1 steek aan elke kant = 85-95-95-95-100-105 steken. Ga dan verder met het patroon zoals hiervoor.
Als het werk 48-50-52-54-56-58 cm meet, kant dan de middelste 33-35-35-35-34-39 steken af voor de hals en elk schouder wordt apart verder gebreid (26-30-30-30-33-33 steken op elke schouder). Ga verder met het patroon en kant af op het begin van elke naald vanaf de hals als volgt: Kant 2 keer 1 steek af = 24-28-28-28-31-31 steken over op de schouder. Brei verder tot er ½ cm over is voor het werk 50-52-54-56-58-60 cm meet, maar eindig of na een hele streep zwart of framboos. Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Begin aan de goede kant en brei 1 ribbel heen en weer over alle steken met zwart. Kant af met recht aan de goede kant – lees TIP VOOR HET AFKANTEN!
Brei de andere schouder op dezelfde manier. De achterkant van het werk meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de schouder naar beneden.

RECHTER VOORPAND (als het kledingstuk gedragen wordt):
Met 2 draden van zwart, zet 45-50-55-60-70-75 steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant) met rondbreinaald 3 mm. Brei ribbelsteek heen en weer voor ongeveer 2 cm, met 2 draden zwart.
Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Verwijder de ene draad en brei verder met alleen 1 draad als volgt aan de goede kant (dus vanaf midden voor): Brei A.1 over 2 steken, herhaal A.2 tot er 3 steken over zijn op de naald, brei A.3 over 1 steek en eindig met A.1 over de laatste 2 steken. Ga verder met dit patroon.
Als het werk 5 cm meet, meerder dan 1 steek in de zijkant – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Meerder zo iedere 5-5-5-6-6-6 cm in totaal 5 keer = 50-55-60-65-75-80 steken.
Als het werk 31-32-33-34-35-36 cm meet, kant dan steken af voor het armsgat op het begin van elke naald vanaf de zijkant als volgt (dus op het begin van elke naald aan de verkeerde kant): Kant 1-1-1-2-3-3 keer 3 steken af, 2-2-3-3-4-5 keer 2 steken en 3-3-6-8-8-11 keer 1 steek = 40-45-45-45-50-50 steken. Ga verder met het patroon zoals hiervoor.
Als het werk 43-45-46-48-49-51 cm meet, plaats dan de buitenste 10-11-11-11-13-13 steken richting midden voor op 1 hulpdraad voor de hals, maar om te voorkomen dat u de draad af moet knippen, breit u deze steken eerst voordat u ze op de hulpdraad plaatst. Ga verder met het patroon zoals hiervoor en kant af op het begin van elke naald vanaf de hals als volgt: Kant 2 keer 2 steken af en 2 keer 1 steek = 24-28-28-28-31-31 steken over op de schouder. Brei verder tot er ongeveer ½ cm over is voor het werk 50-52-54-56-58-60 cm meet maar eindig zo dat het overeenkomt met het achterpand. Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Begin aan de goede kant en brei 1 ribbel heen en weer over alle steken met zwart. Kant af met recht aan de goede kant - denk om TIP VOOR HET AFKANTEN!

