DROPS Fabel uni colour 75% wol, 25% polyamide |
1.85 € /50g |
Bestel | |
DROPS Fabel 75% wol, 25% polyamide |
2.00 € /50g |
Bestel | |
DROPS Fabel long print 75% wol, 25% polyamide |
2.20 € /50g |
Bestel |
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
-------------------------------------------------------
Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger
-------------------------------------------------------
DROPS Fabel uni colour 75% wol, 25% polyamide 1.85 € /50g Bestel |
|
DROPS Fabel print 75% wol, 25% polyamide 2.00 € /50g Bestel |
|
DROPS Fabel long print 75% wol, 25% polyamide 2.20 € /50g Bestel |
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Breiwebshop website
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
= recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant (tricotst) | |
= haal 1 st r van de breinld af, 2 st r samen breien, en haal de afgeh st daarover | |
= 1 omslag tussen 2 st |
Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.
Deze stap-voor-stap instructie kan tevens behulpzaam zijn:
Waarom is de stekenverhouding zo belangrijk?
De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.
De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.
De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.
Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet
Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt
Hoe weet ik hoeveel bollen ik nodig heb?
De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.
Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.
LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Wat zijn de garengroepen?
Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.
Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep
Hoe gebruik ik de garenvervanger?
Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).
Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.
Waarom staan er garens in de patronen die niet meer leverbaar zijn?
Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.
Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.
Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.
What size should I knit?
Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.
U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.
Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen
Waarom krijg ik de verkeerde stekenverhouding met de aangegeven naalddikte?
De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.
Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.
Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding
Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding
Waarom wordt het patroon van boven naar beneden gereid?
Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.
In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.
Hoe brei ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.
Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.
Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?
Hoe haak ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.
Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.
Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.
Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.
Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken
Hoe brei/haak je verschillende telpatronen tegelijkertijd op dezelfde naald/toer
Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.
De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest
Waarom zijn de mouwen korter in de grotere maten?
De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.
Waar op het kledingstuk wordt de lengte gemeten??
De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.
Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.
Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen
Wat is een herhaling?
Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.
Waarom begint het werk met meer lossen dan waarmee gehaakt wordt?
Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.
Waarom meerderen voor de boord als het werk van boven naar beneden gebreid wordt?
De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.
Waarom meerderen in de afkantrand?
Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.
Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen
Hoe meerder/minder je afwisselend op elke 3e en 4e naald/toer?
Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.
Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend
Hoe kan ik een vest in de rondte breien, in plaats van heen en weer?
Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.
Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen
Kan ik een trui heen en weer breien in plaats van in de rondte?
Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?
