DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 28.47€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Around Town

Gebreide trui in DROPS Alaska of DROPS Big Merino. Het werk wordt gebreid van onder naar boven met reliëfpatroon en dubbele halsrand. Maat XS – XXL.

DROPS 237-7
DROPS design: Patroon x-482
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
XS - S - M - L - XL - XXL

MATERIAAL:
DROPS ALASKA van garnstudio (behoort tot garengroep C)
650-750-800-900-950-1050 g kleur 69, parelwit

Of gebruik:
DROPS BIG MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep C)
600-700-750-800-900-1000 g kleur nr 19, beige

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 mm
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 mm
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
17 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte met reliëfpatroon = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 28.47€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.5. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.2). De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (geldt voor de hals):
Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
MINDER OP HET BEGIN VAN DE NAALD ALS VOLGT AAN DE GOEDE KANT:
Brei 2 steken in tricotsteek, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (1 steek geminderd).
MINDER ALS VOLGT AAN HET EINDE VAN DE NAALD AAN DE GOEDE KANT:
Brei tot er 4 steken over zijn, 2 recht samen en 2 steken in tricotsteek (1 steek geminderd).

TIP VOOR HET MINDEREN-2 (geldt voor midden onder de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van markeerdraad als volgt: Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, recht/2 averecht samen afhankelijk van het patroon, markeerdraad, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek/2 averecht gedraaid samen afhankelijk van het patroon (2 steken geminderd).

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het voor- en achterpand worden heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van onder naar boven tot de boordsteek is gebreid, breng dan het werk samen. Het lijf wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald naar boven tot de armsgaten. Brei dan het achterpand en voorpand apart heen en weer op de rondbreinaald tot de gewenste afmetingen. Naai de schoudernaden samen. Neem de steken over de armsgaten op en brei de mouwen van boven naar beneden. Brei de mouwkop heen en weer gebreid op de rondbreinaald, brei de rest van mouw in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald, van boven naar beneden. Eindig met een dubbele halsrand.

ACHTERPAND:
Zet 110-118-126-138-150-162 steken op rondbreinaald 3.5 mm met DROPS Alaska of DROPS Big Merino. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 2 steken in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven - * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 4 steken over zijn, 2 recht en eindig met 2 steken in ribbelsteek. Ga zo verder in boordsteek voor 7 cm – pas aan na een naald op de verkeerde kant.
Leg het werk terzijde en brei het voorpand.

VOORPAND:
Zet hetzelfde aantal steken op als op het achterpand en brei het werk op dezelfde manier als het achterpand tot het werk 7 cm meet - eindig na een naald op de verkeerde kant.

LIJF:
Breng het werk samen als volgt: Brei de steken van het voorpand recht en minder tegelijkertijd 26-28-30-32-34-36 steken verdeeld, brei recht over de steken van het achterpand en minder tegelijkertijd 26-28-30-32-34-36 steken verdeeld = 168-180-192-212-232-252 steken op de naald (84-90-96-106-116-126 steken op het voorpand en 84-90-96-106-116-126 steken op het achterpand).
Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald recht. Brei dan A.1 in de rondte op het lijf. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Brei bij een hoogte van 13-13-13-13-15-15 cm, A.2 in de rondte – pas TEGELIJKERTIJD het aantal steken aan naar 168-180-192-213-231-252 op de eerste naald.
Meerder op de laatste naald in A.2 0-4-0-3-1-4 steken verdeeld = 168-184-192-216-232-256 steken.
Als A.2 is gebreid, meet het werk ongeveer 22-22-22-23-25-25 cm vanaf de opzetrand op het voorpand/achterpand. Als het kledingstuk korter is dan dit, ga dan verder in tricotsteek tot de juiste afmetingen.
Brei dan A.3 in de rondte op het lijf. Herhaal A.3 2-2-3-3-3-4 keer in totaal in de hoogte. Als A.3 is gebreid, meet het werk ongeveer 27-27-30-31-33-35 cm vanaf de opzetrand. Als het kledingstuk korter is dan dit, ga dan verder tot de juiste afmetingen.
Brei 1 naald recht en minder 0-4-0-4-0-4 steken verdeeld = 168-180-192-212-232-252 steken.
Voeg 1 markeerdraad in midden voor en 1 markeerdraad midden achter, voeg daarnaast 1 markeerdraad in aan elke kant op het lijf - dit wordt als volgt gedaan: Voeg 1 markeerdraad in aan het begin van de naald, tel 42-45-48-53-58-63 steken, voeg 1 markeerdraad in voor de volgende steek (midden voor), tel 42-45-48-53-58-63 steken, voeg 1 markeerdraad in voor de volgende steek, tel 42-45-48-53-58-63 steken, voeg 1 markeerdraad in voor de volgende steek (midden achter). Er zijn 42-45-48-53-58-63 steken over op de naald na de laatste markeerdraad.
Brei A.4 als volgt: Tel uit vanaf het symbool dat het midden van het telpatroon aangeeft en de markeerdraad in het midden vanaf waar het patroon moet beginnen in de zijkant, brei A.4 tot zover u kunt richting de markeerdraad in de zijkant (de markeerdraad midden voor moet overeenkomen met het symbool voor het midden in A.4), begin dan weer met A.4 op dezelfde manier als op het begin van de naald en brei A.4 tot zover u kunt tot de markeerdraad op het begin van de naald (de markeerdraad midden achter moet overeen komen met het symbool voor het midden in A.4). Ga zo verder in patroon en kant af voor de armsgaten zoals uitgelegd hieronder.

