DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS Extra 0-1056
DROPS design: Model nr. ee-519
Garengroep E of C en C
----------------------------------------------------------
Maten: ongeveer 36 cm in diameter en 36 cm hoog.
Materiaal:
DROPS SNOW van Garnstudio
450 gr. kleur nr. 01, naturel
150 gr. kleur nr. 12, lichtblauw
100 gr. kleur nr. 02, zwart
50 gr. kleur nr. 07, oranje

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 8 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 11 st x 23 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
DROPS RECHTE BREINLD 5 mm - voor de neus, knopen, ogen en armen.

ACCESSOIRES: kussenvulling voor de vulling
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.
----------------------------------------------------------

SNEEUWPOP:
Brei heen en weer in RIBBELST - zie uitleg boven - op de rondbreinld. Brei eerst de onderkant en brei dan het lijf en het hoofd.
Zet 9 st op met rondbreinld 8 mm en naturel.
NLD 1: brei alle st recht.
NLD 2 (= goede kant): * 1 r, 1 omsl *, herhaal van *-* tot er 1 st overblijft, eindig met 1 r.
NLD 3: brei alle st recht – brei de omsl gedraaid recht (dus brei achter in de st in plaats van voor in de st) om gaatjes te voorkomen (= 17 st).
NLD 4: * 2 r, 1 omsl *, herhaal van *-* tot er 1 st overblijft, eindig met 1 r.
NLD 5: als de 3e nld (= 25 st).
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
NLD 6: * 3 r, 1 omsl *, herhaal van *-* tot er 1 st overblijft, eindig met 1 r.
Herhaal de 5e en 6e nld steeds, maar elke keer dat u meerdert is er 1 st meer tussen de meerderingen. Stop met meerderen zodra er 121 st op de nld staan. De onderkant is nu klaar. Plaats hier 1 markeerder. MEET NU HET WERK VANAF HIER!

Ga dan verder in ribbelst over alle st tot het werk 20 cm meet (pas zo aan dat de volgende nld aan de goede kant is). Minder in de volgende nld 31 st gelijkmatig (dus ongeveer elke 4e st) = 90 st. Brei in ribbelst tot het werk 30 cm meet (pas zo aan dat de volgende nld aan de goede kant is). Minder in de volgende nld 18 st gelijkmatig (dus ongeveer elke 5e st) = 72 st. Brei in ribbelst tot het werk 34 cm meet (pas zo aan dat de volgende nld aan de goede kant is). Brei als volgt: * 2 r, 2 r samen *, herhaal van *-* = 54 st. Minder in de volgende nld aan de goede kant 12 st gelijkmatig = 42 st. Het lijf is nu klaar. Plaats 1 markeerder hier. MEET NU HET WERK VANAF HIER!

Meerder in de volgende nld aan de goede kant 24 st gelijkmatig voor het hoofd = 66 st. Minder bij een hoogte van 15 cm vanaf de markeerder (pas zo aan dat de volgende nld aan de goede kant is) 8 st gelijkmatig = 58 st. Herhaal dit minderen elke nld aan de goede kant nog 6 keer = 10 st. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast.

ARMEN:
Worden heen en weer gebreid op de nld.
Zet 12 st op met nld 5 mm en zwart. Brei in tricotst tot het werk 13 cm meet. Ga verder met lichtblauw. Brei 1 ribbel in ribbelst en meerder TEGELIJKERTIJD 6 st gelijkmatig = 18 st. Brei in ribbelst tot het werk 18 cm meet. Brei alle st 2 aan 2 r samen = 9 st. Brei 1 nld. Brei in de volgende nld alle st 2 aan 2 r samen tot er 1 st overblijft, brei 1 st in ribbelst = 5 st. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st (LET OP: knip de draad lang genoeg af om de hele afwerking ermee te doen). Naai de arm samen in de buitenste lusjes van de kant st met lichtblauw en dan met zwart. Maak nog een arm.

