DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 97-18
Maat: XS - S - M - L - XL - XXL
Materialen: DROPS Alpaca van Garnstudio
250-250-300-300-350-400 gr nr. 7238, groen mix
DROPS Breinld nr. 3,5 – of de breinld, die u nodig heeft voor de volgende steekverhouding: 23 st x 30 nld tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS Schelpknoopjes, nr. 525: 3 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Ribbelst (heen weer op de breinld): Alle nld recht breien.

Tips voor het minderen-1 (geldt voor de figuurnaden):
Alle minderingen komen op de goede kant van het werk!
Minder als volgt na de merkdraad: 2 r samenbr.
Minder als volgt voor de merkdraad: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.

Tips voor het minderen-2 (geldt voor de armsgaten en de hals): Alle minderingen komen op de goede kant van het werk!
Minder naast de 3 kantst langs het armsgat en naast de 12 st ribbelst aan de halskant.
Minder als volgt voor de 3/12 st: 2 r samenbr.
Minder als volgt na de 3/12 st: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.

Tips voor het meerderen: Meerder als volgt: Neem het draadje tussen de linker- en de rechter breinld op en brei het verdraaid (d.w.z. steek achter in de st en niet voorin).

Achterpand: Zet 94-104-114-126-140-154 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met breinld 3.5 mm en Alpaca. Brei de 1e nld op de verkeerde kant r en brei de rest van het werk in tricotst. Plaats een merkdraad op 24-26-29-32-35-39 st vanaf beide zijkanten (= 46-52-56-62-70-76 st tussen de merkdraden). Minder bij een hoogte van 6-7-8-9-10 cm bij elke merkdraad voor de figuurnaden. Minder na de 1e merkdraad en voor de 2e merkdraad – zie de tips voor het minderen-1: Minder 5 x 1 st bij elke merkdraad in elke 6e nld = 84-94-104-116-130-144 st. Meerder vanaf een hoogte van 17-18-19-20-21-22 cm bij de merkdraden – meerder na de 1e merkdraad en voor de 2e merkdraad – zie de tips voor het meerderen. Meerder 5 x 1 st in elke 6e nld bij beide merkdraden = 94-104-114-126-140-154 st.
Kant bij een hoogte van 34-35-36-37-38-39 cm 4-5-6-8-10-12 st af aan weerskanten voor de armsgaten. Minder vervolgens 5-7-8-10-13-15 x 1 st aan weerskanten in elke 2e nld – zie de tips voor het minderen-2 = 76-80-86-90-94-100 st. Brei bij een hoogte van 48-50-52-54-56-58 cm 4 nld ribbelst op de middelste 52-52-56-56-60-60 st (brei de andere st zoals eerst) en kant vervolgens de middelste 28-28-32-36-36 st af voor de hals. Kant hierna nog 2 x 1 st af aan de halskanten in elke 2e nld naast de 12 st ribbelst – zie de tips voor het minderen-2: = 22-24-25-27-27-30 st over voor elke schouder. Kant de resterende st af bij een hoogte van 52-54-56-58-60-62 cm.

Linker voorpand: Zet 53-58-63-69-76-83 st op (incl. 1 kantst aan de zijkant en 12 st voor de knoopbies langs het voorpand) met breinld 3.5 mm. Brei de 1e nld op de verkeerde kant r. Ga dan verder in tricotst maar brei de 12 st van de bies in ribbelst op het hele werk. Plaats een merkdraad 24-26-29-32-35-39 st vanaf de zijnaad. Minder vanaf een hoogte van 6-7-8-9-10-11 cm 5 x 1 st voor de merkdraad voor de figuurnaad in elke 6e nld – zie de tips voor het minderen-1 = 48-53-58-64-71-78 st. Meerder vanaf een hoogte van 17-18-19-20-21-22 cm 5 x 1 st voor de merkdraad in elke 6e nld – zie de tips voor het meerderen = 53-58-63-69-76-83 st.

Lees het onderstaande a.u.b. goed door voordat u verder breit!
Hals: Minder vanaf een hoogte van 29-30-31-32-33-34 cm voor de halslijn naast de 12 st van de bies – zie de tips voor het minderen-2: Minder 18 x 1 st in elke 2e nld en vervolgens 4-4-6-6-8-8 x 1 st in elke 4e nld.
Armsgat: Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 34-35-36-37-38-39 cm af voor het armsgat zoals beschreven voor het rugpand.
Als alle meerder- en minderingen zijn voltooid staan er nog 22-24-25-27-27-30 st op de nld voor de schouder. Kant de resterende st af bij een hoogte van 52-54-56-58-60-62 cm.

