DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 37.10€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 157-2
DROPS design: Model nr. u-729
Garengroep B
----------------------------------------------------------
TRUI:
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS KARISMA van Garnstudio
450-500-550-600-700-750 gr. kleur nr. 72, licht parelgrijs
100-100-150-150-150-150 gr. kleur nr. 01, naturel

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (40 en 80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (40 en 80 cm) 3,5 mm - voor de boordsteek.

MUTS:
Maat: één maat
Hoofdomtrek: ongeveer 56/58 cm
Materiaal:
DROPS KARISMA van Garnstudio
100 gr. kleur nr. 72, licht parelgrijs
50 gr. kleur nr. 01, naturel

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (40 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (40 cm) 3,5 mm – voor de boordsteek.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 37.10€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1-A.3. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. De patronen worden in tricotst gebreid.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de raglan):
Meerder 1 st door een omsl te maken voor en na de 4 st tussen de markeerders op het voorpand/achterpand en de mouwen. Brei de omsl gedraaid r in de volgende nld. Brei de gemeerderde st mee in het patroon.

TIP VOOR HET PATROON:
Telpatroon A.3 laat zien hoe u de 4 raglan st breit om te voorkomen dat u grote overgangen krijgt tussen de st in de patronen. Brei na het telpatroon het werk met licht parelgrijs tot het klaar is.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld, van boven naar beneden.
Zet 120-120-124-124-128-128 st op met rondbreinld 3,5 mm en licht parelgrijs. Brei 1 nld recht. Brei dan boordsteek (= 2 r/2 av). Ga verder met rondbreinld 4 mm bij een hoogte van 2 cm. Brei dan in tricotst en minder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld 12-12-12-8-8-8 st gelijkmatig = 108-108-112-116-120-120 st (zo blijft de trui later beter in vorm). Brei 1 nld. Meerder in de volgende nld 12-28-36-40-36-52 st gelijkmatig = 120-136-148-156-156-172 st. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Brei 1 nld en plaats en TEGELIJKERTIJD 8 markeerders en 4 merkdraden in het werk als volgt: plaats een markeerdraad in de eerste tseek op de toer (= middelste st op het achterpand).
Brei de eerste 21-24-27-28-28-30 st, plaats een markeerder. Brei 4 st, plaats een markeerder, brei 6-7-7-8-8-10 st, plaats een merkdraad in de laatste st op de rechternld (= mid st op mouw). Brei 5-6-6-7-7-9 st, plaats een markeerder. Brei 4 st, plaats een markeerder, brei 21-24-27-28-28-30 st, plaats een merkdraad in de laatste st op de rechternld (= middelste st van voorpand). Brei 20-23-26-27-27-29 st, plaats een markeerder. Brei 4 st, plaats een markeerder, brei 6-7-7-8-8-10 st, plaats een merkdraad in de laatste st op de rechternld (= middelste st van mouw). Brei 5-6-6-7-7-9 st, plaats een markeerder. Brei 4 st, plaats een markeerder. Brei 20-23-26-27-27-29 st tot de eerste markeerdraad.

LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT:
Brei nu in PATROON volgens telpatroon A.2 - LEES TIP VOOR HET PATROON! LET OP: de st met een merkdraad op het achterpand, de voorpanden en de mouwen komt overeen met de st met de pijl in het telpatroon. Tel vanaf deze st naar de zijkanten (dus het patroon sluit niet aan in de overgangen tussen lijf en mouwen).
Meerder TEGELIJKERTIJD voor de raglan in elke overgang tussen lijf en mouwen als volgt - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN:
OP HET LIJF:
Meerder elke nld 0-0-0-2-10-14 keer in totaal, om de nld 14-15-17-19-20-20 keer in totaal en dan elke 4e nld 6-6-5-4-2-2 keer in totaal (= 81-89-97-105-119-131 st op het achterpand en 81-89-97-105-119-131 st op het voorpand)
OP DE MOUW:
Meerder om de nld 14-15-19-20-25-23 keer in totaal en elke 4e nld 6-6-4-4-2-4 keer in totaal (= 59-63-67-71-77-81 st op de mouw). Het werk meet ongeveer 19-19-19-20-21-22 cm vanaf de opzetrand op het voorpand.
Na alle meerderingen voor de raglan staan er 280-304-328-352-392-424 st op de nld. Brei de volgende nld als volgt: brei de eerste 41-45-49-53-60-66 st (= helft van het achterpand), zet de volgende 59-63-67-71-77-81 st op hulpdraad (= mouw), zet 8-8-8-10-10-10 nieuwe st op, brei 81-89-97-105-119-131 st (= voorpand), zet de volgende 59-63-67-71-77-81 st op een hulpdraad (= mouw), zet 8-8-8-10-10-10 nieuwe st op, brei de laatste 40-44-48-52-59-65 st (= helft van het achterpand) = 178-194-210-230-258-282 st. Plaats 1 markeerder in het midden tussen de 8-8-8-10-10-10 nieuwe st onder elke mouw. Brei dan in tricotst tot het werk ongeveer 36-37-38-39-40-41 cm meet.
Meerder dan 1 st aan elke kant van de 2 st aan elke zijkant door een omsl te maken (de markeerder staat in het midden tussen deze st), brei de omsl gedraaid r op de volgende nld (= 4 st gemeerderd). Herhaal dit meerderen elke 4-4-4-5-5-5 cm nog 2 keer (= 3 keer in totaal) = 190-206-222-242-270-294 st. Brei tot het werk 52-54-56-58-60-62 cm meet. Meerder in de volgende nld 8 st gelijkmatig voor alle maten = 198-214-230-250-278-302 st. Ga verder met rondbreinld 3,5 mm. Brei 4 cm boordsteek = 2 r/2 av. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht.