ARMSGAT:
Kant bij een hoogte van 29-30-31-32-33-34 cm, af voor de armsgaten als volgt: Begin 3-2-5-6-7-8 voor de markeerder op het begin van de naald, kant 6-4-10-12-14-16 steken af voor het armsgat, brei zoals hiervoor tot er 3-2-5-6-7-8 steken over zijn voor de markeerdraad aan de andere kant, kant 6-4-10-12-14-16 steken af voor het armsgat, brei zoals hiervoor over de rest van de naald.
Eindig het achterpand en voorpand apart.

ACHTERPAND:
= 78-86-86-94-102-110 steken. Begin op de verkeerde kant en ga verder A.4 met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant. Meerder op laatste naald aan de goede kant 2 steken verdeeld in alle maten = 80-88-88-96-104-112 steken.
Als A.4 is gebreid, brei dan A.1 met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant. Herhaal A.1 in de hoogte tot de gewenste afmetingen.
Kant dan af voor de diagonale schouder en hals zoals uitgelegd hieronder.

DIAGONALE SCHOUDER:
Zet bij een hoogte van 48-50-52-54-56-58 cm, de steken op een hulpdraad aan elke kant voor de diagonale schouder (om te voorkomen dat u de draad af moet knippen, breit u de steken voordat u ze op de hulpdraad zet):
Zet de steken op een hulpdraad vanaf de zijkant als volgt: 4 keer 4-4-4-5-5-6 steken en dan de laatste de laatste 10-12-12-12-14-14 steken richting de hals.
Als alle steken op de hulpdraad staan, zet de steken dan terug op naald 5 mm. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant (om te voorkomen dat er een gaatje ontstaat in de overgang waar steken op de hulpdraad zijn gezet, neemt u de draad tussen 2 steken op en brei deze gedraaid averecht samen met de eerste steek op de linker naald). Kant af met recht aan de goede kant.

HALS:
Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 49-51-53-55-57-59 cm, de middelste 24-28-28-28-32-32 steken af voor de hals en eindig elke schouder apart.
Ga verder met A.1, ga verder met steken op de hulpdraad te zetten voor de diagonale schouder en brei daarnaast de 3 steken richting de hals in tricotsteek.
Minder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald aan de goede kant, 1 steek voor de hals - lees TIP VOOR HET MINDEREN-1. Minder zo op iedere naald aan de goede kant 2 keer in totaal.
Als alle steken afgekant zijn, meet het werk ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden. Herhaal op de andere schouder.

VOORPAND:
= 78-86-86-94-102-110 steken. Zet op en brei in patroon op dezelfde manier als op het achterpand. Minder daarnaast voor de hals en diagonale schouder zoals uitgelegd hieronder.

