DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 153-10
DROPS design: Model nr. w-524
Garengroep C of A en A
-----------------------------------------------------------
Maat: S/M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS PARIS van Garnstudio
400-450-450-500-550 gr. kleur nr. 32, lichtgrijs/blauw

DROPS HAAKNLD 5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 14 dstk x 5,5 toeren = 10 x 10 cm.
DROPS HOEKIG ZILVEREN KNOPEN NR. 534: 5 stuks voor alle maten
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.4.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Vervang de eerste v elke v toer door 1 l.
Vervang het eerste dstk elke dstk toer door 4 l.

TIP VOOR HET MEERDEREN: Meerder door 2 v te haken in 1 v.
----------------------------------------------------------

VEST:
Wordt van boven naar beneden gehaakt, heen en weer van middenvoor naar middenvoor.

PAS:
Haak 156-166-177-188-198 losse l (incl. 1 l om mee te keren) met haaknld 5 mm en Paris. Haak de 1e toer als volgt: haak 1 v in 2e l vanaf haak, * 1 v in elke van de volgende 3 l, sla 1 l over *, herhaal van *-*, en eindig met 1 v in elke van de laatste 2-4-3-2-4 l = 117-125-133-141-149 v (= de eerste toer in telpatroon) - LEES INFORMATIE VOOR HET HAKEN. Ga verder en haak als volgt: A.4 (= voorbies), A.1, A.2 over de volgende 96-104-112-120-128 v (= 24-26-28-30-32 keer in de breedte) en eindig met A.3 en A.4 (= voorbies). Haak telpatroon A.z 1 keer in de hoogte en meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste 2 toer 24-28-32-36-40 st gelijkmatig op elke van deze twee toeren (= 48-56-64-72-80 st gemeerderd in totaal) – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN boven. LET OP: meerder niet over A.4 = 165-181-197-213-229 st. Haak dan telpatroon A.z 1 keer in de hoogte (A.2 wordt nu 36-40-44-48-52 keer in de breedte gehaakt) meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste 2 toeren meerder 22-26-30-34-38 st gelijkmatig op elke van de twee toeren (= 44-52-60-68-76 st gemeerderd in totaal). LET OP: meerder niet over A.4 = 209-233-257-281-305 st.

LIJF:
MEET NU HET WERK VANAF HIER. Ga verder en haak als volgt:
A.4, A.1, A.2 over de volgende 24-28-32-36-40 v (= 6-7-8-9-10 keer in de breedte) (voorpand), 8 l (onder de mouw), sla 40-44-48-52-56 v van de vorige toer over (armsgat, deze st worden later gebruikt voor de mouw), A.2 over de volgende 60-68-76-84-92 v (achterpand), 8 l (onder de mouw), sla 40-44-48-52-56 v van de vorige toer over (armsgat, deze st worden later gebruikt voor de mouw), A.2 over de volgende 24-28-32-36-40 v (voorpand) en eindig met A.3 en A.4.
Ga verder en haak als volgt: Haak A.4, A.1, A.2 over de volgende 24-28-32-36-40 v (= 6-7-8-9-10 keer in de breedte) (voorpand), sla 8 l over (onder de mouw), A.2 over de volgende 60-68-76-84-92 v (achterpand), sla 8 l over (onder de mouw), A.2 over de volgende 24-28-32-36-40 v (voorpand) en eindig met A.3 en A.4. Herhaal A.z tot het werk ongeveer 28-28-35-35-35 cm meet, eindig na een hele herhaling van A.z. Hecht af. Het werk meet ongeveer 46-48-56-58-59 cm vanaf de schouder.

MOUW:
Wordt in de rondte gehaakt.
MEET NU HET WERK VANAF HIER. Wordt van boven naar beneden gehaakt. Begin midden onder de mouw als volgt: haak 2 v in de eerste l (van de 8 l), 1 v in elke van de volgende 7 l en 1 v in elke van de 40-44-48-52-56 v van de pas = 49-53-57-61-65 v. Ga verder en haak als volgt: 4 l, A.1, A.2 over de volgende 40-44-48-52-56 st (= 10-11-12-13-14 keer in de breedte) en eindig met A.3 en 1 hv in de 4e l. Ga zo verder tot het werk ongeveer 14-14-21-21-21 cm meet, eindig na een hele herhaling van A.z. Hecht af.

AFWERKING:
Haak een rand van v langs de hals voor een mooie afwerking als volgt: haak * 1 v in elke van de volgende 3 l, sla 1 l over *, herhaal van *-*, en eindig met 1 v in elke van de laatste 4-6-5-4-6 l = 118-126-134-142-150 v.
Naai de knopen op de linker voorbies, met ongeveer 7 cm tussen elke knoop.

Telpatroon

symbols = v
symbols = l
symbols = 1 dstk
symbols = 5 dstk in l-lus
symbols = v in l-lus
symbols = toer wordt uitgelegd in het patroon
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 153-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (128)

country flag Ashley Robinette wrote:

For the 8 ch for the sleeve, do you do the 3 chain from the end of A.2? So the chain for the sleeve would be an 11 ch?

11.03.2018 - 16:51

DROPS Design answered:

Dear Mrs Robinette, since you need to repeat A.2 you will have to crochet the last 3 chains in A.2 before working the 8 chains - working on sleeve remember 3 of these chains "belong" to body. Happy crocheting!

