DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.28€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Rosewater Rain

Gebreid top in DROPS Safran. Het werk wordt gebreid van onder naar boven gebreid met kantkabels. Maat XS – XXXL.

DROPS 250-15
DROPS design: Patroon e-359
Garengroep A
----------------------------------------------------------

MAAT:
XS - S - M - L - XL - XXL

GAREN:
DROPS SAFRAN van garnstudio (behoort tot garengroep A)
200-200-200-200-250-250 g kleur 01, woestijnroos

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 3.5 mm: Lengte: 80 cm
DROPS RONDBREINAALD 2.5 mm: Lengte: 80 cm

STEKENVERHOUDING:
24 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.28€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon


----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden, dus brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. De telpatronen tonen alle naalden aan de goede kant gezien.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken aan de binnenkant van de steken in ribbelsteek. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om een gaatje te voorkomen. Brei de gemeerderde steken in ribbelsteek.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TOP - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei het voorpand en achterpand eerst apart heen en weer gebreid, van onder naar boven om een split te maken aan de onderkant. Breng dan de delen samen en eindig in de rondte, voordat u het werk weer verdeeld voor de armsgaten. Eindig elk deel apart. Naai de schoudernaden samen.

ACHTERPAND:
Zet 114-126-138-154-166-178 steken op rondbreinaald 2.5 mm met DROPS Safran. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant, brei dan boordsteek, begin aan de goede kant als volgt: 2 steken in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven - * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 4 steken over zijn, 2 recht en eindig met 2 steken in ribbelsteek. Ga zo verder in boordsteek voor 4 cm, brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 2 steken in ribbelsteek, 2 recht, 2 averecht, 2 recht, 2 averecht, brei de volgende 94-106-118-134-146-158 steken recht, en minder 15-16-17-22-23-24 steken verdeeld over deze steken, 2 averecht, 2 recht, 2 averecht, 2 recht en 2 steken in ribbelsteek = 99-110-121-132-143-154 steken.
Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm en brei in tricotsteek met 8 steken boordsteek + 2 steken in ribbelsteek aan elke kant tot het werk 6 cm meet, eindig met een naald op de verkeerde kant. Leg het achterpand aan de kant en brei het voorpand.

VOORPAND:
Zet hetzelfde aantal steken op en brei op dezelfde manier als het achterpand. Breng dan de delen samen zoals uitgelegd hieronder.

TOP:
Breng nu de delen samen als volgt: Brei recht over de 99-110-121-132-143-154 steken van het voorpand en recht over de 99-110-121-132-143-154 steken van het achterpand = 198-220-242-264-286-308 steken. Brei in tricotsteek in de rondte over alle steken.
Brei bij een hoogte van 21-22-23-24-25-26 cm, A.1 over alle steken (= 18-20-22-24-26-28 herhalingen). Voeg 2 markeerdraden in het werk, na 9-10-11-12-13-14 herhalingen van A.1 en na de laatste steek op de naald. Ga verder met A.1 in de hoogte. Bij een hoogte van 30-31-32-33-34-35 cm, brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven - over de 20-20-30-30-30-30 steken aan elke kant (= 10-10-15-15-15-15 steken in ribbelsteek aan elke kant van de markeerdraad aan elke kant) en minder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald 2-2-4-4-4-4 steken verdeeld over deze steken in ribbelsteek aan elke kant (= 18-18-26-26-26-26 steken in ribbelsteek en 194-216-234-256-278-300 steken in totaal), brei de overgebleven steken in patroon zoals hiervoor. Als er 2 ribbels in ribbelsteek zijn gebreid in de hoogte over de 18-18-26-26-26-26 steken aan elke kant, kant dan de middelste 12-12-20-20-20-20 steken aan elke kant af voor de armsgaten en eindig elk deel apart.

ACHTERPAND:
= 85-96-97-108-119-130 steken. Brei het werk heen en weer gebreid op de naald vanaf hier. Ga verder in patroon en 3 steken in ribbelsteek aan elke kant. Bij een hoogte van 2 cm vanaf waar het werk was verdeeld voor de armsgaten, meerdert u 1 steek aan elke kant voor de schouder - lees TIP VOOR HET MEERDEREN! Herhaal het meerderen aan elke kant op iedere 6e-8e-8e-12e-12e-12e naald 7-6-6-5-5-5 keer in totaal = 99-108-109-118-129-140 steken. Tegelijkertijd bij een hoogte van 40-42-44-46-48-50 cm, brei 2 ribbels in ribbelsteek over de middelste 53-52-63-64-63-64 steken terwijl u TEGELIJKERTIJD op de 1e naald 12-12-16-16-16-16 steken verdeeld mindert over deze steken in ribbelsteek (= 41-40-47-48-47-48 steken in ribbelsteek), brei de overgebleven steken in patroon zoals hiervoor. Als er 2 ribbels in ribbelsteek zijn gebreid in de hoogte over de 41-40-47-48-47-48 steken in ribbelsteek, kant dan de middelste 35-34-41-42-41-42 steken voor de hals af en eindig elke deel apart = 26-31-26-30-36-41 steken over op elke schouder. Ga verder in patroon, 10-9-9-8-8-8 steken in ribbelsteek richting de armsgaten en 3 steken in ribbelsteek richting de hals. Kant af bij een hoogte van 48-50-52-54-56-58 cm. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
= 85-96-97-108-119-130 steken. Brei zoals op het achterpand.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = dit vierkant is geen steek omdat de steek eerder was geminderd, ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon
symbols = haal 1 steek recht af, 2 recht, haal de afgehaalde steek over gebreide steken
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 250-15

