DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 164-46
DROPS design: Model nr. x-407
Garengroep C of A en A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS ALASKA van Garnstudio
750-800-900-1000-1100-1200 gr. kleur nr. 11, donkerrood

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (60 of 80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (40 en 80 cm) 4,5 mm - voor de boordsteek.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.4. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien.


LIJF:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld. Zet 180-196-212-228-252-268 st op met rondbreinld 4,5 mm en Alaska. Begin van de nld = zijkant. Brei als volgt:

Maat S-M-L-XL:
1 av, * 2 r, 2 av *, herhaal van *-* over de volgende 16-20-24-28 st, A.3 a (= 8 st), A.2 a (= 40 st), A.1 a (= 8 st), * 2 av, 2 r *, herhaal van *-* over de volgende 32-40-48-56 st, 2 av, A.3 a, A.2 a, A.1 a, * 2 av, 2 r * over de volgende 16-20-24-28 st, eindig met 1 av.

Maat XXL-XXXL:
1 r, 2 av, * 2 r, 2 av *, herhaal van *-* over de volgende 32-36 st, A.3 a (= 8 st), A.2 a (= 40 st), A.1 a (= 8 st), * 2 av, 2 r *, herhaal van *-* over de volgende 68-76 st, 2 av, A.3 a, A.2 a, A.1 a, * 2 av, 2 r * over de volgende 32-36 st, eindig met 2 av, 1 r.

Als A.3 a, A.2 a en A.1 a een keer in de hoogte zijn gebreid, brei dan als volgt (ga verder met rondbreinld 5 mm): tricotst over de eerste 17-21-25-29-35-39 st, A.3 b, A.2 b, A.1 b, tricotst over de volgende 34-42-50-58-70-78 st, A.3 b, A.2 b, A.1 b, tricotst over de laatste 17-21-25-29-35-39 st. Ga zo verder in patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Plaats 1 markeerder aan elke kant; 1 aan het begin van de nld en een na 90-98-106-114-126-134 st (= zijkanten).
Kant bij een hoogte van 43-44-45-46-47-48 cm 3 st af aan elke kant van elke markeerder aan elke zijkant, eindig dan het voorpand en achterpand apart.

ACHTERPAND:
= 84-92-100-108-120-128 st. Ga verder in patroon als hiervoor.
Kant af voor de armsgaten aan begin van elke nld aan elke kant als volgt: 0-0-0-1-1-1 keer 3 st, 1-2-3-3-5-6 keer 2 st en 1-2-3-3-4-5 keer 1 st = 78-80-82-84-86-88 st. Ga verder in patroon als hiervoor. Minder bij een hoogte van 60-62-64-66-68-70 cm 8 st gelijkmatig boven A.2 en kant in de volgende nld de middelste 30 st af voor de hals en eindig elke schouder apart. Ga verder en minder 1 st in de volgende nld langs de hals = 19-20-21-22-23-24 st over op de schouder. Minder bij een hoogte van 61-63-65-67-69-71 cm 4 st gelijkmatig boven A.1/A.3 = 15-16-17-18-19-20 st over op de schouder. Kant af bij een hoogte van 62-64-66-68-70-72 cm.

VOORPAND:
Ga verder en kant af en minder voor de armsgaten als op het achterpand = 78-80-82-84-86-88 st. Zet bij een hoogte van 56-58-60-62-64-66 cm de middelste 28 st op een hulpdraad voor de hals en eindig elke kant apart. Ga verder en kant af/minder langs de hals om de nld: 2 keer 2 st en 2 keer 1 st. Als alle minderingen gemaakt zijn, staan er nog 19-20-21-22-23-24 st op de nld. Minder bij een hoogte van 61-63-65-67-69-71 cm 4 st gelijkmatig boven A.1/A.3 = 15-16-17-18-19-20 st over op de schouder. Kant af bij een hoogte van 62-64-66-68-70-72 cm.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 46-46-50-50-54-54 st op met breinld zonder knop 4,5 mm en Alaska. Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld = midden onder de mouw.
Brei als volgt:
Maat S-M-XXL-XXXL:
1 r, * 2 av/2 r *, herhaal van *-* 3-3-4-4 keer, A.4 a (= 20 st), * 2 r/2 av *, herhaal van *-* 3-3-4-4 keer, eindig met 1 r.
Maat L-XL:
1 av, 2 r, * 2 av/2 r *, herhaal van *-* 3-3 keer, A.4 a (= 20 st), * 2 r/2 av *, herhaal van *-* 3-3 keer, eindig met 2 r, 1 av.

