DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 73-15
Maat: S/M - M/L - L/XL
Afmetingen: 92-102-114 cm.
Door de rekbaarheid van het stekenpatroon lijkt het topje kleiner dan het is wanneer u het draagt.

Materialen: DROPS MUSKAT van Garnstudio
350-400-450 gr nr. 09, lichtbruin.
DROPS breinld en DROPS rondbreinld 4 mm, of de maat die u nodig heeft om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Steekverhouding: 21 st x 28 nld = 10 x 10 cm in tricotst.

Ribbelst, heen en weer op de naald: Alle naalden recht breien.

Patroon: Zie teltekening. Het patroon is weergegeven op de goede kant.

Brei tips-1: Alle minderingen komen op de goede kant van het werk. Minder 1 st naast de 3 kantst, brei als volgt vanaf de kant: 1 st ribbelst en 2 st tricotst.
Na de 3 kantst: 2 av samenbr
Voor de 3 kantst: 2 verdraait av samenbr

Brei tips-2: lees dit stukje eerst goed door voordat u begint te breien: De meerderingen voor de schouder vinden gelijktijdig plaats met de minderingen voor het armsgat. Alle meerder- en minderingen vinden plaats in dezelfde nld (op de goede kant ).
Minder 1 st zoals beschreven in breitips-1 door 2 av samen te br. Meerder tegelijkertijd 1 st door een omslag te maken – maak de eerste meerdering direct na de kantst en meerder daarna steeds 1 st zodat er een rij gaatjes ontstaat langs de “raglan” van het armsgat. NB: Brei de kantst en hierna de eerste 2 gemeerderde st (3 st aan de zijkant)op het hele werk in ribbelst – deze st worden naar binnen omgevouwen – brei de overige gemeerderde st in tricotst.

Voorpand: Zet 106-118-130 st op. Zet het patroon in de eerste nld in als volgt: 1 av, Patroon 2 over 36-42-48 st, Patroon 1 (= 34 st), Patroon 2 over 34-40-46 st, 1 av. Brei door in patroon tot een hoogte van 35-36-37 cm. Kant 4 st af aan weerskanten = 98-110-122 st resteren, en kant vervolgens 5-9-13 x 1 st aan weerskanten naast de 3 kantst in elke 2e nld - zie breitips-1 = 88-92-96 st.
Minder en meerder vervolgens 24-22-19 x 1 st in elke 2e nld volgens de beschrijving onder breitips-2. Zet tegelijkertijd bij een hoogte van ca. 48-50-52 cm – eindig na een van de pijltjes op de teltekening – de middelste 20 st op een hulpdraad voor de hals. Kant dan aan de halskanten nog af in elke 2e nld: 1 x 3 st, 2 x 2 st en 2 x 1 st.
Als de minderingen voor de hals en de meerder/minderingen voor het mouwtje voltooid zijn staan er nog 25-27-29 st op de nld voor elke schouder. Brei verder in tricotst met de 3 buitenste st van de schouder in ribbelst. Plaats bij een hoogte van 56-58-60 cm een merkdraad aan de zijkant = bovenkant schouder – en kant aan de halskant 1-5-10 st af = 24-22-19 st resteren. Ga door met de st van de schouder voor het achterpand. Zet 1 nieuwe st op aan de halskant = 25-23-20 st. Minder vervolgens aan de halskant in elke 2e nld tot alle st op zijn.

Achterpand: Zet 94-106-118 st op. Zet het patroon in de eerste nld in als volgt (op de goede kant): 1 av, 2 r, Patroon 2 over 90-102-114 st, 1 av. Brei door in patroon tot een hoogte van 35-36-37 cm. Minder 29-31-32 x 1 st voor de armsgaten aan weerskanten in elke 2e nld - zie breitips-1.
Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 54-56-58 cm de middelste 30 st af voor de hals. Kant in de volgende nld aan weerskanten van de hals nog 1 x 2 st af = 1-5-10 st resteren voor elke schouder. Kant af, het werk heeft een hoogte van ca. 56-58-60 cm.

