DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 31.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Silver Stag Cardigan

Gebreid DROPS vest met ronde pas en rendierpatroon, wordt van boven naar beneden gebreid van ”Karisma”. Maat: S - XXXL.

DROPS 157-24
DROPS design: Model nr. u-740
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS KARISMA van Garnstudio
500-550-600-650-700-800 gr. kleur nr. 21, grijs
100-150-150-150-150-200 gr. kleur nr. 01, naturel

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (40 en 80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 3 mm - voor de boordsteek.
DROPS HOEKIG ZILVEREN KNOOP NR. 534: 8 stuks voor alle maten
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 31.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.4. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. Brei het gehele patroon in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de zijkanten en de mouwen):
Minder voor de markeerder en 1 st r als volgt: 2 r samen.
Minder na de markeerder en 1 st r als volgt: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de zijkanten):
Meerder 4 st in totaal op de nld.
Brei tot er 1 st overblijft voor de markeerder, 1 omsl, 2 st in tricotst, 1 omsl = 2 st gemeerderd. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid av (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.
----------------------------------------------------------

VEST:
Brei heen en weer, van boven naar beneden op de rondbreinld. Brei de mouwen in de rondte op breinld zonder knop.

PAS:
Zet 90-98-106-122-130-138 st op met rondbreinld 4 mm en grijs. Brei de 1e nld als volgt (= goede kant): 1 kant st in RIBBELST - zie uitleg boven - A.1 tot er 1 st overblijft, 1 kant st in ribbelst. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 266-290-314-362-386-410 st op de nld. Ga verder met 3-5-9-5-7-11 nld in tricotst (met 1 kant st in ribbelst aan elke kant) met grijs.
Brei de volgende nld aan de verkeerde kant als volgt: Brei de eerste 38-41-47-53-59-65 st (incl. 1 kant st in ribbelst), zet de volgende 58-64-64-76-76-76 st op een hulpdraad (= mouw), zet 10 nieuwe st op onder de mouw, plaats een markeerder in het midden tussen deze 10 st, brei de volgende 74-80-92-104-116-128 st, zet de volgende 58-64-64-76-76-76 st op een hulpdraad (= mouw), zet 10 nieuwe st op onder de mouw, plaats een markeerder in het midden tussen deze 10 st, brei de overgebleven 38-41-47-53-59-65 st.

LIJF:
Er zijn nu 170-182-206-230-254-278 st voor het lijf. Brei nu als volgt: 1 kant st in ribbelst, A.2 (= 12 st) tot er 1 st overblijft, 1 kant st in ribbelst. Ga zo verder tot A.2 een keer in de hoogte is gebreid. Ga verder in tricotsteek met grijs. Minder in de volgende nld aan de goede kant 1 st aan elke kant van elke markeerder aan de zijkanten - ZIE TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen elke 2 cm nog 2 keer = 158-170-194-218-242-266 st.
Meerder bij een hoogte van 12-13-14-15-16-17 cm vanaf de markeerder onder de mouwen 1 st aan elke kant van de markeerder aan elke kant van het werk – zie TIP VOOR HET MEERDEREN. Herhaal dit meerderen elke 2 cm nog 2 keer = 170-182-206-230-254-278 st. Ga bij een hoogte van 56-58-60-62-64-66 cm verder met rondbreinld 3 mm en meerder 22-26-26-30-30-34 st gelijkmatig = 192-208-232-260-284-312 st. Ga verder en brei boordsteek aan de goede kant als volgt: 1 kant st in ribbelst, * 2 r, 2 av *, herhaal van *-* tot er 3 st over zijn, 2 r, 1 kant st in ribbelst. Kant als de boordsteek 4 cm meet af met recht boven recht en averecht boven averecht.

MOUWEN:
Zet de st van de hulpdraad terug op de breinld zonder knop 4 mm. Er zijn nu 58-64-64-76-76-76 st voor de mouw. Brei 1 nld in tricotst. Zet dan 10 st op onder de mouw = 68-74-74-86-86-86 st. Plaats een markeerder in het midden tussen deze nieuwe st. Brei dan de mouw in de rondte in tricotst. Brei nu A.2. LET OP: pas zo aan dat de 2 middelste st in het telpatroon (zie pijl) de 2 middelste st op de mouw zijn. Ga als A.2 klaar is verder met A.3. LET OP: pas het patroon zo aan dat de middelste st in het telpatroon (zie pijl) een van de 2 middelste st op de mouw is en begin TEGELIJKERTIJD met minderen onder de mouw - denk om de TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen elke 3-2½-2½-2½-2½-2½ cm nog 9-12-12-12-12-12 keer = 48-48-48-60-60-60 st. Brei als de mouw 38 cm meet A.4. LET OP: pas zo aan dat de middelste st in het telpatroon (zie pijl) een van de 2 middelste st op de mouw is. Ga als A.4 een keer in de hoogte is gebreid verder met breinld zonder knop 3 mm en meerder 4-8-8-0-4-4 st gelijkmatig = 52-56-56-60-64-64 st. Brei dan 3 cm boordsteek (= 2 r/2 av). Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht.

