DROPS Ice
DROPS Ice
55% katoen, 45% acryl
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale

Kilimanjaro

Gebreid DROPS vest met capuchon en brede voorbiezen in gerstekorrel van ”Ice”. Maat S tot en met XXXL. DROPS design: Model nr. TT-038.

DROPS 120-13
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS ICE van Garnstudio,
1200-1300-1450-1600-1750-1950 gr. kleur nr. 01, wit

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 8 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 11 st x 15 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS breinld zonder knop 8 mm - voor de mouwen
DROPS ANTIEK ZILVEREN KNOPEN nr. 533: 6-6-6-7-7-7 stuks.
--------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Ice
DROPS Ice
55% katoen, 45% acryl
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

--------------------------------------------------------
RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld): brei alle nld recht.

RIBBELST (in de rondte): brei 1 nld recht, brei 1 nld av.

TIP VOOR HET BEGINNEN MET EEN NIEUWE BOL:
Begin altijd met een nieuwe bol garen aan de zijkant om een knoop in het midden van het werk te voorkomen.

GERSTEKORREL:
Naald 1: * 1 r, 1 av *
Naald 2: * brei de av st van de vorige naald r en brei de r st van de vorige naald av *
Herhaal nld 2.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouw):
Maak alle minderingen aan de goede kant.
Minder als volgt voor de markeerdraad: 2 st recht samen.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op het rechter voorpand. 1 KNOOPSGAT = brei de 2e en 3e st vanaf middenvoor samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S: 24, 32, 40, 48 en 56 cm.
MAAT M: 26, 34, 42, 50 en 58 cm
MAAT L: 27, 35, 43, 51 en 59 cm.
MAAT XL: 22, 30, 38, 46, 54 en 62 cm.
MAAT XXL: 25, 33, 41, 49, 57 en 65 cm.
MAAT XXXL: 27, 35, 43, 51, 59 en 67 cm.
--------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------
ACHTERPAND:
Het werk wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld. Zet 62-68-72-78-82-86 st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant) met rondbreinld 8 mm en Ice. Brei 2 nld tricotst en 4 nld RIBBELST – zie boven! DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga verder in tricotst. Minder bij een hoogte van 8-8-10-12-14-16 cm 1 st aan iedere kant en herhaal dit minderen iedere 4.5-4-4-4-5-8 cm in totaal 7-8-8-8-7-5 keer = 48-52-56-62-68-76 st. Zie TIP VOOR HET BEGINNEN MET EEN NIEUWE BOL. Kant bij een hoogte van 50-52-54-56-58-59 cm af voor de armsgaten aan iedere kant: 1 x 3 st, 0-1-1-2-3-4 x 2 st en 2-1-3-3-4-5 x 1 st = 38-40-40-42-42-44 st. Kant bij een hoogte van 69-72-75-78-81-83 cm de middelste 12-14-14-14-14-14 st af voor de hals en brei iedere schouder apart verder. Kant in de volgende nld 1 st af langs de hals = 12-12-12-13-13-14 st over voor iedere schouder. Kant af bij een hoogte van 71-74-77-80-83-85 cm.

RECHTER VOORPAND:
Zet 42-45-47-50-52-54 st op (inclusief 1 kant st aan de zijkant en 22 voorbies st middenvoor) met rondbreinld 8 mm en Ice. Brei 2 nld tricotst en 4 nld RIBBELST – zie boven! LET OP! Brei de st middenvoor steeds met dubbele draad- gebruik hiervoor een extra bol. Ga verder in tricotst met 22 st in GERSTEKORREL – zie boven – middenvoor (= voorbies). Minder bij een hoogte van 8-8-10-12-14-16 cm aan de zijkant als beschreven voor het achterpand = 35-37-39-42-45-49 st. Maak TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 24-26-27-22-25-27 cm KNOOPSGATEN – zie boven. Kant bij een hoogte van 50-52-54-56-58-59 cm af voor de armsgaten aan de zijkant als beschreven voor het achterpand = 30-31-31-32-32-33 st. Ga verder als hiervoor. Zet bij een hoogte van 66-68-69-72-75-77 cm 12 st middenvoor op een hulpdraad voor de hals. Kant af voor de hals aan het begin van iedere nld vanaf middenvoor: 1 x 4 st en 2-3-3-3-3-3 x 1 st = 12-12-12-13-13-14 st over voor de schouder. Kant af bij een hoogte van 71-74-77-80-83-85 cm.

