DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 4.71€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Baby 10-6
VEST + HOOFDDOEK
Maat:
1/3 mnd - 6/9 mnd - 1 jaar - 2 jaar - 3/4 jaar
Vergelijking in cm:
50/56 - 62/68 - 74/80 - 86/92 -98/104 cm
Materialen: DROSP Safran van Garnstudio,
Vestje + hoofddoek:
150-150-150-150-200 gr nr. 17, wit

DROPS Rondbreinaald en sokkenbreinld 3 mm – of de breinld, die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.
DROPS Haaknaald 3 mm.
DROPS Witte (of parelmoer) knopen: 5-5-5-6-6 stk.

KORTE BROEK
Maat: 1/3 mnd - 6/9 mnd - 1 jaar - 2 jaar
Vergelijking in cm: 50/56 - 62/68 - 74/80 - 86/92
Materialen: DROSP Safran van Garnstudio,
100-100-100-100 gr nr. 17, wit,

DROPS Rondbreinaald en sokkenbreinld 2,5 mm en 3 mm – of de breinld, die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.
Elastiek: ca 50-60 cm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 4.71€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

VESTJE:

Steekverhouding: 24 st x 32 nld met breinld 3 mm in tricotst = 10 x 10 cm.

Ribbelst (heen en weer breien): Alle naalden recht breien.

Ribbelst (rondbreien): * 1 nld recht, 1 nld av *, herhaal steeds *-*.

Motief: Zie de teltekening M.1. De teltekening geeft het motief weer op de goede kant.

Knoopsgat: Kant af voor de knoopsgaten in de rechter voorbies. 1 knoopsgat = Kant de 3e voorbiesst af en zet in de volgende nld 1 nieuwe st op boven de afgekant st.
Kant af voor de knoopsgaten bij een hoogte van:
Maat 1/3 mnd: 3, 8, 13, 18 en 22,5 cm.
Maat 6/9 mnd: 4, 9, 14, 19 en 23,5 cm.
Maat 1 jaar: 4, 10, 16, 22 en 27,5 cm.
Maat 2 jaar: 3, 9, 15, 20, 25 en 30,5 cm.
Maat 3/4 jaar: 4, 10, 16, 22, 28 en 33,5 cm.

Achter- en voorpanden: Het vestje wordt heen en weer gebreid van middenvoor naar middenvoor op de rondbreinld. U zou ook rechte naalden kunnen gebruiken.
Zet 127-141-155-169-183 st op (incl. 4 voorbiesst aan weerskanten) met breinld 3 mm en wit. Brei 4 nld ribbelst. Brei door volgens teltekening M.1, maar brei steeds de voorbiesst in ribbelst tot de vereiste afmetingen. Vergeet niet de knoopsgaten in de rechter voorbies – lees de instructie hierboven. Let op de steekverhouding! Brei bij een hoogte van ca 17-18-21-24-26 cm – na een complete herhaling van het motief – de volgende nld als volgt: 31-34-38-41-45 st = voorpand, kant 6 st af voor het armsgat, 53-61-67-75-81 st = achterpand, kant 6 st af voor het armsgat, 31-34-38-41-45 st = voorpand. De delen worden afzonderlijk verder gebreid.

Linker voorpand: = 31-34-38-41-45 st. Kant daarbij af voor het armsgat aan de zijkant in elke 2e nld als volgt: 1-1-2-1-2 x 2 st en 4-3-4-3-4 x 1 st = 25-29-30-36-37 st. Brei door volgens het motief – brei de steken, die geen deel van het motief kunnen vormen, aan de halskant en armsgat n tricotst. Plaats bij een hoogte van 23-24-28-31-34 cm de eerste 7-7-8-8-9 st van het middenvoor op een hulpnld (of draad) voor de hals. Kant daarbij af voor de hals langs het middenvoor in elke 2e nld als: 2-2-2-2-2 x 2 st en 3-3-4-4-5 x 1 st = 11-15-14-20-19 st over op de schouder. Kant de resterende st af bij een totale hoogte van ca 27-29-33-37-40 cm – na een complet herhaling van het ajourmotief.

Rechter voorpand: Brei zoals het linker voorpand, maar dan in spiegelbeeld. Vergeet niet de knoopsgaten in de voorbies!

Achterpand: = 53-61-67-75-81 st. Kant daarbij af aan weerskanten voor de armsgaten zoals voor de voorpanden = 41-51-51-65-65 st. Kant bij een hoogte van 26-28-32-36-39 cm de middelste 17-19-21-23-25 st af voor de hals. Kant in de volgende nld nog 1 st af aan beide halskanten = 11-15-14-20-19 st over op elke schouder. Kant de resterende st af bij een totale hoogte van ca 27-29-33-37-40 cm – dezelfde hoogte als bij de voorpanden.

