DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 31.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 97-16
Maat: S - M - L - XL - XXL
Materialen: DROPS Alpaca van Garnstudio
400-450-500-550-600 gr nr. 6309, turkooisgrijs
DROPS Rondbreinld nr. 3,5 – of de breinld, die u nodig heeft voor de volgende steekverhouding: 23 st x 46 nld ribbelst = 10 x 10 cm.
DROPS Knopen van buffelhoorn nr. 537: 5 stuks

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 31.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Teltekening: De teltekening geeft de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

Ribbelst (heen en weer op de breinld): Alle naalden recht breien.

Knoopsgat: Kant af voor de knoopsgaten in de rechter voorpandbies. 1 knoopsgat = kant de 3e en de 4e st vanaf de kant af en zet in de volgende nld 2 nieuwe st op boven de afgekante st.
Kant af voor de knoopsgaten bij een hoogte van:
Maat S: 8, 15, 21, 28 en 35 cm.
Maat M: 8, 15, 22, 29 en 36 cm.
Maat L: 9, 16, 23, 30 en 37 cm.
Maat XL: 9, 16, 24, 31 en 38 cm.
Maat XXL: 9,16, 24, 32 en 39 cm.

Voorpandbies en kraag: Brei de 2 buitenste 2 st langs de middenvoor op het hele werk met een dubbele draad.

Reliëfpatroon (1e nld = goede kant): *3 nld tricotst, 1 nld r op de verkeerde kant*, herhaal van *-*

Kant patroon: Zie teltekening M.1. De teltekening geeft het patroon weer op de goede kant.

Tips voor het meerderen (geldt voor de kraag):
Meerder naast de 1e st langs het middenvoorpand. Maak 1 omsl, en brei de omsl in de volgende nld verdraaid (d.w.z. brei achter in de omsl i.p.v. in de voorkant).

Tips voor het minderen (geldt voor de hals):
Alle minderingen vinden plaats op de goede kant van het werk. Minder naast de 7 st van de knoopbiezen en de nieuwe st voor de kraag.
Minder als volgt voor de st van de bies: 2 r samenbr.
Minder als volgt na de st van de bies: 2 verdraaid r samenbr – brei achter in de st.

Tips voor het meten: Meet het werk terwijl u het ophoud of ophangt. Het vest zal in het dragen anders te groot worden.

Alle delen worden heen en weer gebreid op de rondbreinld (dit is bedoeld om genoeg ruimte te hebben na de meerderingen aan de zijkant).

Achterpand: Zet 92-103-112-124-138 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met rondbreinld 3.5 mm en Alpaca. Brei ribbelst. Meerder vanaf een hoogte van 10 cm 4-4-4-3-3 x 1 st aan weerskanten op elke 8-8-8-12-12 cm = 100-111-120-130-144 st. Zet bij een hoogte van 41-42-43-44-45 cm nieuwe st op aan weerskanten voor de verbrede schouder/mouw. Zet op, in elke 2e nld ( d.w.z. aan het eind van elke nld) als volgt: Maat S: 5 x 2 st. Maat M: 2 x 1 st en 3 x 2 st. Maat L: 3 x 1 st en 2 x 2 st. Maat XL: 5 x 1 st. Maat XXL: In elke 4e nld (dus niet in elke 2e nld): 2 x 1 st = 120-127-134-140-148 st. Kant bij een hoogte van 58-60-62-64-66 cm de middelste 14-15-16-16-18 st af voor de hals. Kant hierna aan de halskanten nog af in elke 2e nld: 2 x 1 st = 51-54-57-60-63 st over voor de schouder/mouw. Kant af bij een hoogte van 60-62-64-66-68 cm.

Linker voorpand: Zet 53-59-63-69-76 st op (incl. 1 kantst aan de zijkant en 7 st van de knoopsgatbies) met rondbreinld 3.5 mm en Alpaca. Brei ribbelst heen en weer. NB: De 2 laatste st langs de middenvoor worden op het hele werk met een dubbele draad gebreid (maak een klein bolletje Alpaca extra en laat dat met het werk meelopen).

Lees het onderstaande a.u.b. goed door voordat u verder gaat!
Meerderingen langs de zijnaad: Meerder vanaf en hoogte van 10 cm aan de zijkant zoals beschreven voor het achterpand.
Kraag: Meerder bij een hoogte van 36-37-38-39-40 cm (zorg dat de volgende nld op de verkeerde kant is) 2 st naast de 1e st kantst langs de middenvoor. Meerder de 2 st als volgt: Brei afwisselend in de voor- en de achterkant van de st tot er 3 st op de nld staan). Brei vervolgens 4 nld ribbelst over de 9 st van de voorbies/kraag (laat de andere st even rusten). Brei dan weer verder over alle st. Meerder tegelijkertijd 31-32-33-33-34 x 1 st naast de st van de bies – lees de tips voor het meerderen: in elke 2e nld en daarna in elke 4e nld nog 8-8-8-9-9 x 1 st = 41-42-43-44-45 st gemeerderd voor de kraag – brei de nieuwe st en de st van de bies in ribbelst.
Hals: Minder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 38-39-40-41-42 cm 6-7-7-7-8 x 1 st aan de halskant – lees de tips voor het minderen - in elke 6e nld en 10 x 1 st in elke 4e nld.
Verbrede schouder/mouw: Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 41-42-43-44-45 cm nieuwe st op voor de verbrede schouder/mouw zoals beschreven voor het achterpand. Als alle meerder- en minderingen voltooid zijn staan er 92-96-100-104-108 st over voor de schouder. Kant bij een hoogte van 60-62-64-66-68 cm de buitenste 51-54-57-60-63 st af voor de schouder = 41-42-43-44-45 kraag st over op de breinld.
Kraag: Brei verder in ribbelst voor de kraag als volgt: *2 nld ribbelst over alle st, 2 nld ribbelst, maar alleen over de 28 st langs de middenvoor *, herhaal van *-* tot de kraag een hoogte heeft van ca. 4-4-4½ -4½ -5 cm aan de binnenkant (de kraag meet dan ca 8-8-9-9-10 cm aan de buitenkant) plaats een merkdraad.

