DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

First Impression

Gebreid kruippak voor baby in ribbelsteek met gehaakte rand van DROPS BabyMerino. Maat prematuur tot 4 jaar.

DROPS Baby 25-26
DROPS design: Model nr. bm-059-by
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maat: (prematuur) 0/1 - 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Maat in cm: (40/44) 48/52 - 56/62 - 68/74 - 80/86 (92 - 98/104)
Materiaal:
DROPS BABY MERINO van Garnstudio
(100) 150-150-150-150 (200-200) gr. kleur nr. 28, licht mintgroen
50 gr voor alle maten in kleur nr. 02, naturel

DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 3 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 24 st x 48 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
DROPS HAAKNLD 2.5 mm - voor de randen.
DROPS PARELMOERKNOOP, NR. 521: (5) 6-6-6-6 (7-7) stuks.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer op rondbreinld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechter voorbies.
1 knoopsgat = brei de tweede en derde st vanaf de kant samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
(prematuur): 4, 10 en 16 cm
0/1 maanden: 6, 11, 16 en 20 cm.
1/3 maanden: 7, 12, 18 en 24 cm.
6/9 maanden: 8, 14, 20 en 25 cm.
12/18 maanden: 10, 16, 22 en 28 cm.
(2 jaar): 10, 15, 20, 25 en 30 cm
(3/4 jaar): 12, 17, 23, 28 en 34 cm

STREPEN:
* 2 ribbels in ribbelst in naturel, 2 ribbels in ribbelst in licht mintgroen *, herhaal van *-*.
----------------------------------------------------------

KRUIPPAK:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Begin op het voorpand, zet st op voor de mouw en brei tot de schouder. Brei het andere voorpand op dezelfde manier, zet de 2 voorpanddelen samen op de nld en brei het achterpand naar beneden. Kant dan af voor de beenopeningen, meerder dan weer en brei de flap.

RECHTERVOORPAND:
Zet LOSJES (24) 27-29-31-34 (36-39) st op (incl. 5 voorbies st middenvoor) met rondbreinld 3 mm en licht mintgroen.
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT
Brei in RIBBELST - zie uitleg boven (1e nld = goede kant). Maak bij een hoogte van (4) 6-7-8-10 (10-12) cm het eerste KNOOPSGAT op de voorbies – zie uitleg boven.
Zet bij een hoogte van (12) 15-18-20-22 (24-27) cm (pas zo aan dat de volgende nld aan de goede kant is) nieuwe st op aan het einde van elke nld richting de zijkant voor de mouw als volgt: (5) 5-5-4-4 (4-5) keer 2 st, (2) 2-2-3-3 (4-5) keer 4 st en dan 1 keer (13) 22-30-33-40 (46-51) st = (55) 67-77-84-94 (106-120) st. Kant bij een hoogte van (17) 21-25-26-29 (31-35) cm de buitenste 8 st af middenvoor voor de hals. Kant dan af aan het begin van elke nld langs de hals als volgt: 2 keer 2 st en dan (3) 3-3-3-4 (4-4) keer 1 st = (40) 52-62-69-78 (90-104) st. Ga verder in ribbelst tot het werk (20) 24-28-30-33 (36-40) cm meet. Plaats 1 markeerder = midden bovenkant van schouder – zet TEGELIJKERTIJD 2 nieuwe st op aan het einde van de volgende nld richting de hals = (42) 54-64-71-80 (92-106) st (laatste nld = verkeerde kant). Zet alle st op een hulpdraad.

LINKERVOORPAND:
LET OP: maak geen knoopsgaten op de linkervoorbies.
Zet op en brei als het rechtervoorpand maar in spiegelbeeld (dus zet nieuwe st op voor de mouw aan het einde van elke nld aan de verkeerde kant (in plaats van aan het einde van elke nld aan de goede kant). Brei 1 nld extra recht aan de verkeerde kant aan het einde van het voorpand nadat 2 st opgezet zijn richting de hals zodat de laatste nld op zowel rechter- als linkervoorpand aan de verkeerde kant wordt gebreid.