Rechter voorpand: Zet op en brei als het linkervoorpand maar in spiegelbeeld. NB! Minder en meerder voor de figuurnaad na de merkdraad. En maak bovendien 3 knoopsgaten in de bies langs het voorpand.
1 knoopsgat = kant de 5e en de 6e st vanaf de kant af en zet in de volgende nld boven deze st 2 nieuwe st op. Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
Maat XS: 21, 24 en 27 cm.
Maat S: 20, 24 en 28 cm.
Maat M: 21, 25 en 29 cm.
Maat L: 22, 26 en 30 cm.
Maat XL: 21, 26 en 31 cm.
Maat XXL: 22, 27 en 32 cm.

Mouw: Zet 56-58-62-64-68-70 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met breinld 3.5 mm. Brei 1 nld recht op de verkeerde kant. Brei verder in tricotst. Minder bij een hoogte van 10 cm gelijkmatig verdeeld 10 st in de volgende nld = 46-48-52-54-58-60 st. Meerder vervolgens 15-16-16-18-19-20 x 1 st aan weerskanten op elke 8-7-7-6-5-5 nld =76-80-84-90-96-100 st. Kant bij een hoogte van 50-49-48-47-45-43 cm af voor de mouwkop aan weerskanten in elke 2e nld: 1 x 4 st, 1 x 3 st, 2 x 2 st, 5-6-8-9-12-15 x 1 st, en kant hierna steeds 2 st af aan weerskanten tot een hoogte van 57 cm, en vervolgens aan weerskanten nog 1 x 3 st. Kant de resterende st af bij een hoogte van ca. 58 cm.

Afwerking: Sluit de schoudernaden, zet de mouwen in en sluit de zij- en mouwnaden vlak langs de 1 kantst. Naai de knopen aan.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 20.08.2009
Achterpand:...Brei bij een hoogte van 48-50-52-54-56-58 cm 4 nld ribbelst op de middelste 52-52-56-56-60-60 st (brei de andere st zoals eerst) en kant vervolgens de middelste 28-28-32-36-36 st af voor de hals.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Swing

RabbitandRobot, Spain

Swing

Wendy, United States

Vakiomallitakki

Riina, Finland

Laat een opmerking achter voor DROPS 97-18

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (137)

country flag Vicki wrote:

My question is on the neck and armhole shaping on the left front piece. I am making the "s" size. My numbers are not adding up. I start with 58 stitches, I decrease 18 + 4 times on the neck shaping and at the same time decrease 8 times for the arm hole. 58-18-4-8=28. I need to decrease 4 more stiches. What am I missing? Also does the arm hole shaping start at 35 cm?

12.01.2021 - 19:05

DROPS Design answered:

Dear Vicki, you decrease and increase = 58 sts again, then decrease for neck 18 + 4 sts and cast off for armhole 5 + 7 sts = 58- (18+4) - (5+7) = 24 sts. Happy knitting

13.01.2021 - 06:55

country flag Minna wrote:

Hihan ohjeessa on virhe, lisäykset tehdään kierroksen välein, ei cm:ien. kLisää nyt 1 s kummassakin reunassa 15-16-16-18-19-20 x 8-7-7-6-5-5 cm:n välein = 76-80-84-90-96-100 s.

20.10.2020 - 09:55

country flag Rhonda🇺🇸 wrote:

I am knitting a size xl and not understanding the instructions. I have just cast off 10 stitches on each side for the arm holes. I don’t understand decreasing tip 2. Do you mean to decrease the first stitch on each end for every other row for 13 times? Then not understanding the next set of instructions-to knit 4 rows over the center 56 stitches. What is meant by continuing to knit other stitches as before? The instructions are difficult to understand.

08.09.2020 - 02:22

DROPS Design answered:

Hi Rhondaus, After you have cast off for the armholes the continued decreases are inside the 3 edge stitches on both armholes, slipping and passing over at the beginning of the row (after the edge stitches) and knitting 2 tog. bat the end of the row (before the edge stitches). Both decreases are worked on each row from the right side 13 times. Then you work the neck (later) by working 4 rows of garter stitch over the middle stitches, then casting them off. Hope this helps and happy knitting!