OGEN:
Zet 1 st op met nld 5 mm en zwart. Brei in dezelfde st * 1 st r, 1 omsl *, herhaal van *-* 3 keer in totaal en eindig met 1 st r in dezelfde st = 7 st. Brei in de volgende nld alle st av samen. Knip de draad af. Haal de draad door de laatste st. Knoop de 2 draden samen. Maak nog een oog.

KNOPEN:
Zet 1 st op met nld 5 mm en zwart. Brei in dezelfde st * 1 st r, 1 omsl *, herhaal van *-* 4 keer in totaal, eindig met 1 st r in dezelfde st = 9 st. Brei in de volgende nld alle st av. Brei ze dan 2 aan 2 recht samen tot er 1 st overblijft, 1 r = 5 st. Brei alle st av samen. Knip de draad af. Haal de draad door de laatste st. Knoop de 2 draden samen. Maak nog 2 knopen.

NEUS:
Wordt heen en weer gebreid in tricotst.
Zet 2 st op met nld 5 mm en oranje. Brei 1 nld av (= verkeerde kant). Brei in de volgende nld aan de goede kant 2 st in elke van de 2 st = 4 st. Dan meerder elke nld aan de goede kant door 2 st te breien in de buitenste st aan elke kant van het werk (= 2 st gemeerderd). Ga verder en meerder tot er 12 st op de nld staan. Kant af met r aan de verkeerde kant.

SJAAL:
Wordt heen en weer gebreid op de nld.
Zet 16 st op met rondbreinld 8 mm en lichtblauw. Brei in ribbelst. Kant af bij een hoogte van ongeveer 90 cm.
Franje: 1 franje = 1 draad oranje van ongeveer 18 cm. Vouw de draad dubbel, rijg de lus door een st langs de opzetrand en haal de draadeindes door de lus. Maak franjes met oranje, om en om in de helft van de steken van de opzetrand en de afkantrand.

MUTS:
Wordt heen en weer gebreid op de nld in ribbelst.
Zet 9 st op met nld 8 mm en zwart.
NLD 1: brei alle st recht.
NLD 2 (= goede kant): * 1 r, 1 omsl *, herhaal van *-* tot er 1 st overblijft, eindig met 1 r.
NLD 3: brei alle st recht – brei de omsl gedraaid recht (dus brei achter in de st in plaats van voor in de st) om gaatjes te voorkomen (= 17 st).
NLD 4: * 2 r, 1 omsl *, herhaal van *-* tot er 1 st overblijft, eindig met 1 r.
NLD 5: als de 3e nld (= 25 st).
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
NLD 6: * 3 r, 1 omsl *, herhaal van *-* tot er 1 st overblijft, eindig met 1 r.
Herhaal de 5e en 6e nld steeds, maar elke keer dat u meerdert is er 1 st meer tussen de meerderingen. Stop met meerderen zodra er 57 st op de nld staan. Plaats hier 1 markeerder. MEET NU HET WERK VANAF HIER!

Brei dan in tricotst over alle st tot het werk 10 cm meet.
Ga nu verder in ribbelst en meerder TEGELIJKERTIJD in de 1e nld 4 st gelijkmatig = 61 st. Herhaal dit meerderen bij een hoogte van 14 cm = 65 st. Brei in ribbelst tot het werk 18 cm meet. Kant losjes alle st af.

AFWERKING:
Naai het lijf samen in de buitenste lusjes van de kant st. Plaats voordat het lijf dichtgenaaid is een plastic bord in de onderkant, zodat de sneeuwpop kan staan. Vul het lijf en het hoofd met kussenvulling (of gebruik een oud kussen) en naai ze dicht. Maak de onderkant van de sneeuwpop dicht. Naai de muts samen in de buitenste lusjes van de kant st. Trek de draad aan de bovenkant van de muts aan. Naai de ogen en knopen aan. Naai de neus dicht in de buitenste lusjes van de kant st. Vul de neus met wat kussenvulling en zet hem vast op het gezicht. Vul de armen met wat kussenvulling en zet ze vast op het lijf. Strik de sjaal langs de hals en zet de muts op het hoofd.

