DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.88€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Stone Fences

Gebreide trui in DROPS Nepal of DROPS Alaska. Het werk wordt gebreid met randen in boordsteek en dubbele hals. Maten S - XXXL.

DROPS 228-24
DROPS Design: Patroon nr. ne-354
Garengroep C of A + A
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS NEPAL van garnstudio (behoort tot garengroep C)
600-700-750-800-900-1000 g kleur 0500, lichtgrijs

Of gebruik:
DROPS ALASKA van garnstudio (behoort tot garengroep C)
650-750-800-850-950-1050 g kleur 63, parelgrijs

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5.5 MM: Lengte 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 4.5 MM: Lengte 80 cm.

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 20 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.88€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld mindert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 109 steken) minus de kantsteken (dus 2 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken minderingen (dus 27) = 3.96.
In dit voorbeeld mindert u door (ongeveer) elke 3e en 4e steek recht samen te breien. Minder niet over de kantsteken.

TIP VOOR HET MINDEREN-2 (voor de armsgaten en de hals):
Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
MINDEREN OP HET BEGIN VAN DE NAALD: 1 kantsteek in ribbelsteek, 2 recht, 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd).
MINDEREN OP EINDE VAN DE NAALD: Brei tot er 5 steken over zijn, 2 recht samen, 2 recht en 1 kantsteek in ribbelsteek (= 1 steek geminderd).

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de mouwen):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid!
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om een gaatje te voorkomen.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 4e steek terwijl u tegelijkertijd afkant; de omslagen worden als normale steken afgekant.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt heen en weer gebreid in delen en dan samen genaaid.
De hals wordt op het einde in de rondte gebreid.

ACHTERPAND:
Zet 101-109-117-129-143-155 steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant) met rondbreinaald 4.5 mm en DROPS Nepal of DROPS Alaska. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant. Brei dan boordsteek als volgt:

1 kantsteek in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, A.1 tot er 2 steken over zijn, brei de eerste steek in A.1 (zodat de boordsteek symmetrisch is) en 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek heen en weer gebreid voor 8 cm – pas aan zodat de volgende naald aan de goede kant is.
Brei 1 naald recht terwijl u 25-27-29-33-37-39 steken verdeeld mindert – lees TIP VOOR HET MINDEREN-1 = 76-82-88-96-106-116 steken.
Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm.
Ga verder met tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Als het werk 36-37-38-39-40-41 cm meet, kant dan 3-3-5-6-8-8 steken af op het begin van de volgende 2 naalden voor de armsgaten = 70-76-78-84-90-100 steken.
Ga verder met minderen als volgt:
Minder 1 steek aan elke kant van het werk, iedere naald aan de goede kant in totaal 2-3-3-4-5-8 keer – lees TIP VOOR HET MINDEREN-2 = 66-70-72-76-80-84 steken.
Ga verder met tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant.
Als het werk 50-52-54-56-58-60 cm meet, kant dan de middelste 30-30-32-32-34-34 steken voor de hals af en eindig elke schouder apart (= 18-20-20-22-23-25 steken op elk schouder).
Minder 1 steek op de volgende naald vanaf de hals = 17-19-19-21-22-24 steken. Ga verder met tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant tot het werk 54-56-58-60-62-64 cm meet. Kant af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
Zet op en brei op dezelfde manier als het achterpand, tot het werk 45-47-48-50-51-53 cm meet. Plaats op de volgende naald aan de goede kant de middelste 18-18-18-18-20-20 steken op een hulpdraad voor de hals en eindig elke schouder apart.

RECHTER SCHOUDER:
Ga verder heen en weer gebreid met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Minder 1 steek op het begin van elke naald aan de goede kant 7-7-8-8-8-8 keer – denk om TIP VOOR HET MINDEREN-2 = 17-19-19-21-22-24 steken.
Brei verder tot het werk 54-56-58-60-62-64 cm meet. Kant af.

LINKER SCHOUDER:
Ga verder heen en weer gebreid met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Minder 7-7-8-8-8-8 keer 1 steek aan het einde van elke naald aan de goede kant = 17-19-19-21-22-24 steken.
Brei verder tot het werk 54-56-58-60-62-64 cm meet. Kant af.

