DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 1.85 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 5.55€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 105-43
Maat: 35/37 - 38/40 - 41/43
Lengte voet: 22 - 24 - 27 cm
Lengte ca pijp: 28 - 31 - 33 cm
Materialen: DROPS Fabel
150 gr voor alle maten van nr. 904, lavendel mix.

DROPS Sokkenbreinaald 2,5 mm – of de breinld, die u nodig heeft voor de volgende steekverhouding: 26 st x 34 nld tricotst = 10 x 10 cm.
1 dominoruitje moet ca 5,5 cm breed zijn.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 1.85 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 5.55€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Tip Breien 1: Maak in de eerste nld één bolletje voor elk ruitje. Laat de draad met het werk volgen. Op deze manier, hoeft u niet de draden te hechten na elke nld met ruitjes.

Tip Breien 2: Neem altijd de st op van de goede kant.

1 dominoruitje als volgt breien:
Plaats 1 merkdraad in de middelste st.
1e nld (= verkeerde kant): r breien.
2e nld (= goede kant): Brei r tot 1 st voor de merkdraad, haal 1 st r van de breinld af, merkdraad, 2 st r samen breien, en haal de afgeh st daarover. Brei de rest van de st van het ruitje.
Herhaal steeds de 1e en 2e nld. Dwz, minder steeds 2 st aan weerskanten van de merkdraad in het midden van het ruitje, in elke 2e nld, totdat er maar 1 st op de breinld staat. Knip de draad en hecht af.

1 driehoek (horizontaal):
Neem 19-21-23 st op tussen 2 dominoruitjes van de vorige nld.
Brei zoals 1 dominoruitje, maar plaats na de minderingen in het midden van het ruitje, de laatste st aan het eind van elke nld op 1 hulpnld (begin vanaf de 1e nld op de verkeerde kant). Brei zo door, totdat er nog 3-4-3 st staan op de breinld.
Maat 35/37 + 41/43: 3 st op de breinld (en 4-5 st aan weerskanten op de hulpnld).
Brei 1 nld r over de 3 st op de verkeerde kant. Brei de volgende nld (= goede kant) als volgt: Haal 1 st r van de breinld af, 2 st r samen breien, en haal de afgeh st daarover. Knip de draad en hecht af.
Maat 38/40: 4 st op de breinld.
Brei de volgende nld (= goede kant) als volgt: Haal 1 st r van de nld af, 2 st r samen breien, en haal de afgeh st daarover. Plaats de laatste st van de nld op de hulpnld (dwz er staan 5 st aan weerskanten op de hulpnld). Knip de draad en hecht af.

1 driehoek (verticaal):
Begin met 10-11-12 st.
1e nld (= verkeerde kant): r.
2e nld (= goede kant): Brei r tot 2 st voor de merkdraad, 2 st r samen breien. Brei voor de driehoek aan het eind van de nld, deze 2e nld maar dan in spiegelbeeld. Dwz de 2 eerste st na de merkdraad r samen breien.
Herhaal steeds de 1e en 2e nld. Dwz, minder steeds 1 st (naast de onderkant van de voet) in elke 2e nld, totdat er 1 st op de breinld staat. Knip de draad en hecht af.

Minderen voor de hiel:
1e nld (= goede kant): Brei totdat er nog 6-7-7 st op de nld staan, haal de volgende st van de breinld af, 1 r, en haal de afgeh st daarover. Keer het werk.
2e nld (= verkeerde kant): Brei totdat er nog 6-7-7 st op de nld staan, haal de volgende st van de breinld af, 1 av, en haal de afgeh st daarover. Keer het werk.
3e nld (=goede kant): Brei totdat er nog 5-6-6 st op de nld staan, haal de volgende st van de breinld af, 1 r, en haal de afgeh st daarover. Keer het werk.
4e nld (=verkeerde kant): Brei totdat er nog 5-6-6 st op de nld staan, haal de volgende st van de breinld af, 1 av, en haal de afgeh st daarover. Keer het werk. Ga zo door met steeds 1 st minder voor elke mindering, totdat er nog 14-14-16 st op de breinld staan.

Sokken: Begin boven aan de sok.

