DROPS Andes
DROPS Andes
65% wol, 35% alpaca
vanaf 4.95 € /100g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Mist

Gebreid DROPS vest in tricotst met kabels en ronde pas van ”Andes” of “Snow”. Maat: S - XXXL.

DROPS 134-17
DROPS design: Model nr. EE-367
Garengroep E
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS ANDES van Garnstudio
Kleur nr. 8465, grijs:
500-600-600-700-700-800 gr

DROPS RONDBREINLD 10 mm (80 cm) - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 9 st x 12 nld in tricotst met Andes = 10 x 10 cm.
DROPS METAAL KNOOP NR. 542: 7 stuks voor alle maten.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Andes
DROPS Andes
65% wol, 35% alpaca
vanaf 4.95 € /100g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

TIP VOOR HET MINDEREN-1:
Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt.
Minder als volgt voor 4 st van de kant: Brei tot er 2 st over zijn voor de markeerder, brei de volgende 2 st recht samen.
Minder als volgt na 4 st van de de kant: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.

TIP VOOR HET MINDEREN-2:
Minder 1 st aan iedere kant van de markeerder als volgt: Brei tot er 2 st over zijn voor de markeerder, 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh, (markeerder), brei de volgende 2 st recht samen.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant. Meerder 1 st door 1 omsl te maken. Brei de omsl in de volgende nld gedraaid recht, dus brei achter in de st in plaats van voor in de st om een gaatje te voorkomen.

PATROON:
Zie telpatroon M.1 (Het telpatroon geeft de goede kant van het werk weer). Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
--------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld van middenvoor naar middenvoor.
Zet 78-86-94-102-114-122 st op (incl 3 voorbies st aan iedere kant middenvoor) met rondbreinld 10 mm en Andes. Brei de 1e nld (= aan de goede kant) als volgt: 3 voorbies st in ribbelst - Zie uitleg boven - brei telpatroon M.1 (= 7 st), * 2 st r, 2 st av *, herhaal van *-* tot er 10 st over zijn op de nld, brei telpatroon M.1 en eindig met 3 voorbies st in ribbelst. LET OP: Brei de voorbies st in ribbelst tot het werk klaar is. Brei zo 4 nld, brei dan de volgende nld (= goede kant) als volgt: 3 voorbies st, brei telpatroon M.1, brei in tricotst tot er 10 st over zijn op de nld, brei telpatroon M.1, eindig met 3 voorbies st. Ga verder in tricotst met telpatroon M.1 en 3 voorbies st aan iedere kant middenvoor. Plaats 4 markeerders in de werk als volgt: Brei 19-21-23-25-28-30 st, 1 markeerder, brei 4 st, 1 markeerder, brei 32-36-40-44-50-54 st, 1 markeerder, brei 4 st, 1 markeerder, brei de overgebleven st (= 4 st tussen iedere markeerder aan iedere zijkant). DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Minder bij een hoogte van 10 cm vanaf de opzetkant 1 st aan iedere kant van de 4 st aan elke zijkant - zie tip voor het minderen-1 boven. Herhaal dit minderen bij een hoogte van 20 cm = 70-78-86-94-106-114 st.
Ga verder in tricotst met telpatroon M.1 en 3 voorbies st aan iedere kant. Meerder bij een hoogte van 31-32-32-33-33-34 cm 1 st aan iedere kant van de 4 st aan de zijkanten - Lees tip voor het meerderen boven = 74-82-90-98-110-118 st. Ga verder en brei tot het werk 42-43-44-45-46-47 cm meet. Brei de volgende nld aan de verkeerde kant als volgt: Brei 18-20-22-24-27-29 st, kant de volgende 4 st af, brei 30-34-38-42-48-52 st, kant de volgende 4 st af en brei de laatste 18-20-22-24-27-29 st. Laat het werk rusten = 66-74-82-90-102-110 st over op de nld.

MOUW:
De mouw wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 22-22-22-26-26-26 st op (incl 1 kant st aan iedere kant) met rondbreinld 10 mm. Brei de 1e nld (= goede kant) in boordsteek als volgt: 1 kant st in ribbelst, * 2 st r, 2 st av *, herhaal van *-* en eindig met 1 kant st in ribbelst. Ga zo verder tot de boordsteek ongeveer 4 cm meet. Ga nu verder in tricotst met 1 kant st aan iedere kant – pas TEGELIJKERTIJD in de 1e nld aan de goede kant het aantal st aan naar 22-23-23-25-27-27 st. Meerder bij een hoogte van 8 cm 1 st aan iedere kant naast de kant st. Herhaal dit meerderen iedere 6-6-5-5-5-4 cm in totaal 6-6-7-7-7-8 keer = 34-35-37-39-41-43 st. Kant bij een hoogte van ongeveer 43-42-42-41-40-40 cm (LET OP: Minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders) 3 st af aan het begin van de volgende 2 nld = 28-29-31-33-35-37 st. Laat het werk rusten en brei nog een mouw.

AFWERKING:
Naai de mouwen samen naast de kant st.

