DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Esther Cardigan

Gebreid DROPS vest met raglan en kantpatroon, wordt van boven naar beneden gebreid met korte mouwen van ”Muskat”. Maat: S - XXXL.

DROPS 159-32
DROPS design: Model nr. r-675
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS MUSKAT van Garnstudio
300-350-350-400-450-450 gr. kleur nr. 18, wit

DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (60 cm) 3 mm - voor de randen.
DROPS PARELMOERKNOOP: gebogen (wit), NR. 522: 5-5-6-6-6-6 stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1, A.2 en A.3. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RAGLAN:
Meerder voor de raglan aan elke kant van A.3. Meerder door een omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.
Het meerderen is verschillend voor het lijf en de mouwen – volg hiervoor het patroon.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Begin 1 st voor de markeerder en meerder als volgt: 1 omsl, 2 r (markeerder staat tussen deze 2 st), 1 omsl. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder als volgt voor de markeerder: 2 r samen.
Minder als volgt na de markeerder: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.
----------------------------------------------------------

VEST:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld, van boven naar beneden.

PAS:
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
Zet 156-160-164-168-172-176 st op met rondbreinld 3 mm en Muskat. Brei 6 st in ribbelst, A.1 tot er 6 st over zijn en 6 st in ribbelst. Brei 4 nld zo, brei dan A.2 over de 6 st aan elke kant (= voorbiezen) en ga verder in A.1 over de overgebleven st. Ga als A.1 klaar is verder met rondbreinld 4 mm.

Brei de volgende nld als volgt: A.2 (= voorbies), brei 16-17-18-19-20-21 st in tricotst (= voorpand), brei A.3 (= 19 st), 1 st in tricotst, A.3 (= 19 st) (= 39 st op de mouw), brei 34-36-38-40-42-44 st in tricotst (= achterpand), brei A.3, 1 st in tricotst en A.3 (= 39 st op de mouw) en ga verder met 16-17-18-19-20-21 st in tricotst (= voorpand) en eindig met A.2 (= voorbies). Ga zo verder in patroon en begin TEGELIJKERTIJD met meerderen voor de RAGLAN in de volgende nld – zie uitleg boven.
Meerder op het voorpand/achterpand: 1 st elke nld (dus zowel aan de goede kant als aan de verkeerde kant) in totaal 14-16-18-20-26-30 keer, dan om de nld 7-8-9-10-9-9 keer.
Meerder op de mouwen: 1 st om de nld in totaal 2-4-6-8-10-12 keer en dan elke 4e nld in totaal 6 keer voor alle maten.
Na alle meerderen staan er 272-296-320-344-376-404 st op de nld en meet het werk ongeveer 17-19-20-22-24-26 cm vanaf de schouder naar beneden.

Brei de volgende nld aan de goede kant als volgt: 43-47-51-55-61-66 r (= voorpand), zet de volgende 55-59-63-67-71-75 st op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-6-8-8-10 nieuwe st op, plaats 1 markeerder in het midden tussen de nieuwe st, 76-84-92-100-112-122 r (= achterpand), zet de volgende 55-59-63-67-71-75 st op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-6-8-8-10 nieuwe st op, plaats 1 markeerder in het midden tussen de nieuwe st en brei de overgebleven 43-47-51-55-61-66 st r ( = voorpand) = 174-190-206-226-250-274 st op de nld - MEET NU HET WERK VANAF HIER.

LIJF:
Ga verder in tricotst en brei de voorbiezen (A.2) als hiervoor. Minder bij een hoogte van 4 cm 1 st aan elke kant van de markeerders aan de zijkant - LEES TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 st geminderd). Herhaal dit minderen elke 4 cm in totaal 4 keer = 158-174-190-210-234-258 st. Meerder bij een hoogte van 22 cm voor alle maten 1 st aan elke kant van de markeerders aan de zijkant - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 st gemeerderd). Herhaal dit meerderen elke 2 1/2 cm in totaal 4 keer = 174-190-206-226-250-274 st. Ga bij een hoogte van 33-33-34-34-34-34 cm verder met rondbreinld 3 mm. Brei in patroon volgens telpatroon A.1 (ga verder over de voorbiezen in A.2) en kant dan losjes alle st af. Het vest meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWRAND:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet de 55-59-63-67-71-75 st van de hulpdraad terug op breinld zonder knop 3 mm en zet 6-6-6-8-8-10 nieuwe st op onder de mouw = 61-65-69-75-79-85 st. Brei in patroon in de rondte volgens telpatroon A.1 en kant daarna losjes alle st af. Brei de andere mouwrand op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht. Naai de knopen op de linkervoorbies – plaats de bovenste knoop 1 cm vanaf de hals en het onderste ongeveer 12 cm vanaf de onderkant en verdeel de overgebleven knopen tussen deze twee knopen. Naai de knopen zo aan dat u het vest dicht kunt knopen door de gaatjes in de rechtervoorbies.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 2 r samen
symbols = 1 av afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 1 BOBBEL: 1 r, 1 gedraaid r en 1 r in dezelfde st (= 3 st), keer het werk. Brei 1 nld av, brei 1 nld recht, brei 1 nld av en brei 1 nld recht over deze 3 st. Haal dan de 2e st op de rechternld over de 1e st en dan de 3e st over de 1e st (= 1 st over)
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh

diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 159-32

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (30)

country flag Kerstin Marquardt wrote:

Var i beskrivningen står det var man ska glra knapphål ?

07.04.2023 - 20:49

DROPS Design answered:

Hej Kerstin, under montering: Knapparna sys i så att de kan knäppas i hålen på höger framkant.

13.04.2023 - 11:39

country flag Anna Sabelli wrote:

Bonjour,\r\nJe ne suis pas claire, ci-dessous les instructions.\r\n..... Continuer ainsi, EN MÊME TEMPS, augmenter pour le RAGLAN en commençant au rang suivant - voir ci-dessus:\r\nAugmentations devants/dos: 14-16-18-20-26-30 fois 1 m tous les rangs (c\'est-à-dire à la fois sur l\'endroit et sur l\'envers), puis 7-8-9-10-9-9 fois tous les 2 rangs. Merci de votre aide

22.08.2022 - 22:43

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Sabelli,k vous tricotez les points fantaisie/diagrammes dans l'ordre indiqué précédemment, et en même temps vous allez augmenter pour le raglan, les augmentations du raglan se font à un rythme différent pour le dos/les devants et pour les manches; autrement dit vous allez augmenter soit 8 mailles (dos/devants + manches) soit 4 mailles seulement (quand on augmente pour le dos/les devants tous les rangs mais tous les 2 rangs pour les manches par exemple). Est-ce plus clair ainsi? Bonne continuation!

23.08.2022 - 08:13

country flag Bridget Curran wrote:

Sorry, I should've been more specific. So if I have 17 stitches for the right front, then a marker, then the 19 sts for the first A.3, etc. Should I do the raglan increase as follows - (1) K 17, YO, move marker, work 19 sts A.3, etc.; - or - (2) K 16, YO, K1, move marker, work 19 sts. A.3; etc.? I hope that makes sense. Some patterns specify the YO should be x amount of stitches away from the marker, but this pattern doesn't specify. Thanks a million!

11.05.2022 - 22:19

DROPS Design answered:

Dear Mrs Curran, you have to increase on each side of A.3, this means to increase on left front piece, you will work the 1st time the 17 sts, then YO, and work A.3. On the next row from WS you will increase on left front piece (on every row) after A.3 and the 18 sts (17+1 st incrased). Note that you will increase sometimes 8 sts (body + sleeves) and sometimes only 4 sts (body only when increasing on every row on body but on every other row on sleeves). Happy knitting!

12.05.2022 - 08:48

country flag Bridget Curran wrote:

Hiya, for the raglan increases on the body, should they be done right before/after the stitch marker, or one stitch away from the stitch marker? Thanks a million!

11.05.2022 - 21:18

DROPS Design answered:

Dear Bridget, the increases are worked before and after the A.3 repeat (for the raglan), which consists of 19 stitches. The marker is between the stitches of the sections of the piece and the beginning or ending of a repeat of A.3. Happy knitting!

11.05.2022 - 21:49

country flag Barbara Pörschmann wrote:

Vielen Dank für die prompte Antwort. VT habe ich mittlerweile verstanden, Raglanzunahme leider nicht, jetzt habe ich eine Mittelmasche mitten im Ärmel, aber das stört mich nicht. im Gegenteil! Anders bei der doppelten Zunahmen (Hin- und Rückreihe) da hatte ich riesige Löcher, das hat mir nicht gefallen. So habe ich eine Masche hochgehäkelt und diese als Zunahme berechnet. Löcher weg.