Zet 115-125-135 st op met sokkenbreinld 2,5 mm en Fabel. Brei in het rond op de sokkenbreinld. Brei 1 nld av. Brei de volgende nld als volgt: * 10-11-12 r, haal 1 st r van de breinld af, 2 st r samen breien, en haal de afgeh st daarover, 10-11-12 r *, herhaal *-* totaal 5 keer = 105-115-125 st. Keer het werk (brei nu heen en weer) en brei 1 Dominoruitje – lees de instructie hierboven – over de eerste 21-23-25 st. Lees Tip Breien 1! Brei dan ook het Dominoruitje over de volgende 21-23-25 st. Brei zo door over de resterende st van de nld = totaal 5 Dominoruitjes. Dit was de 1e nld van de ruitjes. Neem vervolgens 10-11-12 st op – Lees Tip Breien 2 - langs de ene kant van het laatste ruitje van de vorige nld. Neem 1 st op tussen het laatste- en het volgende ruitje, en neem 10-11-12 st op langs de rand van het volgende ruitje = 21-23-25 st op de breinld. Brei 1 Dominoruitje zoals beschreven. Neem op deze manier, st op tussen alle ruitjes in de nld, en brei Dominoruitjes. Ga zo door, totdat er totaal 3 nld Dominoruitjes zijn gebreid. Neem in de 4e nld de st op zoals voor de vorige nld, maar minder gelijkmatig 2 st in de 1e nld (= op de verkeerde kant) = 19-21-23 st. Brei de Dominoruitjes over deze st. Ga zo door over alle ruitjes in de 4e nld. Neem in de 5e nld 19-21-23 st op tussen de ruitjes en brei nog een nld met Dominoruitjes. Brei zo door, totdat er totaal 8 nld met Dominoruitjes zijn gebreid. Het werk heeft dan een hoogte van ca 23-25-27 cm.

Hiel: Brei in de volgende nld 2 driehoeken (horizontaal) – lees de instructie hierboven. Als er 2 driehoeken zijn gebreid, neem dan (van de goede kant) 1 st op voor de eerste driehoek, zet de 4-5-5 st van de hulpnld terug op de breinld, neem 2 st op tussen de 2 hulpnld, zet de volgende 4-5-5 st van de hulpnld terug op de breinld. Neem dan 2 st op tussen de 2 driehoeken. Zet de volgende 4-5-5 st van de hulpnld terug op de breinld. Neem 2 st op tussen de 2 hulpnld, zet de volgende 4-5-5 st van de hulpnld terug op de breinld, en neem 1 st op na de tweede driehoek = 24-28-28 st. Brei 1 nld av op de verkeerde kant, en minder tegelijkertijd gelijkmatig 0-2-0 st in deze nld = 24-26-28 hiel-st. Brei 5-5½-6 cm tricotst heen en weer over deze hiel-st. Plaats 1 merkdraad in het werk. Minder vervolgens voor de hiel – lees de instructie hierboven
Neem na de minderingen voor de hiel 13-14-16 st op aan weerskanten van de hiel = 40-42-48 st. Plaats de st op een hulpnld (draad).

Wreef 1: Neem 19-21-23 st op voor de ruitjes zoals eerst, en brei 3 Dominoruitjes voor de wreef.

Onderkant van de voet 1: Neem 10-11-12 st op langs de rand van het eerste ruitje voor de wreef. Zet de 40-42-48 st van de hulpnld terug op de breinld, en neem dan ook 10-11-12 st op langs de rand van het eerste ruitje voor de wreef aan de andere kant = 60-64-72 st. Plaats 1 draad aan weerskanten van de st van de hulpnld. Brei tricotst heen en weer over de st voor de onderkant van de voet en brei tegelijkertijd aan weerskanten een driehoek (verticaal) – lees de instructie hierboven. Minder tegelijkertijd (op de goede kant) aan weerskanten van de st als volgt: De eerste 2 st na de 1e merkdraad r samen breien. De laatste 2 st voor de 2e merkdraad verdraait r samen breien (dwz u breit achter in de st in plaats van voorin). Minder op deze manier in elke 2e nld totaal 13-14-15 keer. Brei zo door tot de driehoeken voltooid zijn en plaats de st op een hulpnld (draad).

Wreef 2: Neem 19-21-23 st op voor de ruitjes zoals eerst, en brei eerst 1 nld met 2 Dominoruitjes voor de wreef. Neem voor de volgende nld ook st op en brei dan 3 ruitjes.

Onderkant van de voet 2: Zet de st van de hulpnld terug op de breinld en neem 10-11-12 st op van de eerste ruitjes voor de wreef aan weerskanten.
Brei door in tricotst op de onderkant van de voet en brei tegelijkertijd een driehoek (verticaal) aan weerskanten. NB! Minder steeds aan weerskanten van de tricotst zoals hierboven is beschreven. Brei zo door tot de driehoeken voltooid zijn en plaats de resterende 14-14-18 st op de hulpnld (draad).

Wreef 3: Neem st op zoals eerst en brei 1 nld met 2 Dominoruitjes voor de wreef.

Neem vervolgens st op voor nog een nld, maar brei nu 3 driehoeken (horizontaal).

