Mom and Me |
|
|
|
DROPS Vestje van "Paris" voor dames en meisjes
DROPS 89-13 |
|
DAME: Steekverhouding: 17 st x 22 nld met breinld nr. 5 in tricotst = 10 x 10 cm. Of gebruik de nld die u nodig heeft om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje! Boordsteek: * 3 r, 3 av *, herhaal steeds *-*. Rechterkant: zet met breinld nr. 5 en Paris 50-50-56-56-56 st losjes op (incl. 1 kantst aan beide kanten). Brei 1 nld av, deze eerste nld is een terugg nld, en brei vervolgens door in boordsteek met 1 kantst aan beide kanten. Minder bij een hoogte van 12 cm alle 3 av naar 2 av = 42-42-47-47-47 st. Brei boordsteek met 3 r/ 2 av. Brei bij een hoogte van 18 cm 1 nld r op de heeng nld en 1 nld r op de terugg nld en pas in deze nld tegelijkertijd het aantal st aan naar totaal 42-42-46-48-48 st. Brei vervolgens door in tricotst. Meerder vanaf een hoogte van 20-20-20-25-21 cm 12-14-14-15-17 x 1 st aan beide kanten op elke 3.-2,5.-2,5.-2.-2. cm = 66-70-74-78-82 st. Als het meerderen voltooid is, heeft het werk een hoogte van 53 cm. Plaats 1 merkdraad aan beide kanten – vanaf hier het werk verder meten! Kant nu af aan de ene kant van het werk (= langs het voorpand) en zet tegelijkertijd nieuwe st op aan de andere kant van het werk (= langs de zijnaad) op deze manier: Langs het voorpand: kant in de 1e nld 3 st af, en kant hierna af in elke 2e nld: 3 x 3 st en 9-10-11-12-13 x 2 st en vervolgens in elke 4e nld: 3 x 1 st. Langs de zijnaad: zet nieuwe st op in elke 2e nld: 3 x 2 st en 5-6-7-6-9 x 1 st en vervolgens in elke 4e nld: 4-4-4-5-4 x 1 st. Als het afkanten en opzetten van de nieuwe st voltooid is, staan er in totaal 48-51-54-56-60 st op de nld. Zet vanaf een hoogte van 18-19-20-21-22 cm st op 1 draad (of hulpnaald) van het rugpand voor de hals in elke 2e nld: 4 x 10 st = 8-11-14-16-20 st op de nld. Het vestje is nu tot halverwege gebreid = midden van de rug. Plaats nu 1 nieuwe merkdraad in het midden van de hals. Brei nu de tweede helft op dezelfde manier als de eerste, maar natuurlijk in spiegelbeeld als volgt: als de laatste 10 st op de draad zijn gezet, brei dan 1 nld tricotst en zet vervolgens de st van de draad terug op de nld in elke 2e nld: 4 x 10 st = 48-51-54-56-60 st. NB: neem 1 st op tussen de laatste st van de nld en de eerste st van de draad. Brei deze samen met de 1e st van de draad. Op deze manier vormt er zich geen gaatje als de st terug gezet worden op de nld. Zet bij een hoogte van 5 cm – gemeten vanaf de merkdraad in de hals – nieuwe st op voor het voorpand (= aan de kant, waar u eerder hebt afgekant) in elke 4e nld: 3 x 1 st en vervolgens in elke 2e nld: 9-10-11-12-13 x 2 st en 4 x 3 st. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 8 cm – gemeten vanaf de merkdraad in de hals (dwz niet onder aan de rug meten, omdat het breiwerk hier smaller is) af voor het rugpand (= aan de kant waar u eerder hebt gemeerderd) in elke 4e nld: 4-4-4-5-4 x 1 st en vervolgens in elke 2e nld: 5-6-7-6-9 x 1 st en 3 x 2 st. Als het meerderen en afkanten afgerond is, staan er in totaal 66-70-74-78-82 st op de breinld. Plaats nu 1 merkdraad aan beide kanten – vanaf hier het werk meten. Kant nu 12-14-14-15-17 x 1 st af aan beide kanten op elke 3.-2,5.-2,5.-2.-2. cm = 42-42-46-48-48 st. Brei vanaf een hoogte van 34 cm 1 nld av op de heeng nld en 1 nld av op de terugg nld en pas tegelijkertijd het aantal st aan naar een totaal 42-42-47-47-47 st. Brei vervolgens boordsteek (= 3 r/ 2 av) met 1 kantst aan beide kanten. Als deze boord een hoogte van 6 cm heeft, alle 2 av naar 3 av meerderen = 50-50-56-56-56 st. Als de boordsteek een totale hoogte van 18 cm heeft, brei dan 1 nld r op de heeng nld en kant vervolgens alle st los af. Afwerken: sluit de mouwnaden vlak langs de 1 kantst tot aan de merkdraden. Neem vervolgens st op langs de opening van het vestje – dwz langs het rechter voorpand, rond