DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 5.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS Baby 11-26
VESTJE
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 - 24 mnd
Maat in cm: 50/56 - 62/68 - 74/80 - 86/92
Materialen: DROPS Karisma van Garnstudio
100-150-200-200 gr nr. 54, bruin mix.
DROPS Kokosknoop, nr. 516: 5-5-6-6 stk.

DROPS Rondbreinld en breinld 3.5 mm en 4,5 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 5.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

VESTJE:

Steekverhouding:
20 st x 26 nld op breinld 4.5 mm in tricotst = 10 x 10 cm.

Ribbelst (heen en weer): alle naalden recht breien.

Boordst: *2 r, 2 av*, herhaal steeds *-*.

Info minderen (voor de raglanmouwen):
Minder aan weerskanten van 2 tricotst.
Alle minderingen komen op de goede kant (goede kant), en er worden 2 of 3 st geminderd per keer.
Minder na de 2 st als volgt: zet 2/3 st op een kabelnld achter het werk, brei de 1e st van de linker breinld en de 1e st van de kabelnld r samen, herhaal dit tot alle st op de kabelnld zijn geminderd.
Minder voor de 2 st als volgt: zet 2/3 st op een kabelnld voor het werk. Haal de 1e st van de kabelnld (= de st aan de rechterkant) r af, brei de 1e st van de linker breinld r en haal de afgeh st over. Herhaal dit totdat alle st op de kabelnld zijn geminderd.

Achter- en voorpand: het vestje wordt heen en weer gebreid met de rondbreinld van middenvoor naar middenvoor. Zet met rondbreinld en bruinmix 124-139-154-179 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten). Brei als volgt (1e nld = goede kant): 1 kantst, 2 r, 3 av*, herhaal steeds *-*, en sluit af met 2 r en 1 kantst. Brei zo 5 nld en minder in de 6e nld alle 3 av naar 2 av = 100-112-124-144 st. Wissel naar rondbreinld 4.5 mm, en brei 1 nld r op de goede kant en 1 nld r op de verkeerde kant. Brei vervolgens door in tricotst. Brei bij een hoogte van 18-20-22-24 cm de volgende nld als volgt (goede kant): 22-24-27-32 st (= rechter voorpand), kant 6-8-8-8 st af voor het armsgat, brei 44-48-54-64 st (= achterpand), kant 6-8-8-8 st af voor het armsgat, brei 22-24-27-32 st (= linker voorpand). Leg het werk terzijde, en brei de mouwen.

Mouwen: zet met breinld 3.5 mm en bruinmix 42-42-47-52 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten). Brei heen en weer als volgt (1e nld = goede kant): 1 kantst, *2 r, 3 av*, herhaal steeds *-*, en sluit af met 1 kantst. Minder na 5 nld de 3 av naar 2 av = 34-34-38-42 st. Wissel naar breinld 4.5 mm en brei 1 nld r op de goede en 1 nld r op de verkeerde kant. Brei vervolgens door in tricotst. Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 3 cm 4-6-6-6 x 1 st aan weerskanten, in elke 11e-8e-9e-11e nld = 42-46-50-54 st. Kant bij een hoogte van 18-20-23-27 cm 4-5-5-5 st af aan weerskanten = 34-36-40-44 st. Leg het werk terzijde, en brei nog 1 mouw.

Pas: zet de mouwen op de dezelfde rondbreinld als de achter- en voorpanden boven de afgekante st voor de armsgaten = totaal 156-168-188-216 st op de breinld. Plaats 1 merkdraad in alle overgangen tussen het achter- en voorpand en de mouwen = 4 merkdraden. Brei vervolgens tricotst heen en weer en minder tegelijkertijd voor de raglanmouwen.
Raglanmouwen: Lees het onderstaande eerst goed door voordat u verder gaat. Er wordt 8 keer geminderd per nld en er zitten 2 st tussen de minderingen (d.w.z. 1 st aan weerskanten van de merkdraden). Deze 2 st = raglanst, en worden in tricotst gebreid. Er wordt in elke 4e nld geminderd – zie info minderen!
Minder op de mouwen als volgt: 1-2-2-2 x 3 st en vervolgens 5-4-5-6 x 2 st.
Minder op de achter- en voorpanden als volgt: 0-2-3-4 x 3 st en vervolgens 6-4-4-4 x 2 st.
LET OP: op het voorpand vallen de raglannaden op een gegeven moment samen met de halsopening, daarom worden er op de voorpanden minder st geminderd voor de raglan dan op het achterpand – de getallen hierboven gelden voor het achterpand. Minder op de voorpanden tot de halsopening is bereikt.
Halsopening: kant tegelijkertijd bij een hoogte van 25-28-30-33 cm 5-5-5-7 st af op het middenvoor van beide voorpanden. Kant in totaal 4 keer 1 st af aan de halskanten in elke 2e nld. Als het minderen/afkanten voor de raglanmouwen en de halsopening zijn voltooid, zijn er ca 38 tot 46 st over op de breinld, en heeft het werk een totale hoogte van ca 29-32-35-38 cm. Zet deze st op 1 hulpdraad (of st houder).

