DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Vanilla Dream

DROPS vest zijdelings gebreid met kabels en patroon van ”BabyMerino” of "Safran". Maat S tot en met XXXL. DROPS design: Model nr. BM-004.

DROPS 119-35
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS BABY MERINO van Garnstudio,
350-400-400-450-500-550 gr. kleur nr. 03, lichtgeel.

Of gebruik:
DROPS SAFRAN van Garnstudio
400-450-450-500-550-650 gr. kleur nr. 10, geel

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 st x 32 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS ZILVEREN KNOOP nr. 534: 7 stuks.
--------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

--------------------------------------------------------
RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

PATROON:
Zie telpatronen M.1, M.2 en M.3. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

KEERPUNTEN:
Brei keerpunten als volgt:
* Brei alle st vanaf de onderkant naar de hals, keer en brei de teruggaande naald. Brei de nld vanaf de onderkant tot de markeerdraad-1, keer en brei de teruggaande naald. Brei de nld vanaf de onderkant tot markeerdraad-2, keer en brei de teruggaande naald. Brei de nld van de onderkant tot markeerdraad-3, keer en brei de teruggaande naald. Brei alle st, keer en brei de teruggaande naald * herhaal van *-*. 1 Herhaling = 4 nld aan de bovenkant en 10 nld aan de onderkant.
--------------------------------------------------------
-------------------------------------------------------

VEST:
Wordt zijdelings gebreid. De nld aan de goede kant begint aan de onderkant. Het werk wordt gebreid vanaf middenvoor op het linker voorpand, dan worden de mouw, het achterpand, de andere mouw en het rechter voorpand gebreid.

LINKER VOORPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet LOSJES 152-156-160-164-172-176 st op met rondbreinld 3 mm en Baby Merino of Safran. Ga verder als volgt – aan de goede kant: 5 RIBBELST – ZIE BOVEN, * 2 st recht/2 st av *, herhaal van *-* over de volgende 140-144-148-152-160-164 st en eindig met 2 st recht en 5 ribbelst. Brei zo 4 cm boordsteek. Brei nu 2 nld ribbelst, meerder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld 0-0-2-2-0-0 st gelijkmatig = 152-156-162-166-172-176 st. Plaats 3 markeerders in het werk aan de goede kant als volgt:
Markeerdraad-1 = na 78-78-84-84-90-90 st.
Markeerdraad-2 = na 110-112-118-120-126-128 st.
Markeerdraad -3 = na 147-151-157-161-167-171 st.
Laat de markeerders op dezelfde plaats zitten tot het werk klaar is zodat de keerpunten steeds op dezelfde plaats komen. Ga verder als volgt - aan de goede kant: 5 ribbelst, M.1A (= 2 st), M.1B over de volgende 48-48-54-54-60-60 st, M.1 C (= 3 st), M.2 (= 4 st), 4 st av, * M.3 (= 12 st), 4-5-5-6-6-7 st av *, herhaal van *-* in totaal 4 keer en eindig met M.3, 5 st av en 5 ribbelst. Ga zo verder in patroon tot het werk klaar is. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei TEGELIJKERTIJD keerpunten - ZIE BOVEN! Ga verder met keerpunten tot het werk 26-28-30-33-36-39 cm meet vanaf de opzetnld – gemeten langs de onderkant. Zet nu de 74-78-78-82-82-86 st langs de hals op een hulpdraad en ga verder over alleen de onderste 78-78-84-84-90-90 st. Ga verder in ribbelst en verkorte toeren als volgt: brei 2 nld over de onderste 16 st, 2 nld over de onderste 32 st, 2 nld over de onderste 48 st, 2 nld over de onderste 64 st, 2 nld over alle 78-78-84-84-90-90 st. Plaats een markeerdraad in het werk (= de zijkant).
brei 2 nld over de onderste 16 st, 2 nld over de onderste 32 st, 2 nld over de onderste 48 st, 2 nld over de onderste 64 st, 2 nld over alle 78-78-84-84-90-90 st. = 4 nld gebreid aan de bovenkant en 20 nld aan de onderkant. Zet nu de 78-78-84-84-90-90 st op een hulpdraad (deze st worden gebruikt voor het achterpand). Brei nu de mouw.