de hals en langs het linker voorpand en de rug = 180-195-210-225-225 st (het aantal st moet deelbaar zijn door 15 ) met rondbreinld nr. 4,5 en Paris. NB: als er meer of minder st opgenomen zijn dan moet u dit aanpassen in de 2e tr, verder is het belangrijk dat er genoeg st bij de mouwnaad worden opgenomen, zodat de rand niet te strak wordt onder de armen. Brei rond op de nld als volgt (op de goede kant): 1 tr av en tr r, brei verder in boordsteek (= 3 r/ 2 av). Bij een hoogte van 2 cm elke 3e av herhaling meerderen naar 3 av = 192-208-224-240-240 st. Herhaal het meerderen bij 5 en 8 cm, maar verplaats het meerderen, zodat de volgende av herhaling van 2 av naar 3 av worden gemeerderd = 216-234-252-270-270 st. Na de laatste meerderingen is het 3 r/3 av op de hele tr. Kant vervolgens losjes af in patroon. MEISJE: Steekverhouding: 17 st x 22 nld met breinld nr. 5 in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje! Boordsteek: * 3 r, 3 av *, herhaal steeds *-*. Rechterkant: zet met rondbreinld nr. 5 en Paris 38-44-44-50-50 st losjes op (incl. 1 kantst aan beide kanten). Brei heen en weer 1 nld av, deze eerste nld is een terugg nld, en brei vervolgens door in boordsteek met 1 kantst aan beide kanten. Minder bij een hoogte van 6 cm alle 3 av naar 2 av = 32-37-37-42-42 st. Brei boordsteek met 3 r/ 2 av. bij een hoogte van 10 cm 1 nld r op de heeng nld en 1 nld r op de terugg nld en pas tegelijkertijd het aantal st naar aan naar een totaal 28-30-32-32-34 st . Brei vervolgens door in tricotst. Meerder vanaf een hoogte van 13-14-13-15-15 cm aan weerskanten op elke 3.-3.-3,5.-3.-3. cm 9-10-10-12-13 x 1 st = 46-50-52-56-60 st. Als het meerderen voltooid is heeft het werk een hoogte van 37-41-45-48-51 cm. Plaats 1 merkdraad aan beide kanten – vanaf hier het werk verder meten! Kant nu af aan de ene kant van het werk (= langs het voorpand) en zet tegelijkertijd nieuwe st op aan de andere kant van het werk (= langs het rugpand) als volgt: Langs het voorpand: kant in de 1e nld 3 st af, en kant hierna af in elke 2e nld: 5-6-6-7-8 x 2 st en 10-10-11-11-11 x 1 st. Langs het rugpand: zet nieuwe st op in elke 2e nld: 2-3-4-5-5 x 2 st en vervolgens in elke 4e nld: 5-5-5-5-6 x 1 st. Als het afkanten en opzetten van de nieuwe st voltooid is, staan er in totaal 32-36-39-43-46 st op de nld. Zet vanaf een hoogte van 14-15-16-17-18 cm st op 1 draad (of hulpnaald) op het rugpand aan de halskant in elke 2e nld: 3 x 8-9-10-11-11 st = 8-9-9-10-13 st op de nld. Het vestje is nu halverwege gebreid = midden van de rug. Plaats nu 1 nieuw merkdraad in het midden van de hals. Brei nu de tweede helft op dezelfde manier als de eerste, maar natuurlijk in spiegelbeeld als volgt: als de laatste 8-9-10-11-11 st op de draad zijn gezet, brei dan 1 nld tricotst en zet vervolgens de st van de draad terug op de nld in elke 2e nld: 3 x 8-9-10-11-11 st = 32-36-39-43-46 st. NB: neem 1 st op tussen de laatste st van de nld en de eerste st van de draad. Brei deze samen met de 1e st van de draad. Op deze manier vormt er zich geen gaatje als de st terug gezet worden op de breinld. Zet bij een hoogte van 3 cm – gemeten vanaf de merkdraad in de hals – nieuwe st op voor het voorpand (= aan de kant, waar u eerder hebt afgekant) in elke 2e nld: 10-10-11-11-11 x 1 st, 5-6- 6-7-8 x 2 st en 1 x 3 st. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 6 cm – gemeten vanaf de merkdraad in de hals (dwz niet onder aan de rug meten, omdat het breiwerk daar smaller is) af voor het rugpand (= aan de kant waar u eerder hebt gemeerderd) in elke 4e nld: 5-5-5-5-6 x 1 st. Vervolgens in elke 2e nld: 2-3-4-5-5 x 2 st. Als het meerderen en afkanten voltooid is, staan er in totaal 46-50-52-56-60 st op de breinld. Plaats nu 1 merkdraad aan beide kanten – vanaf hier het werk meten. Kant nu 9-10-10-12-13 x 1 st af aan beide kanten op elke 3.-3.-3,5.-3.