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (9)

country flag Barbara wrote:

Hallo :-) ... geniale Idee die Größen zu markieren, große Arbeitserleichterung. LG Barbara

29.04.2024 - 13:21

country flag Corina Avram wrote:

Hello! I can’t seem to fit the back piece in the difference between the part I cast off for armhole and the part the top is 42cm (size S). I calculated and there are less then 10 cm available to fit 48 rows needed to reach the increase for the shoulders. By the time I am done with the increases my back piece is 48cm. Where I am doing it wrong? Thanks.

21.04.2024 - 15:57

DROPS Design answered:

Dear Corina, the increases are worked at the same time as the decreases for the neck, so you can still be working the increases for 5 more cm when you start decreasing for the neck at the 42cm mark. There is nothing wrong, you just have to be working both simultaneously. Happy knitting!.

22.04.2024 - 01:00

country flag Corina wrote:

Hello. The increase for shoulder in size S is done every 8th row. Does that mean that I count the purl row too, or only the knit ones? In other words are the increases added only on the right side? Thanks

20.04.2024 - 15:40

DROPS Design answered:

Dear Corina, yes, you count all the rows, unless pattern specifies otherwise (for example "Every row from the RS", but not with this pattern). Here you count all the rows. Happy Knitting!

20.04.2024 - 22:57

country flag Corina wrote:

Thank for the explanation. Now if the pattern is worked back and forth, is the diagram followed only from the right side? To my inexperienced eye, it looks like there’s an extra knit row in between the rows in the diagram. Please advise, thank you!

20.04.2024 - 06:48

DROPS Design answered:

Hi Corine, the diagram shows all rows of your fabric (see from right side). Odd rows (1,3,5..) of the pattern are worked from right side. Even rows (2,4, 6…) are worked from wrong side. You are right: rows 4 and 8 are purled from the wrong side. How to read the knitting diagram you will find HERE. Happy knitting!

20.04.2024 - 08:27

country flag Corina wrote:

Hello! I am about half way through the work with this top, but I don’t see (or I missed it completely) the explanations for the armhole sides. There is a rib around thr armhole in the picture. How is that one knitted? Thanks

19.04.2024 - 20:54

DROPS Design answered:

Dear Corina, The pattern tells you (on the body) "When piece measures 30-31-32-33-34-35 cm, work 2 ridges in GARTER STITCH - read explanation above - over the 20-20-30-30-30-30 stitches in each side (= 10-10-15-15-15-15 stitches in garter stitch on each side of marker thread in each side)" and then later (on the back): "Continue with pattern and 3 stitches in garter stitch in each side. ". Those stitches that knitted with garter stitch for the edge around the armhole. I hope this helps. Happy Knitting!

19.04.2024 - 23:23

country flag Corina Avram wrote:

Hi! I slipped both sides on the same 3.5 mm needle, hut how do I join the work? Right now they are just 2 separe parts on the same needle. Thanks for the help.

17.04.2024 - 11:30

DROPS Design answered:

Dear Mrs Avram, work the front piece from RS, then do not turn as before, just work the stitches of back piece from WS, then after the last stitch on back piece, join piece in the round and continue working. Happy knitting!

17.04.2024 - 12:42

country flag Kate Joyce wrote:

Explanation needed on A1 diagram. The black square within the square has the same explanation as line going through 3 squares. What does line through 3 squares really mean. Thanks

14.04.2024 - 23:12

DROPS Design answered:

Dear Kate, there is a typo in the chart abbreviations, thank you for the comment; we shall change the online version as soon as possible. It should be: slip 1 as if to knit, knit 2, pass the slipped stitch over the 2 knitted stitches. Happy knitting!

14.04.2024 - 23:59

country flag MArieka wrote:

Ice cream

19.01.2024 - 15:28

country flag AndreaW wrote:

"Forever Young"

19.01.2024 - 09:19