LINKER VOORPAND (als het kledingstuk gedragen wordt):
Met 2 draden van zwart, zet 45-50-55-60-70-75 steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant) met rondbreinaald 3 mm. Brei ribbelsteek heen en weer voor ongeveer 2 cm, met 2 draden zwart.
Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Verwijder de ene draad en brei verder met maar 1 draad aan de goede kant als volgt (dus vanaf de zijkant): Brei A.1 over 2 steken, A.3 over 1 steek, herhaal A.4 tot er 2 steken over zijn op de naald en eindig met A.1 over de laatste 2 steken. Ga verder met dit patroon.
Als het werk 5 cm meet, meerder dan 1 steek in de zijkant – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Meerder zo iedere 5-5-5-6-6-6 cm in totaal 5 keer = 50-55-60-65-75-80 steken.
Als het werk 31-32-33-34-35-36 cm meet, kant dan steken af voor het armsgat op het begin van elke naald vanaf de zijkant als volgt (dus op het begin van elke naald aan de goede kant): Kant 1-1-1-2-3-3 keer 3 steken af, 2-2-3-3-4-5 keer 2 steken en 3-3-6-8-8-11 keer 1 steek = 40-45-45-45-50-50 steken. Ga verder met het patroon zoals hiervoor.
Als het werk 43-45-46-48-49-51 cm meet, plaats dan de buitenste 10-11-11-11-13-13 steken richting midden voor op 1 hulpdraad voor de hals. Ga verder met het patroon zoals hiervoor en kant af op het begin van elke naald vanaf de hals als volgt: Kant 2 keer 2 steken af en 2 keer 1 steek = 24-28-28-28-31-31 steken over op de schouder. Brei verder tot er ongeveer ½ cm over is voor het werk 50-52-54-56-58-60 cm meet, maar eindig zodat het overeenkomt met het andere voorpand en het achterpand. Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Begin aan de goede kant en brei 1 ribbel heen en weer gebreid over alle steken met zwart. Kant af met recht aan de goede kant.

RECHTER MOUW (als het kledingstuk gedragen wordt):
Met 2 draden zwart, zet 58-58-62-62-66-66 steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant) met rondbreinaald 3 mm. De hele boordsteek wordt gebreid met 2 draden zwart. Brei 1 naald averecht (verkeerde kant) brei dan boordsteek (2 recht/ 2 averecht) met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant voor 6 cm. Brei 1 naald recht aan de goede kant terwijl u 8-8-7-7-6-6 steken verdeeld mindert = 50-50-55-55-60-60 steken. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant. Verwijder de ene draad en brei verder met maar 1 draad. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm en brei patroon als volgt aan de goede kant: Brei A.1 over 2 steken, herhaal A.2 tot er 3 steken over zijn op de naald, A.3 over 1 steek en eindig met A.1 over de laatste 2 steken. Ga verder met dit patroon.
Meerder TEGELIJKERTIJD als het werk 7-8-7-8-6-9 cm meet, 1 steek aan elke kant – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Meerder zo iedere 3-2½-2½-2-2-1½ cm in totaal 15-17-18-21-22-24 keer = 80-84-91-97-104-108 steken.
Brei verder tot het werk 51-51-51-50-49-47 cm meet (er is ongeveer 8-8-9-11-12-14 cm over voor de mouwkop en tot de gewenste lengte, maar denk eraan dat de onderkant 3 cm naar boven gekeerd wordt. LET OP: Kortere afmetingen in de grotere maten vanwege bredere schouders en een langere mouwkop.
Brei nu de mouwkop; dus kant steken af op het begin van iedere naald op beide kanten als volgt: Kant 1-1-1-1-1-1 keer 3 steken af, 2-2-2-3-3-3 keer 2 steken en 12-12-14-17-20-24 keer 1 steek aan elke kant. Kant dan 2 steken af aan elke kant tot de mouw ongeveer 58-58-59-60-60-60 cm meet. Kant 1 keer 3 steken af aan elke kant en kant dan de overgebleven steken af – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN. De mouw meet ongeveer 59-59-60-61-61-61 cm van boven naar beneden.

LINKER MOUW:
Brei de linker mouw op dezelfde manier als de rechter mouw, maar als het pepita-patroon begint, brei dan de eerste naald aan de goede kant als volgt: Brei A.1 over 2 steken, A.3 over 1 steek, herhaal A.4 tot er 2 steken over zijn en eindig met A.1 over de laatste 2 steken. Ga verder met dit patroon.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen aan de binnenkant van de afkantrand. Naai de mouwen in aan de binnenkant van de 1 kantsteek. Naai de mouw- en zijnaden in een keer aan de binnenkant van de 1 kantsteek. Vouw de onderkant 3 cm naar boven op de mouwen.