-3. cm = 28-30-32-32-34 st. Brei vanaf een hoogte van 26-30-34-37-40 cm 1 nld av op de heeng nld en 1 nld av op de terugg nld en pas tegelijkertijd het aantal st aan naar een totaal 32-37-37-42-42 st. Brei vervolgens boordsteek (= 3 r/ 2 av) met 1 kantst aan beide kanten. Als deze boordsteek een hoogte van 4 cm heeft, alle 2 av naar 3 av meerderen = 38-44-44-50-50 st. Als de boordsteek een totale hoogte van 10 cm heeft, brei dan 1 nld r op de heeng nld en kant vervolgens alle st los af. Afwerken: sluit de mouwnaden vlak langs de 1 kantst tot aan de merkdraden. Neem vervolgens st op langs de opening van het vestje – dwz langs het rechter voorpand, rond de hals en langs het linker voorpand en de rug = 135-150-165-180-180 st (het aantal st moet deelbaar zijn door 15 ) met rondbreinld nr. 4,5 en Paris. NB: als er meer of minder st zijn opgenomen, moet u dit aanpassen in de 2e tr, verder is het belangrijk dat er genoeg st bij de mouwnaad worden opgenomen, zodat de rand niet te strak wordt onder de armen. Brei rond op de nld op deze manier (op de goede kant): 1 tr av en tr r, brei verder in boordsteek (= 3 r/ 2 av). Bij een hoogte van 2 cm elke 3e av herhaling meerderen naar 3 av = 144-160-176-192-192 st. Herhaal het meerderen bij 4-4-5-5-6 en 6-6-7-7-8 cm, maar verplaats het meerderen, zodat de volgende av herhaling van 2 av naar 3 av worden gemeerderd = 162-180-198-216-216 st. Na de laatste meerderingen staat er 3 r/3 av op de hele tr. Kant vervolgens losjes af in patroon. |
|
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (56)
DROPS Deutsch wrote:
Die Maschen auf der Hilfsnadel werden nach und nach wieder auf die Nadel gelegt und danach wird mit allen Maschen weitergestrickt. Es gibt keine Naht. Die ganze Arbeit wird an einem Stück gestrickt.
08.12.2011 - 09:28Svetlana wrote:
Jaaa.. soweit ist es Klar aber: WIE mache ich aus der rechten und linken Teilen (Ärmeln) ein Einzelstück? Nähe ich diese zusammen? Oder Stricke ich die zusammen? und wann? an welcher Stelle?
07.12.2011 - 19:25DROPS Deutsch wrote:
Am Schluss jeder Runde von der Vorderseite werden die Maschen wieder auf die Hauptnadel gestrickt.
06.12.2011 - 09:21Svetlana wrote:
Danke. Die letzten 8-9-10-11-11 M. werden auf der Hauptnadel 1.R glatt gestrickt. Aber die letzte Frage bleibt leider noch offen: Wann und wie werden die linke und rechte Seite zusammen geführt?
05.12.2011 - 18:09DROPS Deutsch wrote:
Nur über die M. auf der Hauptnadel.
05.12.2011 - 12:16Svetlana wrote:
Ok. Danke. Mit den 7 Maschen habe ich verstanden. Aber wie geht's weiter? "Nachdem die letzten 8-9-10-11-11 M. auf die Hilfsnadel gelegt wurden wird 1 R. glatt gestrickt". Auf die Haupt- oder auf die Hilfsnadel? Und wann und wie werden die linke und rechte Seiten zusammengeführt?
05.12.2011 - 11:32DROPS Deutsch wrote:
Das soll "Nachdem die letzten 8-9-10-11-11 M. auf die Hilfsnadel gelegt.." heissen. Die M. werden nach und nach wieder auf die Nadel gestrickt.
05.12.2011 - 09:52Svetlana wrote:
Hallo. Ich stricke die Variante für 122/128. Ich habe 3 mal 9 Maschen auf die Hilfsnadel gelegt (jeweils für den linken und rechten Teil). Ich habe jetzt 9 Mashen auf der Hauptnadel (je Teil). Es steht aber was über die letzten 7 Maschen auf der Hilfsnadel. Woher 7? Wie werden die linke und rechte Seite zusammen geführt? Werden sie zusammen gestrickt oder genäht?
03.12.2011 - 21:43DROPS Deutsch wrote:
Die Maschen zuerst stricken und dann auf die Hilfsnadel legen. Damit es keine Löcher gibt bei zurücklegenin den Übergängen eine M. aufnehme um mit der ersten M. zusammenstricken.
17.11.2011 - 08:11Dany wrote:
Hallo, habe ein Problem mit dem Ablegen auf die Hilfsnadel, werden die Maschen nur abgenommen oder auf die Hilfsnadel getrickt, komme damit gar nicht klar und habe beim zusammen führen auf eine Nadel immer Löcher. Bitte helft mir, bin schon ganz verzweifelt
16.11.2011 - 14:15