DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 22.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Verano

Gehaakt DROPS vest met kantpatroon en dubbele stokjes van ”Cotton Merino”. Maat: S - XXXL.

DROPS 153-14
DROPS design: Model nr. cm-004
Garengroep B
-----------------------------------------------------------
Maat: S/M - L/XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS COTTON MERINO van Garnstudio
300-300-350-350 gr. kleur nr. 01, wit

DROPS HAAKNLD 5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 13 dstk = 10 cm breed, of 3 patroonherhalingen van A.2 = 10 cm breed.
DROPS PARELMOERKNOOP NR. 540: 5 stuks voor alle maten
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 22.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Vervang het eerste dstk aan het begin van elke dstk toer door 4 l.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 - A.5.

TIP VOOR HET HAKEN:
TOER 1 in telpatronen A.4 en A.5 worden niet gehaakt op het achterpand maar op het voorpand.

KNOOPSGATEN:
Maak geen knoopsgaten maar naai de knopen op de linker voorbies en knoop het vest dicht tussen twee dstk/driedubbel stk op de rechter voorbies.
Naai de knopen aan gemeten vanaf de opzetrand als volgt:
MAAT S/M: 12, 20, 28, 36 en 44 cm
MAAT L/XL: 14, 22, 30, 38 en 46 cm
MAAT XXL: 10, 20, 30, 40 en 50 cm
MAAT XXXL: 12, 22, 32, 42 en 52 cm
----------------------------------------------------------

ACHTERPAND:
Wordt heen en weer gehaakt.
Haak 83-95-108-120 l met haaknld 5 mm en Cotton Merino. Haak de eerste toer als volgt (= verkeerde kant): 1 v in 2e l vanaf haak = 1 v, 1 v in elke van de volgende 1-3-1-3 l, * sla 1 l over, 1 v in elke van de volgende 4 l *, herhaal van *-* 16-18-21-23 keer = 66-76-86-96 v.
Ga verder en haak als volgt:
TOER 1 (= goede kant): Haak A.1 een keer, haak dan A.2 tot er 8 v over zijn (= 10-12-14-16 keer in de breedte) en eindig met A.3 een keer. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
TOER 2 (= verkeerde kant): keer het werk en haak A.3 een keer, A.2 (= 10-12-14-16 keer in de breedte), A.1 een keer.
TOER 3 (= goede kant): keer het werk en haak A.1 een keer, A.2 (= 10-12-14-16 keer in de breedte), A.3 een keer.
Herhaal de 2e en 3e toer tot het werk ongeveer 29-28-28-29 cm meet – pas zo aan dat u eindigt met een 3e toer (= goede kant). Hecht af.

Ga verder en haak als volgt: * haak 10-5-5-5 losse l, begin aan de verkeerde kant en ga verder A.3, A.2 en A.1 over het achterpand als hiervoor en eindig met 10-5-5-5 losse l, keer het werk. Ga verder en haak als volgt:
TOER 1 (= goede kant): haak 5 l, haak in 10e l vanaf haak 2 dstk en 2 l en 2 dstk (= 1 herhaling van A.1), haak A.2 2-1-1-1 keer (haak laatste herhaling van A.2 om de 2 l (= l-lus) in A.1 van vorige toer). Ga dan verder met A.2 10-12-14-16 keer in totaal over het hele achterpand als hiervoor en eindig de toer als volgt: haak A.2 om de 2 l (= l-lus) van A.3 van vorige toer, ga dan verder met A.2 1-0-0-0 keer en haak dan A.3. De laatste dstk is in de 1e l van vorige toer. Knip de draad af en keer het werk – * voor maat L/XL – XXL – XXXL herhaal *-* nog 1 keer en haak TEGELIJKERTIJD 2 extra patroonherhalingen van A.2 over het achterpand. Dus haak 1 extra herhaling van A.2 over de gemeerderde herhaling van de vorige toer aan elke kant van het werk = 16-18-20 patroonherhalingen in totaal van A.2 in maat L/XL – XXL – XXXL. LET OP! Herhaal niet *-* voor maat S/M maar ga verder zoals hieronder beschreven staat:
Haak 13-13-13-13 losse l, begin aan de verkeerde kant en ga verder met A.2 in de l-lus van A.3 op de vorige toer, A.2 over mouwen en achterpand als hiervoor, en A.2 in l-lus in A.1 op vorige toer en eindig met 13-13-13-13 losse l. Ga verder en haak als volgt:
TOER 1 (= goede kant): Haak A.1 en A.2 1 keer over de nieuwe st. Ga verder met A.2 over mouwen en achterpand als hiervoor en eindig met 1 herhaling van A.2 en A.3. Ga zo verder in patroon tot het werk ongeveer 49-51-55-57 cm meet – pas zo aan dat u eindig na een toer aan de verkeerde kant.
Eindig dan elke schouder apart als volgt:

RECHTERSCHOUDER:
Haak A.1 een keer en A.2 5-6-6-7 keer in totaal, haak dan de 2e toer van telpatroon A.4 – LEES TIP VOOR HET HAKEN! Keer en haak 3e toer van A.4, en ga verder met A.2 en A.1 als hiervoor. Ga zo verder tot het werk 52-54-58-60 cm meet in totaal. Hecht af.

LINKERSCHOUDER:
Haak op dezelfde manier als de rechterschouder maar in spiegelbeeld en haak A.3 in plaats van A.1 en de 2e toer van A.5 in plaats van A.4.
Begin met de 2e toer van A.5 in het midden van de toer zodat er 4-4-6-6 patroonherhalingen van A.2 komen in de breedte voor de hals.

RECHTERVOORPAND:
Wordt heen en weer gehaakt.
Haak 45-52-58-64 l met haaknld 5 mm en Cotton Merino. Haak de eerste toer als volgt (= verkeerde kant): 1 v in 2e l vanaf haak, 1 v in elke van de volgende 4-1-2-3 l, * sla 1 l over, 1 v in elke van de volgende 4 l *, herhaal van *-* 7-9-10-11 keer in totaal en eindig met 1 v in elke van de volgende 4 l = 37-42-47-52 v.
TOER 1 (= goede kant): 4 l (= 1 dstk), 1 dstk in elke van de volgende 3 v (= 4 dstk voor de voorbies) LET OP: haak de voorbies met om de toer dstk en driedubbel stk. Haak dan A.2 5-6-7-8 keer in totaal en eindig met A.3 een keer.
Herhaal dit patroon, met 4 dstk/driedubbel stk voor de voorbies middenvoor tot het werk ongeveer 29-28-28-29 cm meet – pas aan het achterpand aan en eindig met een toer aan de goede kant. Hecht af.
Haak dan 10-5-5-5 losse l voor de mouw en ga verder als op het achterpand. Haak bij een hoogte van 42-44-46-48 cm als volgt op de 1e toer aan de verkeerde kant: haak in patroon als hiervoor tot er 3 patroonherhalingen van A.2 en 4 dstk over zijn. Haak in patroon volgens telpatroon A.5 over deze st. Keer en haak A.5, ga verder in patroon als hiervoor. Ga zo verder heen en weer tot het werk 52-54-58-60 cm meet in totaal. Hecht af.

LINKERVOORPAND:
Haak als het rechtervoorpand maar in spiegelbeeld. Haak volgens telpatroon A.1 in plaats van A.3 en als het minderen voor de hals begint volgens A.4 in plaats van A.5.

AFWERKING:
Leg de voorpanden op het achterpand en haak de schouders samen als volgt: * 1 v door beide lagen, 3 l, sla 2 dstk over *, herhaal van *-*. Haak de zijkanten samen als volgt: 1 v, * 3 l, 1 v in l-lus van de volgende toer *, herhaal van *-*. Haak samen onder de mouwen als volgt: * 1 v in l in volgende dstk-groep, 3 l *, herhaal van *-* en eindig met 1 v.
Naai knopen op de linkervoorbies en knoop het vest dicht door twee dstk/driedubbel stk op de rechtervoorbies.

