DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 146-4
DROPS design: Model nr. la-012
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maat: S/M/L – XL/XXL/XXXL
Borstwijdte: 80 tot 96 cm – 106 tot 130 cm
Maten:
Omtrek aan de bovenkant: ongeveer 58-96 cm
Lengte vanaf opzetrand tot onderkant middenvoor: ongeveer 57-52 cm (korter in de grotere maat, deze heeft een diepere halsopening).

Materiaal: DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio
450-450 gr. kleur nr. 0100, naturel
OF gebruik:
Materiaal: DROPS LACE van Garnstudio
200-200 gr. kleur nr. 0100, naturel

DROPS RONDBREINLD (40 en 80 cm) 3.5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 23 st x 30 nld = 10 x 10 cm. Lees STEKENVERHOUDING onder.

2 meter naturel satijnband van 10 mm breed.

STEKENVERHOUDING:
Deze poncho wordt nat gemaakt en opgerekt tot de juiste maat na het breien. De stekenverhouding is niet zo belangrijk, maar om een idee te krijgen wanneer u te los of te vast breit, kunt u ongeveer een stekenverhouding aanhouden van 23 st x 30 nld in tricotst met nld 3.5 mm = ongeveer 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

RIBBELST (in de rondte gebreid op de rondbreinld):
1 ribbel = * brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.6. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. De telpatronen worden in de rondte gebreid. Zie pijl voor uw maat in telpatroon A.2.
----------------------------------------------------------

PONCHO:
Wordt van boven naar beneden gebreid, eerst heen en weer op rondbreinld en dan in de rondte. Zo vormt u een split middenvoor.
Zet 156-220 st op met rondbreinld 3.5 mm (40 cm) en Baby Alpaca Silk of Lace. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Brei dan als volgt: A.1 (= 17 st), * A.2 (= 5-21 st), A.3 (= 34 st) *, herhaal van *-* 3 keer in totaal, A.2 (= 5-21 st), A.4 (= 17 st). Ga verder in patroon heen en weer tot 2 patroonherhalingen van A.1/A.4 in de hoogte zijn gebreid, eindig als er 17 st over zijn op nld. Dit is nu het begin van nld. Ga nu verder en brei in de rondte over alle st, ga verder met A.3 boven A.1/A.4. Ga zo verder in patroon en ga verder met een langere rondbreinld indien nodig. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 348 st op de nld in beide maten. Brei dan als volgt: * A.3, A.5 A, A.5B 2 keer, A.5C *, herhaal van *-* 4 keer in totaal. Elke keer dat A.5 een keer in de hoogte is gebreid, is er een herhaling meer van A.5B tussen elke herhaling van A.5A en A.5C.

Ga verder in patroon tot in totaal 9-8 patroonherhalingen van A.3 en 8-8 patroonherhalingen van A.5 in de hoogte zijn gebreid = 732 st op de nld voor beide maten. Brei 1 nld recht over alle st, minder 9 st gelijkmatig over alle herhalingen van A.5 (= 140 st over elke herhaling van A.5, 696 st in totaal.)
Brei dan als volgt: * A.6 2 keer, ga verder met de eerste 2 st van A.5 A, brei A.6 8 keer, brei de laatste 2 st van A.5C, * herhaal van *-* 4 keer in totaal.

Ga zo verder tot A.6 een keer in de hoogte is gebreid – brei de gemeerderde st in A.5 = 1072 st. Kant losjes alle st af.

OPSPANNEN:
Als de poncho van Lace is gebreid, dient deze te worden opgespannen. Als de poncho van Baby Alpaca Silk is gebreid, kunt u hem iets oprekken en stomen.

Laat de poncho weken in handwarm water tot hij door en door nat is. Knijp voorzichtig het overtollige water uit de poncho – niet wringen – en rol hem voorzichtig in een handdoek. De poncho is nu nog vochtig maar niet meer kletsnat.
Leg de poncho op een matras of tapijt – rek op tot hij mooi rond is en zet vast met spelden. Laat drogen. Herhaal dit opspannen iedere keer als de poncho gewassen is.

Rijg het satijnband door de ribbels langs de hals van de poncho en leg een strik in het band.

