DROPS Kid-Silk uni colour 75% mohair, 25% zijde |
4.05 € /25g |
Bestel |
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Hobbydoos.be website
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
-------------------------------------------------------
Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger
-------------------------------------------------------
DROPS Kid-Silk uni colour 75% mohair, 25% zijde 4.05 € /25g Bestel |
Als u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Hobbydoos.be website
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
Dit patroon is gecorrigeerd. Klik hier om de correcties te bekijken.
= De mouwkop wordt tegen het armsgat genaaid: a tegen A en b tegen B | |
= recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant | |
= averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant |
Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.
Deze stap-voor-stap instructie kan tevens behulpzaam zijn:
Waarom is de stekenverhouding zo belangrijk?
De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.
De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.
De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.
Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet
Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt
Hoe weet ik hoeveel bollen ik nodig heb?
De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.
Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.
LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Wat zijn de garengroepen?
Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.
Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep
Hoe gebruik ik de garenvervanger?
Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).
Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.
Waarom staan er garens in de patronen die niet meer leverbaar zijn?
Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.
Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.
Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.
What size should I knit?
Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.
U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.
Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen
Waarom krijg ik de verkeerde stekenverhouding met de aangegeven naalddikte?
De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.
Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.
Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding
Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding
Waarom wordt het patroon van boven naar beneden gereid?
Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.
In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.
Hoe brei ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.
Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.
Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?
Hoe haak ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.
Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.
Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.
Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.
Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken
Hoe brei/haak je verschillende telpatronen tegelijkertijd op dezelfde naald/toer
Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.
De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest
Waarom zijn de mouwen korter in de grotere maten?
De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.
Waar op het kledingstuk wordt de lengte gemeten??
De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.
Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.
Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen
Wat is een herhaling?
Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.
Waarom begint het werk met meer lossen dan waarmee gehaakt wordt?
Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.
Waarom meerderen voor de boord als het werk van boven naar beneden gebreid wordt?
De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.
Waarom meerderen in de afkantrand?
Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.
Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen
Hoe meerder/minder je afwisselend op elke 3e en 4e naald/toer?
Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.
Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend
Hoe kan ik een vest in de rondte breien, in plaats van heen en weer?
Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.
Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen
Kan ik een trui heen en weer breien in plaats van in de rondte?
Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?
Waarom is het patroon een beetje anders dan wat ik op de foto zie?
Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.
Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!
Hoe verander ik een kledingstuk voor dames in eentje voor heren?
Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.
Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.
Hoe voorkom ik dat een harig kledingstuk gaat pillen of pluizen?
Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.
Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:
1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt
2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.
3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.
4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.
Waarom pilt mijn kledingstuk?
Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.
U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.
Pine Hill |
||||||||||
|
|
|||||||||
Gebreide trui in DROPS Merino Extra Fine en DROPS Kid-Silk. Het werk wordt van onder naar boven gebreid met hoge hals en reliëfpatroon. Maten S - XXXL.
DROPS 244-28 |
||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel = 2 naalden recht. PATROON: Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. HALSVERSCHUIVINGEN: LINKER VOORPAND: Minder 1 steek voor de markeerdraad en meerder 1 steek na de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 1 averecht, 1 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), maak 1 omslag, brei tot het einde van de naald. Om te voorkomen dat de boord te strak wordt, meerdert u 1 steek zonder te minderen na iedere 3e meerdering/mindering. De omslagen worden gedraaid gebreid op de volgende naald, brei dan in boordsteek (1 recht, 3 averecht aan de goede kant). Brei de meerderingen/minderingen als volgt: NAALD 1: Meerder en minder NAALDEN 2.-4: Brei zoals hiervoor NAALD 5: Meerder en minder NAALDEN 6.-8: Brei zoals hiervoor NAALD 9: Meerder en minder NAALD 10: Brei zoals hiervoor NAALD 11: Meerder NAALD 12: Brei zoals hiervoor Herhaal deze 12 naalden zo verder. RECHTER VOORPAND: Meerder 1 steek voor de markeerdraad en minder 1 steek na de markeerdraad als volgt: Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 1 recht, 1 averecht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek, brei tot het einde van de naald. Meerder en minder op dezelfde manier als op het linker voorpand. KNOOPSGATEN: Brei de knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 KNOOPSGAT = brei de 3e en 4e steek vanaf de rand recht samen en maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat. Brei de knoopsgaten als het werk meet: S: 34, 41, 48 en 55 cm M: 36, 43, 50 en 57 cm L: 38, 45, 52 en 59 cm XL: 39, 47, 54 en 61 cm XXL: 41, 49, 56 en 63 cm XXXL: 43, 51, 58 en 65 cm Het laatste knoopsgat wordt gebreid als de hals 6 cm meet. TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de mouwen): Begin 1 steek voor de markeerdraad, 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in A.2. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het werk wordt heen en weer gebreid in delen en dan genaaid samen. De halslijn wordt gebreid door steken te verschuiven, zodat er steeds meer boordsteken richting midden voor komen en minder steken in A.2 richting de zijkant. De hals wordt op het einde gebreid. ACHTERPAND: Zet 102-111-117-126-135-144 steken op met rondbreinaald 4 mm en 1 draad van elke kwaliteit. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant. Brei dan boordsteek als volgt: 1 kantsteek in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, * 1 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, 1 recht en 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek heen en weer gebreid voor 8 cm. Brei 1 naald recht aan de goede kant en minder 22-23-21-22-23-24 steken verdeeld = 80-88-96-104-112-120 steken. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei A.1 met 1 ribbelsteek aan elke kant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als het werk 36-37-38-39-40-41 cm meet, kant dan 3-6-8-10-13-15 steken af voor de armsgaten op het begin van de volgende 2 naalden = 74-76-80-84-86-90 steken. Ga verder met A.1 met 1 ribbelsteek aan elke kant, zorg ervoor dat het patroon mooi doorloopt. Als het werk 54-56-58-60-62-64 cm meet, kant dan de middelste 36-36-36-42-42-42 steken voor de halslijn af. Eindig elke schouder apart. Kant 1 steek af op de volgende naald vanaf de hals = 18-19-21-20-21-23 steken. Ga verder met A.1 en 1 ribbelsteek aan elke kant tot het werk 56-58-60-62-64-66 cm meet. Kant af. Brei de andere schouder op dezelfde manier. VOORPAND: Zet op en brei op dezelfde manier als het achterpand tot de voorkant 33-35-37-38-40-42 cm meet, maar brei A.2 in plaats van A.1 = 80-88-96-104-112-120 steken. Verdeel nu het werk midden voor en verplaats steken voor de halslijn. Plaats de laatste 40-44-48-52-56-60 steken op een hulpdraad, brei de eerste 40-44-48-52-56-60 steken als volgt: LINKER VOORPAND: Lees het volgende deel door voordat u verder gaat! Brei de eerste naald aan de goede kant als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, brei A.2 over de volgende 30-34-38-42-46-50 steken, 1 averecht, 1 recht, 3 averecht, 1 recht, 3 ribbelsteken, zet 4 steken op = 44-48-52-56-60-64 steken. Brei dan als volgt aan de verkeerde kant: 7 ribbelsteken, 1 averecht, 3 recht, 1 averecht, voeg hier 1 markeerdraad in, 1 recht, brei zoals hiervoor tot het einde van de naald. Ga