RECHTER VOORBIES (als het kledingstuk gedragen wordt):
Met 2 draden zwart en rondbreinaald 3 mm neem aan de goede kant ongeveer 109-113-117-121-125-129 steken op langs de rand midden voor op het rechter voorpand (het aantal steken moet deelbaar zijn door 4 + 1). De hele voorbies wordt gebreid met 2 draden zwart.
Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant en brei 1 naald recht aan de goede kant.
De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de verkeerde kant (dus vanaf de hals): 1 kantsteek in ribbelsteek, * 2 averecht / 2 recht *, brei van *-* tot er 4 steken over zijn op de naald, 2 averecht en eindig met 2 kantsteken in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek, maar na ongeveer 1-1½ cm, breit u 6-6-6-7-7-7 KNOOPSGATEN verdeeld – lees beschrijving hierboven. Brei verder tot de voorbies 3 cm meet. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht.

LINKER VOORBIES (als het kledingstuk gedragen wordt):
Met 2 draden zwart en rondbreinaald 3 mm, neem aan de goede kant ongeveer 109-113-117-121-125-129 steken op langs de rand midden voor op het linker voorpand.
Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant en brei 1 naald recht aan de goede kant.
De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de verkeerde kant (dus vanaf de onderrand): 2 kantsteken in ribbelsteek, * 2 averecht, 2 recht *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn op de naald, 2 averecht en 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder deze boordsteek voor ongeveer 3 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht.

HALS:
Met 2 draden zwart en rondbreinaald 3 mm, neem aan de goede kant ongeveer 104 tot 124 steken op rondom de hals (inclusief de steken van de draden aan de voorkant).
Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant. Brei 1 naald recht aan de goede kant terwijl u verdeeld meerdert naar 122-126-130-130-134-142 steken (het aantal steken moet deelbaar zijn door 4 + 2) – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de verkeerde kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, * 2 averecht / 2 recht *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn op de naald, 2 averecht en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek, maar als de hals ongeveer 1-1½ cm meet, brei dan het laatste knoopsgat over de andere knoopsgaten op de rechter voorbies. Brei het knoopsgat door de derde en vierde steek vanaf de rand samen te breien en maak dan 1 omslag (de omslag wordt op de volgende naald averecht gebreid, zodat er een gaatje ontstaat). Brei verder tot de hals ongeveer 3 cm meet. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht.

VALSE ZAK:
De valse zakken zijn alleen ter decoratie.
Met 2 draden zwart en rondbreinaald 3 mm, zet 20-20-22-22-24-24 steken op. Brei ribbelsteek heen en weer met 2 draden zwart voor ongeveer 2 tot 2½ cm. Kant af met recht aan de goede kant. Brei een andere valse zak op dezelfde manier. Plaats de zakken op de voorpanden met ongeveer 8 tot 12 cm vanaf de onderrand en ongeveer 7 tot 11 cm vanaf de buitenste rand op de biezen (u kunt het vest passen en de zakken verplaatsen, indien gewenst). Naai de valse zakken op met kleine steken.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 30.08.2019

Telpatroon tekst = haal de steek averecht af, zorg ervoor dat de draad waarmee u werkt aan de verkeerde kant is (van u af gezien aan de goede kant)


= haal de steek averecht af, zorg ervoor dat de draad waarmee u werkt aan de verkeerde kant is (naar u toe geien vanaf de goede kant)

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant met framboos
symbols = recht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant met zwart
symbols = haal de steek averecht af, zorg ervoor dat de draad waarmee u werkt, aan de verkeerde kant is (van u af aan de goede kant gezien)
symbols = haal de steek averecht af, zorg ervoor dat de draad waarmee u werkt, aan de verkeerde kant is (naar u toe gezien aan de verkeerde kant)
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 206-21

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (27)

country flag Breige wrote:

Your answer on City chic jacket cannot be right. I started with 4 stitches in raspberry, finishing on row 20 with 4 stitches in raspberry. If I start again at row 1 , I would have 4 stitches in raspberry instead of 4 stitches in black. According to the pattern it looks like those 4 stitches across the row alter ate from one color to the other throughout the entire pattern.

