DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Viking Knots

DROPS trui met kabels van ”Alpaca” met 3/4 mouwen of lange mouwen. Maat S - XXXL.

DROPS 114-8
DROPS design: Model nr. Z-442.
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS ALPACA
Kleur nr. 618, licht beige:
3/4 mouwen:
250-300-350-350-400-450 gr
Lange mouwen:
300-350-400-400-450-500 gr

DROPS BREINLD 3 mm –
of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 st x 32 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD 2.5 mm – voor de boordsteek.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatroon M.1 en M.2. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer.
--------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------

ACHTERPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de nld. Zet 107-121-135-142-163-177 st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant) met nld 2.5 mm en Alpaca. Brei boordsteek als volgt (eerste nld = goede kant): 1 kant st, * 3 st recht, 4 st av *, herhaal van *-* en eindig met 1 kant st. Brei als de boordsteek 2 cm meet 1 nld recht aan de goede kant, minder TEGELIJKERTIJD 9-13-17-12-19-19 st gelijkmatig = 98-108-118-130-144-158 st. Ga verder met nld 3 mm. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant en ga verder in tricotst met 1 kant st aan iedere kant. Minder bij een hoogte van 9 cm 1 st aan iedere kant en herhaal dit minderen iedere 2 cm in totaal 5 keer = 88-98-108-120-134-148 st. Meerder bij een hoogte van 20-21-21-20-20-21 cm 1 st aan iedere kant, herhaal dit meerderen elke 3-3-3.5-4-4.5-4.5 cm in totaal 5 keer = 98-108-118-130-144-158 st. Kant bij een hoogte van 38-40-41-41-42-44 cm 4 st af aan iedere kant voor de armsgaten en kant af voor de armsgaten aan iedere kant om de nld: 0-0-0-1-1-2 keer 4 st, 2-3-5-6-8-9 keer 2 st en 0-2-2-1-2-2 keer 1 st = 82-84-86-88-92-94 st. Ga verder in tricotst over alle st. Kant bij een hoogte van 54-57-59-60-62-65 cm de middelste 32-34-34-36-38-40 st af voor de hals en brei iedere schouder apart verder. Kant 2 x 1 st af aan elke kant van de hals om de nld = 23-23-24-24-25-25 st over voor iedere schouder. Kant losjes af bij een hoogte van 57-60-62-63-65-68 cm.

VOORPAND:
Zet op en brei als het achterpand tot het werk 20-21-21-20-20-21 cm meet. Meerder in de volgende nld 1 st aan iedere kant en herhaal dit meerderen elke 3-3-3.5-4-4.5-4.5 cm in totaal 5 keer = 98-108-118-130-144-158 st. Ga verder in tricotst met 1 kant st aan iedere kant tot het werk 33-34-35-36-39-40 cm meet. Ga nu verder als volgt (aan de goede kant): 1 kant st, 33-38-43-49-56-63 tricotst, M.1 (= 30 st), 33-38-43-49-56-63 tricotst en 1 kant st. Kant TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 38-40-41-41-42-44 cm af voor de armsgaten aan iedere kant als beschreven voor het achterpand. Ga verder tot pijl-A in M.1. Kant in de volgende nld aan de goede kant af voor de hals als volgt: brei de eerste 24 st van M.1, kant 2 st af (= middenvoor) en brei de overige 24 st van M.1 (brei de overgebleven st in tricotst als hiervoor). Plaats een markeerdraad in het werk en brei nu iedere kant apart verder.

LINKER VOORPAND:
Ga verder heen en weer gebreid op de nld in tricotst en M.1 als hiervoor – denk erom ook af te kanten voor de armsgaten aan de zijkant! Minder TEGELIJKERTIJD in de volgende nld vanaf middenvoor 1 st voor de hals. Ga verder tot pijl-B in het telpatroon voor M.1. Ga nu verder met 15 st in boordsteek volgens M.1, brei de overgebleven st in tricotst als hiervoor. Minder TEGELIJKERTIJD 1 st voor de hals naast de 15 st in boordsteek en herhaal dit minderen iedere 4e nld 3-4-4-5-6-7 keer = 38-38-39-39-40-40 st.
Ga verder tot een totale hoogte van 11-12-12-13-13-14 cm vanaf de markeerdraad (pas aan de hoogte van het achterpand aan). Kant nu 23-23-24-24-25-25 st af vanaf de schouder langs de hals = 15 st over op de nld. Ga verder heen en weer gebreid op de nld in boordsteek als hiervoor op deze 15 st. Kant losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht na ongeveer 7-7-7-8-8-8 cm (gemeten vanaf de schouder).

