DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 11.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Long Beach

Gebreide DROPS trui met kantpatroon, wordt van boven naar beneden gebreid van ”Paris”. Maat: S - XXXL.

DROPS 154-2
DROPS design: model nr. w-529
Garengroep C van A en A
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS PARIS van Garnstudio
450-500-550-600-650-700 gr. kleur nr. 01, abrikoos

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (80 cm) 5.5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 13 st van patroon A.1 = 10 cm breed en 15 st x 21 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (40 cm) 5.5 mm – voor de halsrand.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 11.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte op rondbreinld/breinld zonder knop):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld.

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RAGLAN:
Meerder 8 st elke nld met meerderingen.
Meerder aan elke kant van de 3 st in tricotst die de overgang vormen tussen achterpand, voorpand en mouwen. Meerder door 1 omsl te maken en brei de omsl gedraaid in de volgende nld om gaatjes te voorkomen.
Brei de gemeerderde st mee in patroon A.1:
Meerder elke 2e en 3e nld 20-20-22-20-22-14 keer in totaal.
Brei en meerder dan verschillend op de mouwen en voorpand/achterpand voor de verschillende maten als volgt:
MAAT S: brei nog 3 nld zonder te meerderen = 232 st op de nld.
MAAT M: meerder elke nld op het voorpand/achterpand 3 keer en meerder 1 keer in de 3e nld op de mouwen. Brei 2 nld zonder te meerderen = 248 st op de nld.
MAAT L: meerder elke nld 4 keer op het voorpand/achterpand en meerder niet op de mouwen = 264 st op de nld.
MAAT XL: meerder elke nld 9 keer op het voorpand/achterpand en meerder 3 keer elke 3e nld op de mouwen = 288 st op de nld.
MAAT XXL: meerder elke nld 9 keer op het voorpand/achterpand en meerder 2 keer elke 3e nld op de mouwen = 304 st op de nld.
MAAT XXXL: meerder elke nld 23 keer op het voorpand/achterpand en meerder om de nld 11 keer op de mouwen = 332 st op de nld.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder aan elke kant van de 3 st in tricotst midden onder de mouw.
Minder als volgt voor de st: Brei tot er 2 st over zijn voor de 3 st, 1 st afh, 1 st r, afgeh st overh.
Minder als volgt na st: 2 st r samen.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt van boven naar beneden gebreid.
Zet 84-84-84-92-96-96 st op met rondbreinld 5.5 en brei 2 ribbels in de rondte op de nld. brei 1 nld recht en minder 12 st gelijkmatig voor alle maten = 72-72-72-80-84-84 st. Brei 1 nld av – plaats TEGELIJKERTIJD markeerders in het werk als volgt: 1e markeerder aan het begin van de nld (= begin van achterpand), 2e markeerder na 18-18-18-18-20-20 st (= einde van achterpand), 3e markeerder na 3 st, 4e markeerder na 12-12-12-16-16-16 st (= linkermouw), 5e markeerder na 3 st, 6e markeerder na 18-18-18-18-20-20 st (= einde van voorpand), 7e markeerder na 3 st, 8e markeerder na 12-12-12-16-16-16 st (= rechtermouw).

Brei dan volgens telpatroon A.1 over voorpand, achterpand en mouwen en meerder TEGELIJKERTIJD voor de RAGLAN - zie uitleg boven aan elke kant van de 3 st in tricotst die de overgang vormen tussen mouwen, voorpand en achterpand.

Na het meerderen voor de raglan staan er 232-248-264-288-304-332 st op de nld. Brei in de volgende nld A.1 boven de 58-64-70-76-82-94 st op het achterpand, kant 3 st af, brei A.1 boven de 52-54-56-62-64-66 st op de rechtermouw, zet de st van de mouw op een hulpdraad. Kant 3 st af, brei A.1 over de 58-64-70-76-82-94 st op het voorpand en kant 3 st af, brei A.1 over de 52-54-56-62-64-66 st op de linkermouw, zet de st van de mouw op een hulpdraad en kant 3 st af. Brei dan lijf en mouwen apart verder.