HALSRAND:
Haak een halsrand als volgt, begin aan de verkeerde kant:
TOER 1: bevestig het garen met 1 v aan de zijkant, * 3 l, sla ongeveer 2 cm over, 1 v *, herhaal van *-* langs de hele halsrand. Keer het werk.
TOER 2: 4 l, 3 dstk in eerste l-lus, * 3 dstk in volgende l-lus *, herhaal van *-* langs de hele toer, en eindig met 1 dstk in eerste l van vorige toer. Keer het werk.
TOER 3: * 3 l, sla 3 dstk over, 1 v tussen de volgende twee dstk-groepen *, herhaal van *-* langs de hele toer. Keer het werk.
TOER 4: 2 l, 1 v in eerste l-lus, * 2 l, 1 v in volgende l-lus *, herhaal van *-* langs de hele toer. Hecht af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 28.08.2014
Nieuwe teltekeningen A.4 en A.5

Telpatroon

symbols = 1 l
symbols = 1 v
symbols = 1 dstk
symbols = hv
symbols = begin met deze toer als u mindert voor de hals op de rechterkant van het achterpand = goede kant
symbols = begin met deze toer als u mindert voor de hals op de linkerkant van het achterpand LET OP! Begin de toer met 1 hv in de l-lus.
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 153-14

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (108)

country flag Leny wrote:

Voor de schouder staat er, haak A1 en dan A2 6 keer. Haak dan 2e toer van A4, moet je dan nog 2 patroontjes en een half patroontje haken . Dus 1 A1, 6 A2, 2 A4 + een halve? =9 en een halve patroon?

22.05.2018 - 22:22

DROPS Design answered:

Dag Leny, Ja, dat klopt inderdaad. In de tweede toer van A4 staat ook 2,5 patroontjes aangegeven.

03.06.2018 - 20:19

country flag Leny wrote:

Tot zover gesnapt, maar de 13 lossen, waar begin ik dan. In de 10e vanaf de haaknaald??????

18.05.2018 - 18:29

country flag Leny wrote:

Hoe vaak moet je af hechten en de 5 lossen aanhaken? 2 x?? En met de 13 lossen, waar begin je weer het patroontje, in de 10 e losse?

14.05.2018 - 22:51

DROPS Design answered:

Dag Leny, Op het eind van de 1e alinea van het achterpand staat 'hecht af' Daarna begin je met de volgende alinea met de 5 lossen. Aan het eind van die toer haak je 5 lossen, keer je het werk en begin je met TOER 1, dus opnieuw 5 lossen, dan vervolg je de toer zoals beschreven in het patroon, en aan het eind van TOER 1 haak je het laatste dubbele stokje in de eerste lus van de vorige toer. Dan knip je de draad weer af en keer je het werk. Voor maat L/XL herhaal je wat tussn de *-* staat in het patroon. Dat betekent dat je nog een keer de draad af moet knippen en opnieuw moet beginnen met 5 lossen.

16.05.2018 - 16:57

country flag Leny wrote:

Ik heb op het Franse instructie filmpje gezien. Daar lijkt het erop dat er 10 lossen worden gemaakt. Is dat dan de meerdering in 1 x? Zoals jij verteld zijn het 5 lossen, moet dit dan 2 x? Komen er in totaal 2 patroontjes bij aan elke kant?