LINKER VOORPAND:
Als het rechter voorpand, maar in spiegelbeeld. LET OP! Maak 1 knoopsgat als beschreven voor het rechter voorpand bij een hoogte van 56-58-59-62-65-67 cm.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop. Zet 36-36-38-38-40-40 st op met breinld zonder knop 8 mm en Ice. Brei 2 nld tricotst en dan 4 nld RIBBELST – zie boven. Ga verder in gerstekorrel tot het werk 18 cm meet en brei het werk dan verder af in tricotst. Plaats na de gerstekorrel 3 markeerders in het werk als volgt: markeerdraad-1 aan het begin van de nld, markeerdraad-2 na 12-12-13-13-14-14 st en markeerdraad-3 na 24-24-25-25-26-26 st. Minder nu 1 st rechts van alle markeerders (= 3 st geminderd) – zie TIP VOOR HET MINDEREN! Herhaal dit minderen bij een hoogte van 24-24-25-25-26-26 cm = 30-30-32-32-34-34 st. Meerder bij een hoogte van 26-26-27-27-28-28 cm 1 st aan iedere kant van markeerdraad-1, en herhaal dit meerderen elke 4-3-3-2-1.5-1.5 cm in totaal 6-7-7-9-9-10 keer = 42-44-46-50-52-54 st. Kant bij een hoogte van 48-48-48-46-45-43 cm (minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders) 6 st af midden onder de mouw (= 3 st aan iedere kant van de markeerdraad-1) en brei het werk verder heen en weer op de nld. Kant af voor de mouwkop aan iedere kant aan het begin van iedere nld: 2 x 2 st en 0-1-1-3-4-6 x 1 st, dan 2 st aan iedere kant tot het werk 54-55-56-56-57-57 cm meet. Kant nu 1 x 3 st af aan iedere kant en kant de overgebleven st af. Het werk meet ongeveer 56-57-58-58-59-59 cm.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden dicht. Naai de mouwen in het lijf. Naai de zijnaden dicht naast de kant st. Naai de knopen op het linker voorpand (aan de linkerkant op de voorbies, zie de foto). Naai ook 1 knoop aan de binnenkant van het rechter voorpand (zodat de knoop op het linker voorpand hierin past) – zorg dat dit niet zichtbaar is aan de goede kant.

CAPUCHON:
Neem 45-51-53-53-53-53 st op rond de hals (inclusief de st op de hulpdraden) met rondbreinld 8 mm en Ice. Brei de st aan iedere kant middenvoor steeds met dubbele draad (gebruik hiervoor een extra bol). Brei 6 nld ribbelst heen en weer op de nld, minder TEGELIJKERTIJD in de laatste nld 16-22-22-22-20-20 st gelijkmatig over de st langs het achterpand en de de zijkanten bij de voorpanden (LET OP! Minder niet over de st van de voorbiezen) = 29-29-31-31-33-33 st. Ga verder in GERSTEKORREL. Brei bij een hoogte van 47-47-48-48-49-49 cm 2 nld ribbelst over alle st en kant alle st af. Vouw de capuchon dubbel en naai samen aan de bovenkant aan de goede kant.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 11.08.2010
Rugpand: Brei 2 nld tricotst en 4 nld RIBBELST – zie boven! DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga verder in tricotst.
RECHTER VOORPAND:
Zet 42-45-47-50-52-54 st op (inclusief 1 kant st aan de zijkant en 22 voorbies st middenvoor) met rondbreinld 8 mm en Ice. Brei 2 nld tricotst en 4 nld RIBBELST – zie boven!

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 120-13

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (24)

country flag Edith L Morrison wrote:

Back piece- looking at this pattern it looks like it buttons up in the front. So it looks to me like a normal sweater. But when I put the stitches on the circular needle and start knitting and following the directions it's all one piece and it's really small how could that possibly be the back? Is there any instructional videos on how to do the back piece of this pattern? I am not the world's most gifted Knitter and I need help

06.01.2020 - 15:53

DROPS Design answered:

Dear Mrs Morrison, did you check your tension? You should have 11 sts x 15 rows in stocking stitch = 10 x 10 cm - this should then give you the measurements shown in chart. Happy knitting!

06.01.2020 - 16:32

country flag Rosalie Mednick Nepom wrote:

I am knitting this sweater, but I am having difficulty following some of the instructions. The sleeve has a knitted point for the elbow, but the edging under the arm will not be high enough if I follow the instructions . can you please clarify for me?