RECHTER VOORPAND:
Als het linker voorpand maar in spiegelbeeld.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden dicht.

3/4 MOUWEN:
Worden heen en weer gebreid op de nld.
LINKER MOUW:
Zet 65-65-72-72-72-79 st op met nld 2.5 mm en Alpaca. Brei boordsteek als volgt (eerste nld = goede kant): 1 kant st, * 4 st av, 3 st recht *, herhaal van *-* over 21-21-28-28-28-28 st, M.2 (= 18 st), 3 st recht, *4 st av, 3 st recht *, herhaal van *-* over de volgende 21-21-21-21-21-28 st en 1 kant st. Ga zo verder tot Pijl-C van M.2. Er staan nu 73-73-80-80-80-87 st op de nld. Ga verder met nld 3 mm. Ga verder als volgt (aan de goede kant): 1 kant st, 21-21-28-28-28-28 tricotst, M.2 (= 26 st), 24-24-24-24-24-31 tricotst en 1 kant st. Brei zo 1 vertikale herhaling van M.2 = 65-65-72-72-72-79 st op de nld. Plaats een markeerdraad en meet nu het werk vanaf hier.
Ga verder in tricotst met 1 kant st aan iedere kant. Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van ongeveer 2 cm vanaf de markeerdraad 1 st aan iedere kant en herhaal dit meerderen elke 1.5-1-1-0.5-0.5-0.5 cm in totaal 8-11-11-14-17-17 keer = 81-87-94-100-106-113 st. Kant bij een hoogte van 17-16-16-15-14-12 cm vanaf de markeerdraad (minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders) 4 st af aan iedere kant. Kant af voor de mouwkop aan iedere kant aan het begin van iedere nld: 4-5-5-5-4-4 x 2 st en 3-3-5-5-11-14 x 1 st, dan 2 st aan iedere kant tot het werk 24-24-25-25-26-26 cm meet. Kant nu 1 x 4 st af aan iedere kant en kant de overgebleven st af. Het werk meet in totaal ongeveer 43-43-44-44-45-45 cm.

RECHTER MOUW:
Zet 65-65-72-72-72-79 st op met nld 2.5 mm en Alpaca. Brei boordsteek als volgt (eerste nld = aan de goede kant): 1 kant st, * 3 st recht, 4 st av *, herhaal van *-* over 21-21-21-21-21-28 st, 3 st recht, M.2 (= 18 st), * 3 st recht, 4 st av *, herhaal van *-* over de volgende 21-21-28-28-28-28 st en 1 kant st. Ga zo verder tot Pijl-C in M.2. Er staan nu 73-73-80-80-80-87 st op de nld. Ga verder met nld 3 mm als volgt (aan de goede kant): 1 kant st, 24-24-24-24-24-31 tricotst, M.2 (= 26 st), 21-21-28-28-28-28 tricotst en 1 kant st. Brei zo 1 vertikale herhaling van M.2 = 65-65-72-72-72-79 st op de nld. Plaats een markeerdraad en meet het werk nu vanaf hier. Ga verder als beschreven voor de Linker Mouw.