12.05.2018 - 21:20

DROPS Design answered:

Hallo Leny, Dat klopt; je haakt 5 lossen, dan keer je het werk en dan weer 5 lossen. Hoeveel patroontjes er in elke maat bij komen heb ik niet uitgerekend, maar als je het zo doet (met die 2 keer 5 lossen) moet het goed komen

14.05.2018 - 18:53

country flag Leny wrote:

Hoeveel patroontjes krijg je voor maat L/XL na het meerderen van de mouwen? Ik snap niet gied hoe je moet meerderen, misschien als ik weet hoeveel patroontjes je moet krijgen wordt het wat duidelijker

10.05.2018 - 22:27

DROPS Design answered:

Hallo Leny, Uit mijn hoofd weet ik zo niet hoeveel patroonherhalingen je hebt. Maar als het werk 28 cm meet, hecht je af en dan begin je met een nieuwe draad en haak je eerst 5 lossen. Dan begin je met haken op de verkeerde (de lossen laatje gewoon hangen, daar haak je op de volgende toer nieuwe herhalingen op) en haak je gewoon zoals eerst A.3, een aantal herhalingen van A.2 en dan A.1, maar je eindigt nu weer met 5 lossen en dan keer je het werk. Laat even weten of deze uitleg helpt, of dat er iets anders is wat onduidelijk is.

12.05.2018 - 16:57

country flag Piette Nancy wrote:

J'ai essayé 2 fois la 1ère ligne en taille L/XL donc 95 ml pour la chaînette puis les 4ms en passant 1ml comme expliqué mais ça me fait 19 fois les 4ms et pas 18 fois comme expliqué ???

05.05.2018 - 20:58

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Nancy, tout à fait, on a bien un total de 19 fois 4 ms car on commence par 4 ms (= 1 ms dans la 2ème ml à partir du crochet, 1 ms dans les 3 ms suivantes) puis 18 fois (on saute 1 ml et on crochète 1 ms dans les 4 ms suivantes). Bon crochet!

07.05.2018 - 09:02

country flag Beatrice wrote:

Buonasera, sto realizzando questo modello, sono arrivata ai 49 cm del dietro e non riesco a capire come devo proseguirne per le spalle, devo continuare il lavoro o tagliare?e i diagrammi A.4 e A.5 come se devono lavorare? Grazie

13.04.2018 - 22:18

DROPS Design answered:

Buongiorno Beatrice. Prosegue con la spalla destra senza tagliare il filo, lavora A1 e A2 sul numero di maglie indicate , gira il lavoro e segue adesso A4 iniziando dalla seconda riga. Buon lavoro!

14.04.2018 - 13:34

country flag Monique wrote:

Hoi, Worden het achterpand en de voorpanden met de goede kanten op elkaar gelegd, als je de delen aan elkaar gaat haken? Alvast bedankt, Monique.

14.01.2018 - 13:33

DROPS Design answered:

Hoi Monique, De panden leg je met de verkeerde kanten op elkaar als je het werk in elkaar haakt.

15.01.2018 - 19:51

country flag Monique wrote:

Achterpand: waarom moet je op 28 cm afhechten, als jevervolgens weer verder moet haken?

09.01.2018 - 23:08

DROPS Design answered:

Hoi Monique, Op 28 cm begin je met het opzetten van een aantal lossen voor de aangehaakte mouw, daarna haak je verder over het achterpand. Vandaar dat je af moet hechten. Dus: hecht af, haak het aantal lossen en haak verder over het achterpand.

10.01.2018 - 11:49

country flag Sonja Breuer wrote:

People who complain about IKEA instructions, should pick up crochet for a challenge :-) :-) I can't make head and tail of the instructions regarding the increase for the arms. I must add chains to the ends to increase and add 5 to the chain for the next row up. Normally, there are 4 chains between each fan. But I attach the chain and start on row one, how many chains do I leave between the fans at the point of attachment, more than 4 so that it goes round as opposed to square?

07.08.2017 - 15:17

DROPS Design answered:

Dear Mrs Breuer, the number of increase will depend on your size, follow your size working the number of chains to cast on, work next row as before over the sts on previous row and finish with the number of chains to cast on at the end of row. Then work pattern on next row in chains and previous row. Happy crocheting!

07.08.2017 - 17:38