Telpatroon

symbols = recht aan goede kant, av aan verkeerde kant
symbols = av aan goede kant, recht aan verkeerde kant
symbols = 2 st r samen
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = 1 st r afh, 2 st r samen, afgeh st overh
symbols = 1 omsl tussen 2 st
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 146-4

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (138)

country flag Christiane wrote:

Bonjour, J'en suis à tricoter A6 j'ai bien 4 fois 140m et 4 fois 34m soit 174m Si je fais 2 fois A6: 34m +1m de A5A puisque la 2 eme est un jeté puis 8 fois A6: 136m +1m je n'arrive qu'à 172 m dois je comprendre que sur A5 je fais 1m 1 jeté et 1m ? Merci de votre réponse Le modèle comme tous les autres est super Merci à vos stylistes

03.07.2015 - 17:25

DROPS Design answered:

Bonjour Christiane et merci. Effectivement on tricote les 2 premières m de A.5A soit: 1 m end, 1 jeté - et les 2 dernières m de A.5C: soit 1 jeté, 1 m end. On a ainsi bien 174m: 2xA.6 (=17m) + 2 m A.5A + 8xA.6 (= 136m) + A.5C(=2m). Bon tricot!

04.07.2015 - 09:15

country flag Rahel wrote:

Hallo, ich habe ein kleines Problem : ich habe jetzt im mittleren Teil A3 acht mal hochgestrickt und komme aber auf 868 Maschen... Ausserdem ist es ja nicht möglich A3 und A5 acht mal hochzustricken, A3 hat 16 Reihen und A5 nur 12... Wo liegt mein Überlegungsfehler ? Vielen Dank für Ihre Hilfe !

10.05.2015 - 02:21

DROPS Design answered:

Sie müssen die Rapporte von A.3 zählen, die Sie ab Beginn gestrickt haben. Dadurch beginnen die Rapporte, die Sie von A.3 zählen, eher als die, die Sie von A.5 zählen, und zwar 32 R eher - A.3 wird ja zusammen mit A.2 begonnen, A.2 hat in Ihrer Größe 32 R (siehe Startpfeil bei A.2 für die verschiedenen Größen) und erst wenn A.2 zu Ende gestrickt wurde, beginnt A.5. Also: 8x 12 R A.5 + 32 R A.2 = 8x 16 R A.3 = 128 R. Ich schätze, Sie haben A.3 zu weit gestrickt und daher nun zu viele M auf der Nadel, oder haben Sie die Umschläge nicht immer mit Zusammenstricken ausgeglichen? Dabei können auch leicht einmal Fehler passieren.

12.05.2015 - 22:34

country flag Vera wrote:

Ist da möglicherweise ein Fehler in der Legende? Müsste es nicht für das gekreuzte Kästchen "Li in Hin-R" heißen? Im Moment gibt es "re in Hin-R" und "li in Rück-R", aber das ist ja das gleiche....

15.04.2015 - 19:19

DROPS Design answered:

Ja, Sie haben Recht, das war nicht richtig. Der Fehler wurde gerade behoben, vielen Dank für Ihren Hinweis und viel Spaß beim Weiterstricken!

17.04.2015 - 10:19

country flag Jutta Guerth wrote:

Bei Chart A.6 fehlen in der 15., 17., 19. Reihe beim Rhombus die Umschläge rechts und links. Ein Vorschlag: ab ca. 40 cm Rundstricknadel 120 cm verwenden. Super Lace Cape !

15.10.2014 - 22:05

DROPS Design answered:

Die Umschläge fehlen nicht, sie sind nur etwas schlecht erkennbar - sie befinden sich in diesen 3 R vor und nach der mittleren M des Rhombus. Wenn Sie das Muster mit dem Foto vergleichen, sehen Sie, dass das Blatt, also der Rhombus, bis zur Hälfte 2 vertikale Lochreihen in der Mitte hat.

16.10.2014 - 14:23

country flag M. Wicht wrote:

Guten Tag, ich habe noch eine Frage. Sie schreiben am Ende der Anleitung: (696 Ma) wie folgt stricken: 2x Muster A6, 2 Ma rechts, 8x A6, 2 Ma re.... Frage: Warum die 2 Ma von A5A (also 2 re) und die letzten 2M von A5C (also 2 re)??? Das unterbricht doch das Muster A6. Bitte um Antwort. Schönen Gruß M. Wicht

30.06.2014 - 10:58

DROPS Design answered:

Liebe Frau Wicht, das Muster wird ja nicht unterbrochen, denn Sie setzen mit A.6 ja erst an. Vielmehr ist es so, dass Sie ja vorher schon A.5A und A.5C gestrickt haben (zwischen A.3 und A.5B) und die ersten bzw. letzten 2 M davon fortführen. A.3 hat 34 M, A.6 17 M - d.h. Sie stricken 2x A.6 über A.3. Und der gesamte A.5 hat am Ende jeweils 140 M, da passen dann 8x A.6 (= 8 x 17M = 136M) + 2x 2M von A.5A und A.5C rein (diese stricken Sie wie gehabt MIT den Umschlägen weiter).