ACHTERPAND:
Brei linkervoorpand op de rondbreinld (= r aan de goede kant), zet (16) 16-16-16-18 (18-18) nieuwe st op (= hals op het achterpand) en brei rechtervoorpand op de rondbreinld (= r aan de goede kant) = (100) 124-144-158-178 (202-230) st.
MEET NU HET WERK VANAF DE MARKEERDERS OP DE SCHOUDERS.
Ga verder en brei in ribbelst heen en weer op de nld.
Kant bij een hoogte van (5) 6-7-7-8 (8-8) cm de mouw st af aan het begin van elke nld aan elke kant als volgt: 1 keer (13) 22-30-33-40 (46-51) st, (2) 2-2-3-3 (4-5) keer 4 st en (5) 5-5-4-4 (4-5) keer 2 st = (38) 44-48-52-58 (62-68) st over op de nld.
Ga verder tot een totale hoogte van ongeveer (20) 24-28-30-33 (36-40) cm – vouw het werk dubbel bij de markeerders op de schouders en zorg dat voorpanden en achterpand even lang zijn. Plaats nog 1 markeerder. MEET HET WERK NU VANAF DEZE MARKEERDER.
Ga verder in ribbelst en minder TEGELIJKERTIJD voor de beenopeningen als volgt: minder 1 st aan het begin van de nld door 2 st r samen te breien naast de kant st. Herhaal dit minderen aan het begin van elke nld (zowel aan de goede kant als aan de verkeerde kant) tot er (14) 14-14-14-16 (16-16) st over zijn op de nld ((12) 15-17-19-21 (23-26) st zijn nu geminderd aan elke kant en het werk meet ongeveer (5) 6-7-8-9 (10-11) cm vanaf de markeerder).
Brei dan STREPEN - zie uitleg boven. Als er 1 herhaling met strepen is gebreid (= 4 ribbels in ribbelst), begin dan met meerderen voor de beenopeningen (ga verder in strepen als hiervoor) en meerder als volgt: zet 1 nieuwe st op aan het einde van elke nld (zowel aan de goede kant als aan de verkeerde kant) tot er (22) 28-32-36-42 (46-52) st op de nld staan (= (4) 7-9-11-13 (15-18) st gemeerderd aan elke kant). Zet dan 2 nieuwe st op aan het einde van de volgende 8 nld = (38) 44-48-52-58 (62-68) st op de nld.
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
Brei zonder te meerderen tot er 2 ribbels zijn gebreid met naturel na 2 ribbels met licht mintgroen. Plaats nog een markeerder. Ga verder in strepen als hiervoor en minder TEGELIJKERTIJD in de 1e nld aan de goede kant 1 st aan elke zijkant voor de flap door de 2 st naast de kant st r samen te breien. Herhaal dit minderen aan elke zijkant elke 4e nld (dus om de nld aan de goede kant) nog (4) 6-8-9-11 (11-14) keer (= (5) 7-9-10-12 (12-15) keer in totaal). Brei de laatste streep af (dus voor maat prematuur en 0/1 maand en 1/3 maanden en 3/4 jaar, stop na 2 ribbels met licht mintgroen, en voor maat 6/9 maanden en 12/18 maanden en 2 jaar, stop na 2 ribbels met naturel).
Brei dan in ribbelst met naturel in alle maten en minder TEGELIJKERTIJD in de 1e nld aan de goede kant 1 st aan elke zijkant voor de flap zoals eerder en maak 3 knoopsgaten gelijkmatig verdeeld op de nld; maak aan elke zijkant 1 knoopsgat 2 cm vanaf de kant en maak 1 knoopsgat in het midden.
Herhaal dit minderen aan elke zijkant elke 4e nld nog 1 keer. Na de laatste mindering aan de bovenkant van de flap staan er (24) 26-26-28-30 (34-34) st op de nld, zijn er (4) 4-4-6-6 (6-4) ribbels aan de bovenkant in naturel gebreid in totaal en meet de flap ongeveer (6) 8-9-10-12 (12-14) cm vanaf de laatste markeerder. Kant alle st af.

AFWERKING:
Naai onderarm- en zijnaden samen met de zijkanten tegen elkaar in de buitenste lusjes van de buitenste st.