Als de eerste 10 nld van A.4 zijn gebreid, ga dan verder met breinld zonder knop 5 mm en brei als volgt: 13-13-15-15-17-17 st in tricotst, A.4 a, 13-13-15-15-17-17 st in tricotst. Als A.4 a een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.4 b boven de st in A.4 a en ga verder in tricotst over de overgebleven st. Herhaal nu A.4 b in de hoogte. Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 8 cm 1 st aan elke kant van de markeerder, herhaal dit meerderen elke 4-3-3-2½-2½-2 cm nog 8-11-11-13-13-16 keer (= 9-12-12-14-14-17 keer meerderen in totaal) = 64-70-74-78-82-88 st.

Kant bij een hoogte van 47-46-46-45-44-42 cm (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders) 6 st af midden onder de mouw (= 3 st aan elke kant van de markeerder) en brei de mouw verder heen en weer op de rondbreinld tot het werk klaar is. LET OP! Kant af voor de mouwkop in nld 2, 4 of 6 na laatste kabel om volgende kabels aan de goede kant te krijgen.
Kant af voor de mouwkop aan het begin van elke nld aan elke kant: 3 keer 2 st en 1-2-3-4-6-9 keer 1 st, kant dan 2 st af aan elke kant tot het werk 54-54-55-55-56-56 cm meet, kant dan 1 keer 3 st af aan elke kant en minder 8 st gelijkmatig over de st in A.4. Kant de overgebleven st af, het werk meet ongeveer 55-55-56-56-57-57 cm. Brei nog een mouw.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de mouwen in de trui.

COL:
Neem 92-92-96-96-100-100 st op langs de hals (incl. de st op dehulpdraad middenvoor) met rondbreinld 4,5 mm. Brei 1 nld av en minder 8 st gelijkmatig = 84-84-88-88-92-92 st. Brei boordsteek 2 r/2 av in de rondte. Meerder bij een hoogte van 10 cm alle 2 r tot 3 r = 105-105-110-110-115-115 st. Meerder bij een hoogte van 20 cm alle 3 r tot 4 r = 126-126-132-132-138-138 st. Als de col 26 cm meet, kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 19.02.2016
Correctie: nieuw telpatroon A.2a
Gewijzigd online: 24.08.2016
Correctie: A.1 a/b en A.3 a/b omgewisseld.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = zet 4 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 1 av, 4 r van de kabelnld
symbols = zet 1 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 4 r, 1 av van de kabelnld
symbols = zet 4 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 4 r, 4 r van de kabelnld
symbols = zet 4 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 4 r, 4 r van de kabelnld
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 164-46

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (50)

country flag Diane wrote:

Mooie trui, wel jammer dat er in de trui van de afbeelding een fout te zien is. De grote kabel moet nl. volgens patroon 2x gewisseld worden op de foto is dit (bij de eerste) zowel links als rechts aan de buitenkant slechts 1x gebeurd. Dot bracht mij even op een dwaalspoor.

23.02.2019 - 15:39

country flag Mayou wrote:

J'ai encore une question: je ne comprends pas, pour les manches: "NB: Rabattre au rang 2, 4 ou 6 après la dernière torsade pour que les torsades soient bien sur l'endroit"?

02.01.2019 - 14:52

DROPS Design answered:

Bonjour Mayou, les manches se tricotent d'abord en rond, puis en allers et retours, il faut donc rabattre au "bon" rang pour qu'il y ait toujours le même nombre de rangs entre les torsades pour l'arrondi de la manche et que les torsades puissent être également sur un rang sur l'endroit. Bon tricot!

02.01.2019 - 15:08

country flag Mayou wrote:

Bonjour Je ne comprends pas quand vous dites: répartir X diminutions au-dessus de A2 (ou A1/A3). Merci pour vos éclaircissements.

02.01.2019 - 12:36

DROPS Design answered:

Bonjour Mayou, les torsades exigent plus de mailles en largeur, pour éviter que les mailles rabattues soient tout à coup plus large, diminuez le nombre de mailles indiqué dans les diagrammes correspondant. Cette vidéo montre comment procéder. Bon tricot!

02.01.2019 - 13:06

country flag Inge wrote:

Hallo, het is mij niet helemaal duidelijk of deze trui heen en weer gebreid wordt, of rond. Heb ik voor maat S rondbreinaalden 60 mm of 80 mm nodig? Alvast bedankt

16.01.2018 - 19:45

DROPS Design answered:

Hallo Inge, Je breit de trui op de rondbreinaald, maar bij de armsgaten brei je het achterpand en het voorpand apart van elkaar verder, heen en weer gebreid. Dit laatste kan met der rondbreinaald of rechte naalden met knop. Voor maat S zou 60 cm genoeg moeten zijn, maar zelf gebruik ik voor een trui liefst een grotere maat, zodat ik de trui af en toe kan passen tijdens het breien. De naald is dan te lang voor het aantal steken, maar hiervoor kun je de magic loop techniek die in deze video uitgelegd wordt, gebruiken.