HALS:
Zet bij een hoogte van 46-48-49-51-52-54 cm, de middelste 20-24-24-24-26-26 steken op een hulpdraad voor de hals en eindig elk schouder apart.
Ga verder met A.1 maar brei de buitenste 3 steken richting de hals in tricotsteek.
Minder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald aan de goede kant 1 steek voor de hals - lees TIP VOOR HET MINDEREN-1. Minder zo op iedere naald aan de goede kant 4-4-4-4-5-5 keer in totaal.

DIAGONALE SCHOUDER:
Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 48-50-52-54-56-58 cm, steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder op dezelfde manier als op het achterpand, dus zet 4 keer 4-4-4-5-5-6 steken op een hulpdraad en zet dan de laatste 10-12-12-12-14-14 steken richting de hals op een hulpdraad.
Als alle steken op een hulpdraad zijn gezet, brei dan 1 naald averecht op de verkeerde kant zoals op het achterpand voordat u afkant met recht aan de goede kant. Herhaal op de andere schouder.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen.

MOUWEN:
Gebruik rondbreinaald 5 mm en DROPS Alaska of DROPS Big Merino, neem aan de goede kant 32-34-36-37-39-41 steken op vanaf de onderkant van het armsgat naar boven tot de schouder en 32-34-36-37-39-41 steken van de schouder en naar beneden tot de onderkant van het armsgat op de andere kant = 64-68-72-74-78-82 steken langs het armsgat. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de naald – meet de mouw vanaf deze markeerdraad en gebruik de markeerdraad bij het tellen waar het patroon moet beginnen.
Begin op de verkeerde kant en brei A.5 als volgt: Tel uit vanaf het symbool dat het midden markeert in het telpatroon en de markeerdraad op de mouw waar het patroon moet beginnen en brei A.5 heen en weer gebreid met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant.
Als de mouw 2-1-3-4-4-5 cm meet vanaf waar de markeerdraad was ingevoegd, breng dan het werk samen op een korte rondbreinaald of breinaalden zonder knop maat 5 mm – brei de rest van de mouw in de rondte.
Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (midden onder de mouw). Neem de markeerdraad mee in de hoogte mee tijdens het breien.
Begin de naald midden onder de mouw en ga verder in patroon in de rondte (het symbool voor het midden in het telpatroon moet overeenkomen met de markeerdraad midden op de bovenkant van de mouw – het patroon past niet midden onder de mouw).
Bij een hoogte van 5-4-6-7-7-8 cm vanaf waar de markeerdraad ingevoegd was op de bovenkant van de mouw, mindert u 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder zo iedere 4-4-3½-3-2½-2 cm 8-9-10-11-12-13 keer in totaal = 48-50-52-52-54-56 steken.
Als A.5 in de hoogte is gebreid, brei dan A.1 in de rondte.
Brei tot de mouw 39-38-39-38-36-35 cm meet vanaf de markeerdraad. Er is 10 cm over tot de gewenste afmetingen. Pas de trui en brei tot de gewenste lengte voor de boordsteek.
Brei 1 naald recht en meerder 12-14-12-16-18-16 steken verdeeld = 60-64-64-68-72-72 steken.
Brei verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm. Brei boordsteek (2 recht/2 averecht) voor 10 cm. Kant dan losjes af. De mouw meet ongeveer 49-48-49-48-46-45 cm vanaf de markeerdraad in het midden op de bovenkant van de mouw. Brei de andere mouw op dezelfde wijze.
Naai de onderkant van de armsgaten dicht - zie tekening.

DUBBELE HALSRAND:
Begin op een schouder, gebruik een korte rondbreinaald 3.5 mm en neem ongeveer 80-96-96-104-112-112 steken op rondom de hals aan de binnenkant van 1 steek (inclusief de steken op de hulpdraad).
Brei boordsteek in de rondte (4 recht/4 averecht - pas het begin van de boordsteek zo aan, zodat er 4 averechte steken of 4 rechte steken op midden voor zijn). Voeg 1 markeerdraad in op de naald als de boordsteek 4 cm meet, gebruik de markeerdraad voor de afmetingen.
Brei dan 2 recht/2 averecht over alle steken. Als de boordsteek 9-9-9-11-11-11 cm meet vanaf de markeerdraad, brei dan verder met een korte rondbreinaald 5 mm. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht.
Vouw de boordsteek (2 recht/2 averecht) naar beneden naar de binnenkant van het kledingstuk. Hecht de boordsteek af om een dubbele halsrand van ongeveer 4-4-4-5-5-5 cm te maken. Om te voorkomen dat de halsrand te strak wordt en naar buiten krult, is het belangrijk dat de naad elastisch is.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = markeerdraad
symbols = Naai de onderkant van het armsgat dicht als volgt: Naai b aan B
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 237-7

