DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 38.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 111-6
DROPS design: Model nr. Z-389
--------------------------------------------------------
Maten:
Lengte: ongeveer 75 - 85 cm.
Breedte: ongeveer 160 - 220 cm.
De hier afgebeelde omslagdoek is de grootste maat. Materiaal: DROPS ALPACA
550-650 gr kleur nr. 8105, ijsblauw

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3.5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 23 st x 45 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
--------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 38.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON: Zie telpatroon M.1. Het telpatroon geeft de goede kant van het werk weer.

RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht.

TIP VOOR HET MEERDEREN: Alle meerderingen worden op de goede kant gemaakt. Meerder steeds 4 st om de nld tot de sjaal af is als volgt:
Meerder 1 st aan het begin van de nld: brei 4 ribbelst, 1 dubbele omsl. Brei in de teruggaande nld alle st r (brei de eerste omsl en haal de andere van de nld om het gat groter te maken).
Meerder 2 st middenachter: begin 1 st voor de markeerdraad, 1 st r, 1 dubbele omsl, markeerdraad, 2 ribbelst, M.1 ( = 35 st), 2 ribbelst, 1 markeerdraad, dubbele omsl, 1 st r. Brei alle st r op de teruggaande naald (brei de eerste omsl en haal de andere van de nld).
Meerder 1 st aan het einde van de nld: begin 4 st voor het einde van de nld, 1 dubbele omsl, 4 ribbelst. Brei op de teruggaande nld alle st r (brei de eerste omsl en haal de andere van de nld).

EXTRA NLD: Brei de nld tot aan de markeerdraad, brei de st van het middelste gedeelte (= 39 st), keer het werk en brei de teruggaande nld over de 39 st, keer het werk opnieuw en brei alle st op de nld.

TIP VOOR HET METEN: Omdat het garen vrij zwaar is, kunt u het werk het beste hangend meten.
--------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Wordt heen en weer op de rondbreinld in ribbelst gebreid zodat alle st op de nld passen, vanaf de middenachterkant van de hals naar beneden. LET OP! Begin met een nieuwe bol garen aan de zijkant en niet in het midden van het werk. Zet 49 st op met rondbreinld 3.5 mm en Alpaca. Brei 5 nld ribbelst en plaats 2 markeerders 5 st vanaf iedere kant in het werk = 39 st tussen de markeerders (= het middelste deel). Meerder om de nld (aan de goede kant) aan beide zijkanten en middenachter tot de sjaal af is – ZIE TIP VOOR HET MEERDEREN! Brei 12 nld ribbelst over alle st en brei M.1 over de middelste 35 st met de overgebleven st in ribbelst zoals hiervoor. Brei 2-3 herhalingen van M.1 vertikaal, MAAR stop na de laatste herhaling wanneer er nog 16 nld over zijn (na het kantpatroon). Er staan nu 369-533 st op de nld. Brei 8 nld ribbelst over alle st – ga verder met het meerderen. Brei de volgende nld als volgt: 4 st r, * 2 st r samenbreien, 1 dubbele omsl *, herhaal van *-*, tot er nog 5 st over zijn en eindig met 5 st r. Brei 7 nld ribbelst over alle st, brei TEGELIJKERTIJD in nld 2 en 6 (= de nld aan de goede kant) 2 extra nld van het middelste deel – zie boven. Er staan nu 401-565 st op de nld. Ga verder met het meerderen. Brei de volgende nld aan de goede kant als volgt: 5-17 ribbelst, M.1 (= 35 st) 5-7 keer, 1 ribbelst, markeerdraad, 2 ribbelst, M.1, 2 ribbelst, markeerdraad, 1 ribbelst, M.1 5-7 keer, 5-17 ribbelst. Brei 1 vertikale herhaling van M.1, MAAR eindig de herhaling wanneer er nog 16 nld over zijn (na het kantpatroon), brei TEGELIJKERTIJD in nld 33 van M.1 (zie pijl) 2 extra nld over het middelste deel. Brei 8 nld ribbelst over alle st, brei TEGELIJKERTIJD op nld 3 en 7, 2 extra nld over het middelste deel. Brei de volgende nld als volgt: 4 st r, * 2 st r samenbreien, 1 dubbele omsl *, herhaal van *-*, tot er 4 st over zijn, 4 st r. Brei in ribbelst over alle st tot het werk een hoogte heeft van ongeveer 75-85 cm gemeten vanaf het midden – ZIE TIP VOOR HET METEN! Kant als laatste losjes af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 04.02.2009
TIP VOOR HET MEERDEREN: Alle meerderingen worden op de goede kant gemaakt. Meerder steeds 4 st om de nld tot de sjaal af is

