DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 31.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 96-7
Maat: S - M - L - XL - XXL
Materialen: DROPS Karisma Superwash van Garnstudio
600-650-700-750-850 gr nr. 16, donkergrijs.

DROPS Rond- en sokkenbreinld nr. 4 of de breinld, die u nodig heeft voor de volgende steekverhouding: 21 st x 28 nld tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS knopen van buffelhoorn, nr. 535: 9 stk.

LET OP! De vernieuwde DROPS Karisma heeft een kortere looplengte: 100 meter i.p.v. 110 meter.
U heeft voor dit patroon dus 10% meer garen nodig dan aangegeven staat. Bereken eventueel 1 of 2 bollen extra.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 31.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Patroon: zie teltekening M.1. De teltekening geeft de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

Tips voor het minderen (geldt voor de raglan):
brei de st aan weerskanten van de merkdraad av op de goede kant en r op de verkeerde kant.
Minder als volgt op de goede kant:
3 st voor de merkdraad: 1 st r afh, 1 r, afgeh st overh, 1 av.
Na de merkdraad: 1 av, 2 r samenbr.
Minder als volgt op de verkeerde kant:
3 st voor de merkdraad: 2 av samenbr, 1 r.
Na de merkdraad: 1 r, 2 verdraait av samenbr.

Knoopsgat:
Kant af voor de knoopsgaten in de linker voorbies.
1 knoopsgat = kant de 3e en de 4e st vanaf de kant af en zet hierboven in de volgende nld 2 nieuwe st op.
Kant af voor de knoopsgaten bij een hoogte van:
Maat S: 5, 12, 19, 26, 33, 40, 47, 54 en 61 cm
Maat M: 5, 12, 20, 27, 34, 41, 49, 56 en 63 cm
Maat L: 5, 13, 20, 28, 35, 43, 50, 58 en 65 cm
Maat XL: 5, 13, 21, 28, 36, 44, 52, 59 en 67 cm
Maat XXL: 5, 13, 21, 29, 37, 45, 53, 60 en 68 cm

Voor- en achterpand: Wordt heen en weer gebreid met de rondbreinld vanaf de middenvoor. Zet 197-221-245-269-293 st op (incl. 7 st van de knoopbiezen aan weerskanten die op het hele werk in ribbelst worden gebreid) met rondbreinld 4 mm. Ga verder als volgt: (1e nld = goede kant): 7 kantst in ribbelst, M.1 over 183-207-231-255-279 st, 7 voorbies st in ribbelst – denk aan de knoopsgaten in de rechter voorbies – zie boven.
Brei bij een hoogte van 39-40-41-42-43 cm de volgende nld als volgt: 7 st voorbies, M.1 over 37-43-49-55-61 st, kant 13 st af voor het armsgat, M.1 over 83-95-107-119-131 st, kant 13 st af voor het armsgat, M.1 over 37-43-49-55-61 st. Zet alle st op een hulpdraad en brei de mouwen.

Mouwen: De mouwen worden in het rond gebreid op de sokkenbreinld. Zet 48-48-54-54-60 st op met sokkenbreinld 4 mm en brei patroon M.1 – zorg ervoor dat er 3 av op het midden ondermouw zitten. Meerder vanaf een hoogte van 8 cm 15-18-15-18-18 x 1 st aan weerskanten van de 3 st av op het midden van de ondermouw op elke 2.5-2-2.5-2-2 cm– brei de nieuwe st mee in M.1 terwijl u verder gaat = 78-84-84-90-96 st. Kant bij een hoogte van 45 cm 13 st af op het midden van de ondermouw = 65-71-71-77-83 st.

Pas: Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als het voor- en achterpand boven de afgekante st voor de armsgaten = 301-337-361-397-433 st. Plaats een merkdraad in alle overgangen van panden naar mouwen = 4 merkdraden. Brei verder in patroon, en meerder tegelijkertijd in elke 2e nld voor de raglan– zie de tips voor het minderen – als volgt:
Op de mouwen: in elke 2e nld 25-25-28-28-26 keer en daarna in elke nld 0-3-0-3-8 keer.
Op de panden: in elke 2e nld 24-26-26-22-19 keer en daarna in elke nld 0-1-4-14-23 keer.
Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 54-56-58-60-62 cm de laatste 10-11-12-12-12 st aan weerskanten op een hulpdraad voor de hals. Kant hierna aan de halskant nog af in elke 2e nld: 2 x 2 st en 2 x 1 st. Als alle minderingen voor de raglan en de hals voltooid zijn staan er nog 73-83-93-93-93 st op de breinld en heeft het werk een hoogte van ca 60-62-64-66-68 cm.

Hals: Neem ca. 18 tot 20 st op aan elke halskant (incl. de st van de draad) = ca 109 tot 133 st. Brei 1 nld r en minder in deze nld gelijkmatig verdeeld naar een aantal van 95-95-101-101-107 st (minder niet tussen de 13 st aan weerskanten langs de middenvoor). Brei vervolgens 2 nld boordst *1 r, 1 av* (brei de biezen zoals eerst), 1 nld tricotst en ga dan verder met M.1 Kant de st losjes af als M.1 6 cm hoog is.