19.08.2016 - 05:03

DROPS Design answered:

Dear Mrs Mednick Nepom, First inc mid under sleeve is worked when sleeve measure 26-28 cm (see size) and repeat them every 4-1.5 cm - all inc should be worked when you cast off the sts mid under sleeve for sleeve cap. Happy knitting!

19.08.2016 - 10:08

country flag Marla wrote:

I have a student that is interested in making this jacket, but the suggested yarn is discontinued and it is confusing as to the yardage/grams that are actually needed, along with the actual weight if the yarn and whether it is a bulky or super bulky weight.Also, the reviews on raverly are not the best. Should we just pick another pattern?

22.01.2015 - 01:25

DROPS Design answered:

Dear Marla, DROPS Ice was group E - you can use any other yarn from group E - click to calculate amount of alternative yarn and remember your DROPS store can give you tips & advices - you can ask them either per mail or telephone. Happy knitting!

22.01.2015 - 10:26

country flag Casandra wrote:

Tengo una duda al hacer este patrón. En el delantero derecho, se explica: tejer los pts hacia el delantero central con hilo doble a lo largo del patrón. Se refiere a tejer con hilo doble los puntos orillo o los 22puntos arroz del delantero? Gracias

10.11.2014 - 12:47

DROPS Design answered:

Hola Casandra. Con hilo doble se trabaja solamente el pt orillo hacia el centro del delantero para reforzar el borde.

12.11.2014 - 16:16

country flag Mélanie wrote:

Bonjour, après avoir mis en pause mon tricot je le reprend par contre j'en suis a reprendre les mailles en attente et relever donc 21 mailles pour la capuche. Merci de m aider pour savoir par où je commence (les mailles en attentent ou les mailles à relever ?)

07.01.2014 - 19:04

DROPS Design answered:

Bonjour Mélanie, pour la capuche, on reprend les m des bordures devant en attente (12 m de chaque côté) et on relève les mailles autour de l'encolure des devants et du dos pour avoir un total de 45-51-53-53-53-53 m (y compris les 24 m des bordures devant). Bon tricot!

08.01.2014 - 10:08

country flag Derambures wrote:

Je désir savoir combien de pelot de laine me faut il pour se model en L merci beaucoup pour la réponse

29.12.2013 - 16:45

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Derambures, DROPS Ice n'est plus disponible, cliquez sur l'onglet "Alternatives" pour trouver une qualité de substitution, vous trouverez ici comment calculer la quantité nécessaire. Bon tricot!

30.12.2013 - 15:46

country flag PAGE wrote:

Merci pour votre réponse ! Dernier point ... quand vous dites "sans diminuer dans les mailles de BORDURE des devants", cela signifie qu'on ne touche pas aux bordures à 2 fils, et que l'on diminue même sur les parties des devants en points de riz ?

17.12.2013 - 18:07

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Page, on ne diminue pas au-dessus des 12 m de bordure des devants mis en attente de chaque côté, mais sur les autres mailles tout autour. Bon tricot!

18.12.2013 - 09:17

country flag PAGE wrote:

Bonjour, j'ai beaucoup de mal pour l'explication de la capuche. Il faut répartir 22 diminutions tout au long des 6 rangs de point mousse, en sachant qu'on ne diminue que sur l'endroit donc sur 3 rangs, et qu'en plus, on ne diminue pas sur les cotés ? ça ne me parait pas être ça ?! pourriez vous me détailler svp ? Merci

17.12.2013 - 13:10

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Page, Pour la capuche, on diminue au dernier des 6 rangs point mousse : 22 m dans les mailles relevées, sans diminuer dans les mailles de bordure des devants , il doit vous rester 29-31 m (cf taille). Bon tricot!

17.12.2013 - 13:39

country flag Martine wrote:

Bonjour. Je suis en train de tricoter ce modèle mais je n'ai pas bien compris l'explication c'est -à-dire qu'il fallait tricoter avec 2 fils la maille lisière. Quel est l'intérêt de le faire ? Merci beaucoup de votre réponse.

14.10.2013 - 09:04

DROPS Design answered:

Bonjour Martine, on tricote ainsi pour que la bordure devant soit plus épaisse et bien ferme. Bon tricot!

14.10.2013 - 09:37

country flag Mélanie wrote:

Merci c est très clair mais comme y avait marqué : " tout du long", j avais un doute . Merci de votre aide

04.10.2013 - 19:17