Kerst komt eraan en dat betekent dat het tijd is om nieuwe vakantietruien voor de hele familie te maken! Dus ideaal om met ons mee te doen en samen deze leuke Rudolph truien in DROPS Nepal te maken - er zit 30% korting op het garen voor de rest van het jaar!
Heeft u het materiaal nog niet om de trui mee te breien? Bekijk hier een lijst van benodigdheden.
Heeft u het garen al? Dan kunt u verder lezen en met ons meedoen om aan het achterpand te werken!
Twijfelt u aan uw vaardigheden? Onze clues zijn aangevuld met instructievideo's waarin we laten zien hoe u opzet, hoe u boordsteek breit, hoe u ribbesteek breit en nog veel meer. We proberen ervoor te zorgen dat iedereen dit kan maken!
Nog een ding voordat we beginnen - weet u welke maat u wilt breien? Hieronder vindt u beide patronen (met en zonder het rendier op de achterkant), zorg ervoor dat u steeds hetzelfde patroon volgt in elke clue, want ze zijn niet precies hetzelfde.
Maten: 2 - 3/4 - 5/6 - 7/8 - 9/10 - 11/12 jaar
Maat (op hoogte in cm): 92 - 98/104 - 110/116 - 122/128 - 134/140 - 146/152
U kunt deze trui met of zonder het rendier op de achterkant maken, kies uw favoriete optie! Beide patronen kunt u hieronder vinden.
INFORMATIE VOOR HET PATROON:
RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = Brei 2 naalden recht.
1 kantsteek in ribbelsteek = Brei de steek recht op zowel de goede als de verkeerde kant
Het achterpand wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald van onder naar boven.
Zet 54-58-62-66-70-74 steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant) met rondbreinaald maat 4 mm en denimblauw (kleur b). Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant). De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 1 kantsteek in RIBBELSTEEK – lees instructie hierboven, * 2 recht, 2 averecht * brei van *-* tot er 1 steek over is op de naald en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek voor 2-2-2-3-3-3 cm – pas zo aan dat de volgende naald aan de goede kant is.
Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei 10-12-14-16-20-24 naalden tricotsteek met 1 kantsteek aan elke kant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Ga verder met rood (kleur a) en ga verder met tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als het werk 21-23-26-29-32-35 cm meet, kant dan 1 steek af aan het begin van de volgednde 2 naalden voor de armsgaten = 52-56-60-64-68-72 steken. Ga verder met tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als het werk 31-34-38-42-46-50 cm meet, kant dan de middelste 18-20-22-24-24-26 steken af voor de hals en brei elk schouder apart verder. Kant dan 1 steek af op de volgende naald vanaf de hals = 16-17-18-19-21-22 steken over op de schouder. Ga verder tot het werk 32-35-39-43-47-51 cm meet – pas zo aan dat de volgende naald aan de verkeerde kant is. Brei 1 naald recht op de verkeerde kant, brei 1 naald recht op de goede kant en brei 1 naald recht op de verkeerde kant. Kant af met recht op de goede kant. Brei de andere schouder op dezelfde manier. De trui meet ongeveer 33-36-40-44-48-52 cm vanaf de schouder naar beneden.
INFORMATIE VOOR HET PATROON:
RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.
1 kantsteek in ribbelsteek = Brei de steek recht op zowel de goede als de verkeerde kant.
PATROON:
Zie telpatroon A.1.
Het rendier wordt in tricotsteek gebreid.
Om lange draden aan de achterkant te voorkomen wanneer u in patroon breit, kunt u met 3/5 bollen breien. Met andere woorden, brei met 1 bol rood (colour a) aan elke kant van het rendier en 1 bol in patroonkleur in het midden. Om gaatjes te voorkomen bij het wisselen van kleur, draait u de draden samen als u van kleur wisselt.
Het achterpand wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald van onder naar boven.
Zet 54-58-62-66-70-74 steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant) met rondbreinaald 4 mm en denimblauw (colour b). Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant). De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 1 kantsteek in RIBBELSTEEK – lees instructies hierboven * 2 recht, 2 averecht * brei van *-* tot er 1 steek over is op de naald, eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek voor 2-2-2-3-3-3 cm – pas aan zodat de volgende naald aan de goede kant is.
Ga verder met rondbreinaald maat 5 mm. Brei 10-12-14-16-20-24 naalden in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Ga verder met rood (kleur a) en brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 13-15-17-19-21-23 steken in tricotstek, brei A.1 (= 26 steken) – lees PATROON, brei 13-15-17-19-21-23 steken in tricotsteek en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga verder met dit patroon. Als het werk 21-23-26-29-32-35 cm meet, kant dan 1 steek af aan het begin van de volgende 2 naalden voor de armsgaten = 52-56-60-64-68-72 steken. Ga verder met tricotsteek en A.1. Als A.1 klaar is, ga dan verder met rood (kleur a) over alle steken. Als het werk 31-34-38-42-46-50 cm meet, kant dan de middelste 18-20-22-24-24-26 steken af voor de hals en brei elk schouder apart verder. Kant dan 1 steek af op de volgende naald voor de hals = 16-17-18-19-21-22 steken over op de schouder. Ga verder met breien tot het werk 32-35-39-43-47-51 cm meet – pas zo aan dat de volgende naald aan de verkeerde kant gebreid wordt. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant, brei 1 naald recht aan de goede kant en brei 1 naald recht aan de verkeerde kant. Kant af met recht aan de goede kant. Brei de andere schouder op dezelfde manier. De trui meet ongeveer 33-36-40-44-48-52 cm vanaf de schouder naar beneden.
