DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 28.47€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Spice Market

Gebreide trui voor heren in DROPS Alaska. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met tricotsteek, dubbele hals en raglan. Maten S - XXXL.

DROPS 233-10
DROPS Design: Patroon x-485
Garengroep C of A + A
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS ALASKA van garnstudio (behoort tot garengroep C)
650-750-800-900-1000-1100 g kleur 66, toffee

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
17 steken in de breedte en 22 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 28.47€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:
-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RAGLAN:
De meerderingen variëren op het lijf en de mouwen en in de verschillende maten. Meerder voor/na A.1/A.2 (de markeerdraadsteek is de middelste steek in A.1/A.2).
Meerder voor het lijf voor markeerdraden 1 en 3 en na markeerdraden 2 en 4 als u aan de goede kant breit. Meerder na markeerdraden 1 en 3 en voor markeerdraden 2 en 4 als u aan de verkeerde kant breit.
Meerder voor de mouwen na markeerdraden 1 en 3 en voor markeerdraden 2 en 4. Meerder altijd aan de goede kant op de mouwen.
Meerder door 1 omslag te maken.
Als u heen en weer breit, brei dan de omslagen aan de verkeerde kant als volgt:
VOOR A.1/A.2:
Brei averecht in de achterste lus. Geen gaatje.
NA A.1/A.2:
Haal de omslag af en zet hem gedraaid terug (voeg de linker naald in vanaf de achterkant als u hem terug zet). Brei averecht in de voorste lus. Geen gaatje.

Als u heen en weer breit, brei dan de omslagen aan de goede kant als volgt (geldt ook voor als u in de rondte breit):
VOOR A.1/A.2:
Haal de omslag af en zet hem gedraaid terug (voeg de linker naald in vanaf de achterkant als u hem terug zet). Brei recht in de voorste lus (de steek draait naar rechts Geen gaatje.
NA A.1/A.2
Brei recht in de achterste lus (de steek draait naar links). Geen gaatje.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Begin 3 steken voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De hals en de pas worden in de rondte gebreid met de rondbreinaald, vanaf midden achter en van boven naar beneden. De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop.

DUBBELE HALS:
Zet 88-92-96-100-104-108 steken op met korte rondbreinaald 5 mm en DROPS Alaska. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei boordsteek in de rondte (1 recht, 1 averecht) voor 9-9-9-11-11-11 cm.
Voeg op de volgende naald 4 markeerdraden in en meerder 4 steken zoals beschreven hieronder. De markeerdraden worden gebruikt bij het meerderen voor de raglan (elke markeerdraad wordt ingevoegd in een rechte steek van de boordsteek):
10-12-12-14-14-16 recht en meerder 1 steek (helft van het achterpand), voeg markeerdraad 1 in de volgende steek, 21 recht (mouw), voeg markeerdraad 2 in de volgende steek, 21-23-25-27-29-31 recht en meerder 2 steken verdeeld (voorpand), voeg markeerdraad 3 in de volgende steek, 21 recht (mouw), voeg markeerdraad 4 in de volgende steek, brei de laatste 11-11-13-13-15-15 steken recht en meerder 1 steek (helft van het achterpand) = 92-96-100-104-108-112 steken. Knip de draad af.

HALSLIJN:
Ga verder met rondbreinaald 5 mm en brei een halslijn met verkorte toeren. Meerder tegelijkertijd voor de raglan zoals beschreven hieronder. Brei daarnaast A.1 op elke markeerdraad (de markeerdraadsteken zijn de middelste steken in elke A.1).
Begin aan de goede kant, 2 steken voor markeerdraadsteek 3 (voorkant linker hals als het kledingstuk gedragen wordt). Brei tricotsteek, A.1 en meerder voor de RAGLAN – lees beschrijving hierboven, tot u 2 steken voorbij markeerdraadsteek 2 heeft gebreid (voorkant rechter kant van de hals en 8 steken gemeerderd voor de raglan).
Keer het werk, trek de draad aan en brei aan de verkeerde kant (meerder voor de raglan alleen op het lijf) tot 2 steken voorbij waar de verkorte toeren begonnen bij markeerdraad 3 (4 gemeerderde steken).
Keer het werk en brei aan de goede kant, meerder voor de raglan en brei A.2 over A.1, tot 2 steken voorbij waar u de laatste keer keerde bij markeerdraad 2.
Keer het werk, trek de draad aan en brei aan de verkeerde kant (meerder voor de raglan alleen op het lijf) tot 2 steken voorbij markeerdraad 3. Knip de draad af.