Waarom is het patroon een beetje anders dan wat ik op de foto zie?
Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.
Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!
Hoe verander ik een kledingstuk voor dames in eentje voor heren?
Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.
Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.
Hoe voorkom ik dat een harig kledingstuk gaat pillen of pluizen?
Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.
Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:
1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt
2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.
3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.
4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.
Waarom pilt mijn kledingstuk?
Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.
U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.
Berlingot Cardigan |
||||||||||
|
|
|||||||||
DROPS Vest met strepen en ¾-lange mouwen van 2 draden ”Fabel”. Maat S t/m XXXL.
DROPS 106-12 |
||||||||||
Gerstekorrelst: 1e nld: * 1 r, 1 av *, herhaal *-*. 2e nld: r boven av en av boven r. Herhaal de 2e nld. Motief: Zie de teltekening M.1. De teltekening geeft het motief weer op de goede kant. Strepen (brei als volgt): Panden: Kleur nr. 161 + 159: Vanaf de opzetnld tot een hoogte van 17-17-18-18-19-19 cm. Kleur nr. 161 + 151: Vanaf 17-17-18-18-19-19 cm tot een hoogte van 34-34-36-36-38-38 cm. Kleur nr. 151 + 153: Vanaf 34-34-36-36-38-38 cm tot een hoogte van 50-51-53-54-56-58 cm. Kleur nr. 153 + 159: Vanaf 50-51-53-54-56-58 cm tot de vereiste afmetingen. Mouwen: Kleur nr. 161 + 159: Vanaf de opzetnld tot een hoogte van 10-10-10-10-10-10 cm. Kleur nr. 161 + 151: Vanaf 10-10-10-10-10-10 cm tot een hoogte van 19-20-20-20-20-20 cm. Kleur nr. 151 + 153: Vanaf 19-20-20-20-20-20 cm tot een hoogte van 28-29-29-30-30-30 cm. Kleur nr. 153 + 159: Vanaf 28-29-29-30-30-30 cm tot de vereiste afmetingen. Knoopsgaten: Kant af voor de knoopsgaten in de rechter voorbies. 1 knoopsgat = kant de vierde voorbiesst af. Zet in de volgende nld 1 st op boven de afgekante st. Kant af voor de knoopsgaten bij een hoogte van: Maat S: 12, 23, 33, 43 en 53 cm. Maat M: 12, 23, 34, 45 en 55 cm Maat L: 12, 23, 34, 45 en 56 cm Maat XL: 12, 22, 31, 40, 49 en 58 cm Maat XXL: 12, 22, 32, 41, 50 en 59 cm Maat XXXL: 12, 22, 32, 42, 52 en 61 cm Panden: De panden worden heen en weer gebreid van middenvoor naar middenvoor op de rondbreinld. Dwz dat u ook lange rechte naalden kunt gebruiken. Zet 284-310-336-362-401-440 st op (incl. 12 voorbiesst aan weerskanten) met rondbreinld 5 mm en 1 draad 161 en 1 draad 159. Brei de strepen – lees de instructie hierboven. Brei eerst 2 nld r, en brei vervolgens door als volgt – op de goede kant: 12 gerstekorrelst – lees de instructie hierboven, teltekening M.1 over de volgende 260-286-312-338-377-416 st en eindig met 12 gerstekorrelst. Als de teltekening M.1 één keer is gebreid, staan er 164-178-192-206-227-248 st op de breinld. Brei door in tricotst en de voorbiesst in gerstekorrelst tot de vereiste afmetingen. Plaats 2 merkdraden in het werk 44-47-51-54-60-65 st vanaf het middenvoor aan beide kanten (achterpand = 76-84-90-98-107-118 st). Let op de steekverhouding! Minder vanaf een hoogte van 8 cm 4 x 1 st aan weerskanten van beide merkdraden op elke 3-4-4½-5-6-6½ cm = 148-162-176-190-211-232 st. Kant ook af voor de knoopsgaten – lees de instructie hierboven. Meerder vanaf een hoogte van 24-26-28-30-32-34 cm 3 x 1 st aan weerskanten van beide merkdraden op elke 9-8½-8-7½-7-6½ cm = 160-174-188-202-223-244 st. Kant bij een hoogte van 46-47-48-49-50-51 cm 3 st af aan weerskanten van beide merkdraden (= 6 st). De delen worden afzonderlijk verder gebreid. Achterpand: (= 68-76-82-90-99-110 st). Kant daarbij af aan weerskanten voor de armsgaten in elke 2e nld als volgt: 0-0-0-0-1-1 x 3 st, 1-2-3-4-4-6 x 2 st en 0-1-1-2-2-3 x 1 st = 64-66-68-70-73-74 st. Kant bij een hoogte van 64-66-68-70-72-74 cm de middelste 24-24-26-26-27-28 st af voor de hals. Kant in de volgende nld nog 1 st af aan beide halskanten = 19-20-20-21-22-22 st over op elke schouder. Kant bij een totale hoogte van 66-68-70-72-74-76 cm de resterende st af. Linker voorpand: (= 40-43-47-50-56-61 st). Kant af aan de zijkant voor het armsgat zoals voor het achterpand = 38-38-40-40-43-43 st. Plaats bij een hoogte van 54-56-57-59-60-62 cm de eerste 12 st aan het middenvoor op 1 hulpnld (draad) voor de hals. Minder vervolgens voor de hals langs het middenvoor in elke 2e nld: 1 x 3 st, 1 x 2 st en 2-1-3-2-4-4 x 1 st = 19-20-20-21-22-22 st over op de schouder. Kant bij een totale hoogte van 66-68-70-72-74-76 cm de st af. Rechter voorpand: Brei door zoals het linker voorpand, maar dan in spiegelbeeld. Mouwen: De mouwen