DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 1.85 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 1.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 158-46
DROPS design: Model nr. fa-281
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maat:
15/17 - 18/19 - 20/21 - 22/23 - (24/25 - 26/28 - 29/31 - 32/34) - 35/37 - 38/40 - 41/43 - 44/46
Pijplengte:
6-7-8-9 (10-11-12-13) 14-15-16-17 cm.
Voetlengte:
10-11-12-13 (15-17-18-20) 22-24-27-30 cm.

Materiaal: DROPS FABEL van Garnstudio
Kleur nr. 677, groen/turkoois
50-50-50-50-(50-50-100-100)-100-100-100-100 gr

DROPS BREINLD ZONDER KNOP 2,5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 26 st x 34 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 1.85 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 1.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

MINDEREN VOOR DE HIEL (brei in tricotst):
Nld 1 (= goede kant): brei tot er 6-7-7-7 (7-7-8-8) 7-7-8-10 st over zijn, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh, keer het werk.
Nld 2 (= verkeerde kant): brei tot er 6-7-7-7 (7-7-8-8) 7-7-8-10 st over zijn, 1 av afh, 1 av, afgeh st overh, keer het werk.
Nld 3 (= goede kant): brei tot er 5-6-6-6 (6-6-7-7) 6-6-7-9 st over zijn, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh, keer het werk.
Nld 4 (= verkeerde kant): brei tot er 5-6-6-6 (6-6-7-7) 6-6-7-9 st over zijn, 1 av afh, 1 av, afgeh st overh, keer het werk.
Ga zo verder met minderen met 1 st minder voor elke mindering tot er 8-10-10-10 (10-10-12-12) 14-14-16-16 st over zijn op de nld.
--------------------------------------------------------

SOK:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 44-48-52-52 (56-56-64-64) 64-68-72-76 st op met breinld zonder knop 2,5 mm en Fabel en verdeel de st gelijkmatig over de nld. Brei boordsteek = 2 av/2 r. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Ga verder in boordsteek tot het werk 6-7-8-9 (10-11-12-13) 14-15-16-17 cm meet. Zet de eerste 26-26-30-30 (34-34-38-38) 38-42-42-42 st op 1 hulpdraad (= midden bovenkant voet) en houd de laatste 18-22-22-22 (22-22-26-26) 26-26-30-34 st op de nld (= hiel st). Brei 3-3½-4-4 (4½-4½-5-5) 5-5½-6-6 cm in tricotst heen en weer over de hiel st. Plaats een markeerder in het werk. Minder nu voor de hiel – ZIE MINDEREN VOOR DE HIEL!

Neem na het minderen voor de hiel 8-9-10-10 (11-12-12-13) 13-14-16-16 st op aan elke kant van de hiel en zet de 26-26-30-30 (34-34-38-38) 38-42-42-42 st van de hulpdraad terug op de nld = 50-54-60-60 (66-68-74-76) 78-84-90-90 st. Plaats 1 markeerder aan elke kant van de 26-26-30-30 (34-34-38-38) 38-42-42-42 st op de bovenkant van de voet. Brei dan in boordsteek op de bovenkant van de voet en in tricotst op de onderkant van de voet en minder TEGELIJKERTIJD aan elke kant als volgt: brei de laatste 2 st voor de 26-26-30-30 (34-34-38-38) 38-42-42-42 st op de bovenkant van de voet gedraaid recht samen (dus brei in de achterste lus van de st) en brei de eerste 2 st na de 26-26-30-30 (34-34-38-38) 38-42-42-42 st recht samen. Minder zo om de nld in totaal 5-6-8-8 (9-10-12-13) 13-13-15-14 keer = 40-42-44-44 (48-48-50-50) 52-58-60-62 st.

