DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale
DROPS 74-11
Maat: S - M - L - XL
Materiaal: DROPS Cotton Viscose van Garnstudio
200-250-250-300 gr nr. 03, oudroze

DROPS Rondbreinaald 2,5 mm en 3 mm, of de breinaalden die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

DROPS Haaknaald 3 mm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Steekverhouding: 24 st x 32 nld met Cotton Viscose op breinld 3 mm in tricotsteek= 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje! De top wordt rond gebreid.

Ribbelst (heen en weer breien): Alle naalden recht breien.

Boordsteek: * 1 r, 1 av *, herhaal steeds *-*.

Taillering: Er wordt gemeerderd en geminderd voor de taille in het voor- en achterpand volgens teltekening M.1 en M.2. De teltekening geeft het patroon weer van de goede kant.

Tip voor het minderen (geldt voor het armsgat en de hals):
Alle minderingen gebeuren aan de goede kant. Er wordt als volgt geminderd:
Armsgat: Brei 7 kantsteken vanaf de zijkant (aan de goede kant): 1 ribbelst, daarna * 1 r, 1 av * totaal 3 keer.
Hals: Brei 3 kantsteken vanaf de halskant (aan de goede kant): 1 ribbelst, 1 r, 1 av.
Kant na de kantsteken als volgt af: Haal 1 steek recht af, brei 1 steek recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.
Kant vóór de kantsteken als volgt af: 2 steken recht samenbreien.

Panden: Deze top wordt in het rond gebreid op de rondbreinaald.
Zet 200-220-240-260 st op met rondbreinaald 3 mm en Cotton Viscose, wissel naar rondbreinaald 2,5 mm en brei 2 cm Boordsteek. Wissel terug naar rondbreinaald 3 mm, plaats 1 merkdraad aan het begin van de nld en brei de volgend nld als volgt: 10 st Boordsteek (begin met 1 r), 79-89-99-109 st tricotsteek, 21 st Boordsteek (begin met 1 averecht), 79-89-99-109 st tricotsteek, 11 st Boordsteek (begin met 1 averecht). Brei vervolgens verder in tricotsteek en Boordsteek aan weerszijden. Let op de steekverhouding! Plaats bij een hoogte van 6-7-8-9 cm markeerringen voor de taille in het voor- en achterpand als volgt: 10 st Boordsteek, 17-21-25-29 st tricotsteek, plaats 1 markeerring, 45-47-49-51 st tricotsteek, plaats 1 markeerring, 17-21-25-29 st tricotsteek, 21 st Boordsteek, 17-21-25-29 st tricotsteek, plaats 1 markeerring, 45-47-49-51 st tricotsteek, plaats 1 markeerring, 17-21-25-29 st tricotsteek, 11 st Boordsteek. Brei daarna M.1 verder boven de markeerringen aan de voor- en achterkant (= taille) – de pijl in de teltekening geeft de markeerring aan. Herhaal M.1 4 keer = 168-188-208-228 st. Brei ba M.1 verder in tricotsteek en Boordsteek aan weerszijden tot een hoogte van 16-17-18-19 cm. Brei nu M.2 boven de markeerringen aan de voor- en achterkant. Herhaal M.2 4 keer = 200-220-240-260 st.

Lees de hele beschrijving voor u verder breit!
Kant bij een hoogte van 33-34-35-36 cm af voor de armsgaten en de V-hals als volgt: Kant 3 st af voor het armsgat, 7 Boordsteek, 36-41-46-51 tricotsteek, 1 av, 1 r, 1 ribbelst, haal de volgende st recht af, 1 r, haal de afgehaalde st over de gebreide st, 1 r, 1 av, 36-41-46-51 tricotsteek, 7 Boordsteek, kant 7 st af voor het armsgat, 7 Boordsteek, 79-89-99-109 tricotsteek, 7 Boordsteek, kant 4 st af voor het armsgat. Ieder deel wordt apart verder gebreid.