MOUW:
Brei in de rondte op de rondbreinld in tricotst. Zet de st van een hulpdraad terug op de rondbreinld 4 mm (= 59-63-67-71-77-81 st).
Brei in tricotst en zet 8-8-8-10-10-10 nieuwe st op aan het einde van de nld = 67-71-75-81-87-91 st. Plaats een markeerder in het midden tussen de nieuwe st onder de mouw. Minder bij een hoogte van ongeveer 3 cm 1 st aan elke kant van de middelste 2 st onder de mouw (markeerder staat in het midden tussen deze 2 st). Ga verder met breinld zonder knop indien nodig. Herhaal dit minderen elke 3½-3½-3-2½-2-2 cm nog 8-9-10-12-15-16 keer (= 9-10-11-13-16-17 keer in totaal) = 49-51-53-55-55-57 st.
Meerder bij een hoogte van 41-42-43-43-42-42 cm 7-5-7-5-9-7 st gelijkmatig = 56-56-60-60-64-64 st. Brei dan boordsteek 2 r, 2 av tot het werk 45-46-47-47-46-46 cm meet vanaf waar nieuwe st opgezet zijn. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht.
----------------------------------------------------------

MUTS:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld, ga verder met breinld zonder knop indien nodig.
Zet 116 st op met licht parelgrijs en rondbreinld 3,5 mm. Brei boordsteek = 2 r/2 av tot het werk ongeveer 4 cm meet. Ga verder met rondbreinld 4 mm. Brei 1 nld recht met parelgrijs en minder TEGELIJKERTIJD 8 st gelijkmatig = 108 st. Brei dan in patroon volgens telpatroon A.1 (= 9 patroonherhalingen in de rondte). DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Ga als A.1 een keer in de hoogte is gebreid verder met licht parelgrijs en brei in tricotst. Brei 1 nld en plaats TEGELIJKERTIJD 9 markeerders in de muts met 12 st tussen elke markeerder. Minder in de volgende nld 1 st na elke markeerder door 2 r samen te breien (= 9 st geminderd). Herhaal dit minderen om de nld 10 keer in totaal = 18 st. Brei in de volgende nld alle st 2 aan 2 r samen = 9 st. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast. De muts meet ongeveer 25 cm in de hoogte.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 08.08.2017
onder TRUI (Nieuwe aantallen: ...meerder 10 steken verdeeld in alle maten = 200-216-232-252-280-304 steken): Brei tot het werk 52-54-56-58-60-62 cm meet. Meerder op de volgende naald 10 steken verdeeld in alle maten = 200-216-232-252-280-304 steken. ...

Telpatroon

symbols = naturel
symbols = licht parelgrijs
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Silver Dream

Marion Van Elk, Belgium

Silver Dream

Emily, United States

Lavender dream

Lingus, Sweden

Laat een opmerking achter voor DROPS 157-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (77)

country flag Louise wrote:

Der er en fejl i den danske opskrift under forhøjning. Der står: "Vend og strik 1 p over alle m. Vend og strik til midt bagpå." Der skulle i stedet stå "Vend og strik til midt bagpå." - ligesom i den engelske og norske opskrift. Ellers kommer der til at være 8 pinde i venstre og 6 pinde i højre side.

24.02.2017 - 14:32

country flag Louise wrote:

Jeg har nu fundet svar på nedenstående spørgsmål, så det kan bare fjernes. Undskyld ulejligheden.

19.02.2017 - 11:33

DROPS Design answered:

Hej Louise. Dejligt at höre, tak for update.

20.02.2017 - 14:21

country flag Louise wrote:

Jeg forstår ikke hvad diagram A.3 skal bruges til. Der står de 4 ranglan-masker, men er det ikke de 4 masker man har markeret med mærketråd? Eller hvilke masker er det?

18.02.2017 - 16:22

DROPS Design answered:

Hej Louise MØNSTERTIPS: Diag A.3 viser hvordan de 4 raglan-m kan strikkes for at få kortere afstand mellem m. Efter diagram strikkes arb færdig med lys perlegrå.

