DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 16.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS Children 15-14
Maat: 5/6 - 7/8 - 9/10 - 11/12 - 13/14 jaar
Maat in cm:
110/116-122/128-134/140-146/152-158/164 cm
Materialen: DROPS Paris
300-350-400-400-450 gr nr. 23, lichtgrijs
100-100-100-150-150 gr nr. 48, petroleumgroen
100-100-100-150-150 gr nr. 16, wit
100 gr voor alle maten van nr. 12, rood
100 gr voor alle maten van nr. 25, mosgroen
Garenalternatieven en samenstelling van het garen – zie pagina 2

DROPS Rond- en sokkenbreinld 4,5 mm – of de breinld, die u nodig heeft voor de volgende steekverhouding: 18 st x 23 nld tricotst = 10 x 10 cm.

DROPS Rond- en sokkenbreinld 4,5 mm – of de breinld, die u nodig heeft voor de volgende steekverhouding: 18 st x 23 nld tricotst = 10 x 10 cm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 16.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Motief: Zie de teltekening M.1. De Nederlandse vertaling van de symbolen in de teltekeningen staan onderaan dit patroon en ze staan in dezelfde verticale volgorde als de symbolen naast de teltekening.
Strepen: Brei de strepen volgens M.1 als volgt:
Pas: Begin bij “start” in teltekening M.1.
Achter- & voorpand: Brei door volgens M.1. Herhaal na M.1 M.1b tot de vereiste afmetingen.
Mouw: Brei M.1 zoals op het voor- en achterpand tot de * in de teltekening. Brei volgens M.1c een herhaling in de hoogte. Brei vervolgens door met M.1 vanaf de * in de teltekening. Brei na M.1 door volgens M.1b tot de vereiste afmetingen.

Tips Breien (geldt voor de hals): Haal de eerste st r af elke keer dat u het werk keert. Hou de draad na de afgeh st een beetje strak en brei terug. Op deze manier krijgt u geen gaatjes en er komt een nette overgang in het breiwerk.

Tip Meerderen (geldt bij de raglan):
Minder op de goede kant als volgt: Begin 2 st voor de merkdraad: Maak 1 omsl, 4 r (de merkdraad zit in het midden van deze st, 1 omsl.
Brei deze omsl in de volgende nld verdraait r (dwz achter in de st breien ipv voorin) om een gaatje te vermijden.

Pas: De trui wordt in het rond gebreid. Er wordt van boven naar beneden gebreid, zo u kunt ook de lengte van deze trui makkelijk aanpassen.
Zet 76-80-84-88-88 st op met sokkenbreinld 4,5 mm en petroleumgroen. Brei Boordst 2 r/2 av in het rond tot een hoogte van 3 cm. Plaats 1 merkdraad aan het begin van de nld (= rechterkant). Brei door en brei verkorte toeren op de hals (om een mooie pasvorm voor de hals te krijgen). Brei door met de Boordst 2 r/2 av heen en weer als volgt: Brei 38-40-42-44-44 st, keer het werk – lees Tip Breien. Brei terug naar de merkdraad. Keer het werk. Brei 43-45-47-49-49 st. Keer het werk. Brei 48-50-52-54-54 st terug. Keer het werk. Brei 56-58-60-62-62 st. Keer het werk. Brei 64-66-68-70-70 st terug. Keer het werk. Brei 1 nld over alle st tot aan de merkdraad. Brei nu door in het rond over alle st. Brei 1 nld tricotst met petroleumgroen en meerder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld 12-10-8-12-12 st = 88-90-92-100-100 st. Brei tot 8 st na de merkdraad (d.w.z. verschuif het begin van de nld). Plaats 4 nieuwe merkdraden in het werk als volgt:
1e merkdraad aan het begin van de nld (= 1e overgang tussen de rechter mouw en achterpand), de 2e merkdraad na 28-29-30-34-34 st (= achterpand), de 3e merkdraad na 44-45-46-50-50 st (= linkermouw) en de 4e merkdraad na 72-74-76-84-84 st (= voorpand). De st tussen de 4e en 1e merkdraad = rechter mouw. Brei door in tricotst en brei de strepen volgens teltekening M.1- zie de beschrijving hierboven – tot de vereiste afmetingen. Meerder tegelijkertijd voor de raglan als volgt: 1 st aan weerskanten van de 4 merkdraden (= 8 meerderingen per nld) – lees Tip Meerderen. Meerder 2-4-6-3-7 keer in elke nld en vervolgens 15-15-15-18-17 keer in elke 2e nld.
Als de meerderingen voltooid zijn staan er in totaal 224-242-260-268-292 st op de breinld. Zet in de volgende nld de 50-54-58-58-64 st aan weerskanten op 1 draad of stekenhouder voor de mouwen (de st tussen de 2e en 3e merkdraad en de st tussen de 4e en 1e merkdraad). Zet tegelijkertijd 8 nieuwe st op onder de st van de mouwen = 140-150-160-168-180 st op de breinld.

