DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale
DROPS 99-4
Maat: S - M - L - XL - XXL
Materialen: DROPS Alpaca van Garnstudio
200-200-250-250-300 gr nr. 1101, wit
En gebruik: DROPS Cotton Viscose van Garnstudio
300-350-350-400-450 gr nr. 01, wit

Of gebruik:
DROPS Bomull-Lin van Garnstudio
400-450-500-550-600 gr. kleur nr 01, wit

DROPS Haaknld 5mm – of de haaknld, die u nodig heeft om de volgende steekverhouding te krijgen: 12 stk x 7 toeren met 1 draad Alpaca en 1 draad Cotton Viscose (dubbele draad) of 1 draad Bomull-Lin = 10 x 10 cm. 1 herhaling van het golfjes patroon = ca 12 cm breed.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Tip voor het meerderen 1: 1 v meerderen: haak 2 v in 1 v.

Tip voor het meerderen 2: 1 stk meerderen: haak 2 stk in 1 stk (zonder l ertussen).

Tip voor het meerderen 3: 1 l-boogje meerderen: haak 2 l-boogjes in dezelfde st.

Haak info: Vervang aan het begin van elke toer het eerste stk door 3 l. Vervang het eerste dstk door 4 l. Eindig elke toer met 1 hv in de 3e/4e l van het begin van de toer.

Patroon: Zie de teltekeningen M.1 en M.2. Alle toeren van het patroon zijn weergegeven in de teltekening op de goede kant.

Tip voor het meten: Gezien het gewicht van de garens moeten alle metingen worden verricht terwijl u het werk ophoudt.

Voor- en achterpand: De tuniek wordt in het rond gehaakt van boven naar beneden. Haak losjes een ketting van 71-75-75-79-83 l met haaknld 5mm en 1 draad Drops Alpaca en 1 draad Drops Cotton Viscose (dubbele draad) of 1 draad Bomull-Lin . Sluit de ketting tot een ring met een hv in de eerste l. Haak de volgende toer als volgt: 1 v in elk van de eerste 3 l, *sla 1 l over, 1 v in elk van de 3 volgende l*, herhaal van *-* = 54-57-57-60-63 v. Haak nu een toer v, en meerder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 22-15-19-20-21 v – zie Tip voor het meerderen 1 = 76-72-76-80-84 v. Haak verder volgens M.1 – zie Haak info. Na M.1 zitten er 76-90-95-100-105 l-boogjes op de toer (1 l-boogje = 1 stk + 1 l). Haak verder met stk in l en l boven stk tot een hoogte van 10-11-12-13-14 cm.

Haak de volgende toer als volgt:
Sla 17-19-21-22-22 l-boogjes over van de vorige toer (= rechtermouw), haak 8 l (= ondermouw), haak 21-26-26-28-30 l-boogjes (= voorpand), sla 17-19-21-22-22 l-boogjes van de vorige toer over (= linkermouw), haak 8 l (= ondermouw), haak 21-26-27-28-31 l-boogjes (= achterpand). Plaats een merkdraad aan weerskanten, tussen de 8 l van de ondermouw. Haak verder l-boogjes. NB! Haak in de eerste toer op de 8 l van beide ondermouwen als volgt: 1 stk in de eerste l, 1 l, sla 1 l over, 1 stk in de volgende l, 1 l, 1 stk in dezelfde l, 1 l, sla 1 l over, 1 stk in de volgende l, 1 l, 1 stk in dezelfde l, 1 l, sla 1 l over, 1 stk in de volgende l, 1 l en sla 1 l over (= 6 l-boogjes op elke ondermouw) = 54-64-65-68-73 l-boogjes op de toer in totaal. Haak door met l-boogjes, en meerder tegelijkertijd 4-4-6-6-7 x 1 l-boogje – zie Tip voor het meerderen 3 – aan weerskanten van beide merkdraden in elke toer = 70-80-89-92-101 l-boogjes.
Na alle meerderingen heeft het werk een hoogte van ca 19-20-23-24-27 cm vanaf de l-ketting van de hals (u bent nu op het midden van de borst; als u dit stuk langer wilt maken haak dan extra toeren l-boogjes na de meerderingen). Haak vervolgens 1 toer l-boogjes, en meerder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 4-2-2-14-14 stk in deze toer – zie Tip voor het meerderen 2 = 144-162-180-198-216 stk/l.
Ga nu verder met het golfjes patroon/M.2 (begin bij het pijltje dat het begin markeert op de teltekening) = 8-9-10-11-12 horizontale herhalingen op de toer. Haak 3 verticale herhalingen van M.2, maar begin met de 2e en 3e herhaling bij Pijltje-B op de teltekening. Haak na M.2 2-3-3-3-4 toeren dstk als volgt:

