DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 23.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 151-18
DROPS design: Model nr. ks-079
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Breedte aan de bovenkant: 200 cm
Hoogte in het midden: 85 cm
Materiaal:
DROPS KID-SILK van Garnstudio
125 gr. kleur nr. 13, pink

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 24 st x 32 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 23.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.9. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant. Brei de omsl als st in de volgende nld (dus niet gedraaid) zodat er gaatjes ontstaan. Meerder 4 st om de nld (dus elke nld aan de goede kant) als volgt:
Meerder 1 st aan het begin van nld als volgt: 1 st in ribbelst, 1 omsl.
Meerder 2 st in het midden van het werk als volgt: 1 omsl, 1 st in tricotst (= st met de markeerder), 1 omsl.
Meerder 1 st aan het einde van de nld als volgt: 1 omsl, 1 st in ribbelst.
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld vanaf de hals naar beneden en naar de zijkanten met 1 st in RIBBELST - zie uitleg boven - aan elke kant.

Zet 3 st op met rondbreinld 3 mm en Kid-Silk. Brei 6 nld recht. Keer aan het einde van de 6e nld het werk niet, maar draad het 90 graden met de klok mee (een kwart slag), neem dan 3 st op langs de zijkant (dus 1 st in iedere ribbel (1 ribbel = 2 nld in ribbelst)), draai het werk nog 90 graden met de klok mee en neem 3 st op langs de opzetrand (dus 1 st in iedere st) = 9 st op de nld.
Plaats 1 markeerder in de 5e st (st markeert het midden van de omslagdoek).
Ga dan verder in tricotst met 1 st in ribbelst aan elke kant en meerder TEGELIJKERTIJD 4 st elke nld aan de goede kant - Lees TIP VOOR HET MEERDEREN! Ga zo verder tot er 29 st op de nld staan. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Brei dan als volgt aan de goede kant: 1 st in ribbelst, A.3 (= 2 st), A.2 (= 6 st), A.1 (= 5 st), 1 st in tricotst (= mid st, wordt in tricotst gebreid tot het werk klaar is), A.3, A.2, A.1 en eindig met 1 st in ribbelst. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid (= 24 nld) staan er 101 st op de nld.

Ga zo verder in patroon – LET OP: elke keer als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, zijn er 6 patroonherhalingen meer van A.2 aan elke kant van de mid st. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Brei in totaal 7 patroonherhalingen van A.2 (het werk meet nu ongeveer 58 cm gemeten langs mid st) = 533 st op de nld en meerder TEGELIJKERTIJD in de laatste nld van A.1, A.2, A.3 (= av nld) 6 st gelijkmatig aan elke kant van de middelste st (meerder in totaal dus 12 st) = in totaal 545 st.

Brei volgende nld aan de goede kant als volgt: 1 st in ribbelst, A.9 (= 5 st) en dan A.8 (= 12 st) tot er 2 st over zijn voor de mid st, brei A.7 (= 2 st), 1 st in tricotst, A.6 (= 2 st), herhaal A.5 (= 12 st) tot er 6 st over zijn, brei A.4 (= 5 st) en eindig met 1 st in ribbelst.
Brei 1 herhaling van het patroon in de hoogte. Kant losjes alle st af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 03.12.2013
onder SJAAL: (101 st op de nld, niet 52 st)...Brei dan als volgt aan de goede kant: 1 st in ribbelst, A.3 (= 2 st), A.2 (= 6 st), A.1 (= 5 st), 1 st in tricotst (= mid st, wordt in tricotst gebreid tot het werk klaar is), A.3, A.2, A.1 en eindig met 1 st in ribbelst. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid (= 24 nld) staan er 101 st op de nld.
Ga zo verder in patroon – LET OP: elke keer als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, zijn er 6 patroonherhalingen meer van A.2 aan elke kant van de mid st. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Brei in totaal 7 patroonherhalingen van A.2 (het werk meet nu ongeveer 58 cm gemeten langs mid st) = 533 st op de nld en meerder TEGELIJKERTIJD in de laatste nld van A.1, A.2, A.3 (= av nld) 6 st gelijkmatig aan elke kant van de middelste st (meerder in totaal dus 12 st) = in totaal 545 st.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 1 st r afh, 2 st r samen, afgeh st overh.
symbols = 2 st r samen
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = bobbel - brei als volgt aan de goede kant: 1 st r, 1 omsl, 1 st r in dezelfde st (= 3 st), keer het werk, brei 4 nld in tricotst over deze 3 st. Haal dan de 2e st op de rechter nld over de 1e st en haal dan de 3e st over de 1e st (= 1 st over)
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 151-18

