DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.95 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.35€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Twin River

Gebreide DROPS trui voor heren met structuurpatroon en raglan van Nepal. Maat: S - XXXL.

DROPS 174-14
DROPS design: Model nr. ne-236

Garengroep C of A en A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS NEPAL van Garnstudio
650-750-800-900-1000-1100 gr. kleur nr. 6314, denimblauw

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (60 of 80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 24 nld in patroon A.1 = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.95 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.35€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2.

RAGLAN:
Minder als volgt voor A.2: brei tot er 2 st over zijn voor A.2, brei de volgende 2 st r samen.
Minder als volgt na A.2: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh

TIP VOOR HET MEERDEREN (LIJF):
Meerder 4 st op de nld als volgt:
Brei tot er 1 st overblijft voor de markeerder aan de zijkant, 1 omsl, brei 2 st in ribbelst, 1 omsl (= 2 st gemeerderd). Herhaal dit meerderen aan de andere zijkant van het werk.
Brei in de volgende nld de omsl gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei de nieuwe st in ribbelst.

TIP VOOR HET MEERDEREN (MOUW):
Meerder als volgt midden onder de mouw:
Brei tot er 1 st overblijft voor de markeerder, 1 omsl, brei 2 st in ribbelst, 1 omsl. Brei op de volgende nld de omsl gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei de gemeerderde st gaandeweg mee in het patroon. LET OP: brei de st aan elke kant van de markeerder in ribbelst.

RAGLAN MINDEREN (RONDING):
Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Minder als volgt na A.2: 3 gedraaid r samen.
Minder als volgt voor A.2: brei tot er 3 st over zijn voor A.2, 3 r samen.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt in de rondte gebreid.

LIJF:
Zet 150-162-168-192-210-234 st op met Nepal op rondbreinld 5 mm. * 1 av, (1 r, 2 av), herhaal (-) nog 23-25-26-30-33-37 keer, 1 r, 1 av, plaats een markeerder hier (= zijkant) *, herhaal van *-* nog 1 keer. LET OP: neem de markeerders gaandeweg mee in de hoogte. Ga zo verder in boordsteek in de rondte tot het werk 4 cm meet. Brei nu in PATROON A.1 als volgt: brei de laatste 2 st in A.1, herhaal dan A.1 de hele nld tot er 1 st overblijft op de nld, brei de eerste st in A.1. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei tot een hoogte van 13-13-14-14-15-15 cm, meerder dan 1 st aan elke kant van elke markeerder – zie TIP VOOR HET MEERDEREN (LIJF). Herhaal dit meerderen bij een hoogte van 27-28-29-29-30-30 cm = 158-170-176-200-218-242 st. Brei tot een hoogte van 41-41-42-42-42-42 cm (pas zo aan dat de volgende nld een 2e nld is in A.1) en minder dan st voor de armsgaten als volgt: kant de eerste 5 st op de nld af, brei de volgende 69-75-78-90-99-111 st, kant de volgende 10 st af voor het armsgat, brei de volgende 69-75-78-90-99-111 st, kant de overgebleven 5 st af. Knip de draad af. Laat het werk rusten en brei de mouwen.

MOUW:
Brei de mouwen in de rondte op breinld zonder knop.
Zet 42-42-42-48-48-48 st op met Nepal op breinld zonder knop 5 mm. Plaats een markeerder aan het begin van de nld = midden onder de mouw. Brei boordsteek als volgt: 1 av, 1 r, * 2 av, 1 r *, herhaal van *-* tot er 1 st overblijft op de nld, 1 av. Ga zo verder in de rondte tot de boordsteek 4 cm meet. Brei nu in PATROON als volgt: brei de laatste 2 st in A.1, A.1 tot er 1 st overblijft op de nld, brei de eerste st in A.1. Brei tot een hoogte van 9-8-7-6-10-9 cm, meerder dan 1 st aan elke kant van de markeerder – zie TIP VOOR HET MEERDEREN (MOUW). Meerder zo ongeveer elke 13e-9e-7e-7e-6e-5e nld 8-11-14-14-14-17 keer in totaal = 58-64-70-76-76-82 st. Brei tot een hoogte van 51-50-49-48-47-46 cm - pas zo aan dat volgende nld een 2e nld is in A.1 – en kant dan de middelste 10 st af onder de mouw (= 5 st aan elke kant van de markeerder) = 48-54-60-66-66-72 st. Brei nog een mouw op dezelfde manier.

