DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.25 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.75€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Endless Summer

DROPS jurk van ”Muskat” met kantpatroon, korte mouwen en gehaakte randen. Maat XS - XXL.

DROPS 111-4
DROPS design: Model nr. R-535
-----------------------------------------------------------
Maat: XS - S - M - L - XL - XXL
Materiaal: DROPS MUSKAT
500-550-600-650-750-800 gr kleur nr. 30, vanillegeel

DROPS BREINLD en RONDBREINLD (80 cm) 4.5 mm –
of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 20 st x 26 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS HAAKNLD 4 mm.
-----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.25 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.75€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte):
brei 1 nld recht, brei 1 nld av.

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

PATROON: Zie telpatroon M.1 en M.2 – de teltekeningen laten de goede kant van het werk zien.

TIP VOOR HET MINDEREN-1:
Minder als volgt voor de markeerdraad: 2 st r samenbreien.
Minder als volgt na de markeerdraad: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh. LET OP! Zorg dat u geen av st meeneemt in M.1 als u mindert.

TIP VOOR HET MINDEREN-2:
Maak alle minderingen aan de goede kant naast 9 patroon st en 3 ribbelst = 12 st.
Minder als volgt voor 12 st: 2 st r samenbreien.
Minder als volgt na 12 st: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.

TIP VOOR HET MEERDEREN: Meerder 1 st aan iedere kant van de st met de markeerdraad door 1 omsl te maken. Brei de omsl achter in de st in de teruggaande naald om een gaatje te voorkomen.
----------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------
JURK: Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld. Zet 204-216-240-252-276-288 st op met rondbreinld 4.5 mm en Muskat. Brei 1 nld av, brei 1 nld recht, brei 1 nld av en ga verder in M.1.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Plaats bij een hoogte van 18-18-18-20-22-26 cm 6 markeerders in het werk als volgt: Brei 32-34-38-40-44-46 st, plaats Markeerdraad-1, brei 37-39-43-45-49-51 st, plaats Markeerdraad-2, brei 33-35-39-41-45-47 st, plaats Markeerdraad-3 in de laatste van deze st (= de zijkant), brei 32-34-38-40-44-46 st, plaats Markeerdraad-4, brei 37-39-43-45-49-51 st, plaats Markeerdraad-5, brei 33-35-39-41-45-47 st, plaats Markeerdraad-6 in de laatste van deze st (= de andere zijkant). Minder in de volgende nld 1 st aan iedere kant van Markeerdraad-3 en -6 (dus aan de zijkanten) – ZIE TIP VOOR HET MINDEREN-1 – en herhaal dit minderen iedere 6e nld in totaal 13-12-14-13-11-10 keer.
Begint TEGELIJKERTIJD als u de 8e-7e-9e-8e-6e-5e mindering maakt met de minderingen bij de overige markeerders: 1 st aan iedere kant van de andere markeerders als volgt: Na markeerdraad-1 en Markeerdraad-4 en voor markeerdraad-2 en Markeerdraad-5 – ZIE TIP VOOR HET MINDEREN-1. Herhaal deze minderingen elke 6e nld (dus in dezelfde nld als de minderingen aan de zijkanten) in totaal 6 keer.
Na alle minderingen staan er 128-144-160-176-208-224 st op de nld. Ga verder in M.1 tot een hoogte van ongeveer 47-48-49-50-51-52 cm – pas aan zodat u tenminste 2 nld tricotst heeft gebreid. Verwijder nu Markeerdraad-1, -2, -4 en -5. Ga verder in M.2 – begin bij de pijl voor uw maat aan de onderkant van het telpatroon zodat de st middenvoor = pijl aan de bovenkant van het telpatroon. Brei na 1 verticale herhaling van M.2 de volgende nld als volgt: 19-23-27-31-39-43 tricotst, M.2 (brei door vanaf nld 7 en herhaal steeds naald 7 t/m 22) over 25 st middenvoor en tricotst over de overgebleven st op de nld. Meerder TEGELIJKERTIJD in de 4e nld 1 st aan iedere kant van de markeerders aan de zijkanten – ZIE TIP VOOR HET MEERDEREN – en herhaal dit meerderen elke 4 nld in totaal 7 keer = 156-172-188-204-236-252 st. Brei bij een hoogte van ongeveer 67-68-69-70-71-72 cm (pas zo aan dat de volgende nld een nld is met omsl) 4 nld ribbelst – zie boven – over 7 st middenvoor, met de overige st als hiervoor. Kant in de volgende nld de middelste st af aan het voorpand voor de split en kant in dezelfde nld 7 st af aan iedere zijkant voor de armsgaten (= st met de markeerdraad en 3 st aan iedere kant hiervan).
Brei nu ieder deel apart verder.