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (47)

country flag Mimi wrote:

Bonjour, Pour le col, qu'arrive-t-il aux mailles centrales du devant en attente? Quand on relève les mailles autour, on reprend ces mailles? Pourquoi ne pas rabattre comme pour le dos et relever des mailles partout? Ou est-ce que j'ai loupé un truc? Surtout que si je commence à l'épaule à relever des mailles, le fil ne suivra pas si je reprend ces mailles en attente. Et si je travaille autour, on en fait quoi à la fin?

16.04.2024 - 21:10

DROPS Design answered:

Bonjour Mimi, on va effectivement reprendre les mailles en attente pour le col quand on va relever tout autour de l'encolure. On rabat les mailles de l'encolure dos pour garder un meilleur maintien et on met en attente celles de l'encolure devant pour donner plus de souplesse à l'encolure/ au col. Lorsque les mailles centrales ont été mises en attente, on termine chaque épaule séparément. Bon tricot!

17.04.2024 - 08:28

country flag Line wrote:

Pour faire l'échantillon, est-ce que l'on prend des aiguilles 3,5 ou 5, 5 cm ? Merci beaucoup ! Vos explications sont toujours si faciles à suivre

25.03.2024 - 14:31

DROPS Design answered:

Bonjour Line et merci, tricotez l'échantillon avec les aiguilles 5 (ou adaptez la taille si besoin pour que l'échantillon soit juste). Bon tricot!

02.04.2024 - 09:38

country flag Bergeron Sylvie wrote:

Bonjour ! Si vous pouviez me donner un pas a pas pour le modèle 237_7 gr large Pour le biais et encolure cela serais apprécier . Rang par rang jusqu'à la réussite de l'encolure . Merci ! Je me fais aider par des femmes d'expérience qui ne sont pas a leurs premier chandail et ne comprennent pas vos explications Merci beaucoup

02.03.2024 - 18:04

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bergeron, dans cette vidéo, nous montrons (pour un autre modèle, suivez attentivement les explications de ce pull) comment mettre les mailles de l'épaule en attente et, en même temps, comment former l'encolure. Bon tricot!

04.03.2024 - 08:21

country flag Bergeron Sylvie wrote:

Bonjour ! Encore moi hihi Pour le modèle 237_7 gr; large Pour encolure diminution . J'ai 12 mailles coter encolure de chaque coter . Je sais que l'on diminue 1 fois au début et fin de rang mais j'aimerais savoir combien Il devrait me rester de mailles a la fin des diminution complète ? Pour le biais des épaules . Merci

02.03.2024 - 17:54

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bergeron, mettez en attente les mailles de l'épaule en début de rang à partir de l'emmanchure (- de chaque côté avant d'avoir rabattu les mailles centrales) et rabattez les 28mailles centrales pour l'encolure puis continuez chaque épaule séparément: continuez à mettre en attente les mailles de l'épaule en début de rang à partir de l'emmanchure (sur l'endroit épaule droite/sur l'envers épaule gauche pour le dos) et, rabattez 2 x 1 maille au début du rang suivant à partir de l'encolure (sur l'envers, épaule gauche / sur l'endroit, épaule droite - dos). Bon tricot!

04.03.2024 - 08:19

country flag Sylvie Bergeron wrote:

Bonjour ! Pour le modèle 237-7 grandeur large J'aimerais savoir si c'est bien 32 cm de long a partir du début des côtes que je commence les emmanchures ou après les côtes je trouve que c'est bas cela va faire des manches évasées . Ou c'est bien correcte comme indiquées Merci beaucoup

08.01.2024 - 19:06

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bergeron, en taille L, vous commencez effectivement les emmanchures à 32 cm depuis le rang de montage, les emmanchures font 22 cm (cf schéma). Bon tricot!