LINKERVOORBIES:
Brei de voorbies heen en weer op de rondbreinld 3 mm.
Neem ongeveer 144 tot 168 st op (deelbaar door 4) naast de kant st langs het linkervoorpand met grijs. Brei boordsteek als volgt aan de verkeerde kant: 1 st in ribbelst, * 2 av, 2 r *, herhaal van *-* en eindig met 2 av en 1 st in ribbelst. De boordsteek begint en eindigt met 2 r en 1 st in ribbelst aan de goede kant. Brei tot de boordsteek 3 cm meet en kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht.

RECHTERVOORBIES:
Brei als de linkervoorbies maar maak na 1 cm 7 knoopsgaten gelijkmatig verdeeld (maak de knoopsgaten in de av delen gezien aan de goede kant). 1 KNOOPSGAT = brei 2 av samen en maak 1 omsl – plaats het bovenste knoopsgat ongeveer 6-7 cm vanaf de bovenkant (er komt ook nog 1 knoopsgat op de halsrand) en het onderste ongeveer 5-6 cm van de onderkant.

HALSRAND:
Neem 96-100-104-108-112-116 st op boven de voorbiezen en de opzetrand met rondbreinld 3 mm en grijs. Brei boordsteek als volgt: 1 kant st in ribbelst, * 2 av, 2 r *, herhaal van *-* tot er 3 st over zijn, 2 av, 1 kant st in ribbelst. Maak als de halsrand 1 cm hoog is een knoopsgat boven de andere knoopsgaten door 2 st r samen te breien en een omslag te maken.
Brei dan verder tot de boordsteek 3 cm meet. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht. Naai de knopen op de linkervoorbies.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 07.11.2016
PAS:...Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 266-290-314-362-386-410 st op de nld. Ga verder met 3-5-9-5-7-11 nld in tricotst (met 1 kant st in ribbelst aan elke kant) met grijs...

Telpatroon

symbols = grijs
symbols = naturel
symbols = 1 omsl tussen 2 st (brei de omsl gedraaid in de volgende nld)
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 157-24

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (30)

country flag Maple wrote:

Hi, i am knitting drops 157-24. U say, when work WS rows have the yarn following in front of work, is that mean, purl on the wrong side when knit fair isle WS rows ????

04.09.2015 - 01:35

DROPS Design answered:

Dear Mrs Maple, that's right, you are working in stocking st, ie rows from WS are purled (= K 1 row, P 1 row following at the same time the diagram: 1 square = 1 st x 1 row). Happy knitting!

04.09.2015 - 09:53

country flag Maple wrote:

Hi,i'm knitting silver stag cardigan drops 157-24. I want to know, do sliver stag cardigan have purl stitches ??? Because drops fair isle video show purl stitches on wrong side row.. is this cardigan knit all ,right side row and wrong side row,all knit stitches ????

03.09.2015 - 22:38

DROPS Design answered:

Dear Mrs Maple, this jacket is worked in stocking st, back and forth on circular needle, ie you will K every row from RS and P every row from WS when working the body. Sleeves are then worked in the round with double pointed needles, ie you will then K every round. Happy knitting!

04.09.2015 - 09:22

country flag Maple wrote:

Hi i am knitting silver stag cardigan with circular needle.large size chart A.1.i try to knit row 6=(wrong side). But the floats is show on the right side... should i keep knitting row 6 even the floats is show in right side. Or i do wrong....please help...

03.09.2015 - 02:15

DROPS Design answered:

Dear Mrs Maple, When working WS rows have the yarn following in front of work, again make sure you have the right tension on the thread. Happy knitting!

03.09.2015 - 09:30

country flag Maple wrote:

Hi, i am knitting sliver stag cardigan drop 157-24. I don't know how to knit row 6 and i watch the fair isle video but doesn't help me because the video use straight needle to knit fair isle. But sliver stag cardigan use circular needle to knit fair isle...i don't know how to knit fair isle with circular needle and knit wrong side row...because don't seen right...