LINKER VOORPAND: = 35-39-43-47-55-59 st. Ga verder met 3 ribbelst langs de hals, 9 st van M.2 en tricotst over de overgebleven st. Minder TEGELIJKERTIJD voor de hals en armsgaten als volgt:
HALS: Minder 1 st langs de hals naast 12 st – ZIE TIP VOOR HET MINDEREN-2 - en herhaal dit minderen om de nld in totaal 9-10-10-10-10-11 keer en dan elke 4e nld 5-5-5-6-6-6 keer.
ARMSGATEN: Kant af voor de armsgaten aan het begin van iedere nld vanaf de zijkant: 0-0-1-1-2-2 x 3 st, 0-1-1-2-3-4 x 2 st en 1-2-2-3-3-4 x 1 st. Na alle minderingen zijn er 20-20-21-21-24-24 st over voor iedere schouder. Kant af bij een hoogte van 86-88-90-92-94-96 cm.

RECHTER VOORPAND: Als het linker voorpand, maar in spiegelbeeld.

ACHTERPAND: = 71-79-87-95-111-119 st. Ga verder in tricotst en kant af voor de armsgaten aan iedere kant als beschreven voor het voorpand = 69-71-73-75-81-83 st. Brei bij een hoogte van 83-85-87-89-91-93 cm 4 nld ribbelst over de middelste 35-37-37-39-39-41 st, met de overgebleven st in tricotst. Kant nu de middelste 29-31-31-33-33-35 st af voor de hals en brei iedere schouder apart verder. Ga verder in tricotst met 3 ribbelst langs de hals en kant af bij een hoogte van 86-88-90-92-94-96 cm.

MOUW: Wordt heen en weer gebreid op de nld. Zet 62-62-68-68-74-80 st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant) met nld 4.5 mm en Muskat. Brei 4 nld ribbelst en ga verder in M.1 met 1 kant st aan iedere kant. Meerder bij een hoogte van 2 cm 1 st aan iedere kant en herhaal dit meerderen om de nld in totaal 2-4-3-5-5-4 keer, brei de gemeerderde st in tricotst = 66-70-74-78-84-88 st. Kant bij een hoogte van 6 cm af voor de mouwkop aan iedere kant aan het begin van iedere nld: 1 x 4 st, 3 x 2 st en 1-2-4-5-6-8 x 1 st, dan 2 st iedere kant tot het werk 12-13-14-15-16-17 cm meet. Kant nu 1 x 4 st af aan iedere kant en kant de overgebleven st af, het werk meet ongeveer 13-14-15-16-17-18 cm.

AFWERKING: Naai de schoudernaden dicht. Naai de mouwnaden in de kant st en naai de mouwen in de jurk.

