DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.66€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Ice Tide

Gebreide trui in DROPS Snow. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met Europeaanse/diagonale schouders, reliëfpatroon en hoge hals. Maten XS - XXL.

DROPS 243-10
DROPS Design: Patroon ee-761
Garengroep E of C + C
-------------------------------------------------------

MATEN:
XS - S - M - L - XL - XXL

GAREN:
DROPS SNOW van garnstudio (behoort tot garengroep E)
700-800-850-900-1000-1100 g kleur 01, naturel

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 9 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 8 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 9 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 8 MM.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – u heeft dan alleen een rondbreinaald van 80 cm nodig in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
10 steken in de breedte en 14 naalden in de hoogte met reliëfpatroon = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.66€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:
-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = 2 naalden recht.

TIP VOOR HET MEERDEREN AAN DE GOEDE KANT:
NA DE MARKEERDRAAD (meerder naar links):
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei recht in de achterste lus.
VOOR DE MARKEERDRAAD (meerder naar rechts):
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen. Neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus.

TIP VOOR HET MEERDEREN OP DE VERKEERDE KANT:
NA DE MARKEERDRAAD (meerder naar links):
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen. Neem de draad op vanaf de achterkant en brei averecht in de voorste lus.
VOOR DE MARKEERDRAAD (meerder naar rechts):
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei averecht in de achterste lus.

GERSTEKORREL (wordt in de rondte gebreid):
Naald 1: * 1 recht, 1 averecht *, brei van *-*.
Naald 2: Brei recht over averecht en averecht over recht.
Herhaal naald 2 verder in de hoogte.

GERSTEKORREL (heen en weer gebreid):
Naald 1: * 1 recht. 1 averecht *, brei van *-*.
Naald 2: Brei recht over averecht en averecht over recht.
Herhaal naald 2 verder in de hoogte.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

PATROON LIJF:
Brei A.1.
Brei A.2. Als u heen en weer breit, eindig dan de naald met de eerste steek in A.2 zodat het patroon symmetrisch is.
Brei A.1.
Brei gerstekorrel voor 8-8-8-9-10-12 cm.
Brei A.1.
Brei A.2.
Brei A.1. Het werk meet nu ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de schouder (gemeten naar beneden over de voorkant, bij de hals).

PATROON MOUWEN:
Brei gerstekorrel voor 8-8-7-7-6-6 cm.
Brei A.1.
Brei A.2.
Brei A.1.
Brei gerstekorrel tot het werk 30-29-29-27-26-25 cm meet.
Brei A.1.
Het werk meet nu ongeveer 38-37-37-35-34-33 cm.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De bovenkant van het achterpand wordt van boven naar beneden, heen en weer gebreid met de rondbreinaald tot en met de armsgaten. Er worden steken opgenomen over de schouders voor het voorpand en steken opgezet voor de hals. Als de armsgaten klaar zijn op het voorpand, worden het voor- en achterpand samen gevoegd en het lijf wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald. Dan wordt het lijf verdeeld voor het split en de voor- en achteranden worden apart verder gebreid. Er worden steken opgenomen rondom de armsgaten voor de mouwen, welke eerst heen en weer worden gebreid en dan in de rondte met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop. De hals wordt op het einde gebreid.

ACHTERPAND:
Zet 17-17-17-21-21-21 steken op met rondbreinaald 9 mm en DROPS Snow.
Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant.
Voeg 1 markeerdraad in aan de binnenkant van 3 steken aan elke kant. Neem de markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte.
Brei GERSTEKORREL heen en weer gebreid – zie uitleg hierboven, met 3 steken aan elke kant in tricotsteek.
Meerder tegelijkertijd NA de markeerdraad op het begin van de naald en VOOR de markeerdraad aan het einde van de naald – lees TIP VOOR HET MEERDEREN AAN DE GOEDE KANT.
Meerder op de volgende naald (verkeerde kant) op dezelfde manier – lees TIP VOOR HET MEERDEREN OP DE VERKEERDE KANT.
Brei verder in en meerder aan zowel de goede als de verkeerde kant in totaal 16-18-20-20-22-24 keer = 49-53-57-61-65-69 steken.
Het werk wordt nu vanaf hier gemeten! DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga verder in gerstekorrel voor nog een 4-3-2-1-1-2 cm. Brei nu in patroon LIJF – lees beschrijving hierboven, tot het werk 14-15-16-16-17-18 cm meet, naar beneden over het armsgat. Knip de draad af, plaats de steken op een hulpdraad.

