DROPS Silke-Tweed
DROPS Silke-Tweed
52% zijde, 48% lamswol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale
DROPS 73-12
Maten: S - M - L - XL
Afmetingen van het vest: 88-98-108-114 cm
Materiaal: DROPS Silke-Tweed van Garnstudio,
250-300-300-350 gr nr. 08, beige.
en gebruik: DROPS Cotton-Viscose van Garnstudio,
50 - 50 - 50 - 50 gr nr. 17, lichtbeige.

1 DROPS knoop Kokos nr. 516.

DROPS 4 mm rondbreinaald en naalden zonder knoop.

DROPS 3 mm haaknaald, of de naalddikte die u nodig heeft om de juiste steekverhouding te bereiken.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Silke-Tweed
DROPS Silke-Tweed
52% zijde, 48% lamswol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Steekverhouding: 21 st x 26 naalden = 10 x 10 cm in tricost.

Ribbelst (heen en weer breien): Alle naalden recht breien.

Patroon: zie telpatronen. De telpatronen geven de goede kant weer. Patroon M.2 trekt het werk iets in – de afmetingen op het telpatroon geven het kledingstuk in opgespannen positie weer.

Tips voor het minderen-1 (voor V-hals):
Alle minderingen worden gemaakt op de goede kant.
Minder 1 st naast de 3 kantst in ribbelst op de volgende manier: Na 3 st 1 st recht afhalen, 1 st recht breien, afgehaalde st overhalen.
Voor 3 st: 2 st recht samenbreien.

Tips voor het minderen-2 (voor de raglan):
Minder naast de 2 raglan st in het patroon
Goede kant:
Na de raglan st: 2 st recht samenbreien.
Voor de raglanst: 1 st recht afhalen, 1 st recht, afgehaalde st overhalen.
Verkeerde kant:
Na de raglanst: 2 st afhalen, zet deze 1 voor 1 gedraaid terug op de linkernaald, 2 st averecht samenbreien.
Voor de raglanst: 2 st averecht samenbreien.

Lijf: Dit vest wordt heen en weer gebreid van middenvoor naar middenvoor op de rondbreinaald. U zou ook rechte naalden kunnen gebruiken.
Zet 183-205-227-239 st op met rondbreinaalden met Silke-Tweed en brei Patroon M.1, maar brei steeds 3 st aan iedere zijkant (voorbies) in ribbelst. 1ste naald = verkeerde kant. Eindig in de 2e naald van het patroon met 1 st recht en dan de 3 ribbelst van de voorbies.
Na Patroon M.1 meerder 1 st voor maten S, M en L = 184-206-228-239 st, brei de volgende naald tegelijkertijd op deze manier: 3 ribbelst van de voorbies, Patroon M.2 over de volgende 176-198-220-231 st (start aan de goede kant met de 3e naald van het patroon) en eindig met 2 st recht samenbreien en dan 3 ribbelst van de voorbies.

Lees het volgende gedeelte goed door voordat je gaat breien:
Ga door met Patroon M.2 totdat het breiwerk ongeveer 21 cm meet - pas aan zodat je eindigt met de 2de naald van het patroon (verkeerde kant). Plaats nu een markeerder vanaf 46-52-57-60 st van de kant om de zijkanten aan te geven = 92-102-114-119 st tussen de markeerders voor de achterkant. Brei in tricotst tot het einde van dit deel.
Begin tegelijkertijd als het werk 21 cm meet met het vormen van de V-hals: minder 1 st aan elke voorzijde naast de 3 st van de voorbiezen iedere 6 naalden in totaal 12-13-14-15 keer – zie tips voor het minderen-1. Kant als het werk 36-37-38-39 cm meet 8 st af aan iedere kant voor de armsgaten (4 st aan iedere kant van de markeerders). Er staan nu 84-94-106-111 st op de naald voor het achterpand. Leg het werk terzijde en brei de mouwen.

Mouw: Zet 56-56-56-56 st op met breinaalden zonder knop met Silke-Tweed; brei in de rondte en plaats een markeerder. Brei Patroon M.1. Na Patroon M.1, brei Patroon M.2 en minder 1 st voor alle maten in de eerste naald = 55-55-55-55 st.
Brei als het werk 15 cm meet in tricotst tot het einde van dit deel. Meerder tegelijkertijd 1 st aan iedere kant van de markeerder 13-16-16-18 keer:
Maat S: elke 7 naalden.
Maat M: elke 6 naalden.
Maat L: elke 5 naalden.
Maat XL: elke 4 naalden.
Meerder hierna voor maat L en XL nogmaals 1 st aan iedere kant van de markeerder 4 keer om de naald = 81-87-95-99 sts. Kant als het werk 52-52-51-50 cm meet 4 st af aan iedere kant van de markeerder = 73-79-87-91 st. Leg het werk terzijde en brei nog een mouw.