Zakje: zet met breinld 3.5 mm en bruinmix 12-12-16-16 st op. Brei 2 nld ribbelst, en brei vervolgens door in tricotst met 1 ribbelst aan weerskanten. Brei bij een hoogte van 4-4-5-6 cm 2 nld ribbelst op alle st en brei vervolgens boordst met 1 ribbelst en 1 st r aan weerskanten (op de goede kant). Kant bij een totale hoogte van 6-6-7-8 cm af. Brei nog één zakje.

Afwerken:
Linker knoopbies: neem met breinld 3.5 mm en bruinmix ca 56 tot 76 st op (deelbaar door 4) langs het linker voorpand. Brei 1 nld r op de verkeerde kant en 1 nld r op de goede kant. Brei vervolgens boordst met 1 ribbelst en st r aan de boven- en onderkant (goede kant). Kant bij een hoogte van 2 cm af in patroon.

Rechter knoopbies: brei zoals de linker voorbies en kant na 1 cm, gelijkmatig verdeeld af voor 4-4-5-5 knoopsgaten – het onderste knoopsgat zit ca 1 cm vanaf de onderkant en het bovenste komt ca 5 tot 6 cm vanaf de bovenkant (let op, er komt ook 1 knoopsgat in de halsbies). 1 knoopsgat = kant 1 st af, en zet hierboven 1 nieuwe st op in de volgende nld. LET OP! Het mooiste resultaat krijgt u door in de av-st te afkanten (op de goede kant) en dan 2 st av sam.br.

Hals: zet de st van de halsopening op rondbreinld 3.5 mm, en neem daarbij ca 16 tot 20 st op van elk voorpand (ook boven de knoopbiezen) = totaal 70 tot 86 st (deelbaar door 4). Brei 1 nld r op de verkeerde kant en 1 nld r op de goede kant. Brei vervolgens boordst met 1 ribbelst en 2 st r aan weerskanten (op de goede kant). Kant tegelijkertijd na 1 cm af voor 1 knoopsgat boven de anderen in de knoopbies. Kant bij een hoogte van 2 cm af.
Naai de zakjes op de voorpanden ca 5-6-7-8 cm vanaf de onderkant en 5-6-6-7 cm vanaf het midden van het voorpand.
Sluit de mouwnaden met de kantst als naadtoeslag en sluit de openingen onder de mouwen. Naai de knopen op de linker knoopbies.




DEKENTJE:

Zie het patroon bij model 11-25

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 19.06.2020
Correctie: nieuwe hoeveelheid garen voor de grootste maten: Materialen: DROPS Karisma van Garnstudio
100-150-200-200 gr nr. 54, bruin mix.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 11-26

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (26)

country flag Marilyn Lunt wrote:

Hello, is there anywhere I can find a clearer picture of the Berlin jacket, please. Thank you. Marilyn

07.09.2023 - 06:20

country flag Ria Hagen wrote:

Hallo Ik begrijp niet hoe het minderen van de raglanmouwen precies in zijn werk gaat. Er staat nl. dat je op de goede kant moet minderen en ook dat het in elke vierde naald moet. Dat lijkt mij met elkaar in tegenspraak omdat de goede kant altijd de oneven naalden betreft. Hoe los ik dat op?

04.01.2021 - 21:04

DROPS Design answered:

Dag Ria,

Wanneer je begint met minderen, minder je aan de goede kant en dan minder je 4 naalden later weer (dus weer aan de goede kant. Het maakt niet uit of je op een even of oneven naald zit, als je maar om de 4 naalden zit en aan de goede kant mindert.

09.01.2021 - 16:55

country flag Lenie Everts wrote:

Hoe maak je een knoopsgat in de bies bv. vest [breien] zonder te knippen in de steken?

02.11.2020 - 12:59

DROPS Design answered:

Dag Lenie,

Je kan 1 omslag maken en de volgende 2 steken samen breien. Op de volgende naald ontstaat dan een gaatje, wanneer je de steken breit zoals ze zich voordoen. In deze video wordt dat uitgelegd.