09.01.2024 - 07:33

country flag Ingrid Jukes wrote:

Hi, I'm doing the back piece diagonal shoulder. When it says "slip stitch back on needle size 5 then purl 1 row from wrong side" does it mean put all of the stitches (including the ones on the thread) onto the 5mm needle and purl all of them? Or just put the middle stitches onto the 5mm needle and purl just those ones? It's very confusing.

26.12.2023 - 03:25

DROPS Design answered:

Dear Ingrid, yes, after having slipped all stitches to the thread you slip them all back to the needles. Then purl 1 row over all of the stitches. Happy knitting!

28.12.2023 - 23:53

country flag Sylvie Bergeron wrote:

Bonjour ! Je suis en train de faire le mod:237_7 Très beau modèle en passant . J'ai de la difficulté a comprendre biais des épaules le paragraphe complet Avez vous une vidéo pour des chandails tricoter de bas en haut Merci beaucoup et beau temps des fêtes

19.12.2023 - 18:00

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bergeron et merci. Pour former le biais des épaules, vous allez tricoter des rangs raccourcis ainsi: en commençant par le côté emmanchure, tricotez 4,5 ou 6 m (cf taille), puis glissez ces mailles en attente, tricotez jusqu'à la fin du rang, tournez, et répétez de l'autre côté (sur l'envers), répétez ces 2 rangs en mettant toujours plus de mailles en attente. En même temps, vous allez former l'encolure comme indiqué, et terminer chaque épaule séparément en plaçant en attente les mailles en début de rang à partir de l'emmanchure. Bon tricot!

20.12.2023 - 07:54

country flag Ingrid Jukes wrote:

I'm up to the beginning of the diagonal shoulder in this pattern and it's not making any sense. I've also asked some very experienced knitters if they understand it and they don't. Could you explain it better please?

01.12.2023 - 06:19

DROPS Design answered:

Dear Mrs Jukes, to make the diagonally shoulders you need to work short rows: at the beginning of every row from shoulders towards neck, work the first 4, 5 or 6 sts (see size) and slip them on a thread, finish row as before, turn and repeat on the next row. Then when you have to bind off for neck, you will continue each piece separately, slipping the stitches for shoulder on a thread at the beginning of each row starting from armhole, and casting off new stitches at the beginning of every row starting from neck. this video shows for another pattern how to work this kind of shoulders. Happy knitting!

01.12.2023 - 08:43

country flag Iwona wrote:

Mam pytanie odpośnie fragmentu "skosy ramion". Dlaczego jest tam napisane, żeby zdejmować 4 razy po 4 oczka (dla mniejszego rozmiaru)? Chyba to źle rozumiem , bo to by oznaczało, że należy ściągnąć 16 oczek.Cały tez fragment instrukcji nie jest dla mnie jasny, proszę o pomoc. Dziękuję

23.11.2023 - 17:33

DROPS Design answered:

Witaj, zamiast zdejmować o., możesz wykonać rzędy skrócone następująco (rzędy nieparzyste prawa strona robótki, parzyste lewa): 1.Przerobić 1 cały rząd, 2.Przerabiać rząd, aż zostaje 4 o., obrócić robótkę. 3.Przerobić rząd (jest mniejsza o 4 liczba o.). 4.Przerabiać rząd aż zostaje 4 o. przed poprzednim rzędem skróconym (8 o. na końcu rzędu), obrócić robótkę, itd. Jak wykonać rzędy skrócone znajdziesz TUTAJ. Dzięki temu ramię będzie dłuższe od strony dekoltu (więcej przerobionych rzędów z tej strony), a krótsze od strony podkroju rękawa (mniej rzędów). Pozdrawiamy!

24.11.2023 - 15:02

country flag Plovy Rolande wrote:

Hallo op de foto’s zie ik tussen de verschillende patronen ribbelsteken, maar deze staan niet vermeld in het patroon . Zit er een foutje in de uitleg? Bedankt bij voorbaat

23.10.2023 - 16:42

DROPS Design answered:

Dag Plovy,

De ribbels staan wel in het patroon vermeld, dit zijn de rijen met gevulde blokjes (averecht aan de goede kant en recht aan de verkeerde kant) met de lege blokjes ertussen (recht aan de goede kant en averecht aan de verkeerde kant).

24.10.2023 - 08:05