Afwerking: Sluit de schoudernaden. Naai het schouderstuk van het voorpand aan het achterpand met de kantst als naadtoeslag – zorg dat de mouw op dezelfde hoogte komt als bij het voorpand. Sluit de zijnaden vlak langs de 1 kantst. NB: De 4 av aan weerskanten van het voorpand vallen precies aan de zijkant –de zijnaden zijn naar achteren verschoven.

Col: Neem ca. 92-100 st op (deelbaar door 4, incl. de st van de hulpdraad) langs de hals met de sokkenbreinld en brei boordst (2 r, 2 av) – zorg, dat de st mooi samenvallen met die van het voorpand. Kant af in patroon als de col een hoogte heeft van 18 cm.

Telpatroon

symbols = 1 r
symbols = 1 av
symbols = brei 5 st in één st als volgt: 1 r, 1 av, 1 r, 1 av en 1 r
symbols = 5 tricotst
symbols = brei 5 st r samen. Steek de rechter breinld achterin de st op de linker breinld en brei alle st samen
symbols = Zet 4 st op de hulpnld achter het werk, brei de volgende 4 st: 1 r, 2 av, 1 r. Brei de st van de hulpnld: 1 r, 2 av, 1 r.
symbols = Zet 4 st op de hulpnld voor het werk, brei de volgende 4 st: 1 r, 2 av, 1 r. Brei de st van de hulpnld: 1 r, 2 av, 1 r.
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 73-15

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (20)

country flag Merete wrote:

Hei, er det slik at det ikke er raglanfelling og ermeøkning (felletips 2) på bakstykket? Kan dere legge ut bilde av modellen bakfra?

14.07.2023 - 18:28

DROPS Design answered:

Hei Merete. Har gått igjennom vårt bildearkiv, men vi hadde dessverre ingen bilder av bakstykket på denne modellen. Det er forskjellige fellinger på forstykket (Felletips-2) og bakstykket (Felletips-1). mvh DROPS Design

26.07.2023 - 09:06

country flag Susanne Baden Weltz wrote:

Tusinde tak for hjælpen. Jeg kan se nu, hvor det ergået galt 🧶

18.11.2021 - 13:04

country flag Susanne Baden Weltz wrote:

Jeg har lukket af/taget ud til hals og ærmegab på modellen ud fra lukketips 2. I stedet for 27 m har jeg 42 m tilbage på skulderen. Jeg har læst lukketippet flere gange undervejs for at sikre mig, at jeg strikkede rigtigt, så jeg forstår ikke, hvad jeg kan have gjort galt. Har i fået denne type spørgsmål før?

16.11.2021 - 10:38

DROPS Design answered:

Hej Susanne, du starter med 118m lukker 4+9 m af i hver side = 92m, (tager ud og ind 22 gange) stadig 92m, sætter 20m på en tråd og tager ind til hals i hver side 9x2 = 54 = 27 på hver skulder. God fornøjelse!

18.11.2021 - 12:03

country flag Ewa wrote:

Proszę o tłumaczenie wzoru na język polski

26.08.2021 - 13:54

DROPS Design answered:

Witaj Ewo, patrz na naszej stronie na początku przyszłego tygodnia. Wzór będzie gotowy. Pozdrawiamy i dziękujemy za zainteresowanie naszymi wzorami!

27.08.2021 - 08:55

country flag Nari wrote:

Bonjour Pouvez vous s il vous plait expliquer, dans Astuce tricot, les instructions suivantes : Note : tricoter la m lis et les 2 premières augmentations (3 m de chaque côté) au point mousse tout du long – ces mailles vont se retourner sous la bordure – tricoter les augmentations suivantes en jersey. Merci

24.06.2021 - 21:08

DROPS Design answered:

Bonjour Nari, lorsque vous commencez à augmenter/diminuer, vous devez toujours tricoter 3 mailles au point mousse de chaque côté; ces 3 mailles vont se retourner sous l'ouvrage (cf 2ème photo). Les augmentations se tricotent en jersey tout du long. Bon tricot!