LIJF:
Brei de volgende nld als volgt: A.1 over de volgende 58-64-70-76-82-94 st (= achterpand), zet 4 nieuwe st op boven de rechtermouw, A.1 over de volgende 58-64-70-76-82-94 st (= voorpand) en zet 4 nieuwe st op boven de linkermouw = 124-136-148-160-172-196 st. Plaats een markeerder in het midden van de 4 nieuwe st onder elke mouw en neem deze gaandeweg mee. Brei het lijf nu verder in de rondte volgens A.1 over alle st tot het werk 41-43-45-47-49-51 cm meet. Brei 2 ribbels over 4 st aan elke kant van de markeerders en A.1 over de andere st als hiervoor. (= 8 st aan elke kant in ribbelst). Splits in de volgende nld het werk bij de markeerders en brei voorpand en achterpand apart tot het werk klaar is met 4 st in ribbelst aan elke kant = 62-68-74-80-86-98 st op de nld. Brei tot het werk 54-56-58-60-62-64 cm meet en brei 2 ribbels. Brei 1 nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD 10-10-12-14-14-14 st gelijkmatig = 72-78-86-94-100-112 st. Brei 1 nld recht en kant losjes alle st af. Het werk meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm.

MOUW:
Zet de st voor de mouw terug op de nld = 52-54-56-62-64-66 st, zet 3 nieuwe st op en ga verder in de rondte op de rondbreinld/breinld zonder knop = 55-57-59-65-67-69 st. Brei de 3 nieuwe st onder de mouw in tricotst en brei de andere st volgens telpatroon A.1 als hiervoor. Plaats een markeerder midden onder de mouw, meet het werk vanaf hier. Minder bij een hoogte van 2 cm, 1 st aan elke kant van de 3 st in tricotst midden onder de mouw - LEES TIP VOOR HET MINDEREN BOVEN, Herhaal dit minderen elke 2½-2-2-2-1½-1½ cm nog 15-16-16-18-19-19 keer (16-17-17-19-20-20 keer minderen in totaal ) = 23-23-25-27-27-29 st. Brei tot het werk ongeveer 41 cm meet vanaf de markeerder, brei 1 nld recht, brei 1 nld av, brei 1 nld recht en brei 1 nld av. Brei nog 1 nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD 4 st gelijkmatig = 27-27-29-31-31-33 st, brei 1 nld av en kant dan losjes alle st af. Het werk meet ongeveer 43 cm (dezelfde lengte voor alle maten omdat de grote maten een breder lijf hebben).

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 03.05.2022
AFWERKING: Naai de openingen onder de mouwen dicht.

Telpatroon

symbols = r aan de goede kant van av aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = 2 st r samen
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 154-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (71)

country flag Anita wrote:

Bluse 154-2. Diagram A.1 viser 4 omgange med 2 "blanke" - men diagram forklaringen ser anderledes ud - ret fra retsiden el vrang fra vrangen - slå om mellem 2 m - og så de samme 2 som i A.1. Det kan jeg ikke forstå.

30.03.2019 - 16:37

DROPS Design answered:

Hei Anita. Diagram A.1 strikkes slik: rad 1: 1 kast (symbol 2), ta 1 m løst av p som om den skulle strikkes rett, 1 m rett, løft den løse m over (symbol 3). Rad 2: begge makene strikkes rett (symbol 1). Rad 3: 2 masker rett sammen (symbol 4), 1 kast (symbol 2). Rad 4: begge maskene strikkes rett (symbol 1). God fornøyelse

05.04.2019 - 14:48

country flag Andrea Hölzl wrote:

Guten Tag, kann man diesen Pullover auch als Jacke stricken?

21.08.2018 - 14:55

DROPS Design answered:

Hallo Andrea, leider haben wir für dieses Modell keine entsprechende Jacke. Als Jacke müsste in Hin- und Rück-Reihen gestrickt werden sowie an den vorderen Rändern jeweils eine Blende gestrickt werden. Wie gesagt haben wir dafür aber keine Anleitung. Vielleicht stöbern Sie einmal bei unseren Jacken und finden dort ein Modell, das Ihnen auch gefällt.

27.08.2018 - 10:18

Anna wrote:

How do i get After raglan inc 232 sts for size S started with only 72 sts, I finished 20 rounds and I have only 152 (8 sts inc in each 2nd and 3rd rnd)

14.08.2018 - 13:12

DROPS Design answered:

Dear Anna, in size S you need to increase 8 sts a total of 20 times , there were 72 sts + 8 stsx20 = 72 + 160 = 232 sts. Happy knitting!

14.08.2018 - 16:23

country flag Marianna wrote:

Buon giorno, non riesco a capire la parte del RAGLAN nella quale si dice di aumentare ogni 2 e 3 giri. Significa che si aumenta ai ferri 2°,3°,5°,6°,8°,9°,ecc oppure che si aumenta una volta ogni 2 giri e una volta ogni 3? Grazie

30.06.2018 - 15:58

DROPS Design answered:

Buongiorno Marianna. Deve aumentare una volta dopo 2 giri e una volta dopo 3, in modo alternato. Buon lavoro!