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (33)

country flag Francine wrote:

Voici ce que j'ai compris à reprendre au rang 1 du diagramme dès que l'on a 151 m. 1 endroit, A3, 7 fois A2, A1, 1 jersey, A3, 7 fois A2, A1, 1 endroit = 151m Chaque reprise au rg 1, ajouter ainsi 6 A2

05.09.2023 - 10:28

country flag Jette wrote:

Hej Når jeg har strikket A3 A2 A1 mønsteret 1 x, hvordan kommer jeg så videre? Strikker jeg igen A3 A2 A1 og selv regner mønsteret ud eller fortsætter jeg med A4 A5 A6 A7 A8 A9 og så igen forfra?

29.10.2022 - 14:41

DROPS Design answered:

Hei Jette. Husk at for hver gang A.2 er strikket 1 gang i høyden blir det 6 rapporter mer av A.2 på hver side av midt-masken (dette vil du se automatisk evnt kan du telle maskene og sette makemarkører mellom hver A.2 for bedre oversikt). Du strikker 1 rillemaske + A.3 + A.2 + A.1 + Midt-maske + A.3 + A.2 + A.1 + 1 rillemaske, og slik strikkes det til arbeidet måler ca 58 cm målt langs midt-maske og det er 605 masker på pinnen. Neste pinne fra retten startes det å strikke ette de andre diagrammene (A.4 til og med A.9). Disse diagrammene gjentas bare 1 gang i høyden før det felles løst av. mvh DROPS Design

31.10.2022 - 11:56

country flag Emmy wrote:

Hej, verkar som att maskantalet för varven med mönster stämmer inte med nästa varv. t.ex A3 borde vara 4 maskor efter första varvet men på diagrammet står att det blir bara 3 maskor.. hjälp!

29.01.2020 - 16:51

DROPS Design answered:

Hej Jag förstår att det ser lite konstigt ut men ser man på alla 3 diagram tillsammans så stämmer det. Ökningarna på varje sida av minskningarna hör ihop (även om det inte blir så tydligt när de är i olika diagram) och ökningarna längst ut på sidorna blir de ökade maskorna. Lycka till!

30.01.2020 - 13:43

country flag Tamar Terpstra wrote:

Ik begrijp niet goed waarom er staat dat er staat dat A.3 uit twee steken bestaat. Ik tel in totaal 4 steken, namelijk 1omslag, 1recht, 1omslag en nog 1recht=4steken (toch?) Hierdoor klopt de derde naald volgens mij niet, waar staat 1omslag 3recht,1omslag ...ik heb vier steken op nodig staan...hoe moet ik dit oplossen? Met vr.groet, T.Terpstra

29.10.2019 - 19:07

DROPS Design answered:

Dag Tamar,

In dit geval kun je het feit dat het aantal steken van A.3 op zichzelf niet klopt negeren en gewoon de derde naald breien zoals aangegeven, omdat A.3, A.2 en A.1 bij elkaar horen waarbij de steken in totaal wel weer kloppen. Ik heb een klein proefje gebreid en het patroon zou goed uit moeten komen.

30.10.2019 - 10:31

country flag DONATELLA PIETRAPERTOSA wrote:

Buongiorno,La balza del bordo è a parte o compresa nello schema?

12.07.2018 - 09:23

DROPS Design answered:

Buongiorno Donatella, nelle spiegazioni è indicata tutta la lavorazione, balza compresa. Buon lavoro!