VOORPAND:
Begin op de linkerschouder (als het kledingstuk gedragen wordt).
Neem 16-18-20-20-22-24 steken op aan de binnenkant van 1 steek over de schouder op het achterpand (1 steek in elke naald over de schouder). Brei dan als volgt aan de verkeerde kant: 13-15-17-17-19-21 steken in gerstekorrel (begin met 1 recht), 3 tricotsteken. Ga verder met dit patroon voor 6 cm.
Meerder voor de hals op het begin van elke naald aan de goede kant (meerder na 3 steken midden voor - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN AAN DE GOEDE KANT. Meerder 4 keer 1 steek. De gemeerderde steken worden in gerstekorrel gebreid = 20-22-24-24-26-28 steken. Brei de teruggaande naald. Knip de draad af. Plaats de steken op een hulpdraad en brei de rechter schouder zoals beschreven hieronder.

Neem 16-18-20-20-22-24 steken op aan de binnenkant van 1 steek over de rechter schouder achter. Brei dan als volgt aan de verkeerde kant: 3 tricotsteken, 13-15-17-17-19-21 steken in gerstekorrel (begin met 1 averecht). Ga verder met dit patroon voor 6 cm.
Meerder voor de hals aan het einde van elke naald aan de goede kant (meerder voor 3 steken midden voor - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN AAN DE GOEDE KANT. Meerder 4 keer 1 steek. De gemeerderde steken worden in gerstekorrel gebreid = 20-22-24-24-26-28 steken. Brei de teruggaande naald.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Gerstekorrel over de 20-22-24-24-26-28 steken op het rechter voorpand, zet 9-9-9-13-13-13 steken op voor de hals, gerstekorrel zoals hiervoor over de 20-22-24-24-26-28 steken van het linker voorpand = 49-53-57-61-65-69 steken. Ga verder in gerstekorrel tot het werk 14-13-12-13-13-14 cm meet. Brei PATROON LIJF tot het werk 24-25-26-28-29-30 cm meet, gemeten naar beneden over het armsgat. Eindig op dezelfde naald in het patroon zoals het achterpand.
De voor- en achterpanden worden nu samengevoegd voor het lijf.

LIJF:
Brei patroon zoals hiervoor over de 49-53-57-61-65-69 steken op het voorpand, zet 1-1-1-3-5-7 steken op (= zijkant), brei de 49-53-57-61-65-69 steken op het achterpand zoals hiervoor, zet 1-1-1-3-5-7 steken = 100-108-116-128-140-152 steken.
Ga verder in patroon in de rondte tot het werk 50-52-54-56-58-60 cm meet, gemeten vanaf de bovenkant van de schouder op het voorpand. Het patroon zou nu klaar moeten zijn. Verdeel de voor- en achterpanden voor een split aan elke kant.
Plaats de 50-54-58-64-70-76 steken van het achterpand op een hulpdraad.

VOORPAND:
Ga verder met rondbreinaald 8 mm. Brei 1 naald recht aan de goede kant en meerder 22-22-26-28-30-32 steken verdeeld = 72-76-84-92-100-108 steken. Brei dan als volgt aan de verkeerde kant: 1 RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, * 2 averecht, 2 recht *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn, 2 averecht en 1 ribbelsteek. Brei deze boordsteek heen en weer gebreid voor 10 cm. Kant af. De trui meet ongeveer 60-62-64-66-68-70 cm vanaf de bovenkant van de schouder.

ACHTERPAND:
Plaats de steken op rondbreinaald 8 mm en brei op dezelfde manier als het voorpand.

LINKER MOUW:
Met rondbreinaald 9 mm, neem aan de goede kant 24-25-26-28-29-30 steken op vanaf de onderkant van het armsgat naar boven over het voorpand tot de schouder en 14-15-16-16-17-18 steken vanaf de schouder naar beneden over het achterpand = 38-40-42-44-46-48 steken rondom het armsgat.
Brei PATROON MOUW heen en weer gebreid, tot de mouw 1-1-2-2-3-4 cm meet. Voeg nu de mouw samen op een korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop en eindig de mouw in de rondte. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (midden onder de mouw). Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte.
Begin op de mouw en ga verder in patroon in de rondte. Als de mouw 3-3-4-4-5-6 cm meet vanaf waar de steken opgenomen zijn, minder dan 2 steken midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 11-11-11-7-7-7 cm in totaal 3-3-3-4-4-4 keer = 32-34-36-36-38-40 steken. Brei verder tot de mouw 38-37-37-35-34-33 cm meet. Ongeveer 10 cm over. Pas de trui en brei tot de gewenste lengte voor de boordsteek. Brei 1 naald recht en meerder 12-14-16-16-18-16 steken verdeeld = 44-48-52-52-56-56 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 8 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht) voor 10 cm. Kant ietwat losjes af. De mouw meet ongeveer 48-47-47-45-44-43 cm.

RECHTER MOUW:
Brei op dezelfde manier als de linker mouw maar neem 14-15-16-16-17-18 steken op vanaf de onderkant van het armsgat naar boven over het achterpand tot de schouder en 24-25-26-28-29-30 steken naar beneden over het voorpand. Naai de onderkant van het armsgat dicht – zie tekening.