Achter- en voorpand: Brei door in tricotst en volgens de strepen van M.1 – zie de beschrijving hierboven. Plaats in de 1e nld 1 merkdraad aan weerskanten onder elke mouw (dwz 4 nieuwe st aan weerskanten van elke merkdraad). Minder tegelijkertijd bij een hoogte van 4 cm vanaf de merkdraden 4-4-5-5-5 x 1 st aan weerskanten van beide merkdraden op elke 5-6-5½-6-6 cm = 124-134-140-148-160 st. Brei door tot een hoogte van 41-44-49-51-53 cm vanaf de schouder. Rond teltekening M.1 af. Als u de trui wat langer wilt maken, kunt u doorbreien met de strepen volgens M.1 – zie beschrijving hierboven.
Brei nu boordst 2 r/ 2 av en lichtgrijs. (NB! Voor maat 7/8 jaar: Brei 1 nld tricotst en minder gelijkmatig verdeeld 2 st voordat de Boord wordt gebreid = 132 st). Brei door totdat de Boord een hoogte van ca 4 cm heeft. Kant loochening patroon. Het werk heeft een totale hoogte van ca 45-48-53-55-57 cm vanaf de schouder.

Mouw: Zet de st van de eerste draad (= 50-54-58-58-64 st) terug op sokkenbreinld 4,5 mm. Brei door in tricotst en brei de strepen volgens M.1 – zie de beschrijving hierboven. Zet tegelijkertijd 8 nieuwe st op onder de mouw in de 1e nld = 58-62-66-66-72 st. Plaats 1 merkdraad in het midden van de ondermouw (dwz 4 nieuwe st aan weerskanten van de merkdraad). Minder vanaf een hoogte van 4-4-3-3-3 cm vanaf de merkdraad 7-9-11-9-12 x 1 st aan weerskanten van de merkdraad op elke 3½-3-3-4-3½ cm = 44-44-44-48-48 st. Brei door tot de mouw een lengte van 29-33-36-39-43 cm vanaf de merkdraad heeft. Wissel naar lichtgrijs. Brei vervolgens 6 cm boordst 2 r/2 av en kant losjes in patroon.

Afwerken: Sluit de naden onder de armen.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 16.04.2007
Nieuw antaal bollen: 100-100-100-150-150 gr nr. 48, petroleumgroen, 100-100-100-150-150 gr nr. 16, wit en
100 gr voor alle maten van nr. 12, rood.

Telpatroon

symbols = wit
symbols = petroleumgroen
symbols = rood
symbols = lichtgrijs
symbols = mosgroen
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Seashore Stripes

Cora, Germany

Seashore Stripes

Lanade, Germany

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 15-14

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (42)

country flag Martina wrote:

Liebes Drops-Team! Ich hänge an der Stelle der Anleitung, wo die erhöhte Nackenpartie beschrieben wird. Wenn ich die verkürzten Reihen nach Anleitung gestrickt habe, stricke ich in die entgegengesetzte Richtung als ganz zum Beginn des Strickstücks - ist das richtig so? Und was ist mit "1 R. über alle M. stricken und danach rund weiterstricken." gemeint? 1 Reihe, 1 Runde? Wenn ich über alle M. stricke, stricke ich doch eine Runde, oder nicht? Martina

19.04.2015 - 09:40

DROPS Design answered:

Sie beginnen die verkürzten R mit einer Hin-R ab Rd-Beginn, dieser ist ja an der rechten Seite. Wenn Sie dann in einer Hin-R die M stricken, stricken Sie genau über die Hälfte aller M, d.h. über das Rückenteil. Dann wenden, wieder bis zum Markierer stricken (= Rück-R), also wieder über alle Rückenteil-M. Die nächste R, in der Sie 43-45-47-49-49 M stricken, ist eine Hin-R, die nächste (48-... M) eine Rück-R usw. Die letzte R (64-... M) ist eine Rück-R. Dann wenden Sie wieder und stricken einmal rundum bis zum Markierer (also an sich eine Runde, wie von Ihnen vermutet). Dann geht es ab da wieder ganz normal in Runden weiter.

23.04.2015 - 23:50

country flag MAR wrote:

Soy yo de nuevo... Indagando, ¿puede ser que las de doble punta sean recomendadas para la parte del cuello por ser éste más pequeño? Siento las dudas. Es mi primer trabajo en este tipo de agujas.

10.02.2015 - 15:33

country flag MAR wrote:

Buenos días, Tengo duda sobre qué agujas usar. En la explicación ponéis "Tejer la pieza en redondo en ag. circular.", pero luego pone montar los puntos en ag de doble punta. ¿No es muy grande este modelo para hacerlo en doble punta? ¿Se elige el que más nos guste? Muchas gracias!! Enhorabuena por todo: las lanas, los patrones, los vídeos... Todo un descubrimiento!! :)

09.02.2015 - 13:23

DROPS Design answered:

Hola Mar. La prenda se trabaja con ambas agujas. La ag de doble punta se utiliza cuando hay pocos pts y no es cómodo trabajar con ag circular (por ejémplo los puños).

11.02.2015 - 23:11

country flag Gisele wrote:

Lovely!

03.10.2014 - 09:26

country flag Karin Klein wrote:

Hej. Jeg har strikket denne flotte bluse. Der er fejl i materiale mængden. Jeg har strikket i Garnet Paris str. 7/8 her har jeg brugt 200 g i bundfarvens og ikke 350 g, som der står. Desuden har jeg brugt 100 g mosgrøn og ikke kun 50 g, som der står. Jeg har holdt strikkefastheden.

31.08.2014 - 14:43

country flag Veronika wrote:

Hallo, Wenn ich diesen Pulli in Big Delight stricken moechte, Groesse 140, wieviel Wolle benotige ich dann? Vielen Dank, Veronika

11.12.2013 - 11:28

DROPS Design answered:

Liebe Veronika, Sie brauchen sicher maximal 5 Knäuel. Bei Paris ist ein Verbrauch von 650 g angegeben, aber bei Streifenmuster braucht man immer etwas mehr. Leider habe ich den Pullover nicht mehr zum Wiegen da, da es ein älteres Modell ist. Rein rechnerisch sind es 975 m Paris (650 g = 13 kn. 13 x 75 m = 975 m) Das entspricht 5,1 Knäuel Big Delight mit einer Lauflänge von 190 m/100g.

12.12.2013 - 08:21

country flag Jos wrote:

Vindt dit patroon erg mooi en stoer. Maar snap het patroon niet zo goed hoe dat rond breien moet.

10.10.2013 - 20:49

DROPS Design answered:

Hoi Jos. Kijk hier op deze video:

14.10.2013 - 11:20

country flag Birthe Møller wrote:

Har aldrig oplevet en opskrift hvor garnmængden er så forkert. mangler 50g mosgrøn og har 200 g grå i overskud.

25.10.2012 - 09:22

country flag Vivianne wrote:

Die angegebenen Garnmengen stimmen überhaupt nicht. Ich habe das angegebene Garn für die Grösse 7/8 Jahre bestellt und habe jetzt zuwenig moosgrün und viel zu viel grau. Ich habe bei einem anderen Design auch zuwenig Wolle von einer Farbe und zuviel von der anderen gehabt und musste nachbestellen. Das ist sehr ärgerlich!

14.09.2012 - 17:37

country flag DROPS Design wrote:

Til Cathrine og Marie: Nå er diagrammet på plass.

09.02.2012 - 08:41