LANGE MOUWEN:
Worden heen en weer gebreid op de nld.
LINKER MOUW:
Zet 58-58-65-65-65-72 st op met nld 2.5 mm en Alpaca. Brei boordsteek als volgt (eerste nld = goede kant): 1 kant st, * 4 st av, 3 st recht *, herhaal van *-* over 21-21-21-21-21-28 st, M.2 (= 18 st), 3 st recht, * 4 st av, 3 st recht *, herhaal van *-* over de volgende 14-14-21-21-21-21 st en 1 kant st. Ga zo verdertot Pijl-C in M.2. Er staan nu 66-66-73-73-73-80 st op de nld. Ga verder met nld 3 mm als volgt (aan de goede kant): 1 kant st, 21-21-21-21-21-28 tricotst, M.2 (= 26 st), 17-17-24-24-24-24 tricotst en 1 kant st. Brei zo 1 vertikale herhaling van M.2 = 58-58-65-65-65-72 st op de nld. Plaats een markeerdraad en meet nu het werk vanaf hier. Ga verder in tricotst met 1 kant st aan iedere kant. Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van ongeveer 1-2-2-1-1-1 cm vanaf de markeerdraad 1 st aan iedere kant en herhaal dit meerderen elke 2.5-1.5-1.5-1.5-1-1 cm in totaal 12-15-15-18-21-21 keer = 82-88-95-101-107-114 st. Kant bij een hoogte van 31-31-30-30-28-27 cm vanaf de markeerdraad (minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders) 4 st af aan iedere kant voor de mouwkop.
Kant af voor de mouwkop aan iedere kant aan het begin van iedere nld: 4-5-5-5-4-4 x 2 st en 3-3-5-5-11-14 x 1 st, dan 2 st aan iedere kant tot het werk 38-39-39-40-40-41 cm meet. Kant nu 1 x 4 st af aan iedere kant en kant de overgebleven st af. Het werk meet in totaal ongeveer 57-58-58-59-59-60 cm.

RECHTER MOUW:
Zet 58-58-65-65-65-72 st op met nld 2.5 mm en Alpaca. Brei boordsteek als volgt (eerste nld = goede kant): 1 kant st, * 3 st recht, 4 st av *, herhaal van *-* over 14-14-21-21-21-21 st, 3 st recht, M.2 (= 18 st), * 3 st recht, 4 st av *, herhaal van *-* over de volgende 21-21-21-21-21-28 st en 1 kant st. Ga zo verder tot Pijl-C van M.2. Er staan nu 66-66-73-73-73-80 st op de nld. Ga verder met nld 3 mm als volgt (aan de goede kant): 1 kant st, 17-17-24-24-24-24 tricotst, M.2 (= 26 st), 21-21-21-21-21-28 tricotst en 1 kant st. Brei zo 1 vertikale herhaling van M.2 = 58-58-65-65-65-72 st op de nld. Plaats een markeerdraad en meet nu het werk vanaf hier. Ga verder als beschreven voor de Linker Mouw.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden dicht. Naai de mouwen in het lijf. Naai de mouw- en zijnaden dicht in de kant st. Naai het boord samen middenachter en naai het boord aan de hals van het achterpand.

Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st, brei in de volgende nld de omsl achter in de st om een gaatje te voorkomen
symbols = Zet 1 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 3 st recht, 1 st av van de kabelnld.
symbols = Zet 3 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 1 st av, 3 st recht van de kabelnld.
symbols = Zet 3 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 3 st recht, 3 st recht van de kabelnld.
symbols = Zet 3 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 3 st recht, 3 st recht van de kabelnld.
symbols = Zet 3 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, brei eerste st op de nld samen met eerste st op kabelnld in totaal 3 keer.
symbols = 2 st av samen
symbols = Zet 3 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, brei de eerste st op de kabelnld samen met de eerste st op de nld in totaal 3 keer.
symbols = 2 st recht samen
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Viking Knot

Ana Maria, Portugal

Viking Knots

Sari, Finland

Laat een opmerking achter voor DROPS 114-8

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (133)

Jackie Marriott wrote:

Hi I persuaded my Mum to knit this jumper. She is 86 an experienced knitter and has been struggling with the way the pattern is written. I am also an experienced knitter and I too have had difficulty with its interpretation. I can see that others have had problems with how you are describing to decrease particularly the sleeves. If you decrease as it is written you do not have enough stitches to finish the decreasing. We are having to work it out ourselves.

03.07.2018 - 14:06

country flag Debora wrote:

Buonasera vorrei un chiarimento sulle diminuzioni nelle maniche a livello degli scalfi. Vanno fatte ogni ferro quindi anche sui ferri a rovescio? Grazie mille

16.06.2018 - 22:39

DROPS Design answered:

Buongiorno Debora. Sì le diminuzioni vanno fatte all'inizio di ogni ferro, quindi anche sul rovescio. Buon lavoro!

17.06.2018 - 07:55

country flag Claudia Wächtler wrote:

Vielen Dank für die Hilfe.Hat mir sehr weiter geholfen auf in das Strickvergnügen.Danke

26.02.2018 - 13:10

country flag Claudia Wächtler wrote:

Hilfe ich komm nicht weiter.Wie muss ich am V Ausschnitt die Maschen abnehmen?????

