DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Litte William`s Body

Gebreide bodystocking met raglan en Scandinavisch patroon voor baby en kinderen in DROPS BabyMerino of DROPS BabyAlpaca Silk

DROPS Baby 21-32
DROPS design: Model nr. BM-037-by
Garengroep A
--------------------------------------------------------
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Maat in cm: 56/62 - 68/74 - 80/86 (92 - 98/104)
Materiaal: DROPS BABY MERINO van Garnstudio
Kleur nr. 18, bruin: 150-150-200 (200-200) gr
Kleur nr. 17, beige: 50 gr voor alle maten

Of gebruik:
Materiaal: DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio
Kleur nr. 5670, bruin: 150-200-200 (200-200) gr
Kleur nr. 2110, zacht geel: 50 gr voor alle maten

DROPS RONDBREINLD 2.5 mm (60 cm) - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 26 st x 34 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD 2 mm (60 cm) - voor de boordsteek
DROPS BREINLD ZONDER KNOP 2.5 mm – voor de mouw.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP 2 mm – voor de boordsteek
DROPS PARELMOER KNOPEN, NR. 521 (15 mm): 6 stuks voor alle maten
--------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

STEKEN GEDRAAID BREIEN:
Brei achter in de st in plaats van voor in de st.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 st voor en na de st met de markeerder door 1 omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (voor het voorpand en achterpand):
Minder aan de goede kant, 1 st na en 1 st voor de kant st aan iedere kant als volgt:
Na 1 kant st: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.
Voor 1 kant st: 2 st recht samen.
Minder aan de verkeerde kant 1 st na en voor de kant st aan iedere kant als volgt:
Na 1 kant st: 2 st gedraaid av samen.
Voor 1 kant st: 2 st av samen.

TIP VOOR HET MINDEREN-2 (voor de mouw):
Minder 1 st aan iedere kant van de markeerder als volgt: Brei tot er 2 st over zijn voor de markeerder, 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh, (markeerder), brei de volgende 2 st samen.

PATROON OP DE PAS:
Zie telpatronen M.1 tot en met M.3. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. Brei eerst telpatronen M.1, M.2, en M.3 een keer in de hoogte, brei dan telpatroon M.2 nog 0-0-0 (1-1) keer = 25-25-25 (30-30) nld in totaal.

PATROON OP HET LIJF/MOUW:
Zie telpatronen M.4 en M.5. Brei eerst telpatroon M.4 en dan telpatroon M.5 een keer in de hoogte.
--------------------------------------------------------

PAS:
Het werk wordt eerst heen en weer gebreid op de nld en dan in de rondte. Wordt van boven naar beneden gebreid vanaf de hals.
Zet 49-57-65 (73-81) st op met rondbreinld 2 mm en bruin. Brei boordsteek heen en weer (1e nld = goede kant) als volgt: * 1 st r, 1 st av *, herhaal van *-*, brei de laatste st op de nld recht. Brei als de boordsteek ongeveer 1 cm meet de volgende nld aan de verkeerde kant recht – en meerder TEGELIJKERTIJD 7-9-11 (13-15) st gelijkmatig op de nld = 56-66-76 (86-96) st. Ga in de volgende nld (= goede kant) verder met rondbreinld 2.5 mm en brei als volgt: 1 st r (= middenachter), 7-9-12 (14-16 st r) (= rechter achterpand), 1 st r en plaats een markeerder in deze st, 8-9-8 (9-10 st r) (= rechter mouw), 1 st r en plaats een markeerder in deze st, 20-24-30 (34-38 st r) (= voorpand), 1 st r en plaats een markeerder in deze st, 8-9-8 (9-10 st r) (= linker mouw), 1 st r en plaats een markeerder in deze st, 7-9-12 (14-16 st r) (= linker achterpand), 1 st r (= middenachter) = 4 st met markeerders in totaal voor het meerderen voor de raglan. DENK OM DE STEKENVERHOUDING. LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!

Ga verder in tricotst – en meerder TEGELIJKERTIJD in de volgende nld aan de goede kant 1 st aan iedere kant van iedere st met de markeerder = 8 nieuwe st per nld waarin u meerdert. Herhaal dit meerderen aan de goede kant om de nld in totaal 12-12-12 (13-15) keer, dan elke 4e nld in totaal 2-3-4 (4-4) keer. Brei TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 3-4-5 (5-6) cm vanaf de opzetrand het PATROON OP DE PAS - Lees uitleg boven. LET OP: Brei de nieuwe st gaandeweg mee in het patroon. Zet bij een hoogte van 8-9-9 (10-10) cm vanaf de opzetrand 4 st op aan het einde van de volgende nld aan de verkeerde kant (= st aan de onderkant van de halsopening, worden in patroon gebreid) - Brei nu het werk verder in de rondte op de rondbreinld vanaf hier.
Als het PATROON OP DE PAS klaar is (alle meerderingen zijn nu ook gedaan), staan er 172-190-208 (226-252) st op de nld. Voorpand = achterpand = 48-54-62 (68-76) st. Zet aan elke zijkant de st voor de mouwen en de st met de markeerders (38-41-42 (45-50) st voor iedere mouw) op een hulpdraad. Splits nu het werk, het voorpand/achterpand en de mouwen worden apart verder gebreid.

