Belle Époque |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||||
Aansluitend vest met kantpatroon, raglan en ¾ mouwen, gebreid van boven naar beneden. Maat: S - XXXL Het werk wordt gebreid in DROPS Paris.
DROPS 186-7 |
||||||||||||||||||||||||||||
INFORMATIE VOOR HET PATROON: RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): 1 ribbel = 2 naalden recht. RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid): 1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht. TIP VOOR HET MEERDEREN-1: Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 98 steken), minus de biezen (dus 10 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 17) = 5.2. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer iedere 5e steek (meerder niet over de biezen). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.9. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.2, A.4, A.5, A.7 en A.8). De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. RAGLAN: Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt. Meerder voor de raglan aan elke kant van A.3 in iedere overgang tussen het lijf en de mouwen (= 8 steken gemeerderd op iedere meerdernaald). Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslagen averecht zodat er gaatjes ontstaan. Brei de gemeerderde steken in tricotsteek op de mouwen en volgens het telpatroon op het voor- en achterpand. TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de zijkanten op het lijf en midden onder de mouwen): Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt! Begin 4 steken voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 4 recht (de markeerdraad zit tussen deze 4 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over gebreide steek (= 2 steken geminderd). TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (geldt voor de averechte delen op het lijf): Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt. Meerder 1 steek in iedere averecht deel door 1 omslag te maken voor alle 2 averechte steken. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag gedraaid recht om een gaatje te voorkomen. Op de volgende meerdering maakt u 1 omslag na iedere 3 steken averecht. Ga verder met meerderen door afwisselend te meerderen op het begin en einde van het averechte deel. TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (geldt voor de zijkanten van het lijf): Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt. Begin 3 steken voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 6 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 6 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MEERDEREN-4 (geldt voor de delen in tricotsteek over A.7/A.8 op het lijf): Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt. Als A.7/A.8 klaar is, brei dan in tricotsteek over de 9-9-9-11-11-11 steken met kantpatroon. Meerder over deze 9-9-9-11-11-11 steken als volgt: Brei 1 steek in tricotsteek, maak 1 omslag, brei in tricotsteek tot er 1 steek in tricotsteek over is, maak 1 omslag, brei 1 steek in tricotsteek. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. KNOOPSGATEN: Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). 1 knoopsgat = brei aan de goede kant tot er 3 steken over zijn op de naald, maak 1 omslag, brei 2 recht samen en eindig met 1 recht. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat. Minder voor het eerste knoopsgat op de eerste naald aan de goede kant na de rand in ribbelsteek in de hals. Minder dan de volgende 6-6-6-7-7-7 knoopsgaten, ongeveer 7-7-7½-7-7½-7½ cm tussen elk. ---------------------------------------------------------- VEST: Brei heen en weer op de rondbreinaald vanaf midden voor, brei van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald, van boven naar beneden. HALSRAND: Zet 98-102-106-110-114-118 steken op (inclusief 5 voorbiessteken aan elke kant richting midden voor) op rondbreinaald 4 mm met Paris. Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven. Brei 1 naald recht aan de goede kant en meerder 17-13-9-15-11-7 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en denk om de knoopsgaten op de rechter voorbies - zie uitleg hierboven = 115-115-115-125-125-125 steken. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant aan de binnenkant van de 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor. Ga verder met rondbreinaald 5 mm en brei de pas zoals uitgelegd hieronder. PAS: Brei de eerste naald als volgt aan de goede kant: Brei 5 voorbiessteken in ribbelsteek, A.1 (= 7 steken), A.2 (= 10-10-10-12-12-12 steken), maak 1 omslag, brei A.3 (= 8 steken), maak 1 omslag, brei 2 steken in tricotsteek (= mouwkop), maak 1 omslag, brei A.3, maak 1 omslag, brei A.4 (= 35-35-35-41-41-41 steken), maak 1 omslag, brei A.3, maak 1 omslag, brei 2 steken in tricotsteek (= mouwkop), maak 1 omslag, brei A.3, maak 1 omslag, brei A.5 (= 10-10-10-12-12-12 steken), brei A.6 (= 7 steken) en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor = 129-129-129-139-139-139 steken (inclusief de omslagen in A.1/A.3/A.6). Ga zo verder in patroon. Meerder TEGELIJKERTIJD op iedere naald aan de goede kant voor de RAGLAN - zie uitleg hierboven, totdat het meerderen 14-18-20-21-24-26 keer aan elke kant van A.3 is gedaan (inclusief de meerderingen op de eerste naald aan de goede kant na de halsrand). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! LET OP! Als A.2/A.4/A.5 is gebreid, ga dan verder in patroon op dezelfde manier, maar brei de volgende gemeerderde steken aan elke kant van A.3 in tricotsteek. In maat S zijn de meerderingen voor de raglan klaar als er 3 naalden over zijn in A.2/A.4/A.5, ga dan verder in patroon zonder meerderingen zoals uitgelegd hieronder. Na de laatste meerderingen voor de raglan zijn er 237-269-285-303-327-343 steken op de naald als het op een naald is met 7/8/7 steken in A.1/A.3/A.6 of 243-275-291-309-333-349 steken als het op een naald is met 8/9/8 steken in A.1/A.3/A.6. Ga verder in patroon zoals hiervoor zonder meerderingen voor de raglan tot het werk 17-19-21-23-25-27 cm meet vanaf de opzetrand midden voor, maar eindig zo, dat de laatste naald een naald met 7/8/7 steken in A.1/A.3/A.6 is. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Ga verder met de voorbies, patroon en in tricotsteek zoals hiervoor over de eerste 37-41-43-47-51-55 steken (= voorpand), zet de volgende 49-57-61-62-66-66 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-12 nieuwe steken op de naald (= in de kant onder de mouw), ga verder in tricotsteek en patroon zoals hiervoor over de volgende 65-73-77-85-93-101 steken (= achterpand), zet de volgende 49-57-61-62-66-66 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-12 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw) en ga verder in tricotsteek, patroon en voorbies over de overgebleven 37-41-43-47-51-55 steken (= voorpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER! LIJF: = 153-169-181-197-217-237 steken (inclusief omslagen in A.1/A.6). Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6-6-8-8-10-12 opgezette steken onder de mouw aan elke kant en neem de markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien. Begin op de verkeerde kant en brei 1 naald met ribbelsteek over ribbelsteek, averecht over averecht, recht over recht. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, ga verder met A.1 (= 7 of 8 steken), brei A.7 over de volgende 22-22-22-26-26-26 steken (= 2 herhalingen van 11-11-11-13-13-13 steken, ga verder op de juiste naald in het telpatroon, waar het patroon geëindigd is bij de scheiding), brei in tricotsteek over de volgende 13-21-27-26-36-46 steken, A.8 over de volgende 55-55-55-65-65-65 steken (= 5 herhalingen van 11-11-11-13-13-13 steken, ga verder met het juiste telpatroon), 2 averecht, 13-21-27-26-36-46 steken in tricotsteek, A.8 over de volgende 22-22-22-26-26-26 steken (= 2 herhalingen van 11-11-11-13-13-13 steken, ga verder op de juiste naald in het telpatroon), ga verder met A.6 (= 7 of 8 steken) en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor. Ga zo verder in patroon– LEES DE REST VAN HET LIJF VOORDAT U VERDER GAAT! MINDEREN IN DE ZIJKANTEN: Minder bij een hoogte van 1 cm vanaf de scheiding, 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 steken geminderd). Minder zo iedere andere naald (dus iedere naald aan de goede kant) 5 keer in totaal aan elke kant = 131-147-159-175-195-215 steken (zonder de omslagen in A.1/A.6). MEERDEREN IN DE AVERECHTE DELEN: Meerder bij een hoogte van 6 cm vanaf de scheiding, 1 steek in ieder averecht deel gemarkeerd met een pijl in telpatroon (dus meerder in alle averechte delen behalve