Ga verder tot het werk 7-8-9-9 (11-13-14-16) 18-19-22-24 cm meet vanaf de markeerder op de hiel - 3-3-3-4 (4-4-4-4) 4-5-5-6 cm over tot werk is klaar. Plaats dan 1 markeerder aan elke kant zodat er 20-21-22-22 (24-24-25-25) 26-29-30-31 st zijn tussen de markeerders. Ga verder in tricotst over alle st en minder TEGELIJKERTIJD voor de teen aan elke kant van beide markeerders. Minder als volgt voor de markeerder: 2 r samen. Minder als volgt na de markeerder: 2 gedraaid r samen. Minder zo aan elke kant om de nld in totaal 3-3-3-3 (4-4-4-5) 4-5-5-5 keer en dan elke nld 4-5-5-5 (4-4-5-4) 5-5-6-7 keer = 12-10-12-12 (16-16-14-14) 16-18-16-14 st over op de nld. Brei in de volgende nld alle st 2 aan 2 r samen. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet hem vast aan de binnenkant.
Brei nog een sok.

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 158-46

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (45)

country flag Alice wrote:

Wenn man schon am 16.12.2014 an dem Käppchen strickt, müsste man doch jetzt fertig sein, oder...? Strickt man wirklich?

07.03.2015 - 17:47

country flag Melli wrote:

Hallo, vielen Dank für die Antworten, kann man sonst die Maschen auch fester stricken ? Und wenn die rechten oder die linken ? Oder eine Größere Nadelstärke ? Über eine Antwort wäre ich dankbar, damit ich weiterarbeiten kann. Liebe Grüße Melli

07.03.2015 - 13:03

DROPS Design answered:

Liebe Melli, probieren Sie einfach selbst aus, was bei Ihnen am besten funktioniert. Die M fester stricken geht auch (ich würde probieren, die letzte linke und die erste rechte fester zu stricken), probieren Sie aus, was zum gewünschten Ergebnis führt, es gibt kein Patentrezept.

08.03.2015 - 09:42

country flag Melli wrote:

Erstmal vielen Dank für die schnelle Antwort. Dazu noch eines : Wenn ich zum Aufschlingen Eine halbe bis eine Nadelstärke dicker verwende, dann wird es auch nicht zu locker ? Ich wollte nur das man gut mit dem Fuß in den Socken kommt. Über eine Antwort bin ich sehr dankbar . Liebe Grüße Melli

04.03.2015 - 17:04

DROPS Design answered:

Es hängt ein bisschen vom individuellen Stricken ab. Wenn Ihre Anschläge besonders fest werden, sollten Sie eine etwas dickere Nadel verwenden, wenn Sie normal anschlagen, reicht das aus. Stricken Sie doch einfach mal die ersten Runden zur Probe, dann sehen Sie, wie stramm der Anschlagrand wird. Das Rippenmuster sollte sich auch am Anschlag gut dehnen lassen, ohne dass der Anschlag aber im ungedehnten Zustand "Wellen" wirft. Es ist zudem auch ein bisschen davon abhängig, wie dünn oder dick Ihre Waden sind.

06.03.2015 - 14:45

country flag Melli wrote:

Hallo habe noch eine Frage : Ich schlage die Maschen normal mit dem Kreuzanschlag an. Damit der anschlag elastisch ist, verwende ich dafür eine etwas dickere Nadel oder soll ich lieber sehr locker anschlagen ? Über eine Antwort wäre ich sehr dankbar. Liebe Grüße Melli

04.03.2015 - 12:13

DROPS Design answered:

Wenn Sie eine dickere Nadel für den Anschlag verwenden, wird der Anschlag gleichmäßiger locker als wenn Sie versuchen, möglichst locker anzuschlagen. Es ist daher empfehlenswert, für einen lockeren Anschlag eine dickere Nadel zu nehmen. Wenn der Anschlag besonders locker werden soll, kann man die Nadel für den Anschlag auch doppelt nehmen, aber das dürfte hier nicht nötig sein.