Mouwen: De mouwen worden in het rond gebreid op de sokkenbreinld.
Zet 46-48-52-54-56 st op met sokkenbreinld 3 mm en wit. Brei 4 nld ribbelst. Brei door in tricotst. Meerder daarbij als volgt:
Maat 1/3 mnd, 6/9 mnd en 1 jaar: 2 st in het midden van de ondermouw bij een hoogte van 3 cm = 48-50-54 m.
Maat 2 jaar en 3/4 jaar: 2-3 x 2 st in het midden van de ondermouw vanaf een hoogte van 2 cm en vervolgens op elke 2 cm = 58-62 st.
Kant bij een hoogte van 5-5-5-6-10 cm de middelste 6-6-6-6-6 st van het ondermouw af, en brei de rest van de mouw heen en weer op de nld. Kant daarbij af aan weerskanten voor de mouwkop in elke 2e nld als volgt: 1-1-1-2-2 x 2 st, 6-6-7-5-5 x 1 st, 1-1-1-2-2 x 2 st en 1-1-1-1-1 x 3 st. Het werk heeft nu een hoogte van ca 11-11-12-13-17 cm. Kant de resterende st af.

Afwerken: Sluit de schoudernaden en naai de mouwen in het vest. Neem ca 55 tot 65 st op (incl. de st van de hulpnld) rondom de hals met breinld 3 mm en wit. Brei 4 nld ribbelst en kant de st af.
Haak met haaknld 3 mm en wit langs alle randen ven het vest en beide onderkanten van de mouwen als volgt: 1 v, * 3 l, 1 stk in de 3e l, 2 st/nld overslaan en 1 v in de volgende st/nld *, herhaal *-*. Naai de knopen aan.




HOOFDDOEK:

Hoofddoek: Zet 3 st op met breinld 3 mm en wit. Brei 2 nld ribbelst en maak meerder tegelijkertijd 1 st aan weerskanten naast de kantst in de 2e nld = 5 st. Brei vervolgens door in tricotst met 2 ribbelst aan weerskanten. Meerder tegelijkertijd in elke 2e nld als volgt: 1 st naast de 2 ribbelst aan weerskanten – maak 1 omsl. Dwz, er komen gaatjes aan weerskanten van de hoofddoek. Brei zo door totdat er 71-77-81-87-91 st op de breinld staan. Brei dan 4 nld ribbelst over alle st. Haak vervolgens met haaknld 3 mm en wit 2 kettingen van losse met een lengte van ongeveer 25 cm. Naai deze vast aan weerskanten (op de twee hoeken) van de hoofddoek.




KORTE BROEK:


Steekverhouding: 24 st x 32 nld met breinld 3 mm in boordst = 10 x 10 cm.

Ribbelst (heen en weer breien): Alle naalden recht breien.

Elke pijp wordt heen en weer gebreid op de breinld. Zet vervolgens de pijpen op dezelfde rondbreinld en de rest van de broek wordt in het rond gebreid.

Rechterpijp: Zet 60-64-70-74 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met breinld 2,5 mm en wit. Brei 6 nld ribbelst. Wissel naar breinld 3 mm en brei door in tricotst. Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 2 cm 6-7-8-9 x 1 st aan weerskanten van het werk afwisselend in elke 2e en 3e nld = 72-78-86-92 st. Kant bij een hoogte van 7-8-9-10 cm 1 st af aan weerskanten (= kantst), en leg het werk terzijde.

Linkerpijp: Brei zoals het rechterpijp.

Broek: Zet nu beide pijpen op dezelfde rondbreinld 3 mm = 140-152-168-180 st. Plaats 1 merkdraad in het middenvoor en het middenachter. Brei tricotst. Meerder na 2 nld in het middenachter en minder tegelijkertijd in het middenvoor.
Meerder in het middenachter als volgt: 6 x 1 st aan weerskanten van de 2 middelste st in elke 2e nld.
Minder in het middenvoor als volgt: 4-6-8-10 x 1 st aan weerskanten van de 2 middelste st in elke nld en vervolgens 10-10-10-10 x 1 st in elke 2e nld = 124-132-144-152 st.
Minder voor de 2 middelste st als volgt: 2 st r samen breien.
Minder na de 2 middelste st als volgt: Haal 1 st r van de breinld af, 1 r, en haal de afgeh st daarover.
Minder bij een hoogte van 23-24-27-29 cm gelijkmatig 14-16-24-28 st in een nld = 110-116-120-124 m. Wissel bij een hoogte van 25-26-29-31 cm naar rondbreinld 2,5 mm. Brei 1 nld av (= vouwlijn), en brei dan nog 1½ cm tricotst (= zoom). Kant de st af.

Afwerken: Sluit de naden aan de binnenkant van de pijpen met 1 kantst als naadtoeslag. Vouw de zoom dubbel naar de binnenkant en naai het vast – laat een klein gaatje open voor de elastiek. Rijg de elastiek (pas het lengte aan op het kindje) door de zoom van de broek.

Telpatroon

symbols = r aan de goede kant, av aan de verkeerde kant
symbols = 2 r samen, 1 omsl
symbols = 1 omsl, haal 1 st r van de nld af, 1 r, haal de afgeh st over
symbols = 1 omsl, haal 1 st r van de nld af, 2 r samen, haal de afgeh st over, 1 omsl
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 10-6

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (63)

country flag C. De Jong wrote:

Het telpatroon staat in het Noors, beetje lastig. Ik zie geen Nederlandse versie onderaan

04.03.2014 - 19:04

DROPS Design answered:

Hoi C. de Jong. De vertaling stond onderaan het patroon voor het vestje onder "VERTALING SYMBOLEN TELTEKENING". Ik heb inmiddels dit patroon aangepast naar de nieuwe opzet.

