DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Shy Violet Cardigan

Gehaakt DROPS vest met waaierpatroon, wordt van boven naar beneden gehaakt van ”Safran”. Maat S-XXXL.

DROPS 162-14
DROPS design: Model nr. e-230
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maat: S/M – L/XL – XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS SAFRAN van Garnstudio
250-350-350-400 gr. kleur nr. 53, lichtpaars

DROPS HAAKNLD 3,5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 2 patroonherhalingen van A.4 = ongeveer 10,5 cm breed.
DROPS PARELMOERKNOOP: rond (paars), NR. 619: 5-5-6-6 stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.9. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien.

KNOOPSGATEN:
Meet vanaf de halsrand op het voorpand en naai knopen op de linkervoorbies bij een hoogte van:
MAAT S/M: 1, 9, 17, 25 en 33 cm.
MAAT L: 1, 10, 19, 28 en 37 cm.
MAAT XL/XXL: 1, 8, 16, 24, 32 en 40 cm.
MAAT XXXL: 1, 9, 17, 25, 33 en 41 cm.
----------------------------------------------------------

VEST:
Het werk wordt van boven naar beneden gehaakt.

RECHTERVOORPAND:
Haak 69-92-114-137 l (incl. 3 l om mee te keren) met haaknld 3,5 mm en Safran.
TOER 1 (= verkeerde kant): haak 1 stk in 4e l vanaf haak (= 2 stk), 1 stk in elke van de volgende 5-3-5-3 l, * sla 1 l over, haak 1 stk in elke van de volgende 4 l *, herhaal van *-* de hele toer = 55-73-91-109 stk. MEET NU HET WERK VANAF HIER!
Haak nu volgens het telpatroon, dus haak als volgt:
TOER 1-6: (1e toer = goede kant): haak A.2, A.3, A.4 2-3-4-5 keer in totaal, A.5, A.6. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
TOER 7 (= goede kant): haak de laatste toer in A.2-A.5 als hiervoor maar eindig met A.8 boven A.6.
Ga verder tot A.8 een keer in de hoogte is gehaakt, herhaal in A.2-A.5 de toeren in A.X. Knip de draad NIET af.
Neem een nieuwe draad en haak 1 hv in de 3e l aan het begin van de laatste toer en 22 l voor de hals. Knip de draad af en ga verder met de eerste draad.
Haak over alle st, begin aan de goede kant als volgt: A.2, A.3, A.4 4-5-6-7 keer in totaal, A.5, eindig met A.7 (= voorbies). Ga zo verder. Bij een hoogte van ongeveer 24-26-28-30 cm – pas zo aan dat het na een 7e toer is – zijn de mouwen klaar.
Haak dan als volgt, begin aan de verkeerde kant: haak A.7 (= voorbies), A.5, A.4 3-4-5-6 keer in totaal, A.3, eindig met A.2 (haak niet in de laatste 3 l-lussen). Ga zo verder tot het werk ongeveer 48-52-56-58 cm meet, pas zo aan dat het na de 5e toer in het telpatroon is. Hecht af.

LINKERVOORPAND:
Haak als het rechtervoorpand tot en met de 6e toer.
TOER 7 (= goede kant): haak de laatste toer in A.3-A.6 als hiervoor maar begin met A.9 boven A.2.
Ga verder tot A.9 een keer in de hoogte is gehaakt, herhaal in A.3-A.6 de toeren in A.X. Haak 22 l aan het einde van de toer voor de hals.
Haak nu over alle st, begin aan de goede kant als volgt: A.1 (= voorbies), A.3, A.4 4-5-6-7 keer in totaal, A.5 en eindig met A.6. Ga zo verder. Bij een hoogte van ongeveer 24-26-28-30 cm – pas aan het rechtervoorpand aan – zijn de mouwen klaar. Knip de draad af.
Haak dan als volgt, begin aan de verkeerde kant: sla 3 l-lussen over, begin in de volgende v als volgt: A.6, A.5, A.4 3-4-5-6 keer in totaal, A.3, eindig met A.1 (= voorbies). Ga zo verder tot het werk ongeveer 48-52-56-58 cm meet, pas aan het rechtervoorpand aan. Hecht af.

ACHTERPAND:
Haak in de linkerschouder in de l-ketting van de opzetrand (haak in dezelfde l als de stk, dus de 55-73-91-109 stk) van het linkervoorpand als volgt:
TOER 1-6: (1e toer = goede kant): haak A.2, A.3, A.4 2-3-4-5 keer in totaal, A.5, A.6. Knip de draad af.
Haak de rechterschouder als de linkerschouder maar in het rechtervoorpand - LET OP! Knip de draad niet af maar haak 71 l voor de hals aan het einde van toer, zet vast met 1 hv in de eerste l aan het begin van de laatste toer op de linkerschouder. Knip de draad af.