HALS:
Begin op een schouder en neem aan de binnenkant van 1 kantsteek, 48 tot 64 steken op rondom de halslijn met korte rondbreinaald 8 mm. Het aantal steken moet deelbaar zijn door 4. Brei boordsteek in de rondte (2 recht, 2 averecht) voor 9 cm. Kant ietwat losjes af.

Telpatroon

symbols = Onderkant van armsgat wordt samen genaaid: b tegen B
symbols = steken voor de linker voorkant schouder (d) worden opgenomen over het linker achterpand schouder (D), steken voor de rechter voorkant schouder (e), worden opgenomen over de rechter schouder achter (E)
symbols = breirichting
symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 243-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (20)

country flag Marthe Aasmundseth wrote:

Hvilken vanskelighetsgrad har denne genseren?

17.04.2024 - 14:31

DROPS Design answered:

Hej Marthe, den er ikke så vanskelig, vi har videoer som viser nøjagtig hvordan man gør de forskellige moment :)

18.04.2024 - 11:41

country flag FONT wrote:

Bonjour Comment puis-je imprimer les explications ? Merci

17.03.2024 - 17:20

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Font, cliquez sur l'icône "imprimante" juste au-dessus de la partie Explications Une nouvelle fenêtre va s'ouvrir, réglez les paramètres de votre imprimante pour lancer l'impression. Bon tricot!

18.03.2024 - 09:27

country flag Kirstin wrote:

Guten Tag,\r\nIch versteh nicht wie ich die Ärmel anstricken soll, bzw. wie lang der waagerechte Rand ist, wo keine Maschen aufgenommen werden sollen. \r\nVielen Dank für die Hilfe.\r\nKirstin

05.03.2024 - 10:32

DROPS Design answered:

Liebe Kirstin, die Maschen für die Ärmel werden am Armausschnitt aufgefassen, dh nach den abgeketteten Maschen für das Armloch am Vorder bzw Rückenteil bis die abgekettenen Maschen für das Armloch am Rücken- bzw Vorderteil, aber nicht in den Maschen die für das Armloch abegkettet wurden. Die ersten 1-1-2-2-3-4 cm werden in Reihen gestrickt und danach am Armausschntt (siehe b und B) angenäht. Viel Spaß beim Stricken!

05.03.2024 - 15:33

country flag Sarina wrote:

Beste, Dit is de eerste keer dat ik met een patroon brei... Moet ik bij Patroon lijf de telpatronen A1 en A2 achtereenvolgens breien over 1 priem dus 6 steken R van A1 en dan 4 steken R van A2 of op 1 priem A1 herhalen en op de volgende priem A2 herhalend breien? Alvast bedankt

24.02.2024 - 17:44

DROPS Design answered:

Dag Sarina,

Je breit eerst patroon A.1 en dit patroon herhaal je over de breedte over de hele naald. Wanneer je patroon A.1 in de hoogte hebt gebreid, dan brei je patroon A.2, enzovoort.

25.02.2024 - 10:32

country flag Victoria wrote:

How many cms do I knit for the neck please? Many thanks, really enjoying knitting this garment :)

16.01.2024 - 14:49

DROPS Design answered:

Hi Victoria, The rib on the neck is worked for 9 cm. Happy crafting!

17.01.2024 - 08:13

country flag Trine wrote:

Hei, det er en feil i oppskriften. På høyre forstykke står det (start med 1 maske vrang). Dette blir feil, den må være rett for at det skal gå opp når forstykkene skal kobles sammen.

28.11.2023 - 20:27

country flag Susana Araujo wrote:

When do we stop doing the 3 stocking stitch in each side for the back piece?

05.11.2023 - 18:33

DROPS Design answered:

Dear Susana, you stop working them at the armhole, when you join both pieces. Happy knitting!

05.11.2023 - 19:58

country flag Lisa wrote:

In der Anleitung steht, man soll die Maschenprobe im Reliefmuster stricken. Was genau bedeutet das? Ist damit das Perlmuster gemeint? Oder mit welcher Technik soll die Maschenprobe gestrickt werden?

31.10.2023 - 11:02

DROPS Design answered:

Liebe Lisa, stricken Sie Ihre Maschenprobe mit A.2, das ist das Reliefmuster. Viel Spaß beim stricken!

31.10.2023 - 16:09

country flag Bartus Krisztina wrote:

A mintában írt 3 harisnyakötéssel kötött szélsőszemet a szaporítások befejeztével is meg kell tartani, vagy innentől kezdve végig az adott mintával kötünk?

01.10.2023 - 22:16

country flag Leire Baixauli wrote:

In the first row of A1, what does knitting direction mean?

15.09.2023 - 20:43

DROPS Design answered:

Dear Leire, there is a typo in this chart. The white square symbol in A.1 should be: knit from the right side, purl from the wrong side. We will correct it as soon as possible. Happy knitting!

17.09.2023 - 20:54