Toer 1: Denk aan de haak info! Haak 1 dstk in elk l-boogje met 1 l tussen elk dstk en eindig met 1 dstk in het laatste stk = 72-81-90-99-108 dstk.
Toer 2: haak 1 dstk in elk dstk van de vorige toer met 2 l ertussen (i.p.v. 1 l) – beëindig maat S hier voor het begin van het laatste golfjes patroon = 72 dstk.
Toer 3: haak 1 dstk in elk dstk van de vorige toer met 3 l tussen elk dstk - beëindig maat M, L en XL voor het begin van het laatste golfjes patroon = 81-90-99 dstk.
Toer 4: haak 1 dstk in elk dstk van de vorige toer met 3 l tussen elk dstk - beëindig maat XXL hier voor het begin van het laatste golfjes patroon = 108 dstk.

Haak vervolgens een toer in de l-boogjes als volgt: 1 stk en 1 l (= 1 l-boogje) in elk dstk van de vorige toer, en meerder tegelijkertijd 1 l-boogje – zie Tip voor het meerderen 3 – in elk 3e-3e-4e-4e-4e dstk. NB! Eindig voor maat L en XL met 1 stk en 1 l in elk van de laatste 2-3 dstk = 96-108-112-123-135 l-boogjes. Haak vervolgens 1 toer l-boogjes, en meerder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 6-0-10-6-0 stk – zie Tip voor het meerderen 2 = 198-216-234-252-270 stk/l. Haak nu nog een keer M.2 (begin bij het pijltje in de teltekening), maar beëindig het patroon na toer 7.

Telpatroon

symbols = 1 l (losse)
symbols = 1 v (vaste)
symbols = 1 stk (stokje)
symbols = 2 stk in 1 l
symbols = 1 picot (= 3 l, haak 1 v in de eerste van de 3 l)
symbols = deze toer is beschreven in het patroon, begin bij het pijltje
symbols = 7e toer
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 99-4

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (178)

country flag Wendy Ambuhl wrote:

Ok. So I got 198 stitches by adding 14 stitches. On the next row, do i put a dc and ch between the 2 stitches of my increase? For example, I have made two dc, with no ch between, in one ch-loop. On the next round, do I make a ch-loop between the 2 dc where there is no ch? I cannot get the numbers to come out even to go on from here!

20.07.2017 - 20:38

DROPS Design answered:

Dear Mrs Ambuhl, there are now 198 sts (= dc and chains), repeat M.2 (= 18 sts) a total of 11 times in the round so that you have 18 sts x 11 = 198 sts. On 1st row in M.2 (= row with arrow "start"), work 1 dc, 1 ch, skip 1 ch (either dc or ch), 1 dc in next st (either dc or ch). Happy crocheting!

21.07.2017 - 08:30

country flag Wendy Ambuhl wrote:

I understand the part about 198 ch-loops before the mussel pattern. But what does each symbol stand for on row z? Do they stand for each ch, dc, or both? If so, do I work into every other ch-loop? I find this diagram confusing.

18.07.2017 - 16:17

DROPS Design answered:

Dear Mrs Ambuhl, each symbol on row Z represents 1 stitch, either 1 dc or 1 ch, M.2 is worked over 18 sts (dc and ch). Happy crocheting!

19.07.2017 - 08:24

country flag Brenda Lee wrote:

On the m.2 chart im trying to figure out what that long horizontal line means . its 2 rows under the x if im not mistaken. the rest i understand .

16.07.2017 - 22:17

DROPS Design answered:

Dear Brenda Lee, as explained earlier, each horizontal bar = 1 chain, the length of this bar is due to the diagram and number of sts in diagram, but either short or long, 1 bar = 1 chain. Happy crocheting!

17.07.2017 - 09:28

country flag Brenda Lee wrote:

Could you tell me what the long horizontal bar means on the 2nd row under the x . thats the only part that has me stumped on want this finished so bad to take to the beach with me in aug thank you so much.