worden heen en weer gebreid op de breinld. Zet 38-40-42-44-46-48 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met breinld 5 mm en 1 draad 161 en 1 draad 159. Brei de strepen – lees de instructie hierboven. Brei eerst 6 nld gerstekorrelst. Brei vervolgens door in tricotst en minder tegelijkertijd gelijkmatig 10 st in de 1e nld = 48-50-52-54-56-58 st. Meerder vanaf een hoogte van 5 cm 7-8-9-11-12-13 x 1 st aan weerskanten van de mouw op elke 3½-3-2½-2-1½-1½ cm = 62-66-70-76-80-84 st. Kant bij een hoogte van 29-29-28-28-27-25 cm - NB! De grote maten hebben kortere mouwen omdat de mouwkop langer is en de schouders zijn breder – af aan weerskanten voor de mouwkop in elke 2e nld als volgt: 1 x 3, 3 x 2 st en 1-2-3-4-5-7 x 1 st. Kant daarna steeds 2 st af aan weerskanten tot een hoogte van 36-37-37-38-38-38 cm, en kant dan nog 1 x 3 st af aan weerskanten. Kant de resterende st af. De mouw heeft een totale lengte van ca 37-38-38-39-39-39 cm. Afwerken: Sluit de schoudernaden. Neem ca 84-97 st op (incl. de st van de hulpnld) rondom de hals met rondbreinld 5 mm en kleur nr. 153 + 159. Brei 4 nld r. Kant de st af. Sluit de mouwnaad met 1 kantst als naadtoeslag, en naai vervolgens de mouwen in het vest. Knoophoesjes: Haak totaal 5-5-5-6-6-6 knoophoesjes. Haak 3-3-3-3-3-3 hoesjes met kleur nr. 161 en 2-2-2-3-3-3 hoesjes met kleur nr. 159. Haak met haaknld 3 mm en 1 draad Fabel als volgt: Haak 2 l, haak vervolgens 16 stk in de eerste van de 2 l. Eindig met 1 hv boven op het eerste stk (= 1e tr). 2e tr: Haak 1 v in elk stk en eindig met 1 hv in de eerste v van de tr (= 16 v). 3e tr: Haak eerst 3 l (1e stk) en haak vervolgens 1 stk in elke tweede v. Eindig met 1 hv in de 3e l van het begin van de tr = 8 stk. Doe de knoop in het hoesje. Rijg de draad door de rand van het hoesje en trek stevig aan. Hecht af. Naai de knopen op de linker voorbies. |
||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||
|
||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Met meer dan 40 jaar ervaring in brei- en haakdesign biedt DROPS Design één van de meest uitgebreide collecties van gratis patronen aan op internet vertaald in 304 talen. Tot en met vandaag hebben wij 11422 boeken en 11129 patronen gepubliceerd.
Wij werken hard om u het beste van haken en breien te bieden; patronen, inspiratie, advies en natuurlijk garens van uitstekende kwaliteit voor de allerbeste prijzen! Wilt u onze patronen gebruiken voor meer dan privégebruik? U kunt lezen wat wel en niet is toegestaan is in de Copyright tekst, die u onderaan elk patroon kunt vinden. Veel handwerkplezier!
Opmerkingen / Vragen (59)
Ineke Schroen wrote:
De eerste naald van het patroon m 1 zijn 13steken De tweede patroonnaald zijn 11 steken tot 7 steken Brij je de tussenliggende steken samen om 11 steken patroon te krijgen?
01.10.2023 - 14:22DROPS Design answered:
Dag Ineke,
Ja, je breit in het midden steeds 2 steken samen en je haalt de afgehaalde steek over de samengebreide steken. Hierdoor minder je 2 steken.
03.10.2023 - 06:07Lydie wrote:
Bonjour je commence les diminutions situées de chaque coté des marqueurs a 8 cm et j aimerai savoir quelle diminutions faire ??? 2 mailles ensembles ?? 1 maille glisseé 1 maille tricoté.... laquelle de quel coté du marqueur ??? je vous remercie
09.05.2023 - 19:16DROPS Design answered:
Bonjour Lydie, vous pouvez tricoter ces diminutions au choix; par ex. glissez 1 m à l'endroit, tricotez 1 m end et passez la m glissée par-dessus la m tricotée, marqueur du côté, 2 m end à l'end (ou bien l'inverse, tout dépend de la façon dont vous préférez voir vos diminutions. N'hésitez pas à essayer sur un échantillon si vous préférez être sûre de vous. Bon tricot!
10.05.2023 - 08:18Judy Caudill wrote:
What I'm asking is: When beginning the stockinette stitch in size large, how should the 192 stitches should be devided between the two fronts and one back. Judy
23.05.2022 - 05:22DROPS Design answered:
Dear Mrs Caudill, after A.1 has been worked 1 time in height (= there are 192 sts on needle), continue in stocking stitch with the front band sts in moss stitch as before. When piece measures 8 cm [3 1/8’’] decrease on each side of each marker, when piece measures 28 cm[11"] start to increase on each side; and when piece measures 48 cm [19"], divide piece for armhole and finish back and front pieces separately. Happy knitting!
23.05.2022 - 08:55Judy Caudill wrote:
I've done the ruffle portion and was wondering if you could give me a stitch count for size (L) on the row beginning with stockinette and 12 moss stitches each side because I want to make sure I've left enough stitches for the back. It says there are 51 stitches to the MT that I did at the beginning of the ruffle but there have been decreases.
