DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 35.04€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Of The Sea

Gebreide trui voor heren met raglan en boordsteek in DROPS Alaska plus sjaal in Engelse patentsteek DROPS Snow. Maat: 12 jaar - XXL

DROPS 85-2
Trui:
Maat: 12/14 jaar - S/M - L - XL/XXL
Afmetingen:
Bovenwijdte: 98-112-128-142 cm
Zoom: 94-108-122-136 cm
Door de rekbaarheid van het boordsteekpatroon valt de trui kleiner uit dan weergegeven is op de schematekening.
Materialen: DROPS Alaska van Garnstudio,
50-800-950-1050 gr nr. 04, grijs
DROPS Rondbreinld en sokkenbreinld 5mm, of de maat die u nodig heft voor de juiste steekverhouding.

Sjaal:
Afmetingen: ca. 18 x 150 cm

Materialen: DROPS Snow van Garnstudio
150 gr nr. 14, antraciet

DROPS Breinld 12mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.
Proeflapje: 7 st in Engelse patensteek = ongeveer 10 cm breed.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 35.04€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

TRUI:

Steekverhouding: 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.

Tips voor het minderen (voor de raglan): Minder als volgt op de goede kant: Begin 4 st voor de merkdraad: Brei 2 st r samen, 4 r (de merkdraad zit in het midden van deze 4 st), 1 st r afh, 1 r, afgeh st overh.
Minder als volgt op de verkeerde kant: Begin 4 st voor de merkdraad: 2 av verdraaid samenbr, 4 av (de merkdraad zit in het midden van deze 4 st), 2 av samenbr. (Als het te lastig is om de 2 st verdraaid av samen te br, haal ze dan af en zet ze verdraaid terug op de linkernld en brei ze samen).

Panden: Zet 160-184-208-232 st op met de rondbreinld; brei in het rond en plaats een merkdraad aan het begin van de toer. Brei 2 nld tricotst, en ga dan verder met boordst als volgt: 1 av, *6 r, 6 av*, herhaal van *-* over 72-84-96-108 st, 6 r, 1 av, plaats een merkdraad (= zijkant), 1 av, *6 r, 6 av*, herhaal van *-* over 72-84-96-108 st, 6 r, 1 av. Brei zo verder in boordst. Meerder bij een hoogte van 10-15-15-15 cm en 20-30-30-30 cm 1 st aan weerskanten van elke merkdraad – brei de gemeerderde st av – = 168-192-216-240 st. Kant bij een hoogte van 32-40-41-42 cm 12 st af aan weerskanten voor de armsgaten (=3 r, 6 av, 3 r) = 72-84-96-108 st resteren voor het voor- en achterpand. Leg het werk terzijde en brei de mouwen.

Mouw: Zet 48-48-60-60 st op met de sokkenbreinld; brei in het rond en plaats een merkdraad aan het begin van de toer. Brei 2 nld tricotst, en brei dan boordst (3 av, 3 r) op alle st. Ga bij een hoogte van 8-10-10-10 cm, verder met * 6 r, 6 av * boordst zoals bij de panden – begin bij de merkdraad met 3 av zodat de merkdraad in het midden van 6 av zit. Meerder bij een hoogte van 10-13-13-11 cm 12 x 1 st aan weerskanten van de 6 av met de merkdraad op elke 3-3-3-3.5 cm (brei de gemeerderde st gaandeweg mee in het boordsteekpatroon) = 72-72-84-84 st. Kant bij een hoogte van 47-49-50-52 cm 6 st af aan weerkanten van de merkdraad = 60-60-72-72 st resteren. Leg het werk terzijde en brei nog een mouw.

Pas: Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als de panden boven de afgekante st voor de armsgaten = 264-288-336-360 st. Plaats een merkdraad in elke overgang van panden naar mouwen = 4 merkdraden. Brei 0-1-1-1 nld alvorens te beginnen met de raglanminderingen.
Raglanminderingen: Minder 1 st aan weerskanten van alle merkdraden (= 8 minderingen) – zie de tips voor het minderen hierboven. Minder 21-24-20-25 x in elke 2e nld en 3-0-10-5 x in elke nld. Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 49-59-61-64 cm de middelste 8-20-20-32 st van de middenvoor op een hulpdraad voor de hals en brei de rest van het werk heen en weer.
Kant vervolgens aan de beide halskanten af in elke 2e nld: 1 x 2 st en 2 x 1 st. Als alle minderingen voor de raglan en de hals zijn voltooid, resteren er 56-68-68-80 st en heeft het werk een hoogte van ca. 56-66-68-71 cm tot aan de schouder.