het ene averechte deel het dichtst bij midden voor aan elke kant = 12 steken gemeerderd) – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo iedere 5 cm 6 keer in totaal in ieder averecht deel (er zijn nu 8 steken in elk van deze averechte delen). MEERDEREN IN DE ZIJKANTEN: Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 7 cm vanaf de scheiding, 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 6 cm 3 keer in totaal aan elke kant. MEERDEREN IN TRICOTSTEEKDELEN: Tegelijkertijd bij een hoogte van ongeveer 15 cm vanaf de scheiding, eindigt u A.7 en A.8 na een hele herhaling in de hoogte. Brei dan recht boven recht en averecht boven averecht over deze steken. Meerder op de volgende naald aan de goede kant 2 steken in elk tricotsteekdeel over A.7/A.8 - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-4 (= 18 steken gemeerderd). Herhaal dit meerderen na 2 cm (= 18 steken gemeerderd). Als alle meerderingen klaar zijn, zijn er 251-267-279-295-315-335 steken op de naald (zonder de omslagen in A.1/A.6). Ga verder met ribbelsteek boven ribbelsteek, recht boven recht en averecht boven averecht tot het werk ongeveer 59-61-63-65-67-69 cm meet vanaf de schouder naar beneden, maar pas zo aan dat de volgende naald aan de goede kant wordt gebreid. Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm. Brei 2 ribbels heen en weer over alle steken. Ga verder met rondbreinaald 5 mm en kant losjes af met recht aan de goede kant. Het vest meet ongeveer 60-62-64-66-68-70 cm vanaf de schouder naar beneden. MOUW: Zet de 49-57-61-62-66-66 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop of een korte rondbreinaald 5 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 6-6-8-8-10-12 nieuwe steken die opgezet zijn onder de mouw = 55-63-69-70-76-78 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6-6-8-8-10-12 steken onder de mouw en begin de naald hier. Brei in tricotsteek in de rondte. Minder bij een hoogte van 2-2-2-2-3-3 cm vanaf de scheiding, 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3½-2½-2-1½-1-1 cm 7-10-12-12-14-14 keer in totaal = 41-43-45-46-48-50 steken. Ga verder tot de mouw 26-25-24-21-20-19 cm meet (minder voor de grotere maten vanwege een langere pas). Brei 1 naald recht terwijl u het aantal steken aanpast naar 40-40-40-48-48-48. Brei A.9 in de rondte (= 5-5-5-6-6-6 herhalingen van 8 steken). Als A.9 is gebreid, brei dan verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm. Brei 2 ribbels in de rondte. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 5 mm en kant af met recht. De mouw meet ongeveer 30-29-28-25-24-23 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde wijze. AFWERKING: Naai de knopen op de linker voorbies. |
||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (61)
Ellen Kristiansen wrote:
Når jeg har strikket hele diagrammet A2 , A5 og A4 slik det står i mønsteret og skal begynne på nytt til lengden er ok, hvor starter jeg på nytt ? Diagram A1, A3 og A 6 er helt ok og forstå. Veldig fin oppskrift
26.06.2022 - 17:54DROPS Design answered:
Hei Ellen. Jo, du fortsetter med A.2, A.4 og A.5 slik at mønstret gjentar seg. I f.eks str. S+M+L gjentar du de 6 siste radene, (men de neste økte maskene på hver side av A.3 strikkes i glattstrikk). mvh DROPS Design
27.06.2022 - 10:56Ella wrote:
Stl S. Minskn i sida (153 msk + omslag): det är 13 (6 msk med markör) rätmsk. Här ska minskas 10 msk. men 5+6+5=16, inte 13? Då kommer minskn. att omfatta de två avigmsk. på var sida. Vid ökning i de aviga msk, numera 0 och 1, stämmer då inte ökn. (2 +6 ökn=8, utan blir 6/7) avigmsk i varje avigt parti. Minskar jag på de 6 räta msk, stämmer inte ökningarna på dessa sedan. Hur ska jag göra?
26.07.2021 - 13:19DROPS Design answered:
Hej Ella, du har 13 maskor slätstickning i varje sida (markören i mitten). Du minskar i de slätstickade maskor på varje sida av markören, så dina minskningar påverkar inte mönsterrapporterna. God fornøjelse!
25.08.2021 - 10:09Midge Bussing wrote:
I’m going to make this sweater for the measurements of Bust 36” , waist 32”, hips 40”. What size should I make. Thank you Midge
19.04.2021 - 02:18DROPS Design answered:
Dear Midge, you can find the measurements of the finished piece of each size, at the bottom of the pattern, on the schematic drawing. Happy Knitting!