21.05.2022 - 04:21DROPS Design answered:
Dear Judy, after finishing in length M.1, you have decreased from 13 stitches to 7. For size L, you should have 192 stitches after this. Happy knitting!
22.05.2022 - 23:38Judy Caudill wrote:
Re. 106-12 The chart shows 13 st and make one M.1 every 13 sts. 24 times,right?Where do you recommend I place that M.1?
14.04.2022 - 19:58DROPS Design answered:
Hi Judy, in size L, you start the row as follow: 12 sts in moss stitch, then you repeat M.1 24 times until 12 sts remain, you work tjis 12 sts in moss stitch. How to work several different diagrams worked consecutively on the row/round you will find HERE. Happy knitting!
15.04.2022 - 09:42Judy Caudill wrote:
Pat. #106-12. I don't understand on page 2 after knitting 2 rows of garter, M.1 on the next (in my case 312 sts.) Is that possible, M-1, 312 times? And the chart shows 13m to 7m sts. of M.1. Also what does the (m) stand for?
10.04.2022 - 20:04DROPS Design answered:
Dear Judy, the m is the term for st (stitch) in the original language (norsk), which can still be found in some of our older diagrams. So the repeats is from 13 stitches (first row) to 7 stitches (last row). On the other hand, you work 24 repeats of M.1, which would cover the 312 sts. Happy knitting!
10.04.2022 - 20:48Jana wrote:
Ich würde diese Jacke gerne statt mit den 3/4 Ärmeln mit langen Ärmeln stricken. Gibt es auch dafür eine Anleitung und wieviel mehr Wolle benötige ich ungefähr? Ich würde die Jacke auch nur mit den Farben 151 und 161 stricken....das macht es wahrscheinlich einfacher mir zu sagen, wieviel Gramm Wolle ich bei langen Ärmeln zusätzlich benötige.
12.01.2020 - 13:28DROPS Design answered:
Liebe Jana, leider können wir jeder Anleitung nach jedem individuellen Frage anpassen und einzelne Modelle auf individuellen Wunsch hin umrechnen. Wenn sie Hilfe damit brauchen, wenden Sie sich bitte an dem Laden wo Sie die Wolle gekauft haben, dort hilft man Ihnen gerne weiter. Viel Spaß beim stricken!
13.01.2020 - 09:53Pia wrote:
Salve, un chiarimento sul n di maglie da avviare. Per la taglia xl sono previste 362 maglie. Se in 10 cm ci sono 17 m significa 212cm rispetto i 116cm circa necessari. Ho provato ad seguire le istruzioni ed effettivamente il risultato è enorme. Potete chiarire questo passaggio. Grazie
29.09.2018 - 21:21DROPS Design answered:
Buongiorno Pia, il cardigan si lavora dal basso verso l'alto. Sulle 362 maglie avviate deve lavorare il motivo 1 che inizia con 13 maglie e finisce con 7,per cui vengono diminuite 6 maglie per ogni ripetizione del motivo. Ed è per questo che alla fine del motivo si troverà con 206 maglie, su cui proseguirà la lavorazione del cardigan. Buon lavoro!
30.09.2018 - 08:17Martine wrote:
Merci pour votre réponse - Suggestion : Afin d'être plus clair dans les explications concernant les manches, il conviendrait peut être d'indiquer le nombre de mailles restant à rabattre. Cordialement
07.05.2018 - 20:02DROPS Design answered:
Bonjour Martine, vous devez rabattre pour l'arrondi de la manche (après 1 fois 3 m, 3 fois 2 m, 1-2-3-4-5-7 fois 1 m) 2 m de chaque côté jusqu'à ce que la manche mesure 36-37-38 cm (cf taille), le nombre de fois que vous rabattrez 2 m de chaque côté à ce niveau va dépendre de votre tension en hauteur, ce qui compte avant tout ici c'est bien la hauteur indiquée, qui va varier en fonction de votre nombre de rangs pour 10 cm. Bon tricot!
08.05.2018 - 09:09Martine wrote:
Bonjour. Je suis en train de faire les manches de ce modèle et j'ai un doute sur l'emmanchure de celle-ci. Je tricote la taille M et, après toutes les diminutions, il me reste 26 m sur une hauteur de 9 cm. Cela me paraît très court pour les assembler à l'emmanchure du corps, qui elle, mesure 21 cm de haut. Me suis-je trompée quelque part ???
04.05.2018 - 16:35DROPS Design answered:
Bonjour Martine, l'arrondi de la manche mesure bien 9 cm en taille M - cf schéma, tout est donc juste. Épinglez votre manche autour de l'emmanchure, elle devrait tout à fait correspondre. Bon tricot!
07.05.2018 - 08:11