09.04.2022 - 07:06

country flag Barbara Pörschmann wrote:

"Die nächste Hin-R wie folgt str: 43-47-51-55-61-66 M re (= Vorderteil), " Ist das incl. der 6 Maschen (Blende) oder werden die 6 M erst gestrickt , dann 47 M re Ferner habe ich die Zunahmen an den Ärmeln nicht richtig verstanden: 19+1+19 Grundeinteilung. 1. Zunahme 19+(1.Zun)+1+(1. Zun)+19 2. Zun.: 19+2.zun.+3+2.Zun+19 oder 20+2.Zun+1+2.Zun+20 (????) Wo kommen die Zunahmen hin?

08.04.2022 - 09:53

DROPS Design answered:

Liebe Frau Pörschmann, für den Raglan nehmen Sie beidseiting von jedem A.3 zu (siehe RAGLANZUNAHMEN), dh bei den Ärmeln stricken Sie: A.3, Zunahme, glatt rechts (1 bei der 1. Reihe), Zuinahme, A.3. Die BlendeMaschen sind in den 43-47-51-55-61-66 Maschen dazugezählt. Viel Spaß beim stricken!

08.04.2022 - 11:30

country flag Gudrun Norström wrote:

Jag förstår inte hur raglan ska ökas. Ska man öka mellan alla A3 dvs 6 ökningar eller är det 4 som menas alltså mellan framstycke och ärm, ärm och bakstycke, bakstycke och ärm, ärm och framstycke. Hur ökas maskorna på ärmarna, Är det mellan 2 A3 och hur gör jag i såfall. Det ska ökas 1 m men om jag läser ökningstips blir det 2 m.

17.02.2022 - 12:23

DROPS Design answered:

Hei Gudrun. Du øker på hver side av A.3 og du strikker A.3 fire ganger pr pinne = 8 økninger. Det er 4 økninger mellom overgangene: venstre forstykke/erm, erm/bakstykket, bakstykke/erm og erm/ høyre forstykke. Det økes også 2 masker midt oppå ermet/ hver side av A.3 = 4 økte masker. Det økes ulikt på bol og ermer, se forklaringen i oppskriften til din str på hvor ofte det skal økes / på hvilken pinner, husk det økes både fra retten og vrangen på forstykket og bakstykket. Øketipse gjelder ikke for raglan, men når du skal øke i sidene = 2 økte masker i hver side = 4 økte masker på hver pinne. mvh DROPS Design

21.02.2022 - 09:58

country flag Kate wrote:

Hi! I don’t understand where I need to increase for sleeves. And for raglan increase before A3 and after A3. Is it right?

11.12.2019 - 23:12

DROPS Design answered:

Dear Kate, you increase for the raglan on each side of each A.3: at the end of right front piece just before A.3, then on each sleeve: after A.3 at the beg of sleeve + before A.3 at the end of sleeve; on back piece: after A.3 at beg of back piece and before A.3 at the end of back piece and after A.3 on left front piece. You will increase sometimes 8 stitches (= sleeves and body) or sometimes 4 stitches (= only on body) - see your size. Happy knitting!

12.12.2019 - 09:31

country flag Miranda wrote:

Non riesco a capire come fare gli aumenti. Si parla di segnapunti ma nelle spiegazioni non sono inseriti. Inoltre non capisco gli aumenti avanti/dietro e raglan. Facendo gli aumenti prima e dopo A3 corrispondono con avanti/raglan, raglan/dietro, dietro/raglan e raglan/davanti. Potete aiutarmi? Grazie in anticipo

10.03.2019 - 13:50

DROPS Design answered:

Buongiorno Miranda. Quando aumenta per il raglan, deve seguire le indicazioni riportate al paragrafo RAGLAN. Il diagramma A3 separa le maniche dai davanti/dietro. Nel testo trova indicato quando aumentare sulle maglie del davanti/dietro e quando sulle maglie delle maniche. Dovrà invece seguire le indicazioni del paragrafo: suggerimento per gli aumenti (dove trova il riferimento al segnapunti) più avanti, quando lavorerà la parte del CORPO. Buon lavoro!

10.03.2019 - 17:12

country flag Eleanor Sofa wrote:

If I have to change my needle size for the main part of this pattern to achieve the gauge, do I also need to change the needle size for the edge?

14.02.2019 - 20:40

DROPS Design answered:

Dear Eleanor, the neck edge and the edge at the waist of the cardigan as well as the sleeve edge is all knitted with the 3 mm needles, while the rest of the piece (the body) is done with 4 mm needles. I hope this helps. Happy Knitting!

15.02.2019 - 07:58