DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale
DROPS 139-2
DROPS design: Model nr. LA-008
Garengroep A
---------------------------------------------------------
Afmetingen:
Breedte aan de bovenkant: ongeveer 140 cm na het opspannen
Hoogte middenachter: ongeveer 75 cm na het opspannen
Materiaal: DROPS LACE van Garnstudio
100 gr. kleur nr. 3620, rood

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3.5 mm – LET OP: Lees informatie over de stekenverhouding onder.
---------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

STEKENVERHOUDING:
Deze omslagdoek wordt nat gemaakt en opgerekt tot de juiste maat na het breien. De stekenverhouding is niet zo belangrijk, maar om een idee te krijgen wanneer u te los of te vast breit, kunt u ongeveer een stekenverhouding aanhouden van 23 st x 30 nld in tricotst met nld 3.5 mm = ongeveer 10 x 10 cm.

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

PATROON:
Zie telpatronen M.1 en M.2. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. Het patroon in telpatroon M.1A is het spiegelbeeld van het patroon in telpatroon M.1B.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Brei 5 st in 1 st als volgt: 1 st r, 1 omsl, 1 st r, 1 omsl, 1 st r. LET OP: Brei om een “kwetsbare” middelste st te voorkomen als u tot 5 st meerdert in deze st als volgt: brei TEGELIJKERTIJD zowel in de middelste st op de nld als in de middelste st van de vorige nld.
---------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld, brei vanaf de hals middenachter naar de zijkanten en naar beneden.

Zet 3 st op met rondbreinld 3.5 mm en Lace. Brei als volgt:
Nld 1: 2 st r in de 1e en 2e st en 1 st r in de 3e st = 5 st.
Nld 2: Brei alle st recht.
Nld 3: 1 st r, 2 st r in de volgende st, plaats een markeerder in de volgende st (middelste st), 2 st r in de volgende st, 1 st r = 7 st.
Nld 4: Brei alle st recht.
Nld 5 (verkeerde kant): 2 st r (= kant st), 3 st av en 2 st r (= kant st).
Ga verder als volgt: 2 kant st in RIBBELST - zie uitleg boven, telpatroon M.1A, 1 middelste st in tricotst, telpatroon M.1B en 2 kant st in ribbelst. Ga als telpatroon M.1 gebreid is verder met breien en meerderen in patroon op dezelfde manier, dus meerder 4 st elke nld aan de goede kant.

Brei tot de omslagdoek ongeveer 42 cm hoog is – meet middenachter en trek het werk enigszins strak als u meet (eindig na 1 nld aan de verkeerde kant). Meerder in de volgende nld (= aan de goede kant) in de middelste st naar 5 st ( 4 st gemeerderd– ZIE TIP VOOR HET MEERDEREN). Brei nog een naald aan de verkeerde kant – brei de gemeerderde st av.
Ga verder met telpatroon M.2 als volgt: 2 st in ribbelst, telpatroon M.2A over de eerste 2 st, plaats een markeerder, brei dan telpatroon M.2B tot de 3 middelste st (de middelste st en 1 va de nieuwe st aan weerskanten hiervan), plaats een markeerder, brei de 3 middelste st in telpatroon M.2C, plaats een markeerder, ga verder met telpatroon M.2D tot er 4 st over zijn, plaats een markeerder, brei telpatroon M.2E over 2 st en brei de laatste 2 st in ribbelst. Ga zo verder tot u in totaal 20 naalden van M.2 heeft gebreid. Ga verder als volgt: 2 steken in ribbelsteek, telpatroon M.2Ax over de volgende 8 steken, ga verder met de rest van het patroon zoals hiervoor tot er 10 steken over zijn, brei M.2Ex over de volgende 8 steken, 2 steken in ribbesteek.
Ga zo verder in patroon, brei de nieuwe st aan elke kant mee in het patroon en brei tot het werk ongeveer 60 cm meet middenachter (licht opgerekt).

Kant af met 2 draden als volgt: 2 st r, zet ze terug op de linker nld en brei ze gedraaid r samen (dus brei achter in de st in plaats van voor in de st). * Brei nog 1 st (= 2 st op de rechter nld), zet ze terug op de linker nld, brei ze gedraaid r samen *, herhaal van *-* tot alle st zo zijn afgekant. Dit wordt gedaan zodat de afkantrand elastisch is voor het opspannen.

OPSPANNEN:
Laat de omslagdoek weken in handwarm water tot hij door en door nat is.
Knijp voorzichtig het overtollige water uit de omslagdoek – niet wringen – en rol hem voorzichtig in een handdoek. De omslagdoek is nu nog vochtig maar niet meer kletsnat.
Leg de omslagdoek op een matras of tapijt – rek op tot de juiste maat en zet vast met spelden. Laat de omslagdoek drogen. Herhaal dit opspannen iedere keer als de omslagdoek gewassen is.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 25.06.2018
Instructies hoe u M.2 breit zijn aangepast

Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 2 st recht samen
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = 1 st r afh, 2 st recht samen, afgeh st overh
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 139-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (74)

country flag Nicci wrote:

Dank voor het antwoord. Wat ik echter bedoel met te veel steken is dat ik op toer 15 omslag - 4 recht gebreit heb (na toer 16 zijn dit dus 5 steken). Hier kan ik dan vervolgens toch geen omslag - 1 recht - omslag - 1 recht (totaal van 2 steken) op kwijt? Dan houd ik steken over wil het patroon niet scheef boven elkaar komen.