17.01.2018 - 11:11

country flag Dea wrote:

Ho bisogno un chiarimento. Sto facendo il collo e mi dice di aumentare le 2 dir a 3 dir e poi le 3 dir a 4 dir. Il collo essendo alla fine verrà piegato e quindi le maglie si vedranno diversamente rispetto a quando vengono lavorate. Ora che lavoro tenendo il diritto del lavoro verso di me, le 2 dir passano a 3 dir, ma quando verrà piegato queste diventeranno 3 rovesce. Quindi cosa vedrò dopo averlo piegato 4 dir e 2 rov o 4 rov e 2 dir?

03.12.2017 - 15:19

DROPS Design answered:

Buonasera Dea. Alla fine degli aumenti, sul diritto del lavoro, le coste saranno 4 m dir / 2 m rov. Ripiegato, vedrà 4 m rov / 2 m dir. Buon lavoro!

03.12.2017 - 21:01

country flag Dea wrote:

A cosa corrispondono le misure "8-9-10-11-13-15" cm nel disegno del modello? Cosa rappresentano? Grazie

03.11.2017 - 21:10

DROPS Design answered:

Buonasera Dea. I numeri corrispondono alla parte della manica, lavorata dall'intreccio per lo scalfo alla fine della manica stessa. P.es. per la taglia S: intreccia per gli scalfi quando la manica misura 47 cm e intreccia le ultime maglie a 55 cm. La parte lavorata dagli scalfi alla fine misura 55 - 47 = 8 cm. Analogamente per le altre taglie. Buon lavoro!

04.11.2017 - 00:00

country flag Mona wrote:

Feil i forklaringen på vrangbord. Det står...*2r2vr* gjenta**over de neste 16m. Det samme står det nevnt to ganger til. Men det skal ikke stå gjenta.....da får man for få masker på slutten. Derimot skal det stå 2r2vr over de neste 16m....samme på to steder til.

22.10.2017 - 19:22

country flag Dea wrote:

Avrei bisogno un piccolo chiarimento. Alla fine della manica dice "... poi intrecciare 3 m 1 volta a ogni lato e distribuire 8 diminuzioni in modo uniforme sulle m in A.4." Le 8 maglie le devo diminuire durante lo stesso ferro in cui diminuisco le prime tre maglie oppure le faccio da sole dopo avere fatto entrambe le dimnuzioni? Grazie.

30.01.2017 - 14:29

DROPS Design answered:

Buongiorno Dea. Può diminuire le 8 maglie tutte sul ferro in cui diminuisce le prime 3 maglie. Buon lavoro!

30.01.2017 - 15:45

country flag Nollet Greta wrote:

Deze pull wil ik breien met garen type a . Hoeveel bollen heb ik nodig om met 2 draden maat m te breien .

25.01.2017 - 14:07

DROPS Design answered:

Hoi Greta. Lees hier hoe je het aantal bollen kan berekenen

25.01.2017 - 14:33

country flag Nancy Villiard wrote:

Sur ce modele j'ai ceci:Taille XXL-XXXL: 1 m end, 2 m env, côtes *2 m end, 2 m env* sur les 32-36 m suivantes, A.3a (= 8 m), A.2a (= 40 m), A.1a (= 8 m), côtes *2 m env, 2 m end* sur les 68-76 m suivantes, 2 m env, A.3a, A.2a, A.1a, côtes *2 m env, 2 m end* sur les 32-36 m suivantes, terminer par 2 m env, 1 m end. quand j'ai fini ce rang il me reste pas mal de m c'est normal?

21.12.2016 - 21:14

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Villard, en tricotant ainsi: 1 m end, 2 m env, côtes *2 m end, 2 m env* sur les 32-36 m suivantes, A.3a (= 8 m), A.2a (= 40 m), A.1a (= 8 m), côtes *2 m env, 2 m end* sur les 68-76 m suivantes, 2 m env, A.3a, A.2a, A.1a, côtes *2 m env, 2 m end* sur les 32-36 m suivantes, terminer par 2 m env, 1 m end. Vous avez: 1 + 2 + 32-36 + 8+ 40+8+ 68-76 + 2+ 8+40+8 + 32-36+2+1 = 252-268 m. Bon tricot!

02.01.2017 - 09:39