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Extra 0-1056

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (17)

country flag Diana Blunier wrote:

Guten Tag Ich habe den Boden gestrickt gem. Anleitung jedoch nur mit einem drittel der maschenangabe, da ich den schnemann nich so gross haben will. Nun hat mein boden die form eines dreiecks und ich weiss nicht, wie ich diesen zusammennähen soll, dass es einen schönen runden boden gibt. Danke für ihre hilfe. Lg

09.05.2016 - 11:27

DROPS Design answered:

Liebe Diana, das ist von hier aus schwierig zu sagen, wir können nur weiterhelfen, wenn Sie genau nach unseren Anleitungen arbeiten. Grundsätzlich sollten Sie eher ein dünneres Garn nehmen, wenn Sie Figur verkleinern möchten, dann bleiben die Proportionen besser erhalten.

10.05.2016 - 09:11

country flag DROPS Design wrote:

Het patroon is nu aangepast.

01.03.2016 - 12:05

country flag José wrote:

Een vraag: bij het breien van het lijf worden er steeds 8 st. gemeerderd. Bij 14 x meerderen kom ik uit op een stekenaantal van 121 st. ipv 119 st.. Heb ik ergens iets over het hoofd gezien? Bij het verder breien zou ik dan 2 st. extra moeten rekenen. Lijkt me voor het eindresultaat niet veel uitmaken, maar kunt u mij antwoord geven op bovenstaande vraag?

07.02.2016 - 18:08

DROPS Design answered:

Hoi José. Ik ben met je eens. Met 8 keer meerderen per keer kom ik ook uit op 121 ipv 119. Ik heb het doorgegeven aan ons Design Team, maar ik kan helaas niet zeggen hoelang een correctie zal duren op dit moment. Ik zou doen als voorgesteld en 2 extra berekenen, het gaat volgens mij ook niet veel verschillen (of dan gewoon 2 extra st minderen naar 90 st).

10.02.2016 - 15:54

country flag Bente Hallager Askholm wrote:

Snemandens krop: Det passer ikke med de 119 m. Der bliver jo unægtelig (8 x X) + 1 maske. dvs. 121 masker (eller 113 m), og så skal der tages 31(alternativt 32) m ind til de 90

01.11.2015 - 15:56

DROPS Design answered:

Hej Bente, Jo opskriften stemmer, bare følg opskriften, det gør ikke noget hvis du har en udtagning mere eller mindre på sidste omg, men sørg for at få det antal m som står i opskriften. God fornøjelse!

02.11.2015 - 11:05

country flag GobertBernadette wrote:

Il semble qu'il y a une erreur au niveau du corps à 30cm vous dites faire 18 augmentations alors qu'il faut faire 18 diminutions pour arriver de 90 mailles à 72 mailles.

09.10.2015 - 22:47

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gobert et merci, c'est exact, la correction a été faite. Bon tricot!

12.10.2015 - 11:01

country flag Natalie wrote:

Deze sneeuwpop ziet er leuk uit, maar ik zou hem willen haken ipv breien. Is er geen patroon voor.

16.09.2015 - 14:19

DROPS Design answered:

Hoi Nathalie. Hier is een patroon voor een gehaakte sneeuwpop. Hij is wel kleiner, maar misschien kan je aanpassen groter maken. Veel plezier mee.

16.09.2015 - 16:58

country flag Jytte wrote:

Jeg kan ikke få antallet af udtagninger i bunden til at passe med 119 masker. Der skal tages 8 masker ud på hver retpind. Det kan jeg enten få det til at blive 13 pinde med udtagning (113 m i alt), 14 pinde (121 m) eller 15 pinde (129 m). Er det mig, der ikke kan regne, eller er der en skrivefejl? På forhånd tak for hjælpen.

31.08.2015 - 14:27

DROPS Design answered:

Hej Jytte, ja men så tager du bare 6 m ud sidste gang så du får 119 m som der står i opskriften. God fornöjelse!

03.09.2015 - 20:12