06.07.2018 - 15:00

country flag Herma wrote:

Ik heb wat meer duidelijkheid nodig over het meerderen van de raglan. Ik begrijp nog wel dat ik voor en na de 3 steken die de overgang tussen voor-achterland en mouwen elke 2e naald 1 steek moet meerderen. Dit is 8 steken per naald. Maar ik moet ook nog eens elke 2e en 3e naald 22 steken, (per naald?( meerderen in totaal 14 keer. Geen idee hoe ik dit moet aanpakken. Help!😅. Jammer dat er geen voorbeeld video is van deze trui.

14.04.2018 - 14:21

country flag Gunn wrote:

Siden første øking er på omg 2 å den starter med et kast , skal jeg ta 2 kast da ? får ikke antall masker til å stemme.

27.01.2018 - 15:05

DROPS Design answered:

Hei Gun. Du gjør et kast i begynnelsen av diagram A.1 på 1. omgang, første økning til raglan gjøres på 2. omgang. Når det skal gjøres et kast og en økning til raglan på samme omgang, blir det 2 kast, bare husk at kastet til diagrammet skal strikkes «ta 1 m løst av p som om den skulle strikkes rett, 1 m rett, løft den løse m over», mens økningen til raglan skal «kastet strikkes vridd rett på neste p for å unngå hull». Usikker på hvorfor du ikke får maskeantallet til å stemme, husk å oppgi hvilken størrelse du strikker. Mvh Drops design

30.01.2018 - 10:15

country flag Gunn wrote:

Hvorfor står det : det økes 8 m på hver omg med øking, uansett hva jeg gjør så får jeg bare 4 masker øking i omg 2. eller menes 8 m øking med at det er både i omg 2 og omg 3, får heller ikke maske tall til å stemme ,,, diagram a-1 er 2 masker i 4 omganger ,, forstår jeg rett at det skal økes kun i omg 2 og omg 3 og at omg 1 og 4 er uten øking ?

24.01.2018 - 22:45

DROPS Design answered:

Hei Gunn. Du har 3 glattstrikkede masker 4 steder på genseren (2 foran og 2 bak). Når du skal øke skal det økes 1 maske FØR de 3 glattstrikkede maskene og 1 masker ETTER de 3 glattstrikkede masker = 2 økte masker. 2 økte masker x 4 steder = 8 økte masker per omgang. Det skal økes på hver 2.(andre) og 3. (tredje) omg (1. omg = ingen økninger. 2. omg = økninger. 3. og 4. omgang = ingen økninger. 5.omg (som er 3. omg etter siste økning, skal det økes). 6. omg = ingen økning. 7. omg (som er 2. omg etter siste økning, skal det økes). 8.-9. omg = ingen økninger. 10. omg (som er 3. omg etter siste økning, skal det økes) osv. God Fornøyelse!

26.01.2018 - 08:45

country flag Annie wrote:

Do I make all increases at the beginning of each sleeve or body section e.g. For Row 2 a yo before I knit all stitches? Then for Row 3 do I start with a yo, knit the yo through the back (from Row2) and then start pattern? Row 4 knit yo over through the back then knit all stitches. Then second time I do pattern sequence start the A1 pattern incorporating thr two new stitches? Thanks

04.07.2017 - 03:40

DROPS Design answered:

Hi Annie, You increase for Raglan at each transition from body to sleeve so on each side of markers 3 and 4; and 5 and 6 sts in stocking stitch. These increased stitches are then worked into pattern A1. I hope this helps, Kind regards, Deirdre

04.07.2017 - 07:23

Margaret wrote:

Hello, I am having trouble understanding the A.1 diagram for Pattern no w-529 or 154-2. It seems to have two numbers. I believe it's called Long Beach. Is there a video? Thanks so much, Margaret

15.01.2017 - 20:12

DROPS Design answered:

Dear Margaret, work A.1 as follows in the round: round 1: (YO,slip1 ask if to K, K1, psso), repeat from (to) - round 2 (and all even numbered rounds: K) - round 3: (K2 tog, YO), repeat from (to). When working back and forth P all sts in row 2 and 4 from WS. Happy knitting!

16.01.2017 - 10:32

country flag Monique Rieder wrote:

Beste, Ik zie bij dit patroon nergens het kantpatroon, ook niet bij de filmpjes. Waar kan ik dat vinden? Bij een raglan moet je toch juist minderen, maar er staat meerderen? Alvast bedankt voor het antwoord, Met vriendelijke groet, Monique

15.10.2016 - 12:53

DROPS Design answered:

Hoi Monique. Het telpatroon staat rechts onder de maattabel (hij is klein, maar hij is er). Je breit van boven naar beneden, daarom meerder je voor de raglan hier.

17.10.2016 - 16:31