PAS:
= 124-128-132-136-140-144 steken. Brei in de rondte over alle steken als volgt:

MATEN S, M, L en XL:
Begin midden achter, brei tricotsteek en A.2 en meerder voor de raglan op het lijf en de mouwen iedere 2e naald 2-8-10-11 keer = 140-192-212-224 steken.
Brei verder en meerder, maar iedere 2e meerdering is alleen op het lijf (4 steken gemeerderd); dus meerder op het lijf iedere 2e naald en op de mouwen iedere 4e naald. Meerder zo 18-15-14-16 keer op het lijf (9-7-7-8 keer op de mouwen). In totaal 24-27-28-31 keer op het lijf en 13-17-19-21 keer op de mouwen. Na de laatste meerdering zijn er 248-280-296-320 steken. Ga verder met ALLE MATEN.

MATEN XXL en XXXL:
Begin midden achter, brei tricotsteek en A.2, ga verder met meerderen voor de raglan op het lijf op iedere naald 2-6 keer en iedere andere naald op de mouwen 1-3 keer = 152-180 steken.
Meerder dan op het lijf en de mouwen iedere 2e naald 10-7 keer = 232-236 steken.
Brei verder in en meerder, maar iedere 2e meerdering is alleen op het lijf (4 steken gemeerderd); dus meerder op het lijf iedere 2e naald en op de mouwen iedere 4e naald. Meerder zo 18-22 keer op het lijf (9-11 keer op de mouwen). In totaal 34-39 keer op het lijf en 22-23 keer op de mouwen. Na de laatste meerdering zijn er 340-368 steken. Ga naar ALLE MATEN.

ALLE MATEN.
= 248-280-296-320-340-368 steken.
Ga verder met tricotsteek en A.2 zonder verdere meerderingen tot het werk 21-23-25-27-29-31 cm meet midden voor – gemeten vanaf de hals.

Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen als volgt:
Brei 37-42-43-48-51-58 steken (helft van het achterpand), plaats de volgende 49-57-61-65-67-69 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-10 steken op (in de zijkant onder de mouw), brei 75-83-87-95-103-115 steken (voorpand), plaats de volgende 49-57-61-65-67-69 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-10 steken op (in de zijkant onder de mouw), brei de laatste 38-41-44-47-52-57 steken (helft van het achterpand). Eindig het lijf en de mouwen apart. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten!

LIJF:
= 162-178-190-206-226-250 steken. Brei in tricotsteek in de rondte tot het lijf 30 cm meet vanaf de scheiding. Brei 1 naald recht en meerder 20-20-22-26-26-32 steken verdeeld = 182-198-212-232-252-282 steken.
Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei boordsteek (1 recht, 1 averecht) voor 5 cm. Kant ietwat losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht. De trui meet ongeveer 62-64-66-68-70-72 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWEN:
Plaats de 49-57-61-65-67-69 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op een korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 5 mm en neem 1 steek op in elk van de 6-6-8-8-10-10 opgezette steken onder de mouw = 55-63-69-73-77-79 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken onder de mouw. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte; het wordt gebruikt bij het minderen onder de mouw.
Brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 4 cm meet minder dan 2 steken aan elke kant van de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 6-3½-3-2½-2-2 cm in totaal 7-10-12-13-15-15 keer = 41-43-45-47-47-49 steken.
Brei verder tot de mouw 43-41-40-38-36-35 cm meet vanaf de scheiding (of tot de gewenste lengte; er is ongeveer 5 cm over). Brei 1 naald recht en meerder 5-5-5-5-7-7 steken verdeeld = 46-48-50-52-54-56 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm en brei boordsteek (1 recht, 1 averecht) voor 5 cm. Kant ietwat losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht. De mouw meet ongeveer 48-46-45-43-41-40 cm vanaf de scheiding.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en hecht af met een steek in elke raglanlijn.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken welke gedraaid wordt gebreid op de volgende naald (verkeerde kant) om een gaatje te voorkomen
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Spice Market

Heléne, Norway

Spice Market

Lisa & Bella, Germany

Laat een opmerking achter voor DROPS 233-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (27)

country flag Amber wrote:

Hello, I am knitting 233-10 size large. So I have cast on 96 stitches. Then it says knit 12, 21, 25, 21,13 with 4 stitches increased. This adds up to 96 but the pattern says 100. The maths isn't right.can you help me please. Amber

07.05.2024 - 17:49

country flag Eva Arnström Sundman wrote:

Borde det inte vara inskrivet omslag, dvs ökningar, även i A2 på samma sätt som i A1?

22.04.2024 - 20:44

DROPS Design answered:

Hej Eva, A.1 strikkes kun 1 gang og her tager du ud i midten så du kan fortsætte ifølge A.2. Udtagningerne til raglan er ikke tegnet ind i diagrammet.

23.04.2024 - 15:13

country flag Viviana wrote:

Buongiorno, Cosa intendete quando scrivete di lavorare A2 su A1 nella sezione scollatura?. E come si può aumentare le maglie vicino a segna punti (A1) e ottenere il modello al rovescio uniforme? Grazie

20.04.2024 - 10:26

DROPS Design answered:

Buonasera Viviana, alla fine di A.2 deve lavorare A,1 sulla scollatura. Riguardo gli aumenti, a quale parte del modello sta facendo riferimento? Buon lavoro!