LINKER MOUW:
Zet 21 nieuwe st op en zet de bovenste 74-78-78-82-82-86 st terug op de nld = 95-99-99-103-103-107 st voor de mouw. Ga verder als volgt - aan de goede kant: 5 ribbelst, 4 st av, * M.3, 4-5-5-6-6-7 st av *, herhaal van *-* in totaal 4 keer en eindig met M.3, 5 st av en 5 ribbelst (ga verder in M.3 vanaf het linker voorpand). Brei nu de keerpunten als volgt:
* Brei alle st vanaf de onderkant naar de hals, keer en brei de teruggaande naald. Brei de nld tot markeerdraad-2, keer en brei de teruggaande naald. Brei de nld tot markeerdraad-3, keer en brei de teruggaande naald. Brei alle st, keer en brei de teruggaande nld *, herhaal van *-*. Ga zo verder tot de mouw 30-31-32-33-34-35 cm meet. Kant de onderste 21 st af en knip de draad af.

ACHTERPAND:
Zet de 78-78-84-84-90-90 st van de hulpdraad terug op de nld = 152-156-162-166-172-176 st. Ga verder met keerpunten en in patroon als op het voorpand (eerste nld = aan de goede kant, ga verder in M.3 vanaf de linker mouw). Ga verder tot een totale hoogte van 46-50-54-60-66-72 cm vanaf de markeerdraad aan de zijkant. Zet de bovenste 74-78-78-82-82-86 st op een hulpdraad en ga verder over alleen de onderste 78-78-84-84-90-90 st. Brei ribbelst en verkorte toeren als beschreven voor het linker voorpand. Zet de onderste 78-78-84-84-90-90 st op een hulpdraad (deze st worden weer gebruikt voor het rechter voorpand). Brei nu rechter mouw.

RECHTER MOUW:
Als de linker mouw.

RECHTER VOORPAND:
Zet de 74-78-78-82-82-86 st van de hulpdraad terug op de nld = 152-156-162-166-172-176 st. Ga verder in patroon en met keerpunten als op het achterpand (ga verder in M.3 vanaf de rechter mouw). Brei als het rechter voorpand 24-26-28-31-34-37 cm meet (pas zo aan dat u hetzelfde aantal nld heeft gebreid als op het linker voorpand) 2 nld ribbelst en minder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld 0-0-2-2-0-0 st gelijkmatig = 152-156-160-164-172-176 st. Ga verder als volgt - aan de goede kant: 5 ribbelst, * 2 st recht/2 st av *, herhaal van *-* over de volgende 140-144-148-152-160-164 st en eindig met 2 st recht en 5 ribbelst. Maak als de boordsteek 2 cm meet knoopsgaten als volgt - aan de goede kant (ga verder met ribbelst en boordsteek): Brei 21-25-23-27-29-33 st, 2 st recht samen, * brei 19-19-20-20-21-21 st, 2 st recht samen *, herhaal van *-* in totaal 6 keer en brei de laatste 3 st. Zet in de volgende nld 1 nieuwe st op boven de afgekante st. Ga verder tot de boordsteek in totaal 4 cm meet, kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Naai de knopen aan.

Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 1 st r afh, 2 st recht samen, afgeh st overh
symbols = zet 3 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 3 st recht, 3 st recht van de kabelnld
symbols = zet 3 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 3 st recht, 3 st recht van de kabelnld
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 119-35

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (108)

country flag Luciana wrote:

Per quanto riguarda le maniche, come vanno confezionate? Non c'è nessuna indicazione di confezione. Vanno lasciate aperte sotto? Ho l'impressione che cuocendo il sottomanica diventino troppo strette (taglia S) !

13.08.2021 - 12:49

DROPS Design answered:

Buongiorno Luciana, si, le maniche vanno cucite. Buon lavoro!

13.08.2021 - 15:15

country flag Luciana wrote:

Buongiorno, lavorando a ferri accorciati sul punto M1a-b-c poco prima della manica, come si fa a mantenere la sequenza corretta del punto? Vengono a mancare delle maglie lavorando due gruppi di diminuzioni vicine e bisogna compensare lavorando due maglie in un gettato nel ferro successivo? Una volta ripreso il lavoro per il dietro come si fa a ripristinare la sequenza iniziale?

11.08.2021 - 11:34

DROPS Design answered:

Buongiorno Luciana, non ci sono diminuzioni nei ferri accorciati, sono semplicemente ferri lavorati su una parte delle maglie e non su tutte le maglie sul ferro. Buon lavoro!

13.08.2021 - 15:23

country flag Gabriella Monti wrote:

Nelle istruzioni dei "FERRI ACCORCIATI" mi scrive di : Ripetere da *-* Ma dove si trova il secondo asterisco? Non è segnato da nessuna parte Grazie

16.12.2020 - 17:23

DROPS Design answered:

Buonasera Gabriella, abbiamo aggiunto l'asterisco, comunque va ripetuta tutta la sezione. Buon lavoro!