Tenen: Zet de resterende 14-14-18 st van de onderkant van de voet terug op de breinld. Neem daarbij 1 st op voor de eerste driehoek. * Zet de 4-5-5 st van de hulpnld terug op de breinld. Neem 2 st op tussen de 2 hulpnld, en zet de volgende 4-5-5 st van de hulpnld terug op de breinld *. Neem 2 st op tussen de driehoeken, en herhaal *-*. Neem weer 2 st op tussen de driehoeken, en herhaal *-*. En neem uiteindelijk 1 st op na de laatste driehoek = 50-56-60 st. Het werk wordt vanaf hier in het rond gebreid op de sokkenbreinld. Brei tricotst over alle st tot een hoogte van ca 18-19-21 cm vanaf de merkdraad in de hiel (nog ca 4-5-6 cm te breien).
Plaats weer 1 merkdraad aan weerskanten, zodat er 25-28-30 st voor de wreef en 25-28-30 st op de onderkant van de voet komen. Brei nu door in tricotst over alle st en minder tegelijkertijd voor de tenen aan weerskanten van beide merkdraden. Minder voor 1 st r en de merkdraad als volgt: 2 st r samen breien. Minder na de merkdraad 1 st r als volgt: 2 st verdraait r samen breien. Minder op deze manier in elke 2e nld totaal 4-5-8 keer en vervolgens in elke nld totaal 6-6-3 keer = 10-12-16 st op de breinld. Brei in de volgende nld alle st 2 aan 2 samen. Knip de draad en rijg deze door de resterende st, trek stevig aan en hecht af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 14.04.2008
De tweede driehoek moet verticaal zijn!

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 105-43

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (85)

country flag Lienka wrote:

Hello, please, is it knitted in the round?

11.02.2024 - 10:03

country flag Amboßmücke wrote:

Hallo, Ich bin gerade dabei, diese tollen Socken zu stricken und hatte zu Beginn die Anleitung grob überflogen. Jetzt allerdings hänge ich an der Ferse. Im Text steht, glatt rechts stricken, Markierungsfaden einziehen und dann mit der Fersenabnahme anfangen -siehe oben. Auf welches oben bezieht sich das? Ich stricke sonst immer eine andere Fersenform und hab daher keine Idee, wie ich fortfahren muss. Liebe Grüße und schonmal danke im Voraus, Amboßmücke

07.03.2023 - 11:58

DROPS Design answered:

Liebe Amboßmücke, es bezieht sich auf den Absatz Fersenabnahme: oben (zwischen Halbes Viereck (vertikal): und Socken:). Viel Spaß beim stricken!

07.03.2023 - 14:22

country flag Elma Van Der Loos wrote:

Mijn vraag, die ik net gesteld heb, is intussen beantwoord. Met andere woorden: ik begrijp wat ik niet goed gelezen heb. Groetjes, Elma

27.02.2023 - 18:28

country flag Elma Van Der Loos wrote:

Hallo, opzetten 125 steken, dan een naald averecht en dan 5 keer 23 steken voor het begin van 5 ruitjes is 115 steken. Dan houd ik 10 steken over? Groetjes, Elma.

27.02.2023 - 18:24

DROPS Design answered:

Dag Elma,

Je breit na het opzetten eerst een naald averecht. Daarna brei je de volgende naald als volgt:* 11 r, haal 1 st r van de breinld af, 2 st r samen breien, en haal de afgeh st daarover, 11 r *, herhaal *-* totaal 5 keer. Na deze naald heb je 115 steken op de naald staan. Daarna begin je met de dominoruitjes.

01.03.2023 - 20:40

country flag Satie94 wrote:

Bonjour Réalisation de la 2è ligne il est écrit : "Relever ensuite 10-11-12 m -voir astuce 2- le long du côté du dernier domino de la 1ère ligne de motifs, relever 1 m entre celui-ci et le motif suivant = 21-23-25 m. " Je fais la taille 38/40, 11 +1=12, il manque 11 mailles il me semble ?!? Merci d'avance pour votre réponse.

26.03.2016 - 08:23

DROPS Design answered:

Bonjour Satie, il manquait effectivement les mailles à relever le long de la moitié du domino suivant pour avoir 11 +1 + 11 en taille 38/40. Bon tricot!

29.03.2016 - 09:09

country flag Renata wrote:

Socken mit Vierecken! Wow! Das muss ich ausprobieren...........

19.05.2015 - 19:17

country flag Ritva L. wrote:

Ohjeessa neuvotaan laittamaan kokonaista ruutua aloittaessa laittaan merkkilanka keskimmäiseen silmukkaan. Missä on keskimmäisen silmukan kohta? (koko = 41/43 Onko se 12 ja 12 oikean silmukan välissä vai silmukoiden kavennuskohdassa? En päässyt neulomisessa alkua pidemmälle.

07.01.2014 - 18:23

country flag DROPS Design wrote:

Denne oppskriften er lest gjennom og har blitt strikket mange ganger. Hvis du har spørsmål til strikk henviser vi deg til din DROPS/GARNSTUDIO-forhandler for råd/veiledning.

12.08.2008 - 10:52

country flag Claudia wrote:

Hej! Roligt och beroendeframkallande mönster. Men har stött på patrull. När jag kommer till tån har jag bara 8 m istället för 14. Har gått tillbaka i mönstret men kan inte se var jag i så fall skulle ha gjort fel. Har kommit ihåg att fortsätta minskn under foten i varje sida. Men då får färre maskor än era 14. Hjälp mig är ni snälla!

11.08.2008 - 13:22

country flag Carl wrote:

Wonderful work of art and looks like it will go with most anything

17.02.2008 - 14:49