04.03.2015 - 14:55

country flag Melli wrote:

Hallo, habe eine Frage : Wenn ich das Bündchen stricke sieht die erste rechte Masche nach den links gestrickten immer so ungleichmässig aus, d. h. sie ist irgendwie gößer bzw. breiter. Ich stricke eigentlich sehr gleichmässig. Ist auch nicht bei jeder Wolle so. Gibt es einen Tipp ? Liebe Grüße Melli

02.03.2015 - 14:26

DROPS Design answered:

Sie können versuchen, bei der letzten Links-M den Faden nicht wie üblich von hinten nach vorne um die Nadel zu wickeln (der Faden liegt dabei ja über der Schlinge auf der Nadel), bevor Sie den Faden durchziehen, sondern den Faden durch die M holen, indem Sie ihn unter die M auf der Nadel legen und die Nadel dann von oben drauflegen und den Faden durch die M führen, dadurch wird der Faden etwas kürzer gehalten, was sich auch auf die folgende Rechts-M auswirkt. Die M-Glieder liegen dann umgekehrt auf der Nadel, Sie müssen in der nächsten Rd die M entsprechend einmal richtig herum auf die Nadel legen. Am besten an einem Probestück testen.

06.03.2015 - 15:19

country flag DROPS Design wrote:

Kaere alle. Mönstret er nu rettet og opdateret. God fornöjelse med det.

17.02.2015 - 10:55

country flag Evelin Saaremägi wrote:

Mis moodi teada saab , et millal on muster parandatud? Või peab alati hakkama silmuseid arvutama...

28.01.2015 - 20:58

DROPS Design answered:

Kui mustrile on tulnud parandus, siis ilmub Materialide menüüribale nupuke "Parandus". Numbreid võib alati kontrollida originaalmustrist, st norrakeelsest juhendist.

06.02.2015 - 13:43

country flag Francesca Gasparotto wrote:

Non riesco a caprire perché lo schema dice che dovrei avere 78 maglie doro aver ripreso le maglie ai lati del tallone: 14 m del tallone, 14+14 quelle che vengono riprese ai lati e 26 quelle la lasciate in sospeso della parte alta del piede. Dovrebbero essere 68. Ho frainteso qualche cosa? Grazie mille per l'attenzione che vorrete dedicarmi

21.01.2015 - 20:46

DROPS Design answered:

Buonasera Francesca. Ci sono state altre segnalazioni di errori su questo modello. Il settore design in Norvegia sta lavorando per correggere le spiegazioni. Le modifiche verranno apportate direttamente on line. La ringraziamo per la segnalazione. Buon lavoro!

21.01.2015 - 21:46

country flag Evelin Saaremägi wrote:

Evelin 09.01.2015 kl. 02:43Tere! Peale kanna kahandusi minul ei klapi enam silmuste arv. Koon suurust 38/40 ja mul jääb peale kanna kahandusi 14 s. asemel järgi 24 s. Samas leidsin ka muid matemaatilisi vigu: peale kanna kahandusi jäävatele 14 s. hiljem mõlema külje pealt üles korjatavad 14+14 s. + 26 jalapealse s. annavad kokku 68 s. Aga mustris on kirjas et 78 Eks ma katsun oma sokid miskit moodi ära lõpetada :)Tänud. Jõudu ja jaksu, muidu tore veebileht.ka väiksemal, (35/37) on viga sees

20.01.2015 - 14:10

DROPS Design answered:

Aitäh! Info on disainiosakonnale edasi antud! Detsembris/ jaanuaris võib sellega natuke kauem minna, kuna ilmub uus kataloog. Kannakahandusi tuleb teha seni, kuni keskele jääb 14 s (või vastavalt suurusele).

06.02.2015 - 13:54

country flag Hilde wrote:

Hi I am making these socks and have just finished the heel, I am doing size 41-43 and noticed that the number of heel stitches after the heal decrease quoted is wrong. It says 16 but for my size it should be 22. When totalling the stitches for the heel, the top of foot and the picked up stitches you do quote 84 which is correct, but it seems to me in the heel decrease section the end number quoted is wrong? regards, Hilde

10.01.2015 - 17:29

DROPS Design answered:

Dear Hilde, number of sts has been edited, correction has been made, thank you. Happy knitting!

13.02.2015 - 13:26