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 st r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 2 st recht samenbreien
symbols = 1 st r afh, 2 st r samenbreien, afgeh st overh
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 111-6

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (61)

country flag Paulina wrote:

Mam wrażenie, że w zdaniu "Jest teraz 369-353 oczka." jest literówka i powinno ono brzmieć "Jest teraz 369-533 oczka." Czy potwierdzają Państwo moje wyliczenia?

04.02.2022 - 18:50

DROPS Design answered:

Witaj Paulino, zgadza się, już poprawiam ten czeski błąd😊 Dziękuję i pozdrawiam!

04.02.2022 - 20:56

country flag Ghislaine DesGagné wrote:

Merci. Concernant ma question 2, quand il est mention de 5-17 m. et de 5-7 fois. Le patron le plus grand devrait être 17 m. et 7 fois? Dernière question, si je décide de faire plus que 3XM1, quand je suis rendue à la 1ère partie où je dois arrêter 16 rangs avant la fin et la suite du modèle, est-ce qu'il y a quelque chose qui change en fait nombre de mailles ou de fois à tricoter? Merci encore

08.10.2020 - 17:58

DROPS Design answered:

Bonjour Mme DesGagné , quand il y a 2 chiffres/nombres côte à côte, la 1ère concerne la petite taille et la 2ème la grande taille - comme vous tricotez un nombre de motifs différents en hauteur, vous aurez un nombre de mailes différent et répéterez ainsi le diagramme plus ou moins de fois en largeur; nous ne sommes malheureusement pas en mesure de pouvoir adapter chaque modèle à chaque demande, contactez votre magasin on saura vous aider, même par mail ou téléphone. Merci pour votre compréhension. Bon tricot!

09.10.2020 - 07:31

country flag Ghislaine DesGagné wrote:

Bonjour, dans la dernière partie ou il reste 369-353 m., j'ai les questions suivantes. Question 1: Pourquoi 369-353? Question 2: Mentions 5-17 m, 5-7 fois. Si on fait le patron pour le modèle le plus grand, ce sera 17m et 7 fois? Question 3 : Sur tous les rangs endroits jusqu'à la fin, on continue à augmenter ou il y a un endroit ou l'on arrête les augmentations? J'espère être claire dans mes questions :( Merci beaucoup de votre aide!!!

07.10.2020 - 20:31

DROPS Design answered:

Bonjour Mme DesGagné, ce châle existe en 2 tailles (cf en-tête) . Si vous tricotez 2 fois M.1 en hauteur (en vous arrêntant avant les 16 derniers rangs de M.1), vous aurez 369 m et si vous en tricotez 3 alors vous aurez 353 m. Les augmentations se font tous les 2 rangs (= tous les rangs sur l'endroit) jusqu'à la fin - cf AUGMENTATIONS. Bon tricot!

08.10.2020 - 10:15

country flag Ghislaine DesGagné wrote:

Bonjour, j'aimerais savoir à la fin de l'ouvrage, que veux dire après la partie ajourée quand il reste 16 rangs. Merci!

07.10.2020 - 19:41

DROPS Design answered:

Bonjour Mme DesGagné, vous arrêterez le motif ajouré après un rang sur l'envers juste après le dernier rang ajouré de M.1 (il reste 16 rangs avant la fin du diagramme). Bon tricot!