= kleur a | |
= kleur e | |
= kleur d |
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
U kunt deze trui met of zonder rendier op de achterkant maken. Kies hieronder welke van beide opties u wilt volgen.
INFORMATIE VOOR HET PATROON:
RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = Brei 2 naalden recht.
TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de raglan):
Alle meerderingen worden op de goede kant gemaakt!
Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 recht, 1 omslag, brei tot er 2 steken over zijn, 1 omslag, 1 recht, 1 kantsteek in ribbelsteek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.
ACHTERPAND:
Het werk wordt heen en weer gebreid, van boven naar beneden, met rondbreinaald en met raglanmeerderingen.
Zet 28-30-32-34-36-38 steken op (inclusief 1 kantsteek in ribbelsteek op elke kant) met rondbreinaald 5.5 mm en rood (kleur a). Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant. Brei dan tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Meerder tegelijkertijd op de eerste naald aan de goede kant 1 steek aan elke kant voor de raglan - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere 2e naald in totaal 20-21-23-25-27-29 keer = 68-72-78-84-90-96 steken.
Als alle de meerderingen voor de raglan klaar zijn, meet het werk ongeveer 20-21-23-25-27-29 cm. Zet aan het einde van de volgende 2 naalden 4-5-5-5-7-9 steken op voor het armsgat aan elke kant van het werk = 76-82-88-94-104-114 steken. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! Ga verder met tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als het werk 18-17-16-15-14-12 cm meet, ga dan verder met naturel (kleur b) tot de gewenste lengte. Als het werk 25-25-25-25-25-25 cm meet, meerder dan 16-18-20-22-24-26 steken verdeeld op de naald = 92-100-108-116-128-140 steken. Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm en brei boordsteek als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, (2 recht, 2 averecht) tot er 3 steken over zijn op de naald, 2 recht en 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga zo verder tot de boordsteek 6 cm meet. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Het achterpand 51-52-54-56-58-60 cm meet vanaf de hals naar beneden.
Achterpand met rendier
INFORMATIE VOOR HET PATROON:
RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.
TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de raglan):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 recht, 1 omslag, brei tot er 2 steken over zijn, 1 omslag, 1 recht, 1 kantsteek in ribbelsteek. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.
PATROON:
Zie telpatronen A.2a en A.2b.
Telpatronen A.2a en A.2b (rendier achterkant): Het hele telpatroon wordt gebreid in tricotsteek. Brei met 3/5 bollen om lange draden op de verkeerde kant te voorkomen. Met andere woorden, brei met 1 bol rood (kleur a) aan elke kant van de trui en 1 bol patroonkleur in het midden. LET OP: Om gaatjes te voorkomen bij het wisselen van kleuren, draait u de draden samen.
ACHTERPAND:
Het werk wordt heen en weer gebreid, van boven naar beneden, met rondbreinaald en met raglanmeerderingen.
Zet 28-30-32-34-36-38 steken op (inclusief 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant) met rondbreinaald 5.5 mm en rood (kleur a). Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant. Brei dan tricotsteek met 1 kantsteek in RIBBELSTEEK - lees beschrijving hierboven, aan elke kant. Meerder tegelijkertijd, op de eerste naald aan de goede kant 1 steek aan elke kant voor de raglan - lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere 2e naald in totaal 20-21-23-25-27-29 keer = 68-72-78-84-90-96 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
TEGELIJKERTIJD als u 7-7-8-9-10-10 keer aan elke kant heeft gemeerderd en er zijn 42-44-48-52-56-58 steken op de naald, breit u in patroon als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 recht, 1 omslag (= meerdering), brei 0-1-3-5-7-8 steken recht, brei A.2a (= 38 steken) - lees PATROON hierboven, brei 0-1-3-5-7-8 steken recht, 1 omslag (= meerdering), 1 recht en 1 kantsteek in ribbelsteek = 44-46-50-54-58-60 steken. Als alle de meerderingen voor de raglan klaar zijn, meet het werk ongeveer 20-21-23-25-27-29 cm. Zet aan het einde van de volgende 2 naalden 4-5-5-5-7-9 steken op voor het armsgat aan elke kant van het werk = 76-82-88-94-104-114 steken. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!
Ga verder met tricotsteek, patroon en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als A.2a klaar is, brei dan A.2b over A.2a. Als u de pijl in A.2b ziet, ga dan verder met naturel (kleur b), tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant tot het werk 25-25-25-25-25-25 cm meet. Meerder nu 16-18-20-22-24-26 steken verdeeld op de naald = 92-100-108-116-128-140 steken. Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm en brei boordsteek als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, (2 averecht, 2 recht) tot er 3 steken over zijn op de naald, 2 averecht en 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga zo verder tot de boordsteek 6 cm meet. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Het achterpand meet 51-52-54-56-58-60 cm vanaf de hals naar beneden.
= kleur a | |
= kleur b | |
= kleur d | |
= kleur e | |
= de pijl geeft het punt aan waarop u wisselt van achtergrond kleur van rood (kleur a) naar naturel (kleur b) |
We zijn nu klaar met de achterkant!
Kom volgende week terug om samen aan de voorkant van de trui te werken!
Hier is een lijst met bronnen om u te helpen met de achterkant van de truien!
Lone S wrote:
Først tusind tak for denne flotte opskrift. Er vild med denne julebluse, og det tog mig lidt tid at lave den færdig. Men sikke resultat. Vil gerne lave elegant julesweater fra julemands-kostumer.dk/vare-kategori/julesweater/. Denne juletrøje skal bruge en hvid og en meget lidt lys rød farve. Har I denne farve evt farvekode? Vh Lone
05.05.2020 - 10:00