Pas: Zet de mouwen op dezelfde rondbreinaalden als het lijf daar waar de st afgekant zijn voor de armsgaten. Zet 1 markeerder in iedere overgang tussen het lijf en een mouw = 4 markeerders. Brei verder in tricotst heen en weer op de naalden en vorm de raglan:
Raglan:
Lees het volgende gedeelte goed door voordat je gaat breien:
Er vinden 8 raglan minderingen plaats per naald en er zijn 2 st tussen iedere mindering (dat wil zeggen 1 st aan iedere kant van een markeerder).
Deze 2 st zijn de raglanst en worden gebreid in tricotst. Minder 1 st aan iedere kant van de raglan st: Zie tip voor het minderen-2 – om de naald 20-18-15-17 keer and iedere naald 10-16-24-24 keer.
Opmerking: aan de voorkant zal de voorbies de raglanminderingen overlappen, dus de minderingen voor zijn anders dan achter. Als alle raglanminderingen hebben plaatsgevonden zijn er ongeveer 50 st over op de naald en meet het werk ongeveer 57-60-62-64 cm tot de schouder. Zet na de raglanminderingen de 3 st in ribbelst voor op een sthouder.

Afwerking: Zet de 3 st in ribbelst van het linkervoorpand terug op de naalden. Brei nog 10-12 cm verder in ribbelst (meet langs de hals middenachter, het stuk moet losjes vallen bij het aannaaien). Herhaal langs de rechterkant. Naai de twee randen samen middenachter en naai de bies aan de hals. Naai de opening onder de mouwen dicht.

Gehaakte rand: Haak met Cotton-Viscose - start na Patroon M.2 aan de rechter voorkant waar de vorming van de hals begint. Haak als volgt: 1 v, * 3 l, sla 4 naalden over ,1 v in de volgende naald *, herhaal van * - * langs de hele hals en eindig waar de halsvorming linksvoor begint. Haak op dezelfde manier langs de onderrand van het lijf en de mouwen (steeds 4 st overslaan), maar maak een v in iedere omslag van Patroon M.1.

Knoopsgat lussen: Haak een lus aan de verkeerde kant op het rechter voorpand waar patroon 2 stopt met Silke-Tweed:
1 v, 3 l, bevestig met 1 v 1 cm hoger. Naai de knoop aan de verkeerde kant op het linker voorpand.

Koordje: Maak een ketting van ongeveer. 130 cm lang and rijg deze door de omslagen van de laatste naald van Patroon M.2 in het lijf.

Telpatroon

symbols = 1 r
symbols = 1 av
symbols = 1 omsl
symbols = 2 st r samen
symbols = Brei op de verkeerde kant als volgt: haal 1 st av van de nld af, 2 st av samen en haal de afgeh st daarover
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 73-12

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (8)

country flag Christine wrote:

Hi, I think there maybe an error at the point of 21cm and the decreasing shaping the V neck. It says to dec 1 st every 6 rows. Should it be every 4 rows otherwise there will be too many rows worked before the arm hole? I hope that makes sense. Thanks.

23.10.2023 - 22:51

DROPS Design answered:

Dear Christine, V-neck decreases are right that way, they start quite soon, ie before the armhole and are smoothy worked on every 6th row. Happy knitting!

24.10.2023 - 09:03

country flag Margit wrote:

Ich habe eine Frage zum Muster am Ärmel. In M2 heißt es in Reihe 4, dass die 3 Maschen von links gestrickt werden sollen: 1 li abheben, 2 li zusammen stricken, die abgehobene überziehen. Wie mache ich das beim Rundstricken des Ärmels? Da habe ich ja kein stricken von li, und wenn ich das von rechts stricke, sieht es anders aus.

02.02.2022 - 16:23

DROPS Design answered:

Liebe Margit, wenn Sie M.2 in Runden stricken, stricken Sie 3 Maschen rechts zusammen. Viel Spaß beim stricken!

03.02.2022 - 08:29

country flag Tina wrote:

Beim Raglan abketten schreiben sie: 1 M total 20-18-15-17 Mal auf alle 2.Ndl und 1 M total 10-16-24-24 Mal auf alle Ndl. Bedeutet dass, das 20 mal nur auf der Hinreihe abgekettet wird, und dann 10 mal auf der Hin- und Rückreihe? Oder was bedeutet: auf alle 2. Ndl, und auf alle Ndl?

09.11.2021 - 09:19

DROPS Design answered:

Liebe Tina, ja genau, 20 Mal in jeder Hinreihe dann 10 Mal in jeder Reihe (Hin- sowie Rückreihen). Viel Spaß beim stricken!

09.11.2021 - 13:12

country flag Kate Beckett wrote:

With the band ditches do I need to add these in myself ? How far apart how many stitches ?

02.11.2021 - 22:36

country flag Kate Beckett wrote:

I don’t understand how the band stitches are added in. Are these already included or do I need to add them ? How many stitches would it require ? And how many spaces ?

02.11.2021 - 22:35

country flag Janne wrote:

Hvilken garngruppe tilhørte garnet Silke-Tweed som er utgått til denne oppskriften 73-12? Hva kan jeg bruke som alternativ?

02.06.2021 - 11:28

country flag Sylvia Karlsson wrote:

Mönstret i diagram 2 stämmer inte. Rättelse

19.11.2014 - 17:13

country flag Meg wrote:

Er det ikke feil i v-fellinga. Begge er etter kantmaskene.

15.01.2014 - 21:03

DROPS Design answered:

Det stemmer, inden de 3 m strikker du 2 r sammen. God fornøjelse!

06.02.2014 - 08:02