GEHAAKTE RANDEN: Haak een rand met haaknld 4 mm en Muskat rond de mouwranden en langs de onderkant van de jurk als volgt:
TOER 1: 1 v in de eerste st, * 4 l, sla 2 st over, 1 v in de volgende st *, herhaal van *-*, en eindig met 1 hv in de eerste v van het begin van de toer.
TOER 2: Haak hv in de middelste van de eerste l-lus, 1 v rond de l-lus, * 2 l, 1 v rond de volgende l-lus, 5 l, 1 v rond de volgende l-lus *, herhaal van *-* maar zet de laatste lus vast met 1 hv in de eerste v van het begin van de toer.
TOER 3: Haak 1 v in iedere van de kleine l-lussen en haak 1 v, 5 stk en 1 v in iedere van de grote l-lussen, eindig de toer met 1 hv in de eerste v.
Haak een rand rond de hals met haaknld 4 mm en Muskat als volgt – begin middenachter: 1 v in de eerste st, * 1 picot (= 4 l, 1 st in de eerste l), sla ongeveer 1.5 cm over, 1 v in de volgende st *, herhaal van *-* en eindig de toer met 1 hv in de eerste v van het begin van de toer.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 07.05.2009
Brei na 1 verticale herhaling van M.2 de volgende nld als volgt: 19-23-27-31-39-43 tricotst, M.2 (brei door vanaf nld 7 en herhaal steeds naald 7 t/m 22) over 25 st middenvoor en tricotst over de overgebleven st op de nld.

Telpatroon

symbols = r aan de goede kant, av aan de verkeerde kant
symbols = av aan de goede kant, r aan de verkeerde kant
symbols = 2 st r samenbreien, 1 omsl
symbols = 1 omsl, 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = 1 omsl, 1 st r afh, 2 st r samenbreien, afgeh st overh, 1 omsl
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 111-4

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (137)

country flag Esther Oz wrote:

So if I have 12 sts before the the beginning of the round after I did 19 stockinette, what do I do with the extra 12 sts? Did I screw something up by not ending the first 22 rows of the M2 pattern at the start of the round? I am not starting exactly at the side?

06.10.2020 - 13:47

DROPS Design answered:

Dear Mrs Oz, I'm not sure what you mean with the 12 sts before the beg of the round - the beg of the round is on the side of the dress from the begining of the pattern, this means if you put the work flat, you should have the working ball on the side and the 3rd marker + 6th marker (in M.1) on each side of piece. M.2 will be now worked over the middle 25 sts on mid front - try to adjust your number of sts so that M.2 will be centered (with the previous 3rd and 6th markers on each side of piece). Hope it helps. Happy knitting!

06.10.2020 - 15:08

country flag Esther Oz wrote:

I completed 1 vertical of all 22 rows, and I did 19 stockinette. Before I start from row 7, I see I am 12 sts before first side marker, so if I start 25 sts, 12 will be from one side and 12 from front middle. I thought 25 has to be front center. Did I do something wrong?

05.10.2020 - 23:55

DROPS Design answered:

Dear Mrs Oz, after the 22 rows of M.2 start next round (as before = on the side) and work from the side (as before): 19 sts stocking st, 25 sts in M.2, and continue in stocking st to the end of the round as before. But your rounds are starting from the side, as from the beginning of the dress. Happy knitting!

06.10.2020 - 11:11

country flag Esther Oz wrote:

I think I understand and I will try. Thank you so much for all your help. So appreciated.

05.10.2020 - 17:06

country flag Esther Oz wrote:

I want to do the first M2 in height first. Do I start xs only in first round or do I start in xs the whole time for the entire height. Then after I complete full M2 in height, I do 19 stockinette then 25 sts in M2 starting from row 7 and then the remaining 84 sts (19+25=44 and 128-44= 84)? And when I finish round of 128 sts, do I start where I left off from starting at row 7?

05.10.2020 - 16:14

DROPS Design answered:

Dear Mrs Oz,then you work: M.2 from the arrow to the end = 12 sts), then repeat the 16 sts in M.2 from the beg (from the right towards the left) a total of 7 times in width (= over the next 112 sts) and finish with the first 4 sts in diagram (the 4 sts before first arrow) = 12 + 16*7 + 4= 128 sts. After the 22 rows work: 19 sts in stocking stitch, the next 25 sts in M.2 as before but from row 7 and the remaining sts in stocking st = 19 + 25 + 84 = 128 sts. Hope this helps :)

05.10.2020 - 16:27

country flag Esther Oz wrote:

I took out M2 in height cause I wasn’t sure if for each row I start at xs or just first row of pattern and the rest of height I start from beginning of pattern? Also. After I do height, and start row 7, if I follow pattern, will this mean I’m working front by just working pattern (I don’t have to figure out when I’m at 25 front)?