Afwerking: Sluit de openingen onder de armen en naai de knopen aan.

Telpatroon

symbols = recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant
symbols = averecht op de goede kant, recht op de verkeerde kant
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 96-7

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (67)

country flag Martine wrote:

Taille L, je monte 54 m avec aiguille circulaire, met 1 1er marqueur en fin de ce 1er rg M1 pour repérer le début de chaque rg suivant. Pouvez-vous me donner le détail de M1 pour ce 1er rg du point, en commençant par le nombre de m envers ou endroit ? Je voudrais pouvoir m'assurer que j'aurai 3 m envers sous le bras. Ces 3 m envers correspondent telles aux 1ère, 2è, 3è m du début de rg de M1 ? Merci de répondre distinguement aux questions posées.

22.04.2024 - 12:35

DROPS Design answered:

Bonjour Martine, pour avoir les 3 mailles envers sous la manche, commencez par 2 mailles envers (sautez la 1ère maille de M.1 et terminez le tour par 1 maille envers (la 1ère maille de M.1). Vous augmentez ensuite de part et d'autre de ces 3 m envers en continuant le motif pour qu'il s'élargisse au début/à la fin du tour. Bon tricot!

22.04.2024 - 13:13

country flag Martine wrote:

Est-ce que les manches peuvent se tricoter avec une aiguille circulaire, en utilisant la technique du Magic Loop si nécessaire, plutôt que les aiguilles doubles pointes ? Quelle est la meilleure méthode, aiguilles doubles pointes ou circulaire ? Merci pour votre réponse.

21.04.2024 - 21:54

country flag Martine wrote:

Est-ce que les manches se tricotent en rond avec les aiguilles doubles pointes, donc dans ce cas pas de couture d'assemblage n'est-ce pas ? Si les manches se tricotent en rond, est-ce que l'on peut utiliser une aiguille circulaire avec un câble, en utilisant la technique du magic loop si nécessaire ? Merci de bien vouloir répondre distinguement au 2 questions posées.

21.04.2024 - 21:50

DROPS Design answered:

Bonjour Martine, les manches se tricotent effectivement en rond, donc sans couture sous la manche; vous pouvez utiliser des aiguilles doubles pointes - comme dans ce modèle - ou bien la technique du magic loop, comme vous le préférez. Bon tricot!

22.04.2024 - 08:59

country flag RIBAULT Martine wrote:

Taille L. Depuis ma 1ère demande d'aide 5.12.2023, je ne m'en sort pas dans l'exécution de M1 avec les 3 dernières m en fin de rg sur les 231m de M1. S.v.p pouvez-vous me donner le détail exact de M1 pour le rgs 1 à 8 concernant ces 3m de fin de rg pair s/endroit & début impair s/envers concernant ces 3 dernières m du rg précédent s/end. tricoter ensuite s/rg envers ? Je suis sur le point de jeter l'éponge ! Merci pour votre réponse.

24.01.2024 - 19:10

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Ribault, R1 (endroit): *3 m end, 3 mv*, répétez de *à* et terminez par 3 m end. R2 (envers): 3 m env, puis répétez *1 m env, 1 m end, 4 m. env*, répétez de *à* et terminez par 3 m env. R3: *3 m end, 3 m env*, répétez de *à* et terminez par 3 m end. R4: 3 m env, puis répétez *1 m env,1 m end, 4 m env*.. Répétez ces 4 rangs. N'hésitez pas à vous entrainer sur un nombre réduit de mailles (multiple de 6 + 3 + 1 m lis de chaque côté) ce sera ainsi plus simple. Bon tricot!

25.01.2024 - 08:58

country flag RIBAULT Martine wrote:

Aujourd'hui à 9h34, j'ai rédigé une demande d'aide pour le modèle 96-7, Taille L. Lors de cette demande je n'ai pas eu la proposition à la fin de mettre mon adresse mail pour recevoir une réponse. Est-ce qu'il serait possible d'obtenir une réponse s'il-vous-plaît ? Merci. PS : De plus j'ai envoyé un mail sur l'adresse mail que vous utilisez pour prévenir qu'il y a une réponse à mes demandes d'aides ultérieures.

23.01.2024 - 18:10

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Ribault, retrouvez ci-dessous la réponse à votre question, en espérant qu'elle ait pu vous aider. Bon tricot!

24.01.2024 - 08:19

country flag RIBAULT Martine wrote:

Taille L, dos & devant = 245m. 1er rg=7m mousse, 38×M1 + 3m en fin de rg. Ces 3 dernières m les tricoter comme celles des 3 premières de M1 en début de rg, finir avec 7m mousse. Au retour 2è rg envers, tricoter ces 3 premières m en commençant les 6m de M1, en fin de rg 3 dernières m finir par les 3 premières m de M1 de ce 2è rg. Est-ce exact et est-ce que ce sera la même façon de faire pour les 6rg restants de M1 ? De cette façon est-ce que la symétrie du motif sera respectée ?