12.07.2018 - 09:43

country flag Irène wrote:

Bonjour, le modèle est superbe, mais comment faites vous après avoir obtenu les 545 mailles ? il faut continuer avec les diagramme A4 A5 A6 A7 A8 A9 mais nous sommes sur la partie supérieure du châle et non sur les côtés, or sur la photo la partie volantée sur trouve sur le côté. Faut-il relever des mailles sur les côtés ? si je travaille selon vos explications le volant se trouve sur le haut du châle et non sur les côtés. Merci pour votre réponse. Cordialement

16.03.2018 - 08:18

DROPS Design answered:

Bonjour Irène, le châle se tricote de haut en bas, en forme de triangle: on augmente sur les côtés et au milieu tout du long. Après les 545 m on termine ainsi: 1 m point mousse, A.9, 22 fois A.8, , A.7, 1 m jersey (m centrale), A.6, 22 fois A.5, A.4 et 1 m point mousse = 1+ (5+22x12+2) + 1 + (2+22x12+5) + 1 = 545 m. Bon tricot!

16.03.2018 - 09:29

country flag Monbellet Odette wrote:

Je suis bloquée après le rang où l'on obtient 101 mailles. J'ai lu les réponses des 26/5/2014 et 19/9/2014 à cette question,mais elles ne disent pas la meme chose! 2 fois A2 de chaque coté de la maille centrale ou 2 fois A2 à chaque motif? Le modèle est très beau mais les explications et les diagrammes ne sont pas clairs du tout! J'ai essayé un autre modèle et ai été confrontée au meme problème, j'ai abandonné!

07.11.2014 - 20:29

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Monbellet, quand vous avez tricoté 1 fois A1,A2 et A3, vous avez 101 m et répétez les diagrammes à nouveau de la même façon, mais vous avez alors suffisamment de mailles pour tricoter 6 fois de plus A.2 entre A.1 et A.3 de chaque côté de la m centrale. Voir aussi ici. Bon tricot!

08.11.2014 - 10:03

country flag Alylla wrote:

Merci pour votre réponse rapide ! Mais en procédant ainsi, je n'obtiens que 81 m au total, au lieu de 101 ?!

19.09.2014 - 18:53

DROPS Design answered:

Bonjour Alylla, après avoir tricoté 1 fois les diagrammes A.3, 1 x A.2 et A.5 de chaque côté de la m centrale (avec 1 m point mousse de chaque côté), vous avez 101 m. À chaque fois que l'on tricote ces 3 diagrammes en hauteur, on augmente de 72 m, on avait 29 m + 72 = 101. Après avoir tricoté 2 fois les diagrammes en hauteur, vous aurez 101+ 72 = 173 m et ainsi de suite jusqu'à ce que vous ayez tricoté 7 fois les diag. en hauteur = 533 m. Bon tricot!

20.09.2014 - 10:26

country flag Alylla wrote:

Bonjour ! Superbe modèle, mais je bloque au niveau des explications. J'ai tricoté 1 fois A3A2A1 en hauteur, et j'ai bien obtenu 101 mailles ; mais je ne sais pas comment continuer ! Pour le 25ème rang, cela donnerait donc 49 mailles de chaque ôté de la maille centrale, + 2 mailles extérieures au point mousse. Mais je ne comprends pas comment se répartissent les diagrammes le long du rang ! Pouvez vous me dire, maille par maille, comment je dois tricoter le 25ème rang ? Merci :)

19.09.2014 - 12:49

DROPS Design answered:

Bonjour Alylla, quand vous avez tricoté 1 fois les diagrammes A.1, A.2 et A.3 en hauteur, recommencez comme avant, c'est-à-dire A.1 sur les premières m, répétez A.2 une fois de plus que la dernière fois en hauteur, puis A.3 sur les dernières m. Ainsi, on tricote 2 fois A.2 entre A.1 et A.3 la 2ème fois, puis 3 fois A.2 entre A.1 et A.3 la 3ème fois et ainsi de suite. Bon tricot!

19.09.2014 - 16:28

country flag Sahut wrote:

Bonjour, les explications de ce modèle débutent par "Se tricole en allers et retours sur l'aiguille circulaire de HAUT EN BAS à partir de l'encolure....". Ne serait-ce pas plutôt de BAS EN HAUT ? On doit monter 3 mailles en tout début et ensuite augmenter au fur et à mesure de l'avancement, ce qui fait que c'est de bas en haut ? Cordialement,

29.08.2014 - 11:14

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Sahut, le châle se tricote à partir de l'encolure, avec des augm. de chaque côté et au milieu pour créer la pointe du bas. La vidéo ci-dessous vous montre comment démarrer. Bon tricot!

29.08.2014 - 13:31