08.10.2020 - 09:47

country flag Ghislaine DesGagné wrote:

Où je suis vraiment mélangée, est commencé 1 m. avant le marqueur, 2 jetés, point mousse ... et M1. Je n'ai qu'une mail.e avant le marqueur et je dois faire d'autres mailles. Voici pourquoi, j'aimerais avoir tout simplement le comment et où augmenter dans les 12 rangs point mousse et expliquer le reste ensuite si c'est le cas.

14.01.2020 - 02:16

DROPS Design answered:

Bonjour Mme DesGasgné, la réponse précédente devrait vous aider. Regardez bien sous AUGMENTATIONS comment augmenter (4 mailles tous les rangs sur l'endroit). Bon tricot!

14.01.2020 - 08:03

country flag Ghislaine DesGagné wrote:

Bonjour. Je ne crois pas être la seule à ne pas comprendre les augmentations. Il est question d'augmenter et de faire ensuite des doubles jetés. Le double jeté nous augmente de 2 mailles. Est-ce que c'est la même signification en disant 1 double jeté avant et après les marqueurs nous donnent les 2 augmentations? Sans inclure le M1 dans les explications, y a-t-il une manière plus simple d'expliquer ces 4 augmentations? Merci

13.01.2020 - 17:13

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Desgagné, les doubles jetés ne font augmenter que d'une seule maille - cf AUGMENTATIONS. Il n'y a pas d'augmentations dans M.1, on augmente de chaque côté du châle (au début et en fin de rang) + 1 m avant M.1 (2 m avant le diagramme plus précisément) et 1 m après M.1 (=2 m après le diagramme) soit 4 mailles au total. Retrouvez la description précise sous AUGMENTATIONS. Bon tricot!

14.01.2020 - 07:20

country flag Ghislaine wrote:

Bonjour, j\'ai lu les questions des tricoteurs et d\'après ce que je peux voir, on commence le diagramme M1 seulement après avoir tricoter les 12 rangs. Dans les explications pour les augmentations, La mention de tricoter M1 est juste à titre d\'exemple? Parce que j\'ai commencé mes augmentations en suivant exactement les explications et j\'ai donc commencé M1 même avant d\'avoir tricoté les 12 rangs. Je ne veux pas continuer avant d\'être certaine. Merci!

12.01.2020 - 16:57

DROPS Design answered:

Bonjour Ghislaine, on tricote d'abord 5 rangs au point mousse, puis on augmente tous les 2 rangs jusqu'à la fin. Après 12 rangs, on tricote M.1 sur les 35 m centrales - tout en continuant à augmenter. Bon tricot!

13.01.2020 - 09:55

country flag Ghislaine DesGagné wrote:

Bonjour, est-ce que les augmentations doivent se faire sur TOUS les rangs? Même en tricotant le diagramme M1? Merci

08.01.2020 - 20:20

DROPS Design answered:

Bonjour Mme DesGagné, les augmentations se font tous les rangs sur l'endroit, soit tous les 2 rangs - cf AUGMENTATIONS. Bon tricot!

09.01.2020 - 09:31

country flag Ghislaine DesGagné wrote:

Oui merci, mais je parlais plutôt en nombre de mailles

06.01.2020 - 14:49

Ghislaine DesGagné answered:

Merci! Je viens de réaliser en relisant!!! Je fais 2-3 motifs du diagramme! Désolée!! Merci beaucoup!

06.01.2020 - 14:52

country flag Ghislaine DesGagné wrote:

Re-bonjour. Le patron est pour la plus grande taille? Je ne vois nul part qu'il est indiqué en 2 tailles. Merci

06.01.2020 - 14:00

DROPS Design answered:

Bonjour Mme DesGagné, vous trouverez les 2 tailles indiquées dans l'en-tête: 2 longueurs (75-85 cm) et 2 largeurs (160-220 cm), soit pour le petit: 75x160 cm et pour le grand 85x220 cm. C'est le grand modèle qui est photographié. Bon tricot!

06.01.2020 - 14:30