Halsboord: Neem ca. 16 st op voor de kleinste maat, 28 tot 40 st voor de andere maten langs de voorhals (incl. de st van de hulpdraad) = 72 st voor de kleinste maat, 96 tot 120 st voor de andere maten; brei in het rond en plaats een merkdraad aan het begin van de toer. Brei 1 nld av, 1 nld r en 1 nld av, en dan nog 1 nld r, en minder in deze nld gelijkmatig verdeeld naar 72-84-90-96 st. Brei vervolgens boordst (3 r, 3 av) tot een hoogte van 10-10-12-12 cm. Kant af in patroon. Vouw de boord naar binnen om en zet hem vast.

Afwerking: Sluit de opening onder de mouwen.




SJAAL:

Steekverhouding: 7 st in patroon = ca. 10 cm breed.



Engelse patensteek:
Nld 1 (verkeerde kant): 1 r (kantst in ribbelst), * 1 r, 1 omsl, 1 st av afh*, herhaal *-* tot de laatste 2 st, 2 r.
Nld 2 (goede kant): 1 r (kantst in ribbelst), *1 omsl, 1 st av afh, brei de volgende st samen met de omsl van de vorige nld *, herhaal *-* tot de laatste 2 st, 1 omsl, 1 st av afh, 1 r (kantst in ribbelst).
Nld 3 (verkeerde kant): 1 r (kantst), *brei de volgende st samen met de omsl van de vorige nld, 1 omsl, 1 st av afh*, herhaal *-* tot de laatste 2 st + 1 omsl van de vorige nld, brei de volgende st samen met de omsl, 1 r.

Herhaal nld 2 en 3 op alle st.

Sjaal: zet losjes 13 st en brei Engelse patensteek – volg de instructies hierboven. Kant af bij een lengte van ca. 150 cm.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 85-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (92)

country flag Sarah wrote:

Hei! Jeg strikker i str L. I oppskriften står det "samtidig, når arbeidet måler 61 cm, settes de midterste 20 m på en tråd". Mitt arbeide nådde ikke 61 cm før alle raglanfellingene var gjort. Jeg har nå 96 masker igjen på pinnen, og skal begynne å felle mot halsen. Men hvilke masker regnes som "de 20 midterste"? Mener dere de 20 midterste foran på genseren? Og ingen av de på baksiden skal altså settes på en tråd?

16.10.2015 - 16:08

DROPS Design answered:

Hej Sarah, Ja det stemmer, det er de midterste 20 masker foran som skal bruges til hals. God fornøjelse!

26.11.2015 - 15:19

country flag Denise Lacombe wrote:

Excusez-moi de vous revenir encore.Dans vos dernières explications vous m'écrivez un rang envers, un endroit et un endroit. dans les explications c'est écrit un rang env, un end, un env et un end. Que dois-je suivre? Merci!

26.08.2015 - 16:24

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Lacombe, vous avez tout à fait raison, on tricote 1 tour env, 1 tour end, 1 tour env, puis 1 tour end en ajustant le nbe de mailles. Bon tricot!

27.08.2015 - 09:45

country flag Denise Lacombe wrote:

J'achève mon chandail. J'en suis à l'encolure. J'ai fait les augmentations et joint les mailles en attente puis vous dites de tricoter alternativement un rang env et un rang endroit deux fois. À partir de ce moment je continue en aller/retour ou je me remets en circulaire (en tournant? Merci pour votre aide. C'est un patron où on ne peut tricher...

26.08.2015 - 00:45

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Lacombe, la bordure d'encolure se tricote en rond, après avoir relevé les mailles, tricotez 1 tour env, 1 tour end, puis encore 1 tour end en ajustant au nbe de m indiqué pour votre taille. Continuez ensuite en côtes 3/3. Bon tricot!

26.08.2015 - 10:29

country flag Denise Lacombe wrote:

Je commence la manche du chandail. Je commence les augmentations:J'ai augmenté de chaque côté des 6 mailles envers où se situe le marqueur, j'ai alors 12 mailles envers.Alors lorsque je dois augmenter les 6 mailles endroit, où est-ce que je fais ces augmentations si je veux pouvoir continuer les côtes 6 mailles env et 6 mailles endroit alternativement. Merci c'est un patron vraiment splendide.

29.07.2015 - 17:05

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Lacombe et merci. Pour la manche, vous avez placé un marqueur en début de tour, au milieu de 6 m env (= 3 m env en fin de tour, 3 m env en début de tour), les augmentations se font de part et d'autre de ces 6 m env, et se tricotent en côtes comme les autres mailles de la manche. Bon tricot!