03.11.2020 - 13:18

country flag Ingrid Held wrote:

Hallo, Ich möchte Sie bitten, die Mengenangabe des benötigten Garns zu überprüfen. Ich habe das Jäckchen in Größe 62/68 gestrickt, genau nach den Vorgaben, auch die Maschenprobe stimmt. Allerdings reicht die Wolle nicht mehr für das Halsbündchen. Auch für die größeren Größen sind nur 150g angegeben. Ansonsten eine schöne Anleitung! Freundliche Grüße

03.05.2020 - 23:23

Tamara Von Mappe wrote:

Hola, no entiendo el raglán, he armado y desarmado sin lograr el resultado, sería posible un pequeño video, con la explicación de disminuir 2/3 puntos, antes y después del maracapunto. He tejido muchos de sus patrones, pero este me ha ganado. Muchas gracias de antemano

24.08.2017 - 00:34

DROPS Design answered:

Hola Tamara. Las disminuciones aquí se trabajan en forma de imitación de la trenza, es decir, colocar 2/3 puntos en una aguja auxiliar y dejar detrás de la labor, ahora trabajar juntos de derecho el 1er punto de la aguja izquierda y el primer punto de la aguja auxiliar, trabajar de la misma manera todos los puntos de la aguja auxiliar. Mandaré tu sugerencia sobre el video al departamento de diseño.

29.08.2017 - 19:05

country flag Manoa wrote:

Quant aux diminutions pour les manches et le dos/devant, je ne comprends pas à quoi "manches", "dos" et "devant" correspondent et comment intégrer ces diminutions au raglan, le tour en obtenant 8 diminutions par rang (tous les rangs endroit ou bien seulement un rang endroit sur deux "diminuer tous les 4 rangs" ??...). Merci !

12.08.2015 - 09:36

Manoa answered:

Désolée, fausse manip ce matin : grand merci de vos explications... :)

12.08.2015 - 09:39

country flag Manoa wrote:

Quant aux diminutions pour les manches et le dos/devant, je ne comprends pas à quoi "manches", "dos" et "devant" correspondent et comment intégrer ces diminutions au raglan, le tour en obtenant 8 diminutions par rang (tous les rangs endroit ou bien seulement un rang endroit sur deux "diminuer tous les 4 rangs" ??...). Merci !

11.08.2015 - 22:36

DROPS Design answered:

Bonjour Manoa, les diminutions du raglan ne se font pas à la même fréquence sur le dos/les devants et sur les manches, on va diminuer: sur les manches: 1-2 fois (cf taille) 3 m et 5-6 fois 2 m (on diminue uniquement les m des manches: après 2 m jersey au début de la manche et avant les 2 m jersey à la fin de la manche) et pour les devants et le dos: 0-4 fois 3 m et 6-4 fois 2 m: à la fin du 1er devant avant les 2 m jersey du raglan, pour le dos: après les 2 m jersey au début du dos et avant les 2 m jersey à la fin du dos, et pour le 2ème devant après les 2 m jersey. Bon tricot!

12.08.2015 - 08:51

country flag Manoa wrote:

Bonsoir, Je vous sollicite à nouveau pour le raglan : je ne comprends pas les explications :comment faire torsades et raglan en même temps, s'il faut 8 diminutions par rang? merci !

11.08.2015 - 22:35

DROPS Design answered:

Bonjour Manoa, on n'a pas de torsades sur ce modèle, on diminue pour le raglan avant/après les 2 m jersey de la ligne du raglan: avant 2 m sur le devant droit, après et avant les 2 m jersey au début et à la fin de la manche et sur le dos, et après les 2 m jersey sur le devant gauche. Bon tricot!

12.08.2015 - 09:09

country flag Manoa wrote:

Bonjour, Je viens de débuter le gilet et m'interroge sur le premier point à utiliser : 1m lis *2m end, 3m env*, etc. Après les 5 rangs sur ce modèle (appliqué sur les rangs end comme sur les rangs env), j'alterne donc systématiquement mailles envers et endroit, si bien ca ne ressemble pas du tout aux côtes que j'ai l'impression de voir sur la photo du gilet marron foncé. Me suis-je trompée ? Qu'ai-je mal compris ? Merci de vos explications, bonne journée.

05.08.2015 - 22:01

DROPS Design answered:

Bonjour Manoa, on tricote en bas de la veste des côtes 2 m env/3 m end (vu sur l'endroit, sur l'envers, les côtes seront 2 m end/3 m env) pendant 5 rangs comme sur la photo. Bon tricot!

06.08.2015 - 09:40

country flag Gisela wrote:

Ich vermisse die Angaben für die Kaputze (Mütze) LG Gisela

28.05.2015 - 13:42

DROPS Design answered:

Das Bild ist etwas unglücklich - die Anleitung gilt für die Jacke im Hintergrund. Für die Jacke mit Kapuze, die Sie suchen, gucken Sie unter Baby 11-27. Dann werden Sie sehen, dass dort dasselbe Bild verwendet wurde. Das liegt daran, dass die Anleitung schon älter ist. Viel Spaß beim Stricken!

29.05.2015 - 08:52