MOUWEN:
Zet 64-66-68-72-74-74 steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant) met rondbreinaald 4.5 mm en DROPS Nepal of DROPS Alaska. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant. Brei dan boordsteek als volgt:
1 kantsteek in ribbelsteek, A.1 tot er 1 steek over is en 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek heen en weer gebreid voor 12 cm.
Brei 1 naald recht aan de goede kant terwijl u 18-18-18-20-20-20 steken verdeeld mindert = 46-48-50-52-54-54 steken.
Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm. Ga verder met tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als het werk 14 cm meet, meerder dan 1 steek aan de binnenkant van 2 steken aan elke kant van het werk – lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere 10-7½-5½-5½-4-3 cm in totaal 4-5-6-6-7-9 keer = 54-58-62-64-68-72 steken.
Als de mouw 46-46-44-44-42-40 cm meet, kant dan af aan elke kant voor de mouwkop als volgt:
Kant 1 keer 3-3-5-6-8-8 steken af, 3 keer 2 steken, dan 1 steek aan elke kant tot de mouw 51 cm meet. Kant tot slot 1 keer 3 steken af aan elke kant.
Kant af – lees TIP VOOR HET AFKANTEN. De mouw meet ongeveer 52 cm.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen met maassteken.
Naai de mouwen in de armsgaten, aan de binnenkant van de 1 kantsteek op het lijf en de afkantrand op de mouw.
Naai de zijnaden dicht vanaf de armsgaten naar beneden, aan de binnenkant van de 1 kantsteek.

HALS:
Begin aan de goede kant op de bovenkant van een schouder en neem steken op rondom de hals met rondbreinaald 4.5 mm en DROPS Nepal of DROPS Alaska. Neem 98 tot 114 steken op (inclusief de steken van de hulpdraad) aan de binnenkant van de 1 kantsteek. Het aantal steken moet deelbaar zijn door 2.
Brei A.1 in de rondte tot de boordsteek 15 cm meet.
Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN!
Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en naai naar beneden vast. Om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt, is het belangrijk dat de naad elastisch is.

Telpatroon

symbols = gedraaid recht aan de goede kant, gedraaid averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 228-24

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (15)

country flag Marlies Plaqlez wrote:

Mouwkop Er staat in het patroon minderd aaniedere kant 5steken En daarna 3x2 steken minderen aan beide kanten En daarna aan iedere kant 1 steek Daarna weet ik niet hoe het verder moet En ook een Opmerking voorpand En rugpand bij de mindering aan de armsgaten Is helemaal anders gedaan als bij de mouwkop

05.12.2023 - 18:00

DROPS Design answered:

Dag Marlies,

Bij de mouw ga je de hele tijd door met 1 steek afkanten aan elke kant totdat je op de juiste lengte bent. Het klopt dat de minderingen voor het armsgat anders zijn. Bij de panden betreft het namelijk het armsgat, vanaf de oksel. De mouw kop komt tegen de schouder aan.

06.12.2023 - 20:00

country flag Sylwia wrote:

Hallo, Ik heb de voorpand, achterpand en mouwen gebreid volgens de aanwijzingen maar nu heb ik een probleem met de stukken aan elkaar te zetten. Hij de achterpand beginnen de armsgaten bij maat L met 38 cm en bij de voorpand met 48 cm dus ze zijn niet symmetrisch. De mouwen zijn wel symmetrisch afgekant.

08.11.2022 - 07:14

DROPS Design answered:

Dag Sylwia,

Dan is er ergens toch iets mis gegaan, want volgens de beschrijving brei je de armsgaten op dezelfde hoogte op het voorpand en het achterpand.

08.11.2022 - 19:37

country flag Jackie wrote:

Hi me again. Its my first time knitting and first time trying to read a pattern please help. On the sleeves it says increase like this every 5 1/2 cm a total of 6 time right. Then it says when sleeves measure 44cm (my calculations say for every 5 1/2 cm it will be 33cm on top of the 14cm before increasing it would be 47cm.) this is confusing. Also when it comes to casting off is it cast off 6 sts 1 time then 2 sts 3 times than 1 stich on each side all in one row or how? Please help.

02.11.2022 - 16:05

DROPS Design answered:

Dear Jackie, you should start increasing when sleeve measures 14 cm, then 2nd increase: 24 cm (10 cm after), 3rd increase: 34 cm, 4th increase: 44 cm - work until piece measures 46 cm then start to cast off for sleeve cap. Happy knitting!