21.04.2024 - 23:08

country flag Jane wrote:

Hi, I'm a bit confused with Yoke. I have 140 stitches for XXL after the neckline, but not sure how to increase for raglan. Also, when it says "Start mid-back, work stocking stitch and A.2, continuing to increase for raglan on the body on every round 2-6 more times and every other round on the sleeves1-3 more time", which side of the sleeves should increase?

21.11.2023 - 23:45

DROPS Design answered:

Hi Jane, You began A.2 on the neckline and the diagram is continued on the yoke, with stocking stitch across the other stitches. The increases for raglan are different on the body and sleeves and at this stage you increase only on the body the first round (before markers 1 and 3 and after markers 2 and 4), then on both sides of all A.2 on the 2nd round (on both the body and sleeves). Do this twice on the body in your size (one time on the sleeves). Then continue before and after all A.2, every 2nd round 10 times. Continue by following the instructions, with these explanations in mind. Hope this helps and happy knitting! '

22.11.2023 - 06:46

country flag Ayse Coskun wrote:

Spice Market, herre bluse, størrelse M- Jeg prøver at strikke til min søn. Men jeg kan ikke forstå godt strikning af RAGLAN! Efter Dobbelt Halskant har vi 96 masker. OK men hvordan kan jeg få 128 masker efter Halsudskæring? Til sidst: Kan I vise os, den slags Raglan under Tips&Hjælp sider? Med venlig hilsen.

10.09.2023 - 15:55

DROPS Design answered:

Hei Ayse. Jo, du har 96 masker etter den doble halskanten er ferdig. Nå skal det strikkes forkortete pinner, A.1 og økning til raglan. Når du strikker A.1 økes det med 2 masker hver gang A.1 strikkes + raglan i forkortete pinner (8+4+8+4 økte masker til raglan). Du har da 96 masker (halsen) + 8 masker (A.1) + 24 (raglansøkninger i forkortete pinner) = 96+8+24= 128 masker. Ta en titt på videoen: Hvordan tages der ud til raglan og strikkes forkortede pinde samtidigt Ikke samme raglan (A.1), men kanskje vil være en hjelp å se. mvh DROPS Design

18.09.2023 - 10:56

country flag Lise wrote:

Er I vildrede det er første gang jeg prøver raglan.i fx mønstret når man tager ud indenfor vrang maskerne vil det ikke give vifte og at der derfor bliver længere mellemrum mellem de 2 vrang og midtersømmen?

29.04.2023 - 16:11

country flag Shah wrote:

Hi again so after I do the 8 stitch increase I turn my work 2 stitches after marker 2 or marker 3? Cause turning work at marker 2 would cause me to knit past marker 1 and 4 to get to marker 3 which would not really created a wedge like the short row is looking for .

24.04.2023 - 01:39

country flag Shah wrote:

I am a bit confused with the short row section. "Start from the right side 2 stitches before marker-stitch-3 (front left neck when the garment is worn). Work stockinette stitch, A.1 and increase for RAGLAN – read description above, until you have worked 2 stitches past marker-stitch-2 (front right of neck and 8 stitches increased for raglan)." The pattern says it is a 8 stitch increase but would it not be two stitch increase based on chart A1?

22.04.2023 - 18:19

DROPS Design answered:

Dear Shah, the 8 increases specified are not the ones according to chart A.1; they are worked additionally to the chart. You work 1 repeat of A.1 on each marker, so you should have 4 repeats of A.1. Each marker indicates the raglan line. As explained in RAGLAN above, you increase on both side of the marker/ A.1., so you should increase 8 stitches in the row. Since you have started before marker-3 and finish after marker-2, you should have worked 8 increases on the row. Happy knitting!

23.04.2023 - 20:10

country flag Ximena Merino (Chile) wrote:

Tienen algún vídeo que muestre cómo empezar la “línea del escote”? Lo leo pero no lo puedo entender. Ese sector se teje de ida y vuelta y no en redondo? Tengo que poner una lana nueva? Gracias!!

15.04.2023 - 23:18

DROPS Design answered:

Hola Ximena, después del cuello doble y cortar el hilo, añades un nuevo hilo y comienzas 2 puntos antes del marcapuntos-3 en el cuello. Ahora trabajas filas acortadas (de ida y vuelta) según se indica en el patrón; puedes ver cómo trabajar filas acortadas aquí: https://www.garnstudio.com/video.php?id=66&lang=es.

16.04.2023 - 18:34

country flag Manon wrote:

Ik zoek een Matentabel voor dit model.

31.03.2023 - 11:02