16.11.2017 - 09:17

country flag Bourgeois wrote:

Bonjour combien de pelotes de laine me faudrait il pour tricoter ce pull en taille S. Je n'arrive pas à calculer. Merci

21.01.2017 - 10:42

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bourgeois, la quantité est toujours indiquée au poids pour chaque taille, soit: 450 g en gris perle et 100 g en naturel pour la taille S, Karisma = pelotes de 50 g, il vous faudra donc: 450/50 = 9 pelotes en gris perle et 2 pelotes en naturel. Rappelez-vous que votre magasin DROPS saura toujours vous aider si besoin. Bon tricot!

23.01.2017 - 09:33

country flag Teresa Dziedzic wrote:

Dzień dobry, w rozmiarze XXXL: początek raglanu 59 oczek +4 +19 +4 + 59 +4 + 19 +4 = 172 o. Koniec raglanu 59 +72 +4 +19 +62 +4 +59 +72 +4 +19 +62 +4 = 440 o. W opisie jest 424 o, czyli nie uwzględniono 16 oczek rozdzielających przód i tył od rękawów. Gdzie są te oczka? Czy bierze się je przy dodawaniu nowych oczek pod rękawem? ( w tym rozmiarze to 10 oczek)? Nie mogę się doczytać, proszę o pomoc i serdecznie pozdrawiam.

15.01.2017 - 13:34

DROPS Design answered:

Witaj Tereso! Przy kalkulacji w dodawaniu o. na rękawy są wliczone te 4 oczka rozdzielające przód i tył od rękawów. „RĘKAWY: dodawać o. 14-15-19-20-25-23 razy co 2 okr. i 6-6-4-4-2-4 razy co 4 okr. (= 59-63-67-71-77-81 o. na każdy rękaw).” Rękaw miał początkowo 19 oczek, dodajemy o. 23 razy co 2 okr. i 4 razy co 4 okr. (23+4=27, 27x2=54). mamy dodane na reglan 54 o. + 19 o. początkowych daje 73 oczka. Powiększając to o 4x2=8 mamy 73+8=81. Po dodaniu wszystkich o. na reglan, przód i tył mają po 131 o., a każdy rękaw ma 81. 131x2 + 81x2 = 262+162=424 oczka. POWODZENIA!

17.01.2017 - 09:00

country flag Charlotte Gandrup wrote:

Kan ikke rigtig se hvor langt man skal strikke fra rib til ærmegab?

09.11.2016 - 18:23

DROPS Design answered:

Hej Charlotte. Er det höjden fra start til du skal strikke m paa en traad til aermet? Det staar i opskriften: Arb måler nu ca 19-19-19-20-21-22 cm fra opslåningskanten foran.

10.11.2016 - 14:39

country flag Brodtan wrote:

Bonsoir. Nous devons augmenter des mailles à 36 cm de hauteur...Mais du dos ou du devant? Merci à vous. Cordialement

08.07.2016 - 21:20

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Brodtan, on mesure ici à partir de l'épaule jusqu'aux mailles sur l'aiguille. Bon tricot!

11.07.2016 - 08:46

country flag Diane Robinson wrote:

I am completely lost when I come to increases. I understand the yarn over before the marker and after the marker for the raglan sleeves, but how do I increase the front and back or sweater at the same time. I have started this section at least three times. I just don't understand how to increase on both body and sleeves at the same time.

15.06.2016 - 02:45

DROPS Design answered:

Dear Mrs Robinson, Inc for raglan with 1 YO after the K4 on raglan at beg of front/back/sleeve + YO before the K4 on raglan at end of front/back/sleeve. But to keep correct shape, the inc for body and sleeves are not done at the same time, depending on your size, you will inc on each piece (= 8 inc per round), only on body (= 4 sts inc per round) or only on sleeve (4 sts inc per round). Happy knitting!

15.06.2016 - 08:50

country flag Veera wrote:

Hei! Aivan ohjeen alussa koossa M neuvotaan lisäämään 108 silmukkaan 28 silmukkaa tasavälein. Miten ne saadaan tuohon määrään tasavälein? Veera

11.02.2016 - 16:18

DROPS Design answered:

Hei! Lasket lisäyskohdat seuraavalla tavalla: Jaa kerroksen silmukkaluku (108) lisäysten määrän kanssa (28) = n. 3,9. Eli lisäät aina n. joka 4. silmukan jälkeen.

11.02.2016 - 17:11

country flag Marion wrote:

Bonjour, je désespère avec ce modèle que j'ai déjà recommencé plusieurs fois. Je n'arrive pas à comprendre les augmentations du raglan. Pour le dos/devant, en taille S, il faut augmenter 14 fois tous les 2 tours et 6 fois tous les 4 tours. Ce qui nous fait un total de 28 + 24 tours, soit 52 rangs. Or le diagramme A2 n’a que 44 rangs. Je suis totalement perdue, pouvez-vous me dire ce que je comprends de travers ? Merci pour votre aide. Marion

11.02.2016 - 12:50

DROPS Design answered:

Bonjour Marion, quand le diagramme A.2 est terminé, continuez l'empiècement et les augmentations en jersey gris. Bon tricot!

11.02.2016 - 15:26