verder met dit patroon en brei de HALSLIJN VERSCHUIVINGEN – lees beschrijving (denk om het afkanten voor het armsgat – zie hieronder). Meerder/minder 1 steek iedere 4e naald (= iedere 2e naald aan de goede kant) 12-12-12-15-15-15 keer. LET OP! Meerder daarnaast 4-4-4-5-5-5 keer 1 extra steek. Er komen steeds meer boordsteken richting midden voor en minder steken in A.2 richting de zijkant. Minder en meerder aan elke kant van 2 steken in boordsteek (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), welke een diagonale lijn vormen op de schouder. TEGELIJKERTIJD als het werk 36-37-38-39-40-41 cm meet, kant de eerste 3-6-8-10-13-15 steken vanaf de zijkant af voor het armsgat, zorg ervoor dat het patroon mooi doorloopt. Als de verschuivingen klaar zijn, zijn er 45-46-48-51-52-54 steken. Brei verder tot het werk 56-58-60-62-64-66 cm meet. Kant de eerste 18-19-21-20-21-23 steken vanaf de zijkant af = 27-27-27-31-31-31 steken. Laat het werk rusten en brei het rechter voorpand. RECHTER VOORPAND: Lees het volgende deel door voordat u verder gaat! Zet 4 steken op, brei de 40-44-48-52-56-60 steken aan de goede kant als volgt: 3 ribbelsteken, 1 recht, 1 averecht, 1 recht, 1 averecht, brei A.2 tot er 1 steek over is, 1 kantsteek in ribbelsteek = 43-47-51-55-59-63 steken. Aan de verkeerde kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, brei A.2 tot er 13 steken over zijn, 1 recht, voeg hier 1 markeerdraad in, 1 averecht, 3 recht, 1 averecht, 7 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon en brei HALSVERSCHUIVINGEN - (denk erom dat u afkant voor het armsgat – zie hieronder). Meerder/minder 12-12-12-15-15-15 keer 1 steek op iedere 4e naald (= iedere 2e naald aan de goede kant). LET OP! Meerder daarnaast 4-4-4-5-5-5 keer 1 extra steek. Er komen steeds meer boordsteken richting midden voor en minder steken in A.2 richting de zijkant. Minder en meerder aan elke kant van 2 steken in boordsteek (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), welke een diagonale lijn volgen op de schouder. Brei de knoopsgaten – lees beschrijving hierboven. TEGELIJKERTIJD als het werk 36-37-38-39-40-41 cm meet, kant dan de eerste 3-6-8-10-13-15 steken vanaf de zijkant af voor het armsgat, zorg ervoor dat het patroon verder loopt zoals hiervoor. Als de verschuivingen klaar zijn, zijn er 45-46-48-51-52-54 steken. Brei verder tot het werk 56-58-60-62-64-66 cm meet. Kant de eerste 18-19-21-20-21-23 steken vanaf de zijkant af = 27-27-27-31-31-31 steken. Laat het werk rusten. MOUWEN: De mouwen worden van onder naar boven, in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald. Zet 48-48-51-51-57-60 steken op met breinaalden zonder knop maat 4 mm. Brei 1 naald recht, brei dan boordsteek in de rondte (1 recht, 2 averecht) voor 8 cm. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 5 mm. Brei 1 naald recht en minder 4-4-3-3-5-4 steken verdeeld = 44-44-48-48-52-56 steken. Voeg een markeerdraad in op het begin van de naald = midden onder de mouw. Brei A.1, TEGELIJKERTIJD als de mouw 11-12-11-12-11-13 cm meet, meerder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere 4-3-3-2½-2½-1½ cm in totaal 10-12-12-13-13-13 keer (ga verder met korte rondbreinaald als u genoeg steken heeft) = 64-68-72-74-78-82 steken. Als de mouw 49-47-46-45-42-41 cm meet, brei dan de mouwkop heen en weer gebreid (vanaf midden onder de mouw) tot de mouw 50 cm meet in alle maten (een split van 1-3-4-5-8-9 cm op de bovenkant van de mouw). Brei de andere mouw op dezelfde manier. AFWERKING: Naai de schoudernaden samen. Naai de mouwkop aan het armsgat en de split aan de onderkant van het armsgat – zie tekening. Naai de zijnaden dicht en laat een split van 8 cm open op de onderkant. HALS: Plaats de 27-27-27-31-31-31 steken van elk voorpand op rondbreinaald 4 mm en neem 37-37-37-45-45-45 steken op langs de halslijn achter = 91-91-91-107-107-107 steken. Brei dan als volgt aan de verkeerde kant: 7 voorbiessteken in ribbelsteek, * 1 averecht, 3 recht *, brei van *-* tot er 8 steken over zijn, 1 averecht en 7 voorbiessteken in ribbelsteek. Brei deze boordsteek voor 8 cm – denk om het laatste knoopsgat. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Leg de rechter voorbies over de linker voorbies en naai samen op de onderkant. Naai de knopen op de linker voorbies. |
||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||
|
||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Met meer dan 40 jaar ervaring in brei- en haakdesign biedt DROPS Design één van de meest uitgebreide collecties van gratis patronen aan op internet vertaald in 304 talen. Tot en met vandaag hebben wij 11422 boeken en 11129 patronen gepubliceerd.
Wij werken hard om u het beste van haken en breien te bieden; patronen, inspiratie, advies en natuurlijk garens van uitstekende kwaliteit voor de allerbeste prijzen! Wilt u onze patronen gebruiken voor meer dan privégebruik? U kunt lezen wat wel en niet is toegestaan is in de Copyright tekst, die u onderaan elk patroon kunt vinden. Veel handwerkplezier!