25.06.2021 - 07:23

country flag Lala wrote:

Bonjour Pensez vous qu on peut tricoter des manches à ce modèle en relevant les mailles sur le tour des emmanchures avec une aiguille circulaire, puis en tricotant vers les poignets ? Merci pour votre avis

01.06.2021 - 22:39

DROPS Design answered:

Bonjour Lala, oui, c'est possible. Bon tricot!

01.06.2021 - 23:22

country flag Sissi wrote:

Merci pour votre réponse. Mais je n'ai pas bien compris "cette partie sera ensuite assemblée le long du dos (la maille à monter côté encolure et pour la couture le long des diminutions du dos)" dans votre explication. Est ce que la couture de l'épaule se retrouve dans le dos ? Quelle est cette maille à monter côté encolure ?

18.05.2021 - 08:48

DROPS Design answered:

Bonjour Sissi, chaque épaule va se terminer en forme triangle, et vous assemblerez ensuite le côté du triangle (jusqu'à la pointe) contre les mailles diminuées pour le raglan en haut du dos. Cette maille à monter côté encolure est pour la couture, c'est la maille lisière. Bon tricot!

18.05.2021 - 11:32

country flag Sissi wrote:

Pouvez vous expliquer ce que veut dire pour le devant : . À 56-58-60 ..... Continuer l'épaule pour le dos. Monter 1 m côté encolure = 25-23-20 m. Diminuer 1 m côté encolure tous les 2 rangs jusqu'à ce que toutes les mailles aient été diminuées. Merci

14.05.2021 - 10:21

DROPS Design answered:

Bonjour Sissi, le marqueur sert pour repérer le haut de l'épaule, vous continuez à tricoter les mailles maintenant pour la partie épaule du dos en diminuant 1 maille tous les 2 rangs jusqu'à ce que toutes les mailles soient diminuées et cette partie sera ensuite assemblée le long du dos (la maille à monter côté encolure et pour la couture le long des diminutions du dos). Bon tricot!

17.05.2021 - 08:24

country flag AS wrote:

Est-ce possible pour vous de me donner les explications avec les abbréviations à faire de chaque mailles au début du rang et à la fin de rang ? Diminuer 1 m comme indiqué ci dessus en tricotant 2 m ens à l'envers. EN MÊME TEMPS, augmenter avec 1 jeté (faire la première augmentation à 1 m lis du bord, puis augmenter 1 m de plus à chaque fois qu'il y a un rang ajouré le long du raglan de l'emmanchure.

08.03.2020 - 18:53

DROPS Design answered:

Bonjour AS, vous diminuez à 3 m des bords de chaque côté et vous augmentez à 1 m des bord en même temps: donc vous aurez pour la 1ère série: 1 m, 1 augm, 2 m, 1 diminution en début de rang et en fin de rang: 1 dim, 2 m, 1 augm, 1 m. Vous aurez ensuite 2 m, 1 augm, 2 m, 1 dim... 1 dim, 2 m, 1 augm, 2 m et ainsi de suite, vous allez augmenter et diminuer de part et d'autre des 2 mailles soulignées ci-dessus. ce sont des mailles de raglan et les nouvelles mailles sont celles des manches. Bon tricot!

09.03.2020 - 12:06

country flag Anna wrote:

Je suis rendue BLOQUÉE de l'incompréhension de ce qui signifie ci-dessous: Diminuer ensuite tous les 2 rangs 5-9-13 fois 1 m de chaque côté pour les emmanchures à 3 m des bords -voir diminutions ci dessus = 88-92-96 m.

02.03.2020 - 17:07

DROPS Design answered:

Bonjour Anna. Cela signifie que tu dois revenir plus tot dans le modele et voir la section (ci-dessus) suivant: Diminutions : toutes les diminutions se font sur l'endroit. Diminuer 1 m à 3 m des bords tricotées ainsi : 1 m lis au point mousse, 2 m jersey... Bon travail!

03.03.2020 - 07:41