08.09.2020 - 07:07

country flag Judi Buschlen wrote:

Please clarify the last decreases for the sleeve cap where it says -continue to cast off 2 sts each side until the piece measures 57 cm, then cast off 3 sts 1 time each side. Bind off remaining sts.... Meaning to dec or bind off every 2nd row still?? Knitters online have also found the instructions unclear and have lengthened the sleeve cap. I\\\'m not so brave. But I\\\'d like to how to shape the sleeve cap correctly. :)Thanks , Judi

11.07.2020 - 08:11

DROPS Design answered:

Dear Judi, for the sleeve you will cast off 2 sts at the beg of every row both from RS and from WS (= on each side - make sure you cast off the same number of sts on each side) until sleeve measures 57 cm (the number of remaining sts will depend on your tension in height) then cast off 3 sts at the beg of next 2 rows and cast off the remaining sts. Happy knitting!

13.07.2020 - 09:39

country flag Paula wrote:

Please disregard my comment above, I understand those decreasing instructions only apply to the side panels, not the back panel (aside from the decreasing at both edges). Thanks!

03.11.2019 - 20:57

country flag Paula wrote:

I don't understand Decreasing Tip-2, specifically for the back piece. I'm not sure what is meant by "dec. inside 3 edge sts at the armhole and inside 12 sts of garter sts for the neck side". I assume for the back you mean inside the 3 edge Sts at the armhole and inside (52 Sts for extra small) of garter Sts. Is this correct?

03.11.2019 - 20:47

DROPS Design answered:

Dear Paula, after you have worked 2 rows in garter stitch over the middle 52 stitches, you cast off on next row the middle 28 sts for neck = 24 sts remain for each shoulder. Continue working each shoulder separately with the remaining 12 sts in garter stitch towards neck as before and decrease 1 st every other row 2 times inside these 12 sts in garter stitch = 22 sts remain. Happy knitting!

05.11.2019 - 08:02

country flag Rosita Gyllenhammar wrote:

Efter ökning på bakstycket har jag 104 maskor. St s Vi 35 cm avmaskar jag 5 maskor varje sida och minskar totalt 10 maskor(en i varje sida 5ggr) det bli 20 maskor mindre. I beskrivning står det art det ska vara 80 maskor kvar? 104-20 = 84 ?

09.03.2019 - 23:54

DROPS Design answered:

Hej. Det var lite otydligt skrivet i den svenska översättningen, men du ska minska först 5 maskor i varje sida och sedan 1 maska i varje sida 7 gånger. 104-(5x2)-(7x2)= 80 m.

14.03.2019 - 10:40

country flag Robin Rockwell wrote:

There are several comments about problems (mistakes?) with the armhole/sleeve directions not being correct. Are those problems corrected in the directions? I'm not an improvisational knitter so I hope the current online pattern is correct. Thanks!

17.02.2019 - 16:36

DROPS Design answered:

Dear Mrs Rockwell, pattern is correct just make sure you get and keep correct tension. should you have any question you are welcome to ask them here. Happy knitting!

18.02.2019 - 10:11

country flag Triste Longcore wrote:

I don’t understand the instruction “dec for the neck shape INSIDE the 12 band stitches” I’m guessing you mean decrease 3 stitches BEFORE the band...?

08.01.2019 - 17:00

DROPS Design answered:

Dear Mrs Longcore, you decrease for neck before the 12 front band stitches worked in garter stitch (on left front piece = from RS): work the RS row until 14 sts remain, K2 tog, K12 (= front band sts. Dec after the 12 front band sts (on right front piece, from RS): work the RS row as follows: 12 sts in garter st, slip 1 as if to K, K1, psso. For armholes, you will dec after the 3 sts (left front piece) and before the 3 sts (right front piece). Happy knitting!

09.01.2019 - 08:02

country flag Margaret McDermott wrote:

What does K the first row from the WS mean?

06.11.2017 - 19:12

DROPS Design answered:

Dear Mrs McDermott, after the cast on row, knit 1 row, this first row will be knitted and will be wrong side of piece, ie row 2 on piece will be worked from right side. Happy knitting!

07.11.2017 - 08:35