Rechter voorpand: Zet op en brei als het linker voorpand maar in spiegelbeeld. Kant bovendien af voor de knoopsgaten in de rechterbies. – volg de instructies hierboven.

Mouwen: Neem st op langs het armsgat en brei de mouw van boven naar beneden. Neem 77-83-89-95-99 st op (incl. of 1 kantst aan weerskanten) met rondbreinld 3.5 mm en Alpaca. Brei de 1e nld op de verkeerde kant av en ga door met het reliëfpatroon – volg de instructies hierboven. Kant vanaf een hoogte van 2 cm 8-10-12-14-15 x 1 st af aan weerskanten op elke 3-2½ -2-1½ -1½ cm = 61-63-65-67-69 cm. Brei bij een hoogte van 30-30-30-29-28 cm – zorg dat er 2 nld tricotst zijn gebreid – de volgende nld op de goede kant als volgt: 1 kantst, 1-2-3-4-5 st ribbelst, M.1A (= 3 st), 3 x M.1B (= 42 st), M.1C (= 12 st), 1-2-3-4-5 st ribbelst, 1 kantst. Ga na 1 herhaling van M.1 verder in het reliëfpatroon. Kant af als de mouw een lengte heeft van 48-48-48-47-46 cm (voor de grotere maten is de mouw korter omdat de schouders breder zijn). Herhaal dit aan de andere kant voor de tweede mouw.

Afwerking: Sluit de schoudernaden.
Zet de kraag middenachter aan elkaar met kleine onzichtbare matrassteekjes en zet de kraag langs de achterhals. Sluit de zij- en mouwnaden vlak langs de 1 kantst.

Ceintuur: Zet 14 st op met breinld 3.5 mm en Alpaca en brei ribbelst. Brei de 2 buitenste st aan weerskanten met een dubbele draad zoals langs de voorpanden. Kant af als de ceintuur en lengte heeft van ca. 120 tot 150 cm.

Telpatroon

symbols = recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant
symbols = averecht op de goede kant, recht op de verkeerde kant
symbols = 1 omslag
symbols = 2 st r samenbreien
symbols = haal 1 st r van de nld af, 1 r, haal de afgeh st daarover
symbols = haal 1 st r van de nld af, 2 st r samenbreien, haal de afgeh st daarover
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 97-16

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (28)

Dace wrote:

Hello, could you please explain about decreasing for neck line? Where the dec should be done - just wherever inside the front band stitch? I'm a beginner and the dec tips here are very confusing for me.

24.05.2017 - 20:27

DROPS Design answered:

Dear Dace, the decreases should be done right next to the front band stitches. This means that in every row there is a decrease you should work this way: The front band stitches, decrease, knit as established according to the pattern, until you have teh band stitches and 2 stitch on your needle, decrease, and then knit the front band's stitches. I hope this helps. Happy Knitting!

25.05.2017 - 07:30

country flag Bruodtan wrote:

Merci à vous. Mais c'est pour le débuter que je ne comprends pas bien. A 37 cm..... Merci beaucoup. Bonne journée

29.12.2016 - 14:36

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bruodtan, à 37 cm, tricotez 3 fois la même maille alternativement dans le brin avant et le brin arrière (= 2 augmentations) - tricotez ensuite 4 rangs sur les 9 m de bordure devant seulement (rangs raccourcis) puis augmentez 1 m pour le col 32x tous les 2 rangs+ 8 x tous les 4 rangs (pour augmenter, faites 1 jeté à 1 m du bord cf "AUGMENTATIONS"). Bon tricot!

29.12.2016 - 15:51

country flag Brodtan wrote:

Bonjour. Pouvez vous m expliquer pour commencer le col? Merci à vous

25.12.2016 - 21:26

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Brodtan, quand il vous reste les 41-45 m (cf taille) du col, tricotez en rangs raccourcis à partir de la bordure devant (sur l'envers pour le devant gauche): 2 rangs sur toutes les mailles, 2 rangs sur les 28 premières m seulement. Répétez ainsi ces 4 rangs jusqu'à ce que le col mesure 4-5 cm depuis les mailles rabattues pour l'épaule. Bon tricot!

29.12.2016 - 14:04

country flag Teresa Sellars wrote:

Hi - I am wondering where I should increase stitches for collar in front piece of jacket - is it the 7th stitch from the front edge? Look forward to hearing from you Teresa

25.09.2015 - 15:04

DROPS Design answered:

Dear Mrs Sellars, increase for collar should be done inside the edge st towards mid front - see Increasing tips" a the beg of the pattern. Happy knnitting!

25.09.2015 - 18:00

Carin Jeraeus wrote:

Roligt om det kommer en lite tuffare kofta i Alpaca.

07.08.2006 - 18:10

Nanna wrote:

Veldig fin og enkel modell

04.08.2006 - 11:18

country flag Ulla Kamp wrote:

Pæn og enkel trøje.

02.08.2006 - 16:12

Hilde wrote:

Ja! Denne må med!

01.08.2006 - 20:23

wrote:

Praktisk, og sikkert god.

20.07.2006 - 23:19

Gitte wrote:

yderst anvendelig trøje

11.07.2006 - 19:09