30.07.2015 - 10:44

Vanda wrote:

Hallo, in der deutschen Version bei der Aermel steht "beginnen Sie also mit 3 M re." geschrieben, aber das passt nicht. In der englischen Version dagegen schreibt es "start at marker with P 3", dass wuerde auf Deutsch "beginnen Sie also mit 3 M li." heissen. Vielleicht korrigieren Sie die deutsche Anleitung, weil es sehr viele Fragen diesbezueglich in der Kommentare waren. Danke.

20.07.2015 - 10:30

DROPS Design answered:

Ja, Sie haben Recht, das wird nun korrigiert. Vielen Dank für den Hinweis!

20.09.2015 - 15:11

country flag Tiny Van Hassel wrote:

Hoe kan ik dit patroon aanpassen aan xxxl ?

13.02.2015 - 20:39

DROPS Design answered:

Hoi Tiny. Je kan met hulp van de stekenverhouding (aantal st per 10 cm) het aantal st dat je meer moet hebben berekenen. Maar kijk goed uit bij het maken van de raglan, het is hier heel belangrijk dat de minderingen en afmetingen goed uitkomen. Succes

16.02.2015 - 15:48

country flag Yvonne Verleg wrote:

Ik ben begonnen met de herentrui pag 1, nr:85-2 , Alaska. Volgens het patroon moet deze trui met een rondbreinaald gebreid worden, maar ik kan daar niet goed mee uit de voeten. Ik brei graag, het is een hobby van me, maar dan wel gewoon met 2 naalden. Heeft U deze trui met raglan en patroon 6 re -6 li, ook voor mij zodat ik hem met 2 naalden kan breien? Daar zou ik heel blij mee zijn. Alvast bij voorbaat dank.

20.01.2015 - 16:52

DROPS Design answered:

Beste Yvonne. Ik heb niet dit patroon voor heen en weer breien. U zou het patroon eventueel kunnen aanpassen voor heen en weer breien, maar ik denk dat het lastig zal worden met dit patroon ivm het design en de raglan. Ik kan u helaas niet helpen met individuele aanpassingen.

21.01.2015 - 15:50

country flag Giada wrote:

Scusate ancora per le mie mille domande, ma le diminuzioni sul rovescio del lavoro del raglan quando si fanno?

14.01.2015 - 21:39

DROPS Design answered:

Buongiorno Giada. Mentre si lavora la sprone in tondo, quando il lavoro misura (a seconda della taglia) 49-59-61-64 cm, bisogna mettere in attesa le m per lo scollo sul davanti. A questo punto si lavora avanti e indietro sui ferri e quando le diminuzioni per il raglan diventano ad ogni ferro (diminuire ad ogni ferro 3-0-10-5 volte), sarà necessario diminuire sul rovescio del lavoro. Se sta lavorando la taglia M, non sono però previste diminuzioni per il raglan ad ogni ferro, quindi le diminuzioni sono solo sul diritto del lavoro. Buon lavoro!

15.01.2015 - 10:15

country flag Lis Folke wrote:

Når jeg skal strikke denne opskrift med en anden garntybe Karisma hvad gør jeg så?? Kan jeg bruge samme pinde 5 og gå en størrelse op, eller har I et forslag?? på forhånd tak

05.01.2015 - 14:46

DROPS Design answered:

Hej Lis. Strik altid en pröve först for at opnaa den rette strikkefasthed angivet i mönstret. Er garnet meget tykkere/tyndere, ville jeg nok beregne mönstret paany saa det passer til fastheden paa det nye garn. At gaa en störrelse op er nemt, men det kan give forkerte maal.

05.01.2015 - 15:04

country flag Giada wrote:

Buonasera, non capisco gli aumenti per le maniche. Ho il segnapunti con 3 rovesci da una parte e 3 dall'altra, quindi arrivo a 13 cm (lavoro la misura M) aumento 1 m a entrambi i lati delle 6 m rov che contengono il segnapunti (lavorare a rov le prime 6 m aumentate, lavorare a dir le 6 m successive). Io capisco che mi viene una costa con 12 maglie a rovescio (6 rov già esistenti+6 aumenti a rov) e una nuova costa di 6 diritti (tutti aumenti). È giusto?

27.12.2014 - 22:35

DROPS Design answered:

Buongiorno Giada. Deve lavorare le prime 6 m aumentate da ciascun lato, a rov. Quindi avrà : 6 m rov (sono le m aumentate), 6 m rov (le m con il segno al centro), 6 m rov (le m aumentate). Deve poi lavorare le successive 6 m aumentate a dir; quindi alla fine degli aumenti avrà: 6 m rov (prime 6 m aumentate), 6 m dir (seconde 6 m aumentate) 6 m rov ( le m con il segno), 6 m dir e 6 m rov. In questo modo prosegue la lavorazione a coste 6 m dir, 6 m rov. Buon lavoro!

28.12.2014 - 12:24