LIJF:
Voorpand en achterpand = 96-108-124 (136-152) st.
Brei het lijf verder in de rondte op de rondbreinld (de nld begint aan de zijkant). Brei in de volgende nld de 1e nld van telpatroon M.4 als volgt: Zet 4 nieuwe st op voor het armsgat, brei 48-54-62 (68-76) st (= voorpand), zet 8 st op voor het andere armsgat, brei 48-54-62 (68-76) st (= achterpand), zet nog 4 st op voor het armsgat = in totaal 112-124-140 (152-168) st op de nld. Meerder in de volgende nld (= 2e nld in telpatroon M.4), 0-4-4 (8-8) st gelijkmatig = 112-128-144 (160-176) st. Ga verder met telpatroon M.4 en brei dan telpatroon M.5 een keer in de hoogte. Brei dan in tricotst met bruin tot het werk 15-17-19 (21-23) cm meet vanaf de armsgaten (het werk meet ongeveer 26-29-32 (35-38) cm in totaal). Splits nu het werk in voorpand en achterpand en brei beide apart verder.

ACHTERPAND:
= 56-64-72 (80-88) st.
Brei nu heen en weer (1e nld = goede kant) op de nld in tricotst en minder voor de beenopening als volgt: 1 st r (= kant st), minder 1 st - Lees TIP VOOR HET MINDEREN-1 boven, brei tot er 3 st over zijn, minder 1 st - Lees TIP VOOR HET MINDEREN-1 boven, 1 st r (= kant st). Ga verder in tricotst, Herhaal dit minderen elke nld aan de goede kant van het werk (= om de nld) naast de kant st aan elke zijkant in totaal 20-23-27 (30-34) keer = 16-18-18 (20-20) st over. Ga dan verder met rondbreinld 2 mm en brei 1½ cm boordsteek (1 st r / 1 st av), Kant losjes alle st af.

VOORPAND:
= 56-64-72 (80-88) st.
Brei nu verder heen en weer op de nld (1e nld = goede kant) in tricotst en minder voor de beenopening als volgt: 1 st r, minder 1 st - Lees TIP VOOR HET MINDEREN-1 boven, brei tot er 3 st over zijn, minder 1 st - Lees TIP VOOR HET MINDEREN-1 boven, 1 st r. Ga verder in tricotst en herhaal dit minderen elke nld naast de kant st aan iedere kant in totaal 6-6-8 (8-10) keer, dan elke nld aan de goede kant (= om de nld) in totaal 14-17-19 (22-24) keer = 16-18-18 (20-20) st over. Ga dan verder met rondbreinld 2 mm en brei boordsteek (1 st r/1 st av). Maak in de volgende nld aan de goede kant 3 knoopsgaten als volgt: Brei 1 st, * 1 omsl, brei de volgende 2 st r samen, brei 4-5-5 (6-6) st *, herhaal van *-* nog 1 keer, 1 omsl, brei de volgende 2 st r samen, brei de laatste st. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid. Kant als de boordsteek ongeveer 1½ cm meet losjes alle st af.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop, van boven naar beneden. Zet de st van de hulpdraad op breinld zonder knop 2.5 mm = 38-41-42 (45-50) st en zet dan 8 nieuwe st op midden onder de mouw = 46-49-50 (53-58) st. Plaats een markeerder voor de 1e st op de nld (in het midden tussen de 8 nieuwe st) en neem de markeerder gaandeweg mee naar boven (de nld begint midden onder de mouw). Ga verder met telpatroon M.4 en dan telpatroon M.5 (begin de nld met de 1e st van de 1e nld in telpatroon M.4). Minder als de mouw 2-3-3 (3-3) cm meet 1 st voor en na de markeerder - Lees TIP VOOR HET MINDEREN-2 boven. Herhaal dit minderen iedere 1½-1½-2 (2½-2½) cm in totaal 7-7-7 (6-8) keer = 32-35-36 (41-42) st. Ga verder tot de mouw 12-15-18 (20-23) cm meet vanaf de armsgaten. Minder in de volgende nld 0-1-0 (1-0) st = 32-34-36 (40-42) st. Ga dan 3-3-3 (4-4) cm verder met breinld zonder knop 2 mm in boordsteek (1 st r / 1 st av). Kant losjes alle st af.

HALSBIES:
Neem ongeveer 21 - 25 st op aan de goede kant langs de opening op het rechter achterpand met bruin op breinld zonder knop 2 mm. Brei ongeveer 1½ cm boordsteek (1 st r/1 st av) heen en weer (= rechter voorbies, 1e nld = verkeerde kant). Kant losjes alle st af. Herhaal langs de opening op het linker achterpand, maar maak in de 2e nld (= goede kant) 3 knoopsgaten (1 knoopsgat = 1 omsl, 2 st recht samen) gelijkmatig verdeeld over de voorbies. Kant als de boordsteek ongeveer 1½ cm meet losjes alle st af. Plaats de voorbies met knoopsgaten op de andere voorbies en zet ze samen vast aan de onderkant van de halsopening, naai door beide lagen heen.