19.04.2021 - 03:40Midge wrote:
I am going to make this sweater for my daughter. Her measurements are bust 36”, waistline 32”, hips 40”. . Do I make a medium or a large. Sweater.
19.04.2021 - 02:13DROPS Design answered:
Dear Mrs Midge, Measure a similar garment she has and likes the shape and compare these measurements to those in the chart at the bottom of the page; this will be the best way to find the matching size. Red more about sizing here. Happy knitting!
19.04.2021 - 08:51Gisèle ROUSSEAU wrote:
Bonjour, après maintes péripéties enfin terminé avec succès, savez vous comment mettre la photo Merci
31.03.2021 - 18:47DROPS Design answered:
Bonjour Mme Rousseau, vous pouvez volontiers la publier dans notre DROPS Workshop ou bien/et partager votre lien pour la galerie ici. Bonne continuation!
07.04.2021 - 08:53Mary Vostal wrote:
On the yoke after completing the 8 rows do we start those charts over again from the bottom up or top down with charts A1, A3 and A6?
19.03.2021 - 01:16DROPS Design answered:
Dear Mrs Vostal, correct, repeat A.1, A.3 and A.6 from first row again. Happy knitting!
19.03.2021 - 07:44Mary Vostal wrote:
For medium size .On theYOKE , WS 2nd row, do we start knitting following the chart with A6 OR A1 like on the RS. Thank you
27.02.2021 - 02:33DROPS Design answered:
Hi Mary, on the wrong side (2nd row) you should start with A.6. Please see the lesson drops How to read knitting diagrams HERE. Happy knitting!
28.02.2021 - 21:58Mary Vostal wrote:
I understand where Row 1 RS gets to 129. It is Row 2 WS that is the problem because the chart stitch total as I showed in my last question only comes to 125. so where do the other 4 stitches come from to get to 129
26.02.2021 - 13:36DROPS Design answered:
Dear Mrs Vostal, on row 2 you should still have 129 sts since the yarn overs in the small diagrams (A.1, A.6 and A.3) will be decreeased only on row 3. It's a bit difficult to know why your are missing stitches, try to add markers and check out the number of sts - or bring/show your work to your store (even a photo can help) so that they can see what you did and can help further, this might help too. Happy knitting!
26.02.2021 - 16:07Mary wrote:
For Medium size. I understand that but after completing RS row one there are 129 stitches. Row 2 WS chart count is only 125 stitches. Band stitches = 10; A1=8; A2=11, 4(A3's=36); 2 stocking stitches x 2 =4; A4 = 37; A5=11; and A6=8. TOTAL STITCHES = 125 so where do the other 4 stitches come from to match Row 1 at 129???
26.02.2021 - 13:02DROPS Design answered:
Dear Mary, you are increasing for raglan with yarn overs as explained on the first row = 8 yarn overs (1 on each side of each A.3) + the yarn overs in diagrams (= 1 yarn over in A.1+ 1 yarn over in A.6 + 1 yarn over in each of the 4 A.3) = 115 + 8 + 6= 129 sts. Happy knitting!
26.02.2021 - 13:23Mary Vostal wrote:
I am going crazy as I have done this 3 x. I knit the first row of the yoke RS and come up with 129 stitches but the second row WS keeps coming up 124 and when I actually count the squares on the WS there are only 125. Shouldn't the 1st and 2nd row be the same amount of stitches and then the 3rd row should be increased by 8 for 137 and the WS should be the same. why cant I get it to work but
26.02.2021 - 02:11DROPS Design answered:
Dear Mrs Vostal, the number of stitches in A.1 and A.6 will varry between 7 and 8 stitches and the one in A.3 will vary between 8 and 9 stitches - since you are working yarn overs (row 1 and 5) that you will decrease on row 3 and 7. So when starting the first row on yoke, you are increasing for raglan + 1 yarn over in each of these diagrams = there are 129 sts at the end of this row, but on row 3 in diagrams you will decrease the yarn overs made in these diagrams. Hope this will help. Happy knitting!
26.02.2021 - 08:33