05.10.2020 - 13:29

DROPS Design answered:

Dear Mrs Oz, it will look somewhat different as in the foto without the first pattern all the round, but then you work M.2 only on mid front: 19 sts stocking st, 25 sts in M.2 (= whole diagram one time in width (= 16 sts) then work the first 9 sts in diagram = 25 sts) and work rest of front piece + back piece in stocking st. The lace pattern M.2 will be only worked over the middle 25 sts on front piece.Happy knitting!

05.10.2020 - 15:43

country flag Esther Oz wrote:

I’m still doing something wrong whenI start M2. 1 vertical repeat of M2 beg by arrow for my size mean if starting at xs, my first stitch is purl on fifth stitch of first row in M2 , and then each row I start from 5th stitch, correct? I also still don’t understand next section where it states 19 stockinette. Do I start from row 7 (5th stitch for xs) and go for 25 sts then finish in stockinette for round, then go back to where I left off starting from row 7?

03.10.2020 - 04:52

DROPS Design answered:

Dear Mrs Oz, I'm sorry I'm not sure anymore which part of the pattern you have worked and where you are stuck. Did you already work the 22 rows of M.2 in height over all stitches? If this is done, you now continue working M.2 over the middle 25 sts on front piece only (when working these M.2 start now diag. on row 7 and repeat row 7 to 22 over previous M.2); Work remaining stitches in stockinette. Hope this helps. Happy kniting!

05.10.2020 - 08:57

country flag Esther Oz wrote:

So does that mean I start every round with 19 stockinette to get me to the mid front?

02.10.2020 - 14:08

DROPS Design answered:

Dear Mr Oz, correct, you have worked the lace pattern around the dress and now you work the lace pattern on mid front = you start now from the side with 19 sts stocking st until you will divide piece. Happy knitting!

02.10.2020 - 15:09

country flag Esther Oz wrote:

So I got through vertical repeat of M2, and did 19 stockinette sts, and started from row 7 in M2. On row eight, I get to second round at 14 of 16 stockinette sts, do I just do last 2 stockinette at beginning of 2nd round? And am I repeating round starting with stockinette and M2 (from row 7) 4x7 times, increasing on each side on round 4?

01.10.2020 - 17:53

DROPS Design answered:

Dear Mrs Oz, M.2 is now worked only over the middle 25 sts on mid front, starting on row 7 in M.2 repeat rows 7 to the end of diagram then repeat from row 7 again as long as you have to work M.2. At the same time, work all other sts in stocking stitch (back piece and sides) and increase on the sides starting on 4th round (= row 10 in M.2 when you start again from row 7 the first time).Happy knitting!

02.10.2020 - 08:16

country flag Esther Oz wrote:

Sorry still confused. Do I read, after first row starting in my size, left to right and then right to left or for each row do I read right to left. Also, M2 is 16 sts across (= 1 row) Do I use a marker to know when I completed all 128 sts for a round?

01.10.2020 - 04:59

DROPS Design answered:

Hi Esther, As you are working in the round, each row in the diagram is read from right to left (starting at the bottom). Happy knitting!

01.10.2020 - 07:21

country flag Esther Oz wrote:

So I think I understand a little bit better. I’m suppose to start M2 from xs and continue the pattern going up for the 22 rows of the pattern. After I do the first row do I only go to xs each row or do I do the entire row after the first row of the pattern.

30.09.2020 - 23:22

DROPS Design answered:

Dear Mrs Oz, yes right, when working M.2 the first time in height, the rounds will all start with the same stitch = the one with the arrow for your size. Happy knitting!

01.10.2020 - 10:17