02.11.2022 - 16:14

country flag Jackie wrote:

Hi. On the front piece it says knit til 50cm (xl) than place the middle stitches on a thread for neck and finish each shoulder. Don’t I have to cast off for the armholes?

31.10.2022 - 09:37

DROPS Design answered:

Dear Jackie, yes you have to work as on back piece, ie cast on the same number of stitches as for back piece and decrease after rib as on back piece then cast off and decrease for armholes as on back piece. But neckline will be shaped on front piece earler (50 cm) than on back piece (56 cm). Happy knitting!

31.10.2022 - 13:13

country flag Alessandra wrote:

Come si fa una cucitura elastica per il collo doppio di questo maglione? Grazie

13.10.2022 - 08:29

DROPS Design answered:

Buonasera Alessandra, per ottenere un bordo di chiusura elastico, non deve tirare troppo il filo durante la chiusura, oppure inserire dei gettati regolari durante la chiusura e intrecciarli come maglie normali. Buon lavoro!

13.10.2022 - 22:34

country flag Tos wrote:

Ik heb een vraag over het laatste stuk van de mouw. Er staat ‘kant af aan elke kant voor de mouwkop als volgt’, en daarna staat nog een paar keer ‘aan elke kant’. Betekent dat dat je elke naald (de goede en de verkeerde kant) af kant, of betekent het aan het begin en aan het einde van de naald, of betekent het dat allebei?

17.05.2022 - 23:17

DROPS Design answered:

Dag Tos,

Het betekent dat je steeds aan het begin van elke naald afkant. Dus je begint met afkanten, je breit de naald verder helemaal uit, dan keer je het werk en kant je weer af aan het begin van de naald.

19.05.2022 - 20:49

country flag Tos wrote:

Dit moet mijn eerste trui worden, maar ik begrijp het nog niet helemaal: er staat ribbelsteek, maar ik zie nergens ribbels op de foto’s. Het ziet eruit alsof er in tricotsteek wordt gebreid (afwisselend een naald recht aan de goede kant, en een naald averecht aan de verkeerde kant) en bij de uiteinden in boordsteek van 1 recht 1 averecht wordt gebreid. Begrijp ik het verkeerd?

15.01.2022 - 22:16

DROPS Design answered:

Dag Tos,

De kantsteken worden in ribbelsteek gebreid. Bij het in elkaar zetten van de trui worden de kantsteken gebruikt en deze zijn daarna niet meer zichtbaar. Het klopt dus dat je geen ribbelsteek ziet op de foto.

16.01.2022 - 13:55

country flag Michele Fontinelle wrote:

Ce modèle peut être exécuté avec 2 aiguiilles

13.12.2021 - 16:31

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Fontinelle, on tricote ici le dos, le devant et les manches en allers et retours sur aiguille circulaire pour avoir suffisamment de place pour y loger toutes les mailles; si vous ne voulez pas tricoter le col en rond, vous devrez coudre d'abord une seule des épaules, tricoter le col et terminer la couture de la 2ème épaule et du col. Retrouvez plus d'infos ici. Bon tricot!

14.12.2021 - 07:39

country flag Edith wrote:

Le nombre de mailles qui diminuent au passage des cotes au jersey fonctionne bien pour le corps du tricot. Pour les manches, j'ai dû réduire le nombre de mailles montées pour ne pas avoir un poignet beaucoup, beaucoup trop grand. Pour la taille XL, j'ai réduit de 24 mailles. Et puis j'ai augmenté pour retrouvé le bon nombre pour la suite. Bien cordialement.

12.12.2021 - 12:20

country flag Edith wrote:

Nirgendwo ist vom Stilllegen von Maschen die Rede, aber bei der Halskrause sollen stillgelegte Maschen inkludiert werden. Das verwirrt? Vom Muster her ein Pulli, der auch anfängertauglich ist, nicht aber von der Anleitung her:(

11.12.2021 - 14:11

DROPS Design answered:

Liebe Edit, beim Vorderteil werden die mittleren Maschen für den Halsausschnitt stillgelegt (Zitat): In der nächsten Hin-Reihe die mittleren 18-18-18-18-20-20 Maschen für den Halsausschnitt stilllegen.. Viel Spaß beim stricken!

13.12.2021 - 09:11