12.03.2018 - 10:06

country flag Ashley Robinette wrote:

Can you please tell me how many stitches I should at the end of row 3 of the first A.z on the yoke? Also what number of stitches do I need to divide by 40 for row 4? I am sorry this is so difficult for me but this is probably the most technical pattern I have worked on. Thank you

07.03.2018 - 19:44

DROPS Design answered:

Dear Mrs Robinette, on row 3 in A.z you will have the same number of sts as in row 1. You will only increase on the last 2 rows in A.z ie row 4 and 5 (= both sc rows), so 149 + 40 sc = 189 sc at the end of row 4 in first A.z and 189-40= 229 sc at the end of row 5 in first A.z. Work then one more repeat of A.z in height inc 38 sts on row 4 (= 229+38= 267 sc) and 38 sts on row 5 (267+38=305 sc). Happy crocheting!

08.03.2018 - 11:00

country flag Ashley Robinette wrote:

Ok, I had done the increase on every 4th and 5th stitch and I only got 30 extra stitches giving me a total of 179. If I got 149/40 = 3.425 would I round down to 3 or up to 3.5? When I did an increase on every 3rd and 4th stitch, I got 39 increases for a total of 188. That is close but I am having so much trouble with this. I am even using Excel to figure it out and no matter what I do, I cannot get 40 stitches evenly. Thank you for your help.

07.03.2018 - 18:13

DROPS Design answered:

Dear Mrs Robinette, you will have to increase sometimes with 3 sts and sometimes with 4 sts between the increases until you have increased total of 40 sts. Happy crocheting!

08.03.2018 - 10:56

country flag Ashley Robinette wrote:

Can you please clarify the first increase for the largest size? I had 149 stitches, need to increase by 40 evenly but not over the beginning and ending 6 stitches. So I did 137÷40 and got 3.425. I took that to mean 3.5 which is 3 sts then inc then 4 sts and inc then 3 again. Every time I do that I end up with 179 stitches. Please help.

07.03.2018 - 02:56

DROPS Design answered:

Dear Mrs Robinette, make sure you are increasing 40 sts in this row, you should have then: 6 front band sts, 177 sts, 6 front band sts = 189 sts - you should increase alternately in every 4th st and 5th st so that you work (3 sts, 2 sts in next st) and (4 sts, 2 sts in next st) evenly spaced to get the 40 increases (read more about increasing evenly here. Happy crocheting!

07.03.2018 - 09:04

country flag Tineke Vroegop wrote:

Ik heb de eerste toer van de ouw met vasten gehaakt. Klopt het dat in de tweede toer je de 8 vasten aan het begin over moet slaan?

13.05.2017 - 23:43

DROPS Design answered:

Hallo Tineke, In de eerste toer haak je onder de mouw in de eerste losse 2 vasten en dan in de andere 7 lossen, elk een vaste. Dus dan heb je in totaal 9 vasten onder de mouw gehaakt op de ketting met 8 vasten. Dan, in de volgende toer haak je eerst 4 lossen en dan begin je met A.1

15.05.2017 - 20:04

country flag Catherine Murphy wrote:

Sorry for the inconvenience. After studying the pattern further, I have figured out that it is my mistake. I misinterpreted the pattern in the photo.

24.08.2016 - 00:58

country flag Catherine Murphy wrote:

I am,a little bit confused, looking at the jacket on the model in the photo, it looks like there are two rows of tr V stitch, before the 5 tr in chain space, On the diagram I see 1 row of tr V stitch before the 5 tr in chain space. Should the V its line up vertically after the increases. Thank you for any information you may send me .CGM

24.08.2016 - 00:36

DROPS Design answered:

Dear Mrs Murphy, there is only 1 row of V st with 5 tr in the ch-space as in diagram - since you are inc evenly on yoke, the V won't line up after the inc. Happy crocheting!

24.08.2016 - 09:09

Ino Cohen wrote:

I've finished the 3rd row of diagram AZ and I have 165 sts. You say that I will have to add 24 sts in each of the last 2 rows. That means that I will end up with 165+48 sts when I finish the diagram. Is this right? Thank you!

18.07.2016 - 13:30

DROPS Design answered:

Dear Mrs Cohen, work now one more repeat of A.Z in height, and when crocheting row 4, inc 22 sts evenly (not 24 sts) = 165+22= 187 sts - and when crocheting row 5, inc 22 sts evenly: 187+22= 209 sts. Read here how to inc evenly. Remember to not inc over A.4 (band sts). Happy crocheting!

18.07.2016 - 16:17

country flag Diane Chicklo wrote:

I love absolutely love your pattern. Have a teenage grandchild and some young friends who I share with no selling. I just look at a pattern and can see it on my grandchildren or friends.

28.06.2016 - 21:47

country flag Katrina Jones wrote:

Hi, Working first body row. When it says 8 chain for armhole is that 8 plus 3 from previous pattern rep? Also do I join off yarn or carry straight on? Many thanks.

10.06.2016 - 13:39

DROPS Design answered:

Dear Mrs Jones, you crochet 8 ch for armhole and skip the sts from previous row for sleeve - then on next row, skip the 8 ch and continue in pattern as stated. Happy crocheting!

10.06.2016 - 15:25