Haak nu over alle st, begin aan de goede kant als volgt: LET OP: (Haak de eerste toer als de eerste toer in telpatroon A1-A.6, haak dan A.X) haak A.2, A.3, A.4 9-10-11-12 keer in totaal, A.5 en eindig met A.6. Ga zo verder. Bij een hoogte van ongeveer 24-26-28-30 cm – pas aan de voorpanden aan – zijn de mouwen klaar. Knip de draad af.
Haak dan als volgt, begin aan de verkeerde kant: sla 3 l-lussen over, begin in de volgende v als volgt: A.6, A.5, A.4 7-8-9-10 keer in totaal, A.3 en eindig met A.2 (haak niet in de laatste 3 l-lus). Ga zo verder tot het werk ongeveer 48-52-56-58 cm meet, pas aan de voorpanden aan. Hecht af.

AFWERKING:
Naai de zijnaden en de onderarmnaden samen. Naai de knopen op de linkervoorbies - zie uitleg boven. Knoop het vest dicht door de gaatjes in het rechtervoorpand.

RANDEN:
Haak een rand langs de hals, begin bij de voorbies op het rechtervoorpand als volgt:
Haak * 1 v, 5 l *, herhaal van *-* langs de hals met ongeveer 2 cm tussen elke v tot de voorbies op het linkervoorpand. Keer het werk met 5 l en haak als volgt: 1 v in eerste l-lus, * 5 l, 1 v in volgende l-lus*, herhaal van *-* de hele toer en eindig met 5 l en 1 v in de eerste l van de vorige toer. Hecht af.
Haak een rand aan de onderkant langs de voorpanden en het achterpand op dezelfde manier, begin bij de voorbies op het linkervoorpand. Haak een rand langs de opening van de mouwen op dezelfde manier, begin midden onder de mouw.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 26.05.2015
Nieuw telpatroon A.1 (miste 1 stk om st en 1 v in st).
Gewijzigd online: 14.11.2016
Correctie: nieuw telpatroon A.9 toegevoegd.
Gewijzigd online: 20.06.2022
LINKERVOORPAND:
...Haak als het rechtervoorpand tot en met de 6e toer.
TOER 7 (= goede kant): haak de laatste toer in A.3-A.6 als hiervoor maar begin met A.9 boven A.2....

Telpatroon

symbols = 1 l
symbols = 1 v om st
symbols = 1 v in st
symbols = 1 stk in st
symbols = 1 stk om st
symbols = toer wordt uitgelegd in het patroon (1 l telt als 1 stk als het voor de schouders is, l-ketting is voor de hals)
symbols = begin op telpatroon hier
symbols = shows begin/einde van A.X
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 162-14

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (44)

Charlene Boardman wrote:

I am beginning this cardigan. Row 1: What does A.2 say to do? Ch 1 and skip st? Also why does A.4 end in 3rd chain of 5ch loop? If I move immediately to 2nd repeat beginning at A.2, what happens to the loop? I just do not understand the chart and have crocheted many things from charts. What am I doing or seeing wrong? I am so frustrated! Drops is not sold in my country, so have nobody to ask.

12.09.2016 - 15:21

DROPS Design answered:

Dear Mrs Boardman, on row 1 in A.2 work 1 ch (= 1st dc (UK-English)/sc (US-English) - A.3 ends with 2 ch, A.4 beg with 3 ch (= 5-ch-space) and ends with 2 ch then A.5 beg with 3 ch (= 5-ch-space). You can get DROPS yarn and further assistance from your DROPS store all around the world, see here. Happy crocheting!

12.09.2016 - 16:18

country flag Paola wrote:

Buongiorno. Sono arrivata per entrambi i lati davanti alle 22 catenelle ma poi non riesco a capire come proseguire. Devo fare la prima riga dei diagrammi indicati (quella con la freccia tutta a sequenze di 5 catenelle) o la prima del diagramma A.x? Grazie.

21.07.2016 - 08:37

DROPS Design answered:

Buongiorno Paola. Deve iniziare i diagrammi dalla riga con la freccia; è la riga tra la sequenza di cat e il diagramma A.x, quella che per i diagrammi A.3, A.4 e A.5 è formata da archi di cat e 1 m.b. Buon lavoro!

21.07.2016 - 09:06

country flag Helga wrote:

Hallo Ich habs nun mit der gleichen Anzahl Luftmaschen wie Stäbchen in der 1. Reihe versucht, ein paar Reihen gehäkelt. Und dann anschliessend am Anschlag für den Rücken angehäkelt....ich habe viel zu viele Stäbchen, es wellt und wird mit allem ziehen nicht glatt. Was mache ich falsch? Ich kanns nicht verstehen. Gibts eine Alternative? liebe Grüsse

26.06.2016 - 10:14

DROPS Design answered:

Liebe Helga, wenn Sie der längere Luftmaschenanschlag stört, häkeln Sie nur so viele Lm (aber möglichst locker, damit es nicht spannt) wie nachher Stäbchen angegeben sind. Sonst passiert es, dass Sie zu viele Stb haben und es zu weit ist bzw. wellt. Aber wenn ich Sie richtig verstanden habe, haben Sie dies bereits getan. Ich kann von hier aus nicht ganz nachvollziehen, wieso Ihre Häkelarbeit dann wellig wird.