28.03.2013 - 14:11

DROPS Design answered:

Ga door op deze manier; Er komen dus steeds meer tricotsteken tussen de eerste en de volgende omslag aan beide zijkanten

28.03.2013 - 14:48

country flag Tineke Van Bergen wrote:

Klaar! Hij is prachtig geworden!

28.03.2013 - 14:02

country flag Nicci wrote:

Ik heb eenmaal M2 in de hoogte gebreid. Ik begrijp dat ik de laatste 2 toeren van 2B, 2C en 2D steeds moet gaan herhalen en na de 2 kantsteken moet beginnen met 2A vanaf toer 1 (en vervolgens 2B zoals in de laatste 2 rijen enz). Dan kom ik echter qua stekenaantal en patroon niet meer uit...waar zit 'm de fout?

26.03.2013 - 13:46

DROPS Design answered:

Beste Nicci. Als je de laatste 2 toeren moet herhalen van M2B, C en D, dan brei je M.2A en E zoals beschreven, 1e rij M2A: 2 r, begin M2A opnieuw over de volgende 2 st, M2B over de volgende 8 st, 1e rij van van M2E: brei M2D over de eerste 8 st en begin M2E opniew over de volgende 2 st. Waarom je aantal st niet correct is weet ik niet. Veel breiplezier.

28.03.2013 - 13:19

country flag SewSassy1 wrote:

Hi again. This is where I am, I have worked M.2 once, where the pattern asks to repeat the last 2 rows of M2B, C & D, do I work those without doing A 1st and E last? thank you

13.02.2013 - 19:38

DROPS Design answered:

Dear Sewsassy1, when you repeat the last 2 rows in M.2B,C & D, you work M.2A and E as stated, 1st row M.2A : K2, start M.2A from beg again over next 2 sts, M2B over next 8 sts, and 1st row M.2E : work M.2D over first 8 sts then start M.2E from beg again over next 2 sts, K2. Happy knitting !

14.02.2013 - 09:12

country flag SewSassy1 wrote:

OK, that helps me visualize. Now when it refers to M.2B and the 3 sts in the middle what does this mean? I thought I had 5 sts in the middle from increasing earlier on. What happens to the 5 mid back sts? thanks

30.01.2013 - 13:46

DROPS Design answered:

Dear Sewsassy, it means you will work M.2B until the 3 mid sts (mid st + 1 st either side), on these 3 sts you will work M2C (=3 sts on 1st row), then continue with M2D and M2E. on 2nd row of M2, you will have 5 sts on M2C work them as indicated. After you have worked M2 oce in height, repeat the last 2 rows of M2B, C and D until the end and M2A and M2C as stated in pattern. Happy knitting !

30.01.2013 - 14:56

country flag SewSassy1 wrote:

I would like help with this pattern starting with M.2, I do not understand what is required or where I will be with the work when I finish M.2E

30.01.2013 - 04:54

DROPS Design answered:

Dear Sewsassy, after you have worked M.2E 1 time in height, just repeat the diagrams as before, you will have 1 more repeat of M2B and M2D each time. Happy knitting !

30.01.2013 - 09:44

country flag Jessica Andersen wrote:

Mönstret på M2 stämmer inte när man ökat mittmaskerna med 5 maskor. Hur gör man? Hittar nämligen inget svar på min fråga under rubriken Rättelser.

28.12.2012 - 10:51

country flag Therese Lepold wrote:

Kann man das mittlere Muster auch als Quadratisches Tuch stricken? Wenn ja, was muß ich dann evtl. ändern. Oder gibt es ein ähnliches Muster welches man dann nehmen kann?

20.11.2012 - 23:49

DROPS Design answered:

Liebe Frau Lepold, das Muster wurde so entworfen, dass es diese Form ergibt. Vielleicht finden Sie ja in unserer Musterdatenbank ein Modell, das Ihren Vorstellungen genauer entspricht.

21.11.2012 - 09:07

country flag DROPS Design NL wrote:

We hebben de beschrijving wat aangepast n.a.v. vragen over de werkwijze. Hopelijk wordt het op deze manier duidelijker.

03.10.2012 - 12:37

country flag Cornen wrote:

Je ne comprends pas trop car moi je me retrouve avec beaucoup de mailles en jersey endroit au début ( après les 2 mailles en mousse et le jeté) et à la fin ( avant le jeté et les 2 mailles en mousses) et ce n'est pas très joli... :-(

17.09.2012 - 11:18

DROPS Design answered:

Vous devez continuer en suivant les diagrammes M.2 comme indiqué, (et sans mailles jersey après/avant les 2 m au point mousse). Ainsi, au 1er rang de M2, vous suivez ces indications, les jetés pour augmenter sont compris dans chacun des diagrammes M2A et M2E. Après les 16 rangs des diagrammes, vous reprenez dès le 1er rang. Pour toute aide personnalisée, je vous demande de bien vouloir contacter votre magasin DROPS. Il pourra vous expliquer plus facilement. Bon tricot !

17.09.2012 - 13:38