23.01.2024 - 09:34

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Ribault, sur l'endroit vous terminez par les 3 premières mailles de M.1, sur l'envers, commencez par ces 3 mailles en lisant de gauche à droite, autrement dit: (1 m end, 1 m env, 1 m end), puis répétez les 6 m deM.12 en lisant de gauche à droite (4 m end, 1 m env, 1 m end). Ainsi, vous avez toujours les 3 premières mailles de M.1, vu sur l'endroit, à 7 m de bordure devant des bords. Bon tricot!

24.01.2024 - 07:23

country flag RIBAULT Martine wrote:

Taille L, 245 m, se décomposant ainsi: 7m mousse, 231m (38,5 x M1 = 38x6m de M1 + 3m enfin de rg) et 7m mousse. 4ème rg s/env commence par 1m env;1m end & 4m env, reste 3m de M1 en fin de rg. Est-ce que ces 3 dernières m se tricote ainsi : 1m env s/env; 1m end s/env & 1m env s/env ? Est-ce exact ? Or les 3 rgs précédents se terminent tous par 3m end, que ce soit s/l'end ou l'env du tricot, ainsi que les 5e, 6e & 7è rg. La terminaison du 8e rg semblable à celle du 4e rg. Est-ce exact ?

13.01.2024 - 02:19

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Ribault, au 4ème rang, vu sur l'endroit, vous devez avoir 4 m endroit, 1 m env, 1 m end, autrement dit, vous allez tricoter les 3 premières mailles de M.1 vu sur l'endroit/les 3 premières mailles du diagramme à l'envers sur l'envers, vous commencerez et terminerez ainsi M.1 par 3 mailles endroit sauf aux tours 2 et 6 où on tricote 1 m end, 1 m env, 1 m end (vu sur l'endroit, autrement dit, 1 m env, 1 m end, 1 m env, sur l'envers). Bon tricot!

15.01.2024 - 08:12

country flag Ribault Martine wrote:

Taille L, 245 m, décomposé ainsi : 7m mousse, 231 m M1, 7m mousse. Je constate pour une lecture de droite à gauche pour 1er, 3è rg, rg impair termine par 3m end. sur les 3| 1ère m de M1. Le 2è rg termine par 3m end s/env des 3| 1ère m de M1. Or le 4e rg termine par les 3| 1ère m de M1, par 1m env s/env ; 1m end s/env & 1m env s/env. Or les rgs précédents se terminent par 3m endroit. Dans ce cas, est-ce que la symétrie du motif sera la bonne ?

12.01.2024 - 00:23

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Ribault, notez qu'au 4ème rang, la 1ère maille (à gauche = la 1ère m à tricoter sur l'endroit, autrement dit la 6ème m du diagramme, vu sur l'endroit) se tricote à l'envers sur l'envers, ainsi vous commencez M.1 par les 3 premières mailles (3 m env sur l'envers), puis répétez M.1 (1 m env, 1 m end, 4 m env). Bon tricot!

12.01.2024 - 08:07

country flag RIBAULT Martine wrote:

J'ai choisi de commencer ce modèle par 6rg de côte 1|1, 2,5 cm de hauteur, finissant sur envers. Est-ce qu'il serait préférable de faire un rg supplémentaire de côte 1|1 sur le 7è rg et au 8è rg sur envers faire un rg de mailles envers ou 1rg de mailles endroit sur l'envers pour aborder au mieux diagramme M1? Que me conseillez-vous, 1rg mailles envers s/l'envers, ou 1rg m endroit s/l'envers ? Merci pour votre réponse.

11.01.2024 - 01:16

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Ribault, dans ce modèle, le 1er rang du diagramme se fait sur l'endroit, vous pouvez donc tricoter 1 rang de côtes supplémentaire pour commencer le motif sur l'endroit (ou bien 1 rang en moins, tant que vous commencez sur l'endroit). Bon tricot!

11.01.2024 - 08:31

country flag RIBAULT Martine wrote:

Taille L dos+devant monter 245 m (incluant 2×7m pour les bordures) travailler M1 sur le reste des 231 m (nbre impair). M1 sur 6m (nbre pair) & 8 rgs. 231 m:6=38,5 fois M1. Dans ce cas par quoi commencer M1 au 1er rg pour obtenir un symétrie du motif M1? Aucune indication n'est donné dans les explications. C'est perturbant, cela manque de précisions. Je pense que ce serait bien de préciser pour chaque taille par quoi commencer M1 au 1er rang.

04.01.2024 - 02:34

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Ribault, pour la symétrie, on va justement commencer et terminer M.1 de la même façon: tricotez 7 m de bordure devant, répétez 38 fois les 6 mailles de M.1, tricotez les 3 premières mailles du diagramme (le motif est ainsi le même de chaque côté), et terminez par les 7 m de bordure devant. Bon tricot!

04.01.2024 - 08:37