Voorpand: Plaats de st van het linker voorpand op een hulpnaald.
Rechter voorpand: = 46-51-56-61 st.
Lees eerst de hele beschrijving voor u verder breit! Kant daarna tegelijkertijd af voor het armsgat en de V-hals - zie Tip afkanten!
V-hals: minder 25-26-28-29 keer 1 st in iedere 2e nld.
Armsgat: minder 10-14-17-21 keer 1 st in iedere 2e nld = 11 st Boordsteek over voor het schouderbandje. Brei tot een totale hoogte van 54-56-58-60 cm, kant de st af met r boven r en av boven av.
Linker voorpand: Zet de draden van de hulpnaald terug op de breinld = 46-51-56-61 st en brei verder zoals het rechter voorpand – de 1e nld wordt vanaf middenvoor gebreid, dwz op de verkeerde kant.- begin met het opnemen van de 1e van de afgekante st middenvoor en brei die samen met de 1e st op de breinaald (zo ontstaat er geen inkeping onderaan in de V-hals).

Achterpand: = 93-103-113-123 st. Brei daarna verder voor het armsgat aan weerszijden zoals bij het voorpand = 73-75-79-81 st. Brei bij een hoogte van 48-50-52-54 cm verder in Boordsteek over alle st. Kant bij een totale hoogte van 50-52-54-56 cm alle st af.

Afwerken: Sluit de naden van de schouderbandjes zodanig dat de st doorlopen..

Gehaakte rand aan de hals: Haak binnen de kantsteek rond de hals met haaknaald 3 mm en Cotton Viscose.
1e toer: 1 v, * 5 l, sla 1 nld/st over (in de nek 3 st overslaan), 1 v in de volgende nld/st *, herhaal steeds *-*, eindig met 1 hv in de eerste v.
2e toer: Haak hv tot aan het midden van 1 l-boog, * 5 l, 1 v in de volgende l-boog, 5 l, 1 v in dezelfde l-boog *, herhaal steeds *-*, eindig met 5 l en 1 v in de 1e l-boog.

Gehaakte bloem: Haak 4 l en sluit deze tot een ring met 1 hv.
1e toer: 6 v in de ring, eindig met 1 hv in de 1e v.
2e toer: * 1 v in de v, 3 l *, herhaal steeds *-*, eindig met 1 hv in de 1e v.
3e toer: 1 l, verder als volgt haken in de l-boog: * 1 v, 1 l, 3 stk, 1 l, 1 v *, herhaal steeds *-* in alle boogjes, eindig met 1 hv in de 1e v.
4e toer: Keer het werk, * haak 1 v in de v van de 2e toer (haak rond de v van de vorige toer, hou de draad strak), 5 l *, herhaal steeds *-* totaal 6 keer, eindig met 1 hv in de 1e vaste.
5e toer: 1 l, haak verder in de l-boogjes als volg: * 1 v, 1 l, 5 stk, 1 l, 1 v *, herhaal steeds *-* in alle boogjes. Eindig met 1 hv in de 1e v.
6e toer: Keer het werk, * haak 1 v in de v van de 2e toer (haak rond de vasten van de vorige toer, hou de draad strak), 7 l *, herhaal steeds *-* totaal 6 keer, eindig met 1 hv in de 1e v.
7e toer: 1 losse, haak verder in de l-boogjes als volgt: * 1 v, 1 l, 1 stk, 5 dstk, 1 stk, 1 l, 1 v *, herhaal steeds *-* in alle boogjes. Eindig met 1 hv in de 1e vaste. Knip de draad af en naai de bloem middenvoor onder de V-hals.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omslag
symbols = Haal 1 steek recht af, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.
symbols = 2 recht samen
symbols = markeerdraad
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 74-11

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (12)

country flag Sonia wrote:

Se puede hacer con dos agujas con las mismas indicaciones que tienen para aguja circular?

07.12.2021 - 06:36

DROPS Design answered:

Hola Sonia, si, se puede. Tienes que dividir los puntos para el cuerpo en 2, agregar 1 punto de orillo a cada lado (para coser) y tejer la pieza del frente y la pieza de la espalda separadamente. Saludos!

07.12.2021 - 08:48

country flag Carin wrote:

Ik snap de tip bij het afkanten niet, brei 7 kantsteken, 1 ribbelsteek 1 recht 1 averechts. Normaal is toch bij afkanten dat je twee steken breit en de eerste steek over de tweede haalt of twee steken samenbreit😰.

13.07.2020 - 13:52

DROPS Design answered:

Dag Carin,

Dit is een vertaalfout; in plaats van 'Tip afkanten' hoort er 'Tip minderen' te staan. Ik zal het zo aanpassen...

15.07.2020 - 18:26

country flag Martine Ribault wrote:

Bonjour, je vous remercie pour votre réponse et votre réactivité. Cordialement.