24.02.2018 - 19:27

DROPS Design answered:

Liebe Frau Wächtler, es wird 1 M bei 2 M rechts zusammen/1 M abheben, 1 M stricken, die abgehobene M über die gestrickte M ziehen (wie Sie am meisten möchten). Viel Spaß beim stricken!

26.02.2018 - 08:46

country flag Claudia Wächtler wrote:

Hallo Können Sie mir genau sagen wann die 4 x1 Masche abgenommen wird damit ich 38 Maschen habe. Danke

24.02.2018 - 08:42

DROPS Design answered:

Liebe Frau Wächtler, die 4x 1 M werden in jeder 4. Reihe vor den 15 M Bündchen (beim linken Vorderteil) und nach den 15 M Bündchen (beim rechten Vorderteil) abgenommen. Viel Spaß beim stricken!

26.02.2018 - 07:55

country flag Claudia Wächtler wrote:

Hallo Ich möchte gerne wissen,ob das Diagramm am V-Ausschnitt ob da alle Reihen oder nur die vorderen Reihen gezeigt werden.Vielen Dank für Eure Hilfe Claudia

14.02.2018 - 22:55

DROPS Design answered:

Liebe Claudia, das Diagram zeigt alle Reihen dh die Hin sowie die Rückreihen. Bei Hinreihen lesen Sie von rechts nach links und bei Rückreihen lesen Sie von links nach rechts. Viel Spaß beim stricken!

15.02.2018 - 09:44

country flag Christine wrote:

Man kann das leider auf dem Bild nicht erkennen, aber müßte die Kreuzung in M2 bei den Reihen 37 und 42 nicht eigentlich in die andere Richtung erfolgen (also Hilfsnadel nach HINTEN) da das Prinzip des Musters ja sicher ist, daß sich die Stränge abwechselnd oben und unten kreuzen, als quasi verwoben werden (sorry, schwer zu erklären, aber ich hoffe, es macht Sinn...). Ich habe das jedenfalls jetzt so gemacht und es sieht logisch aus...

15.01.2018 - 11:43

Christine answered:

Oops, sorry - ich habe es nochmal genau studiert und es macht doch Sinn, so wie es aufgeschrieben ist... guuuut... ein paar Reihen aufribbeln...

15.01.2018 - 12:29

country flag Christine wrote:

Lovely pattern but I'm having difficulty with the back armhole decreases. Can't get from 130 stitches to 88 (size 160cm bust). Cast off 4 stitches at beginning of 2 rows, 2 stitches at beginning of 12 rows, 1 stitch at beginning of 2 rows - only 34 stitches less than 130. Grateful for some clarification.

08.11.2017 - 18:34

DROPS Design answered:

Dear Christine, in this size you will cast off on each side: 4 sts 2 times, 2 sts 6 times and 1 st 1 time, ie a total of 21 sts on each side x 2 sides = 42 sts will be cast off for armhole. 130 -42= 88 sts remain. Happy knitting!

09.11.2017 - 13:18

country flag Patoudefrance wrote:

Bonjour, j'ai terminé une manche et commence la 2nde, mais au montage, je n'ai pas le même nombre de maille que l'explication (en taille XXL). Je devrais avoir 72 mailles, alors que suivants les explications, cela fait 86 mailles? Merci de vos conseils et de tout vos merveilleux modèles.

02.11.2017 - 12:43

DROPS Design answered:

Bonjour Patoudefrance, quelles manches faites-vous? les manches longues ou les 3/4? Vous devez avoir 106 m pour la manche 3/4 et 107 m pour la manche longue quand toutes les augmentations sont faites, c'est-à-dire avant de rabattre les mailles pour l'arrondi de la manche - vérifiez que vous avez bien rabattu le même nombre de mailles de chaque côté pour l'arrondi des 2 manches. Bon tricot!

02.11.2017 - 14:32

country flag Mieneke wrote:

Hallo, er staat dat het telpatroon de goede kant van het werk weergeeft. Betekent dat dat je het dubbele aantal naalden moet breien?

24.08.2017 - 00:23

DROPS Design answered:

Hallo Mieneke, Alle naalden in het patroon zijn weergegeven aan de goede kant, dus je hoeft niet dubbel te breien.

28.08.2017 - 12:25