Opmerkingen / Vragen (10)
Wendy wrote:
Just wanted to let you know that the listing of this pattern on Ravelry has the wrong catalog numbering. It says this pattern is 244-29 intead of 244-28. ;-) Thanks so much to all of you for all that you do! Garnstudio is the best!! :-)
16.04.2024 - 05:01DROPS Design answered:
Dear Wendy, thanks for noticing, pattern number has now been edited on Ravelry. Happy knitting!
16.04.2024 - 08:26Catherine wrote:
Dear Editor, for the “Right Front” 1st paragraph under “cast on 4 stitches”……….. until before “from the wrong side”, is the description correct?I seems somehow some stitches missing. Thank you very much.
12.04.2024 - 06:39DROPS Design answered:
Dear Catherine, your feedback has been forwarded to our design team, thanks for noticing.
12.04.2024 - 08:32Catherine wrote:
Please help me 1. Right front pc—after cast on 4 stitches + 48 stitches should be 52 stitches but it reads 51 stitches in the description, 2. On wrong side (continue next row), “until 13stitches left”, after work knit, purl , 7 band etc altogether only 12 stitches?., 3. Increase/decrease issue— sometimes increase every 4th row = every2nd row ?.? 4. Increase sometimes is after every 3rd increase.?? Thank you so much.
11.04.2024 - 12:20DROPS Design answered:
Dear Catherine, 2: after "13 stitches are left" - knit 1, marker, purl 1, knit 3, purl 1, 7 band stitches. You have 13 stitches. 3: increase every 4th row means that you knit 3 rows and increase in the fourth. If you start in a row from the right side, then you increase on every 2nd/alternate row from the right side: right side - increase row, wrong side - normal row 1, right side - normal row 2, wrong side - normal row 3, right side - new increase row. 4: "Every 3rd increase" is only for the neck displacements; it means after every 3rd increase row. In that case, you work an extra, only increase (with no decreases) row in row 11 of the displacements, as shown. Happy knitting!
14.04.2024 - 18:18Catherine wrote:
Please help me to understand the neck displacement Row 1 — increase/decrease Row 2-4– work as before? etc Does it mean row 2 to row 4 no increase/decrease?
11.04.2024 - 11:57DROPS Design answered:
Dear Catherine, in row 1 you increase and decrease as the instructions in the explanations (at the beginning of the pattern) tells you. In row 2-4 you work stitches as before (as the pattern shows), but no increase or decrease. Happy Knitting!
11.04.2024 - 13:30Catherine wrote:
Continue my confusion about neck displacement: 4. Some paragraphs said the increase is after every 3rd increase? Please help me. Thank you very much
11.04.2024 - 11:40DROPS Design answered:
Dear Catherine, when doing the dsisplacement, for every increase there is a decrease, so even though the stitches slant, the number of stitches stay the same. However, in order to avoid the rib to become too thight, you leave out this decrease, so there will be more stitches at the end. I hope this helps. Happy Knitting!
11.04.2024 - 13:34Albertha wrote:
Om te voorkomen dat de boord te strak wordt, is een instructie te lezen. In één naald meerder en minder je, maar na iedere 3e keer minder je niet. Je krijgt hierdoor dus meer steken toch? Wordt je boordsteek dan 1 recht, 3 averecht? Op de foto is daar niets van te zien dus klopt dat wel?
07.11.2023 - 10:34DROPS Design answered:
Dag Albertha,
Ja, dat klopt. Er komen daardoor meer steken bij in totaal, maar dit zie je niet terug in de boordsteek, deze blijft in tact. Normaal meerder je en minder je steeds om de halslijn te laten verschuiven, maar op iedere 3e keer dat je dit doet, minder je niet, maar maak je alleen de meerdering. Je houdt wel de boordsteek in tact. De hals wordt hierdoor wat ruimer.
08.11.2023 - 20:44Lígia Rodrigues wrote:
Autumn Sky
07.08.2023 - 10:17Patricia Scott wrote:
Promenade en forêt
05.08.2023 - 21:59Johanna wrote:
Herbststrand
04.08.2023 - 17:56Mariela wrote:
Dark woods
03.08.2023 - 14:28