25.03.2020 - 10:03

country flag Martine Ribault wrote:

Bonjour, est-ce que ce modèle de débardeur 🎽 se tricote en rond avec l'aiguille circulaire ??? Pourquoi doit on monter les mailles avec l'aiguille circulaire numéro 3 et tout de suite tricoté les premiers rangs avec l'aiguille circulaire numéro 2, et enfin reprendre l'aiguille numéro 3 quelques rangs plus haut 🔝 ??? Je vous remercie par avance pour votre réponse. Cordialement.

24.03.2020 - 20:17

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Ribault, la styliste a probablement fait ce choix pour que le rang de montage ne soit pas trop serré. Vous montez les mailles avec l'aiguille 3 puis tricotez en rond, en côtes, avec l'aiguille 2,5. Bon tricot!

25.03.2020 - 09:48

country flag Cluzeaud wrote:

Merci pour votre réponse, et j\' avais bien compris qu'il me fallait diviser le nombre de maille par 2, par contre, à quel moment je vais faire les diagrammes 1 et 2(pinces)

13.02.2019 - 15:11

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Cluzeaud, nous ne sommes pas en mesure de pouvoir adapter chaque modèle à chaque demande, il vous faudra alors lire les explications pour adapter à votre façon de faire. Dans ce cas, on commence par 10 m en côtes et on termine par 11 m de côtes, au milieu du rang, on a 21 m en côtes = côtés, le début du tour commence par un côté (10 m), on a 21 m en côtes de l'autre côté et on termine par 11 m (= soit 21 m en côtes de chaque côté). Ajustez ainsi en fonction de votre taille le nombre de mailles. Votre magasin pourra vous aider si besoin, même par mail ou téléphone. Bon tricot!

14.02.2019 - 09:40

country flag Cluzeaud wrote:

Bonjour\r\nVos modèles sont jolis mais, je ne sais pas tricoter en rond, comment adapter le modèle avec des aiguilles normales.\r\nCordialement\r\nM. Cluzeaud

13.02.2019 - 14:46

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Cluzeaud, vous trouverez ici, comment adapter un modèle sur aiguilles droites. Bon tricot!

13.02.2019 - 14:56

country flag Blottiere Véronique wrote:

Bonjour, Je ne comprends pas les explications concernant les pinces. Les mailles en côtes sont elles situées aux côtés du top ? la jonction des mailles est elle le milieu du dos ? Merci pour votre réponse Cordialement VB

03.03.2018 - 10:25

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Blottiere, les tours commencent sur le côté = on commence par 10 m en côtes et on termine par 11 m de côtes et au milieu du tour, on aura 21 m en côtes (= 2ème côté). Bon tricot!

05.03.2018 - 08:26

country flag Eleonore Peensgen wrote:

Hallo, ich verstehe das Muster nicht. Soll denn vier Mal je weils abgenommen werden (M.1) und danach später vier Mal (Muster2)durch Umschläge zugenommen werden???? Oder habe ich das falsch verstanden? Freundliche Grüße an alle Strickerinnen Nora

06.02.2015 - 18:08

DROPS Design answered:

Sie haben das richtig verstanden. Sie müssen ja die Formgebung wie in der Schnittzeichnung erreichen, das erfolgt bei diesem Modell durch M.1 und M.2. Durch die Abnahmen in M.1 ergibt sich die Taillierung, dann mit den Zunahmen in M.2 erreichen Sie die Brustweite.

08.02.2015 - 16:06

country flag DROPS Design NL wrote:

Hoi. Je moet 4 markeerringen plaatsen zoals beschreven. Brei M.1. Door de omslagen minder je 2 st per markeerdraad = 8 st per herhaling van M.1. Herhaal M.1 vier keer = 32 st minder. 260-32 st = 228 st. Ik hoop dat je nu verder kan. Succes ;o). Gr. Tine

14.03.2010 - 19:49

country flag Alice wrote:

Hallo, ik ben een leek in het breien en probeer patroon drops 74-11. Volgens de teltekening (denk ik) moet men boven elke merkdraad bij voor en achterpand 4 steken minderen, en dit 4 x herhalen, maar dan kom ik niet aan 228 steken of zie ik dit verkeerd. Of moet ik alleen minderen aan het voorpand?

06.03.2010 - 14:00