05.03.2014 - 15:21

country flag Martina wrote:

Guten Tag Ich habe zwei Fragen zu dieser Anleitung: 1) Für das Muster M.1 braucht es ja 14 Maschen. Wieso muss dann nicht eine Maschenzahl angeschlagen werden, die sich durch 14 teilen lässt, sondern jeweils eine Restmasche (z.B. bei Grösse 2 Jahre: 168 Maschen liessen sich durch 14 teilen, es müssen aber 169 Maschen angeschlagen werden). Ich nehme an, dafür gibt es einen Grund, ich erkenne ihn aber nicht ... 2) Es braucht auf jeder Seite 4 Blendenmaschen (nicht zwei), oder?

01.03.2014 - 14:48

DROPS Design answered:

Liebe Martina, ja, es werden wie beschrieben beidseitig je 4 Blenden-M gestrickt. Dann bleiben für Größe 2 Jahre noch 161 M übrig, das ergibt 8,5 Mustersätze. Wenn Sie nach 8 Mustersätzen dann noch den halben Mustersatz stricken (d.h. die ersten 7 M), wird das Muster der Jacke auf beiden Seiten symmetrisch. Viel Spaß beim Stricken!

03.03.2014 - 11:37

Sandra wrote:

In Babydrops 10-6 the graph and explanation has not been translated. Can you email the translation please?

13.09.2013 - 05:25

DROPS Design answered:

Dear Sandra, you'll find text for diagram at the end of the pattern, just above chart & diagrams. Happy knitting!

13.09.2013 - 08:59

country flag Ludmilla wrote:

Jag undrar vad garnåtgången kan vara för endast koftan.

11.08.2012 - 13:37

DROPS Design answered:

Du måste ha lika mycket som det står inkl sjaletten, den gör man av restgarnet, så 3-3-3-3-4 nystan beroende på storlek.

25.08.2012 - 01:35

country flag Annika wrote:

This pattern is not the same as the picture, i just had a customer come in who wants to knit it. is there anyone who could check where the pattern in the image can be found?

15.05.2012 - 10:01

DROPS Design answered:

The pattern is coming soon!

03.09.2012 - 14:34

country flag Pellissier wrote:

Je n’arrive pas à comprendre 127m-les 2 devants et le dos, reste :12, 4 m de chaque côté reste 4, pouvez vous m’expliquez ?vous prévoyez 150g de laine (3 pelotes) alors que ça paraît impossible il en faut plus ; merci, PS:je n'ai pas pris la laine chez vous

05.05.2012 - 13:17

DROPS Design answered:

Bonjour Pellissier, le nombre de mailles se décompose ainsi : 31-34-38-41-45 m (=devant), rabattre 6 m pour l'emmanchure, 53-61-67-75-81 m (=dos), rabattre 6 m pour l'emmanchure, 31-34-38-41-45 m (=devant)= 127-141-155-169-183 m. La quantité des fournitures indiquée est juste sur la base de l'échantillon et de la qualité employée. Bon tricot !

07.05.2012 - 09:10

country flag Solveig Bisgaard wrote:

2 spørgsmål: 1. Jeg kan ikke få mønstret til at gå op med maskeantallet. Jeg har slået 183 masker op - herfra går 8 til kanten = 175 masker. Mønstret er på 14 masker - så det går ikke op. 2. Skal mønstret strikkes spejlvendt på det modsatte forstykke?

12.03.2012 - 08:32

DROPS Design answered:

Hej, Jo hvis du strikker M.1 12½ gang efter hinanden, så får du det helt ens i hver side mod midt foran. God fornøjelse!

28.03.2012 - 12:13

country flag KAIJA LEHTO wrote:

Onkohan tässä tullu väärät ohjeet tälle kuvalle

03.03.2012 - 11:05

DROPS Design answered:

Ohje tulossa pian.

03.09.2012 - 14:35

country flag DROPS Deutsch wrote:

Also bei der 1. Reihe 2 M. abk., bei der 3. Reihe 1 M. abk., bei der 5. Reihe 1 M. abk. und bei der 7. Reihe 1 M. abk.

13.02.2012 - 12:59

country flag Melbrug wrote:

Hallo, dies ist meine erste Jacke und ich komme nicht weiter beim linken Vorderteil. Ich verstehe einfach nicht, wie das gemeint ist: Auf alle 2. Nadel abketten: 2 M 1 Mal, 1 M total 3 Mal ergibt 36 M. (2 Jahre) Muss ich nun 2 M auf erste Nadel, 3 M auf zweite Nadel, 2M auf erste Nadel, 3M auf zweite Nadel usw.? Oder stricke ich 2M, 3M, eine abketten, 2M, 3M? Oder wo erfolgen die Abnahmen von 41M auf 36M? Für mich als Anfängerin ist das nicht verständlich ;(

12.02.2012 - 12:49