PAS:
Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld 5 mm als het lijf waar afgekant is voor de armsgaten = 234-258-276-312-330-366 st. Doe dit zonder de steken eerst te breien. Plaats een markeerder in elke overgang tussen mouwen en lijf = 4 markeerders. Begin de nld op het achterpand, 4 st na de markeerder tussen mouw en achterpand.
Ga nu verder in patroon als hiervoor en brei ook A.2 (= 8 st) in elke overgang tussen lijf en mouwen (de markeerders staan steeds in het midden van A.2). Begin op de volgende nld met minderen voor de RAGLAN – zie uitleg boven! LET OP: minder verschillend op lijf en mouwen als volgt:
RAGLAN LIJF:
Minder om de nld 21-24-24-24-26-26 keer en elke nld 0-0-0-6-7-13 keer (= 21-24-24-30-33-39 keer in totaal).
RAGLAN MOUWEN:
Minder elke 4e nld 6-6-4-3-5-5 keer en om de nld 9-12-17-21-19-22 keer (= 15-18-21-24-24-27 keer in totaal).

Als alle minderen klaar is, staan er nog 90-90-96-96-102-102 st op de nld (= 144-168-180-216-228-264 st in totaal geminderd).

Brei nu in PATROON als hiervoor over de eerste 72-72-78-78-84-84 st. Steek een markeerder hier (= tussen A.2 en de rechtermouw). Brei dan een ronding heen en weer voor de hals in patroon als hiervoor en minder TEGELIJKERTIJD voor de raglan elke nld aan de goede kant over de st die u breit – LEES RAGLAN MINDEREN (RONDING) als volgt: LET OP: trek de draad aan elke keer dat u het werk keert om gaatjes te voorkomen.
NLD 1 (= goede kant): brei 55-55-58-58-61-61 st (incl. de 8 geminderde st),
NLD 2 (= verkeerde kant): keer en brei 45-45-48-48-51-51 st,
NLD 3: keer en brei 43-43-46-46-49-49 st (incl. de 8 geminderde st),
NLD 4: keer en brei 33-33-36-36-39-39 st.
Er zijn nu 74-74-80-80-86-86 st op de nld.
Keer en ga verder in de rondte als volgt: brei recht boven recht en av over st in ribbelst tot het werk 4 cm meet. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. De trui meet 64-66-68-70-72-74 cm vanaf de opzetrand tot de schouder. Hecht af.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht.

Telpatroon

symbols = r
symbols = av
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 174-14

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (200)

country flag Anne Mette wrote:

Tak for en dejlig opskrift! Jeg er dog gået i stå, da jeg nu skal til at strikke ærmerne og ryg/forstykke sammen i raglan indtagning. Der står "Tag ind på hver 2. omgang (ryg/forstykke) 24 gange og på hver omgang 6 gange". Der står noget lignende for ærmerne. Betyder det, at jeg først skal tage ind på hver anden omgang 24 gange og SÅ først begynde på at tage ind på hver omgang? Eller skal alt dette ske samtidigt? Jeg synes det er lidt forvirrende skrevet.

28.02.2017 - 19:02

DROPS Design answered:

Hej Anne Mette. Ja, först tager du ind de 24 gange i hver anden omgang og naar du er faerdig med det tager du ind i hver omgang 6 gange (det er saa for ryg/forstykke). Men du tager ind paa aermerne samtidig med at du tager ind paa ryg/forstykke.

01.03.2017 - 16:14

country flag Carole wrote:

Bonjour, Je ne parviens pas à comprendre la réhausse. 8 diminutions sont indiquées pour la réhausse alors qu'il n'y a que 6 diminutions sur cette partie du tricot. De plus lorsqu'on doit tricoter 58 mailles y compris les 8 mailles à diminuer, cela signifie-t-il qu'avec les diminutions cela fait 50 mailles ou les diminutions sont-elles comptabilisées dans les 58 m ? Merci beaucoup pour votre aide.

25.02.2017 - 17:08

DROPS Design answered:

Bonjour Carole, pendant la ré-hausse, on va diminuer différemment (cf DIMINUTIONS RAGLAN (RÉ-HAUSSE)) soit 4 m sur le dos et 2 m sur chaque manche = 8 diminutions au total. Au 1er rang, vous tricotez 55 m en diminuant 8 m, il reste 47 m. Bon tricot!

23.03.2017 - 10:11

country flag Liette wrote:

Bonjour, J’ai monté mes manches sur la même aiguille, mais voici, je ne suis pas trop sûre des diminutions à effectuer. Si je comprends bien, selon les instructions suivantes : (taille large) Au 2e tour, dois-je à partir du dos, faire 6 diminutions consécutives 4 mailles avant A2 (6 X4=24) pour chacun des marqueurs côté dos/devant; et après A2, je fais 5 diminutions pour le côté manche???

23.02.2017 - 12:32

DROPS Design answered:

Bonjour Liette, au 2ème tour de l'empiècement en taille L vous devez diminuer avant/après chaque raglan = 8 dim (cf RAGLAN). Puis vous continuez à diminuer mais pas au même rythme sur les manches/le dos & le devant, soit au total: pour le devant & le dos: 24 x tous les 2 tours et pour les manches: 4 x tous les 4 tours et 17 fois tous les 2 tours. Sur certains tours, vous diminuerez seulement 4 m (devant & dos), et sur d'autres 8 m (devant & dos + manches). Bon tricot!