01.07.2014 - 10:14

country flag M. Wicht wrote:

Hallo,ich stricke den Poncho mit Fabel Sockenwolle und habe 2 Fragen: 1. Sie schreiben: 156 M anschlagen, 2 Krausrippen stricken.Frage: Wie soll da am Schluß ein 1 cm breites Band eingefädelt werden? 2. Sie schreiben :Poncho in Hin- und Rückreihen stricken, dann vor den letzten 17 M der R enden-hier ist nun der Beginn der Rd.Frage: Das mit den 17 M verstehe ich nicht?? Werden nicht alle M jetzt in Runden gestrickt??? Bitte um kurze Ino. Vielen Dank im voraus.M. Wicht

22.06.2014 - 11:16

DROPS Design answered:

Liebe Frau Wicht, der Poncho wird ja relativ locker gestrickt, sodass Sie das Band durch die dehnbaren Krausrippen fädeln können. Mit den 17 M ist gemeint, dass Sie die letzten 17 M der R vorerst nicht stricken, sondern hier den Runden-Beginn setzen. Die 17 M werden dann direkt als erste 17 M der neuen Rd gestrickt. Sie stricken also an sich durchgängig, nur sind diese 17 M nun an den Rd-Beginn "gerutscht".

23.06.2014 - 17:39

country flag M. Wicht wrote:

Hallo, kann ich diesen Poncho auch mit DROPS Fabel natur stricken? (50gr.=205 Meter Fadelstärke 2,5, 26Mx34R = 10cm.) Was ist Ihre Meinung dazu. Danke im voraus für die Antwort. Lieben Gruß M. Wicht

04.06.2014 - 15:20

DROPS Design answered:

Liebe Frau Wicht, da Fabel in derselben Garngruppe ist wie die beiden genannten Garne, können Sie es problemlos verwenden. Nimmt man BabyAlpaca Silk als Berechnungsgrundlage, benötigen Sie insgesamt rund 1500 m (in beiden Größen werden ja 450 g benötigt). Auf Fabel umgerechnet ergibt das 8 Knäuel (1500 m geteilt durch 205 m = 7,33, also 8 Knäuel). Beachten Sie wie üblich, dass Ihre Maschenprobe passen muss. Viel Spaß beim Stricken!

04.06.2014 - 22:11

country flag Nancy wrote:

Ik heb een vraag over de eerste rijen van de rand: - "ga verder met de eerste 2 st van A.5 A." Ik neem aan dat ik hierdoor 3 steken over hou (1 recht, omslag, 1 recht). Klopt dit? - "brei de gemeerderde st in A.5." Houdt dit in dat ik gedurende patroon A6 deze 3 steken recht moet breien?

17.04.2014 - 13:05

DROPS Design answered:

Hoi Nancy. Ja, je meerdert dus steeds tijdens het breien van A.5. (Je begint met 2 st, en krijgt dus bij elke rij op de goede kant steeds meer st bij). Brei de st gaandeweg mee in A.5A. Brei tegelijkertijd de overige st volgens A.6 zoals beschreven.

25.04.2014 - 15:58

country flag Tina Meyer-Jaschke wrote:

Hallo, ich habe eine Frage: Bei der Anleitung steht: Leeres Kästchen Hin re kreuz Kästchen Rück li Das kommt doch aber aufs gleich raus, denn ich arbeite in der Rückrunde doch gegengleich (also wie sie vorne erscheinen). Dann ist doch das leere Kästchen eh links auf der Rückseite oder? Vielleicht können sie mir helfen.. Mfg Tina Meyer-Jaschke

14.03.2014 - 11:19

DROPS Design answered:

Liebe Tina, ich hoffe, dass ich Ihre Frage richtig verstanden habe: die leeren Kästchen sind auf der Vorderseite alle rechts - die Kästenchen mit dem x sind auf der Vordereseite alle links.

17.03.2014 - 12:29

country flag Chou wrote:

Can you just give me some pointer how to read the instruction on the pattern? What is the first few rows looks like? Thanks!

12.01.2014 - 04:00

DROPS Design answered:

Dear Chou, right after casting on, you will have 1 ridge in garter st (= K2 rows), then work following pattern and diagram - you will find more informations about reading patterns here. Happy knitting!

13.01.2014 - 10:05