16.12.2020 - 21:56

country flag Myrna Laupland wrote:

Drops 119-35 My query is on the M.3 pattern, there is a cable every 6 rows. The pattern has 3 turned rows out of every 10 rows. There are 5 BF FB & FB BF on the cable row. Would each individual cable follow the M.3 chart individually due to the turned rows? I have been following the same M.3 row across & when near the top the cables do not look correct. My first time to do cables & turned rows so a little confused & do not want to keep knitting as I now think I am wrong. Please advise.

15.06.2020 - 04:23

DROPS Design answered:

Dear Mrs Laupland, each cable in M.3 should be worked on every 6th row, if you turned in the middle of M.3, then the cable will continue "separately", crossing on every 6th row worked since previous crossing/cable. Happy knitting!

15.06.2020 - 10:00

country flag Bernadett wrote:

Hallo, ich verstehe nicht ganz, wie die verkürzten Reihen an den Seiten aussehen sollen (16-32-48-64-78 R.): soll alles in Krausrippen gestrickt werden, oder werden die Muster 1, 2 und/oder 3 fortgesetzt? ich stricke Größe S. Danke im Voraus!

24.08.2018 - 17:13

DROPS Design answered:

Liebe Bernadett, Sie stricken die verkürzten Reihen in der angegebenen Musterfolge. Viel Spaß beim Weiterstricken!

26.08.2018 - 10:29

country flag Arlette wrote:

Bonjour Je ne comprends pas la technique des rangs raccourcis Que veut dire Répéter de *à* = 4 rangs en haut et 10 rangs en bas. Merci pour votreréponse

11.04.2018 - 21:30

DROPS Design answered:

Bonjour Arlette, quand vous tricotez les rangs raccourcis de *-* vous allez tricoter 10 rangs sur les premières mailles (= bas du gilet) mais seulement 4 rangs sur les dernières mailles (haut du gilet = côté encolure). Bon tricot!

12.04.2018 - 08:58

country flag Arlette wrote:

Bonjour Surles explications du devant gauche vous dites : Placer 3 marqueurs sur l'endroit ainsi : 1er MARQUEUR : après 78-78-84-84-90-90 m. 2ème MARQUEUR : après 110-112-118-120-126-128 m. 3ème MARQUEUR : après 147-151-157-161-167-171 m. Or nous ne disposons que de 166 mailles .Comment fait-on? Merci pour votre réponse

11.04.2018 - 15:18

DROPS Design answered:

Bonjour Arlette, le nombre de mailles indiqué est compté depuis le début du rang, soit en taille XL: le 1er marqueur après les 84 premières mailles, le 2ème marqueur après les 120 premières mailles et le 3ème marqueur après les 161 premières mailles (= il reste 5 mailles après le dernier marqueur). Bon tricot!

11.04.2018 - 15:42

country flag Ella wrote:

Aan het eind van het voorpand wordt geschreven brei 2 nld ribbel over 16 St. 2 nld ribbel over 32 St. Enz ,volgens mij zijn dit bij elkaar 10 nld en geen 20 zoals in de beschrijving staat.? Moet dit tussen het achterpand en het tweede voorpand ook worden helhaald?

15.01.2017 - 22:43

DROPS Design answered:

Hoi Ella. Het zijn er 20. Je breit de verkorte toeren 2 keer - nog een keer na de markeerder. In het patroon staat: brei 2 nld over de onderste 16 st, 2 nld over de onderste 32 st, 2 nld over de onderste 48 st, 2 nld over de onderste 64 st, 2 nld over alle 78-78-84-84-90-90 st. Plaats een markeerdraad in het werk (= de zijkant). brei 2 nld over de onderste 16 st, 2 nld over de onderste 32 st, 2 nld over de onderste 48 st, 2 nld over de onderste 64 st, 2 nld over alle 78-78-84-84-90-90 st = 4 nld gebreid aan de bovenkant en 20 nld aan de onderkant. Je breit het linker voorpand zoals de rechter, dus ook inclusief verkorte toeren

17.01.2017 - 14:18

country flag Karin Henningsen wrote:

Super flot bluse. Jeg har strikket venstre forstykke og er nu kommet til det stykke der skal være i siden under ærmet. Der står i opskriften at man skal fortsætte i retstrik og forkortede pinde. Jeg er lidt i tvivl om man skal strikke retmasker over alle 84 masker eller om det kun er de første 5 og så mønster over resten?

13.08.2016 - 22:07

DROPS Design answered:

Hej Karin. De skal strikkes i retstrik: Strik retstrik og forkortede p således:

13.09.2016 - 14:46

Catherine wrote:

Love the pouf of "bodice" and sleeves. The type of stitches used are very pretty on the lower part of jacket, too.

02.07.2016 - 20:38