23.02.2017 - 13:39

country flag Tiziana wrote:

Buonasera non ho dimestichezza con i ferri circolari. Potrei utilizzare dei ferri normali per fare questo modello? Seguendo le stesse istruzioni? Grazie

10.02.2017 - 22:47

DROPS Design answered:

Buongiorno Tiziana. Per lavorare con i ferri dritti dovrebbe dimezzare il numero delle maglie per il davanti e il dietro, aggiungendo 1 m di margine per le cuciture. Per le maniche, lavora avanti e indietro aggiungendo la m di margine. Rimane lo sprone che nel testo trova spiegato per la lavorazione in tondo e che in questa sede purtroppo non possiamo adattare ad una lavorazione diversa. Per il diagramma, sui ferri di ritorno il quadratino bianco corrisponde ad 1 m rov. Buon lavoro!

11.02.2017 - 00:39

country flag Liette wrote:

Dois-je comprendre que sur les côtés du chandail, après les côtes, c'est une lisière de point mousse qui s'élargie avec les augmentations!

24.01.2017 - 22:52

DROPS Design answered:

Bonjour Liette, les augmentations se tricotent en suivant A.1. Dans A.1, on a 2 m point mousse/1 m end (vu sur l'endroit). Bon tricot!

25.01.2017 - 09:09

country flag Liette wrote:

Concernant les augmentations, étant donné que c'est un tricot circulaire, lorsque vous mentionner au point mousse, voulez-vous dire que sur un tour c'est à l'endroit et que l'autre tour est à l'envers?

24.01.2017 - 22:43

DROPS Design answered:

Bonjour Liette, effectivement quand on tricote au point mousse, on va alterner 1 tour end et 1 tour env. Quand vous augmentez, tricotez les mailles au point mousse à l'end ou à l'env en fonction du rang précédent. Bon tricot!

25.01.2017 - 09:08

country flag Coya wrote:

Bonsoir, Pourriez-vous m'éclairer un peu au sujet de la rehausse. On fini le raglan avec 102 m pour la taille xl, puis on nous explique de tricoter 84m, de mettre un marqueur. La rehausse se tricote au-dessus des 84 m du début ou les suivantes. De plus dans l'explication des rangs, on passe de 61m à 51 m en faisant 8 diminutions?? Merci pour votre aide. Coya

20.01.2017 - 22:15

DROPS Design answered:

Bonjour Coya, en taille XL (= 4ème taille), on doit avoir 96 m quand les diminutions du raglan sont faites, pour la réhausse, on tricote 58 m en faisant les 8 diminutions comme avant (il vous restera moins de mailles sur l'aiguille), tournez et tricotez 48 m, tournez et tricotez sur 46 m en faisant les 8 diminutions (il vous restera moins de 46 m car vous diminuez en même temps) et ainsi de suite. Bon tricot!

23.01.2017 - 09:15

country flag Pia Sepstrup wrote:

De første 4 cm "rib" - er det ikke det samme mønster, man fortsætter med på hele trøjen? Så vidt jeg kan se, sker der ingen ændring efter de 4 cm. Vh Pia

09.01.2017 - 15:59

DROPS Design answered:

Hej Pia. Nej, det er ikke ens. Husk at du skal strikke rundt, saa bliver de to förste m (vrang paa 1 p og ret paa 2 p) rillestrik og ikke 2 vr som paa ribben.

11.01.2017 - 11:17

country flag Maike wrote:

Besteht das Muster in jeder zweiten Runde nur aus rechten Maschen? Bei den Raglanabnahmen sollen die Annahmen in der Hinrunde erfolgen. Die Arbeit wird doch aber in Runden gestrickt?

09.12.2016 - 19:46

DROPS Design answered:

Liebe Maike, im Muster wird jede 2. Runde nur mit re. Maschen gestrickt. Bei den Raganabnahmen sollen Sie entweder jede 2. R/jede R abnehmen, es kann dann bei R. aus li/re. M oder nur re. M entstehen. Viel Spaß beim stricken!

12.12.2016 - 09:03

country flag Elsa wrote:

Bonjour, Pourriez-vous m'indiquer s'il vous plaît , en quelle taille est tricoté ce modèle pour le mannequin sur la photo? Bien cordialement,

08.12.2016 - 18:41

DROPS Design answered:

Bonjour Elsa, nos modèles sont généralement tricotés en taille M - pour trouver la taille à tricoter, reportez-vous au schéma des mesures en bas de page et comparez-les à un vêtement similaire dont il aime la forme - cf aussi ici. Bon tricot!

09.12.2016 - 09:01