07.02.2024 - 00:32

DROPS Design answered:

Dear Mrs Breige, it looks like you are right, repeat the whole diagram - I forwarded this to our design team so that they can check and edit asap. Happy knitting!

07.02.2024 - 08:22

country flag Breige wrote:

Thank you for your timely response. If I do start again at row 1, when do I knit rows 21 to 40?

06.02.2024 - 17:55

country flag Breige wrote:

Hello, I have just completed row 20 on the back piece. I do not understand the directions saying A.X. is repeated in height as shown in diagrams. Not sure what that means. Do I continue onto row 21 or do I repeat A.X. again starting at row 1? If I continue why is the AX shown in brackets. Thank you.

06.02.2024 - 07:19

DROPS Design answered:

Dear Breige, start again from 1st row and repeat the 20 rows shown with A.x. Happy knitting!

06.02.2024 - 09:03

country flag Irina wrote:

Is it really possible that only 175g of yarn ( 100+75 for size M) is needed? That must be a misprint.

24.05.2020 - 20:10

DROPS Design answered:

Hi Irina. 175 g of yarn is correct for size M. Remember that this is a very lightweight yarn (25 g = 210 m). Happy knitting!

25.05.2020 - 09:08

country flag Martine Dionisio wrote:

Correction pour ma dernière question, il s’agit de A3 sur la 3ème maille avant la fin mais non A1. Excusez-moi

25.12.2019 - 20:04

country flag Martine Dionisio wrote:

Bonjour, Très joli modèle mais je ne comprends pas le diagramme : à la fin du premier rang pied-de-poule, il est écrit de tricoter A1 ( maille glissée) pour la 3ème maille avant la fin mais la 4ème maille avant la fin est déjà une maille glissée. Ce qui voudrait dire qu’il y aurait 2 mailles glissées de suite. Est-ce normal ? Merci d’avance pour votre réponse.

25.12.2019 - 20:01

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Dionisio, vous tricotez (vu sur l'endroit): A.1, puis vous répétez A.2 (= en commençant par 1 m glissée, 4 m end) jusqu'à ce qu'il reste 3 mailles et terminez par A.3 (= 1 m glissée = comme la 1ère m de A.2) et 2 m end de A.1. Sur l'envers, tricotez: A.1, A.3, répétez A.2 (en lisant de gauche à droite) et terminez par A.1. Cette vidéo pourra peut-être vous aider. Bon tricot!

02.01.2020 - 10:55

country flag Sahar Taha wrote:

Thanks for your explanation l got it

26.08.2019 - 13:25

country flag Sahar Taha wrote:

I can't understand the daigram specially how can a slip the stitches and the strand Ian using in the wrong side... Can you make keep video about this stitch

25.08.2019 - 17:34

DROPS Design answered:

Dear Mrs Taha, your request has been forwarded to our team. When you slip the stitch from RS, the working yarn should be behind work = from WS (as before, ie just slip the stitch and work the next stitch) - when you have to slip the stitch from WS the working yarn is behind work (facing RS), before slipping the stitch, place the working yarn facing you (= towards the WS of piece), slip the stitch, then place the working yarn again as it should be (= facing RS) to continue knitting the next stitches. Happy knitting!

26.08.2019 - 09:16

country flag Sahar Taha wrote:

This pattern is beautiful but l can not understand the diagram especially how can l slip stitch and the strand I am using in the wrong side. can you make video about this stitch thanks a lot

25.08.2019 - 17:32

DROPS Design answered:

Dear Sahar, unfortunately we don't have a video tutorial, but you simply have to pass one stitch from the left to the right needle kkeping the yarn in front or on the back of the work to get the decorative pattern. Happy knitting!

25.08.2019 - 18:21

country flag Pia Olsen wrote:

Hvor bliver den fulde opskrift til denne pæne trøje/jakke af? Jeg kan se at den er der på blusen. Venlig hilsen Pia

21.08.2019 - 14:07

DROPS Design answered:

Hej. Nu finns den även på danska. Lycka till!

22.08.2019 - 08:40