05.07.2016 - 15:53

country flag Helga wrote:

Danke für die Antwort. Wie schon erwähnt wird mein Anschlag respektive durch die 1. Reihe total wellig.....es ist nicht möglich, die Häkelarbeit nur schon gerade auszulegen. Sieht aus wie Rüschen.........so kann man doch nicht zusammensetzen oder anhäkeln.

24.06.2016 - 21:57

DROPS Design answered:

Liebe Helga, siehe Antwort weiter oben.

05.07.2016 - 15:53

country flag Bertil wrote:

Weil die erste Reihe dann etwas länger wird, also nicht zu stramm.

24.06.2016 - 20:17

country flag Helga wrote:

Hallo Ich verstehe den Sinn der 1. Reihe nicht. Warum kann man nicht soviele Luftmaschen anschlagen, wie man dann auch Stäbchen drauf häkelt? Ich habe mit dieser angegebenen Variante (4 Stäbchen in je 1 Luftmasche, 1 Luftmasche überspringen usw) einen völlig welligen Anfangsrand, wo ich mich jetzt schon frage, wie man das dann mit dem Rückenteil verbinden will.

24.06.2016 - 18:01

DROPS Design answered:

Liebe Helga, siehe Antwort weiter oben.

05.07.2016 - 15:54

country flag Corina wrote:

Hallo allemaal, Ik begrijp de 2e helft van toer 7 niet. '...maar eindig met A8 boven A6.' Hoe moet ik dit zien? Heb je dan een losse 'driehoek' hangen of waar moet dat aan vast? De regel daarna is me ook niet duidelijk: 'Ga verder tot A8 een keer in de hoogte is gehaakt, herhaal in A2-A5 de toeren in AX.' Alvast bedankt voor de hulp!

26.08.2015 - 19:00

DROPS Design answered:

Hoi Corina. Je haakt van boven naar beneden en moet nu meerderen voor de hals van het voorpand (zie ook foto). Dus je moet nu A.8 haken boven A.6 = 1 v. Dus als je begint met A.8 heb je ook een v en in de volgende toeren ga je meerderen en het voorpand wordt breder. Je haakt dus A.8 één keer in de hoogte en tegelijkertijd haak je door volgens A.X boven A.2/A.5

02.09.2015 - 16:45

Noeleen wrote:

How much yarn is required for this garment? i.e how many 50g balls as i don't understand what 250-350-350-400g refers to in materials

02.08.2015 - 09:40

DROPS Design answered:

Dear Noelen, yarn requirements are given for each size, ie you need 250 g DROPS Safran in 1st size / 50 g a ball DROPS Safran = 5 balls in first size (350 g/ 50 g = 7 balls in 2nd size and so on). Happy crocheting!

03.08.2015 - 09:48

country flag Franca Marino wrote:

Salve vi ringrazio per le informazioni finora ottenute. ho realizzato il cardigan e la mia mamma ne vorrebbe uno uguale ma di una taglia inferiore. quindi le catenelle saranno 92 ..............per ottenere quanti punti alti??? aiutatemi come avete fatto nella precedente richiesta che vi ho sottoposto ......grazie attendo impaziente la risposta

29.06.2015 - 08:03

DROPS Design answered:

Buongiorno Franca. Avvia 92 cat. Lavora la prima riga di m.a così: salta 3 cat (contano come 1 m.a), 1 m.a nella 4a cat, 1 m.a in ognuna delle 3 cat successive (fino a qui: 5 m.a). Poi deve: saltare 1 cat e lavorare 1 m.a in ognuna delle 4 cat successive, saltare 1 cat e lavorare 1 m.a nelle 4 cat successive e così via, in tutto 17 volte (68 m.a). Ottiene così 5 + 68 = 73 m.a. Buon lavoro!

29.06.2015 - 09:55

country flag Franca Marino wrote:

Ho fatto i 2 davanti ora lavoro sulle cat iniziali 1 p. basso 5 cat salto 5 p.alti si formano cosi' gli archetti. quando faccio 71 cat per il dietro collo come e quando si fanno gli archetti???

16.06.2015 - 17:41

DROPS Design answered:

Buonasera Franca. Dopo aver avviato le 71 cat e unito queste cat alla spalla sinistra, taglia il filo e iniziando sul diritto del lavoro, lavora la prima riga dei diagrammi A.2 – A.6 come segue: diagramma A.2, diagramma A.3, diagramma A.4 9-10-11-12 volte, diagramma A.5, e infine diagramma A.6. Prosegue poi con il diagramma A.x. Buon lavoro!

16.06.2015 - 19:57