GEHAAKTE RAND:
Haak met haaknld 2.5 mm en naturel langs de hele opening op het lijf als volgt (dus langs de onderkant op het rechtervoorpand, langs het voorpand, langs de hals, naar beneden langs het andere voorpand, langs de onderkant op het linkervoorpand en dan langs de beenopening, de flap en de andere beenopening):
TOER 1: 1 v in eerste st, * 1 l, sla 1 st over, 1 v in volgende st *, herhaal van *-* en eindig met 1 hv in eerste v.
TOER 2: 1 v in eerste l, * 2 l, 1 v in volgende l *, herhaal van *-* en eindig met 1 hv in eerste v. Hecht af.
Brei op dezelfde manier aan de onderkant langs beide mouwen.

VERDERE AFWERKING:
Vouw de flap om naar de goede kant. Naai de knopen aan op voorkant (knoop de middelste knoop op de flap door zowel de flap als het rechtervoorpand). Naai een kleine steek of een drukknoop aan elke kant waar de pijpopening tegen het lijf komt zodat de flap op zijn plaats blijft zitten (gemarkeerd met een ster op het telpatroon).

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 06.07.2017
Aantal knopen aangepast: DROPS PARELMOERKNOOP, NR. 521: (5) 6-6-6-6 (7-7) stuks.

Telpatroon

symbols = breirichting
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 25-26

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (25)

country flag Patricia wrote:

Bonjour, je souhaite faire ce modèle en 6/9 mois et je suis un peux perdue dans les explications. Pouvez-vous m'éclairer La 1ère maille de chaque rang est elle tricotée ? Pour les devants, vous dites de monter 31 mailles (y compris 5 mailles de bordure devant). Dois-je comprendre que c'est 26 mailles + 5 mailles pour bordure ou bien faut-il 31 mailles + 5 mailles bordure ce qui ferait un total de 36 mailles ? Merci pour votre réponse.

09.05.2017 - 11:28

DROPS Design answered:

Chere Patricia, 1. la 1ère maille de chaque rang est tricotée. 2-me question: 31 mailles montees = 26 mailles + 5 mailles de bordure devant. Bon tricot!

09.05.2017 - 11:47

country flag Helle Flesjå wrote:

I oppskriften (og mange andre) står det "sett merke midt oppå skulderen", hva menes med midt oppå? Er det der hvor halsen begynner? Eller kanskje på skulderen rett opp fra der man begynner å legge opp til ermet?

06.12.2015 - 02:45

DROPS Design answered:

Hej Helle, Når du er kommet til midt ovenpå skulderen, sætter du et mærke, fortsætter ned over rygstykket og måler arbejdet fra mærket og nedad. God fornøjelse!

07.12.2015 - 10:26

country flag LINN wrote:

Hei, på knappe fellingen på str 1-3 mnd står d på den siste fellingen 14 cm men i oppskriften står det 15 cm. Hva er rett?

03.11.2015 - 13:13

DROPS Design answered:

Hei Linn. Dette er fellingen for 1-3 mnd: 1/3 mnd: 7, 12, 18 og 24 cm for denne model?

05.11.2015 - 11:16

country flag Thomasson wrote:

Bonjour, J'ai fait l'échantillon 24m X 48 rangs sur les aiguilles n°3. Au niveau de la hauteur tous va bien 10 cm par contre largeur (24m) ça me donne 7,5 cm? pouvez vous vérifier si les donnes sont corrects? Merci

13.05.2015 - 15:02

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Thomasson, 24 m de large pour 10 cm est un échantillon courant dans nos modèles en Baby Merino, mais la façon de tricoter de chacune joue sur la tension. Essayez avec des aiguilles plus grosses pour obtenir l'échantillon indiqué. Bon tricot!

13.05.2015 - 16:16

country flag Tiina wrote:

Hei! En saa auki ollenkaan ohjekuvia/kaaviokuvia mitkä ovat virallisen ohjeen lopussa, yritin avata uudessa välilehdessäkin. Herjaa vain Page not found. Onkohan minulla vika, vai onko vika kaikilla?

12.05.2014 - 09:28

DROPS Design answered:

Nyt ohjeen mittapiirros avautuu.

13.05.2014 - 16:32