BEENOPENING:
Neem aan de goede kant ongeveer 16 st per 5 cm op langs een beenopening naast de kant st met bruin op rondbreinld 2 mm – het aantal st moet deelbaar zijn door 2 plus 1. Brei in de volgende nld (= verkeerde kant) heen en weer op de nld als volgt: * 1 st av, 1 st r *, eindig met 1 st av. Ga 1 cm verder in boordsteek, kant dan losjes alle st af. Herhaal langs de andere beenopening.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht. Naai de knopen op de bies aan de onderkant van het achterpand en op de rechter voorbies bij de halsopening.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 26.01.2012
Nieuw telpatroon M.5

Telpatroon

symbols = Bruin
symbols = Beige
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 21-32

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (43)

country flag Claudia wrote:

Hallo, ich glaube ich habe noch einen Fehler gefunden. Ich glaube, sie haben die Überschriften Vorderteil und Rückenteil vertauscht. Ein Body ist normalerweise hinten breiter und länger. Laut Ihrer Anleitung entsteht aber ein Body, der vorne breiter und länger ist.

18.12.2013 - 18:47

DROPS Design answered:

Liebe Claudia, wir haben es geprüft, die Überschriften sind richtig, wie im norwegischen Original. Dieser Body ist so geschnitten.

19.12.2013 - 07:47

country flag Claudia wrote:

Hallo, wieso soll ich die Umschläge für die Knopflöcher in der nächsten Reihe verschränkt stricken? Dabei entsteht dann doch kein Loch (jedenfalls bei mir nicht).

17.12.2013 - 09:49

DROPS Design answered:

Liebe Claudia, haben Sie die beiden Maschen daneben zusammengestrickt? Dann ergibt sich ein kleines Loch, dies ist am Vorderteil so gewünscht.

19.12.2013 - 07:51

country flag Christina Skovholm wrote:

Jeg forstår simpelthen ikke, hvad der menes under stykket "BENÅBNING: Strik ca 16 m op fra retsiden per 5 cm langs den ene benåbning..."? Jeg kunne tænke mig til at det er en form for elastisk stykke som skal laves, for at det strikkede stof kommer til at sidde tæt om bleen. Men det der "per 5 cm", betyder det, at jeg skal starte 5 cm inde i benåbningen med at strikke de 16 masker op og ieg så slutte 5 cm før benåbningen igen?

08.02.2013 - 15:11

DROPS Design answered:

Det er en bodystocking, saa naar du er saa vidt, har du to benaabninger nederst. Du skal nu strikke en kant omkring denne. Du tager ca 16 m op per 5 cm langs hele aabningen. Det er det antal vi anbefaler for at faa en paen kant som ikke er for stram eller for lös. Strik derefter 1 cm Rib rundt om hele benaabningen, luk af o g gentag processen om den anden benaabning. God fornöjelse.

12.02.2013 - 12:57

country flag Ces wrote:

Schattig truitje! Nu nog eraan beginnen..

29.12.2012 - 09:52

country flag Mona Victoria Fjellstad wrote:

Jeg strikker Little Williams body, og lurer på noe i følgende oppskrift: " Gjenta økningen fra retten på hver 2.p totalt 12-12-12 (13-15) ganger, deretter på hver 4.p totalt 2-3-4 (4-4) ganger. Vil det si at jeg skal øke på HVER pinne jeg strikker på retten, eller ANNEN HVER gang jeg strikker på retten? Takk for svar!

11.10.2012 - 15:07

DROPS Design answered:

Heisann. Du skal øke på hver 2. pinne (= hver pinne rett).

15.10.2012 - 11:10

country flag I.schneider wrote:

Ich hab die ANleitung genommen und einen Pullover gestrickt. Sieht super aus !!!!

29.05.2012 - 11:40

Christine wrote:

Hello. If this is knitted from top down (I am knitting the yoke right now) then how do I read the charts? Because if I read them tóp down it does not end up looking like the photo...

08.03.2012 - 09:04

DROPS Design answered:

You work the piece top down, but when working charts you always start in the bottom right corner of the chart, and follow the chart from bottom and up, row by row.

09.03.2012 - 18:14

country flag Linn wrote:

Har strikket den og det blir ikke likt som på bildet. I oppskriften på bolen står det "fortsett med M.4 og videre M.5 1 gang i høyden". På BILDET er de 3 siste omg av M.3 mellom M.4 og M.5 hvis en ser nøye etter... ?

11.01.2012 - 18:13

country flag DROPS Design wrote:

Nei, det stemmer. Husk at arb. strikkes ovenfra og ned.

31.12.2011 - 18:12

country flag Linn wrote:

Mangler ikke de 3 siste omg. fra M3 etter M4 er strikket før en begynner på M5?

31.12.2011 - 16:41