PAS:
Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als het lijf waar afgekant is voor de armsgaten = 122-132-144-156-172-184 st. Plaats 1 markeerder na 19-17-16-18-18-20 st, plaats dan nog 7-7-7-8-8-8 markeerders met 12-14-16-15-17-18 st tussen iedere markeerder = 19-17-16-18-18-20 st over na de laatste markeerder (= 8-8-8-9-9-9 markeerders). Meet nu het werk vanaf hier. Ga verder in tricotst met telpatroon M.1 en 3 voorbies st aan iedere kant als hiervoor. Minder bij een hoogte van 2 cm 1 st aan iedere kant van elke markeerder (= 16-16-16-18-18-18 st geminderd) - Lees tip voor het minderen-2. Herhaal dit minderen iedere 4½-5-5-5½-4½-4½ cm in totaal 4-4-4-4-5-5 keer = 58-68-80-84-82-94 st.
Ga verder en brei tot het werk 18-19-20-21-22-23 cm meet. LET OP: Pas zo aan dat de laatste nld de 4e nld is in telpatroon M.1. Ga verder en brei een ronding voor de hals met verkorte toeren als volgt:

1e nld (= goede kant): 3 voorbies st, brei de 1e nld van telpatroon M.1, brei in tricotst en minder TEGELIJKERTIJD 12-18-30-30-28-36 st gelijkmatig (minder niet over telpatroon M.1 en de voorbies st), brei de 1e nld in telpatroon M.1 en eindig met 3 voorbies st = 46-50-50-54-54-58 st, keer het werk.
2e nld (= verkeerde kant): 3 voorbies st, brei de 2e nld in telpatroon M.1, brei de av st - maar keer het werk als er nog 10 st over zijn op de nld.
3e nld: trek de draad aan en brei recht aan de goede kant tot er 10 st over zijn aan de andere kant. Keer het werk en trek de draad aan.
4e nld: brei 1 nld av aan de verkeerde kant tot er 10 st over zijn middenvoor, brei de 2e nld in telpatroon M.1 over de volgende 7 st en eindig met 3 voorbies st.
Brei de volgende nld (= aan de goede kant) als volgt: 3 voorbies st, telpatroon M.1, * 2 st r, 2 st av *, herhaal van *-* tot er 10 st over zijn, brei telpatroon M.1 en eindig met 3 voorbies st. Ga zo verder tot de boordsteek 3 cm meet, kant dan losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de armen dicht.
Naai 7 knopen gelijkmatig verdeeld op de linker voorbies, gebruik de gaatjes tussen de st op de rechter voorbies als knoopsgaten.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 02.05.2013
Nieuwe hoeveelheid materiaal: Kleur nr. 8465, grijs:
500-600-600-700-700-800 gr

Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 1 st r afh, 2 st r, afgeh st overh de 2 rechte st
symbols = deze st bestaat niet
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Mist in Red

Claudia, Italy

Mist

Claudia, Italy

Mist

Theladin, Poland

Laat een opmerking achter voor DROPS 134-17

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (79)

country flag Caro wrote:

Schöne Jacke, aber unglückliche Namensgebung (lieber "Nebel" als "Mist").

20.01.2012 - 11:40

country flag Drops Design France wrote:

Bonjour Florence, les indications pour les boutonnières sont tout à la fin des explications : on n'ouvre pas de boutonnière, mais on utilise les trous entre les mailles pour fermer les boutons. Bon tricot !

14.12.2011 - 12:17

country flag Florence wrote:

Bonjour, je viens de commencer cette magnifique veste et je m'apperçois qu'il n'y a aucune indication concernant les boutonnières ! merci pour votre réponse.

14.12.2011 - 11:56

country flag Drops Design France wrote:

Bonjour Agnès, nous n'avons encore eu aucun retour sur la quantité de laine. Les dimensions finales, les points employés etc... requièrent des quantités différentes de laine.

09.12.2011 - 10:12

country flag Agnes Mourier wrote:

500g de laine me semble bien peu pour ce modèle ; alors que les autres dans la même gamme en demandent 800g est-ce une erreur?

05.12.2011 - 10:37

country flag Carina Andersson wrote:

Tack för svar!

30.08.2011 - 10:51

country flag Drops Design wrote:

Hej, titta på måttskissen längst ned i mönster så ser du vilken storlek du skall sticka. Du skall räkna maskorna från arbetets början och sedan sätta markörerna: Sätt 4 markörer i arb så här: Sticka 19-21-23-25-28-30 m, 1 markör, sticka 4 m, 1 markör, sticka 32-36-40-44-50-54 m, 1 markör, sticka 4 m, 1 markör, sticka v ut (= 4 m mellan markörerna i varje sida).

29.08.2011 - 10:54

country flag Carina Andersson wrote:

Hej Drops! Ska sticka 134-17 och undrar över storleken. Det skiljer 7 maskor mellan xl och xxl och på de övriga 4 eller 5 maskor. Jag är 104 runt bysten och är tveksam om jag ska göra xl eller xxl. Undrar också om då man ska börja sätta markörer om man då räknar maskorna från framkantens början eller efter kantmaskorna och M1?

26.08.2011 - 13:02

country flag DROPS Deutsch wrote:

Ja genau: 18-20-22-24-27-29 M. stricken. Die Arbeit zur Seite legen = 66-74-82-90-102-110 M.

19.07.2011 - 10:29

country flag Christine wrote:

Hallo liebes Drops-Team, bei der Anleitung für den Vorder- und Rückenteil steht: und die letzten 18-20-22-24-27-29 m abk. Die Arbeit zur Seite legen. Sicher ist es gemeint, die letzten 18-20-22 usw.zu stricken. Viele Grüße Christine

18.07.2011 - 14:24