16.07.2017 - 00:39

DROPS Design answered:

Dear Brenda Lee, the horizontal bar either short or long = 1 chain. Happy crocheting

17.07.2017 - 09:08

country flag NieKohle wrote:

Ich habe jetzt nach 8 gescheiterten Versuchen aufgegeben. Im 8. Versuch musste ich schon die Maschenanzahl erhöhen, da diese nicht annähernd auf eine XL zugeschnitten ist. Bereits der Halsausschnitt ist wesentlich enger als auf dem Bild, selbst bei sehr (!) lockeren Lm. Die Anleitung an sich ist gut. Schade nur, dass man selbst noch hin und her rechnen muss.

03.06.2017 - 21:26

country flag NieKohle wrote:

Hallo. Ich verzweifle an M1. ich habe jetzt 5 Mal angefangen und 5 Mal wieder alles aufgeribbelt, weil ich nach M1 nicht auf die angegebene Maschenzahl komme. Bei mir sind es jedes mal 20 maschen weniger als angegeben. Mir ist auch nicht ganz klar, wie ich von Runde zu Runde arbeiten kann, ohne eine sichtbare Kante zwischen Rundenende und Rundenanfang zu erhalten. Außerdem bin ich mir nicht sicher, wie ich M1 zu lesen habe. Von links nach recht in jeder Runde? Vielen Dank schonmal.

01.06.2017 - 13:00

DROPS Design answered:

Liebe NieKohle, Diagram lesen Sie von unten nach oben und jede Runde von rechts nach links, dh 1. Rd (alle Größe): *1 Stb, 1 Lm, 1 M springen, 1 Stb, 1 Lm, 1 M springen*, von *-* wiederholen. Bei 2. Rd: *1 Stb um die Lm, 1 Lm, um die nächste Lm häkeln Sie: 1 Stb, 1 Lm, 1 Stb*, von *-* wiederholen (= 1 Stb wird in jedem M.1 zugenommen). Viel Spaß beim häkeln!

01.06.2017 - 13:42

country flag Silke wrote:

Hallo, ich beziehe mich auf die Anleitung nachdem ich M1 gehäkelt haben. Ich verstehe nicht, wie ich eine Luftmasche in Stäbchen häkle? Mir ist klar, Stäbchen in Luftmasche zu häkeln, aber wie häkle ich eine Luftmasche irgendwo hinein? :-) Sorry, bin Anfängerin und vielleicht klingt die Frage etwas ungewöhnlich. Bin aber gerade etwas hilflos!

23.04.2017 - 09:33

DROPS Design answered:

Liebe Silke, Sie werden jetzt wie im letzten Runde in M.1 häkeln:1 Stb um jeder Luftmasche und 1 Luftmasche über jedes Stb. Viel Spaß beim häkeln!

24.04.2017 - 09:54

country flag Suzie De Feijter wrote:

Wat doe ik verkeerd? Ik heb na M1 44 lboogjes ipv 105

20.04.2017 - 21:22

DROPS Design answered:

Hallo Suzie, Vanaf hier kan ik helaas niet goed meekijken wat er bij jou precies verkeerd is gegaan. Misschien kun je nog een keer heel goed het patroon door lezen. Heb je ook de meerderingen gemaakt die beschreven zijn in de tekst? En heb je telpatroon M1 voor jouw maat genomen?

24.04.2017 - 16:06

Janice wrote:

Thanks for the reply on my question regarding increasing in this pattern at the beginning. I had figured out the part about dividing the stitches by the amount needed to increase but here is my dilemma: I have 54 sc and need to increase by 22. 54 divided by 22 is 2.45 so no matter which way I crochet this I only end up with 18 on the increase. I have tried increasing after every 2nd stitch, with various compilations but nothing works out to 22 on the increase. HELP :)

13.04.2017 - 13:14

DROPS Design answered:

Dear Janice, you will work 2 sts, inc in next st, and repeat this all the round a total of 18 times (= 18x3= 54 sts), finishing with 4 sc: 18 x 4 + 4= 76 sc. Happy crocheting!

18.04.2017 - 08:50

Janice wrote:

New to crochet and haven't worked in diagrams. I am having a hard time with increasing from 56 stitches to 78 at the beginning of the pattern. How do I work out where I do the increase on the sc.

11.04.2017 - 14:28

DROPS Design answered:

Dear Janice, you will find here how to increase evenly on a round. Happy crocheting!

12.04.2017 - 12:03