03.09.2015 - 01:56

DROPS Design answered:

Dear Mrs Maple, working fair isle with circular needle will be done the same way as with straight needles: at the end of each row you turn and work next row, ie you work alternately from RS and from WS, as with straigth needles. Happy knitting!

03.09.2015 - 09:29

country flag Maple wrote:

Hi,i am knitting sliver stag cardigan drops 157-24. I don't know how to knit row 6. I never working fair isle cardigan pattern.. after i done knitting row 5 =(right side). And i try to knit row 6=(wrong side ).but the yarn,the stitch..... long yarn...is show... i hope u understand me...

03.09.2015 - 01:37

DROPS Design answered:

Dear Mrs Maple, when working fair isle, you will have to make sure you are working not too tight or too loose. If you are not used to work fair isle, it can be a good idea to practise a bit making a swatch with another yarn before working on the jacket. Happy knitting!

03.09.2015 - 09:27

country flag Maple wrote:

Hi,i am knitting sliver stag cardigan drops 157-24. I'm knitting large size, chart A.1 and i am not sure how to knit row 6 because if i knit row 6= wrong size, the yarn is not on the wrong size,the yarn is show in right side..i hope you understand what i mean...please help....

03.09.2015 - 01:21

DROPS Design answered:

Dear Mrs Maple, you read diagram starting from the bottom corner on the right side: From RS: read from the right towards the left From WS: read from the left towards the right. This means you work row 6 as follows: 1 edge st in grey, *K3 in white, K1 in grey, K1 in white, K1 in grey, K3 in white, K1 in grey, K1 in white, K3 in grey* repeat from *-*, 1 edge st in grey. Happy knitting!

03.09.2015 - 09:23

country flag Maple wrote:

Hi,i'm knitting sliver stag cardigan drops 157-24. I'm knitting large size. Chart A.1 row 5, First,k1edge sts,yo,k1 with grey,then k1 with white, k1 with grey,k1 with white, k3 with grey, k1 with white, k1 with grey, k1 with white, k1 with grey, k1 edge sts ???? Am i do it right ??? I rep row 5, The end i end with yo, k1 with grey, k1 with white.. am i do it right ???..

02.09.2015 - 04:44

DROPS Design answered:

Dear Mrs Maple, on row 5, you start with 1 edge st (with grey), then work A.1 = *YO, K2 with grey (= 2 squares after the YO), K1 with white, K1 with grey, K1 with white, K3 with grey, K1 with white, K1 with grey, K1 with white, K1 with grey* (= 13 sts), repeat from *-* and finish with 1 edge st with grey. Happy knitting!

02.09.2015 - 09:59

country flag Maple wrote:

Hi,i 'm knitting sliver stag cardigan drops 157-24.large size. YOKE: i cast on 106 sts on circular needle and work 1st row as follow (=RS): 1 edge st in GARTER ST. What is that mean...knit one row edge st in garter st and then work chart A.1 ???? Am i right ??? Please help..

01.09.2015 - 04:21

DROPS Design answered:

Dear Mrs Maple, you work 1 st in garter st (edge stitch), then repeat diagram A.1 a total of 13 times over the next 104 sts, and finish with 1 st in garter st (= edge stitch) - see below how to work the edge st in garter st. Happy knitting!

01.09.2015 - 10:31

country flag Maple wrote:

Am I do it right , chart A.1 first row, k 1st, yo, k1st, k4st, then k1st, yo,k1st, Rep first row until done knitting the first row. am I do it right???? Please help.....

01.09.2015 - 00:32

DROPS Design answered:

Dear Mrs Maple, yes, you will repeat diagram A.1 in width inside 1 edge st in each side. A good idea is to place a marker between each repeat of the diagram to follow more easily the pattern and each repetition. Happy knitting!

01.09.2015 - 10:28

country flag Maple wrote:

Hi I am knitting sliver stag cardigan drops 157-24. Diagram A.1chart. Tell me to 1 Yo between 2 STS .First row, I knit 1 st, yo, knit 1st, knit 4 st, then knit 1 st,yo,knit 1 st, then knit 4 st, knit 1 st, yo knit

01.09.2015 - 00:23

DROPS Design answered:

Dear Mrs Maple, that's right, on row 1 in A.1 you work: K1, YO, K6, YO, K1 (= 6 sts + 2 YOs = 8 sts). Happy knitting!

01.09.2015 - 10:26