DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Budding Warmup

Gebreide trui met raglan voor heren in DROPS Alaska. Het werk wordt gebreid van boven naar beneden met structuurpatroon en tricotsteek. Maat: S - XXXL

DROPS 219-10
DROPS design: Patroon x-448
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS ALASKA van garnstudio (behoort tot garengroep C)
550-650-700-750-850-900 g kleur 02, naturel

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 20 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5.5 mm
DROPS RONDBREINAALD 5.5 mm : Lengte 40 en 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4.5 mm
DROPS RONDBREINAALD 4.5 mm : Lengte 40 en 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatroon A.1.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 96 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 10) = 9.6.
In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag re maken na ongeveer iedere 10e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (geldt voor de raglan):
Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, 1 omslag (= 1 steek gemeerderd), brei 2 steken in tricotsteek, 1 omslag (= 1 steek gemeerderd). Meerder zo op alle markeerdraden (= 8 steken gemeerderd). Brei de omslagen gedraaid op de volgende naald om gaatjes te voorkomen. Brei de gemeerderde steek op het voorpand en achterpand in patroon A.1, brei de gemeerderde steek op de mouw in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de zijkant op het lijf en de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 4 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 4 recht (de markeerdraad is in het midden van deze steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om een strakke afkantrand te voorkomen kunt u een naald in een maat groter gebruiken. Als het nog steeds te strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer iedere 4e steek, kant deze af als normale steken.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei de halsrand en de pas in de rondte op de rondbreinaald vanaf midden achter, van boven naar beneden. Brei de halsrand dubbel en naai vast aan het einde. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. Het lijf wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop, van boven naar beneden.

HALSRAND:
Zet 80-84-92-96-96-104 steken op de rondbreinaald 4.5 mm met Alaska. Brei 8 cm boordsteek = 2 recht/2 averecht. De naalden beginnen midden achter. Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald, meet de pas vanaf deze markeerdraad!

PAS:
Brei 1 naald recht en meerder 2-6-6-2-10-2 steken verdeeld = 82-90-98-98-106-106 steken – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1.
Brei de volgende naald als volgt (voeg markeerdraden in tussen de steken): Brei 12-14-16-16-18-18 steken volgens telpatroon A.1 (= helft van het achterpand), 1 steek in tricotsteek, voeg de 1e markeerdraad in, 14 steken in tricotsteek (= mouw), voeg de 2e markeerdraad in, brei 1 steek in tricotsteek, brei 25-29-33-33-37-37 volgens telpatroon A.1, brei 1 steek in tricotsteek (= voorpand), voeg de 3e markeerdraad in, 14 steken in tricotsteek (= mouw), voeg de 4e markeerdraad in, brei 1 steek in tricotsteek, brei 13-15-17-17-19-19 steken volgens telpatroon A.1 (= laatste helft van het achterpand).
Neem de markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien, meerder voor de raglan aan elke kant van iedere markeerdraad. Meerder op de volgende naald 1 steek aan elke kant van iedere markeerdraad - lees TIP VOOR HET MEERDEREN -2! Meerder zo iedere andere naald 19-20-22-24-26-30 keer in totaal = 234-250-274-290-314-346 steken.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Het werk meet ongeveer 19-20-22-24-26-29 cm vanaf de markeerdraad midden achter. Brei tot het werk 20-21-23-25-27-30 cm meet vanaf de markeerdraad. Verdeel nu het werk voor de mouwen en lijf als volgt:
Brei in patroon zoals hiervoor over de eerste 34-35-39-42-47-52 steken (= helft van het achterpand), zet de volgende 48-54-58-60-62-68 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 10-10-10-12-12-12 steken op onder de mouw, brei in patroon zoals hiervoor over de volgende 69-71-79-85-95-105 steken (= voorpand), zet de volgende 48-54-58-60-62-68 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 10-10-10-12-12-12 steken op onder de mouw, brei in patroon zoals hiervoor over de laatste 35-36-40-43-48-53 steken (= helft van het achterpand).

LIJF:
= 158-162-178-194-214-234 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 10-10-10-12-12-12 nieuwe steken onder de mouw (= in de zijkant van het lijf). Neem de markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien; ze worden later gebruikt bij het minderen in de zijkanten. Ga verder in patroon zoals hiervoor (pas A.1 aan in de zijkanten zodat het patroon mooi verder loopt op het voor- en achterpand). Minder bij een hoogte van 5 cm vanaf de scheiding, 1 steek aan elke kant van de markeerdraden - lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 steken geminderd). Minder zo iedere 9 cm 3 keer in totaal = 146-150-166-182-202-222 steken. Brei bij een hoogte van 31-32-32-32-32-31 cm vanaf de scheiding, 1 naald recht terwijl u TEGELIJKERTIJD 14-18-14-18-14-18 steken verdeeld meerdert = 160-168-180-200-216-240 steken. Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm en brei boordsteek 2 recht/2 averecht in de rondte. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht als de boordsteek 5 cm meet - lees TIP VOOR HET AFKANTEN. Het werk meet ongeveer 36-37-37-37-37-36 cm vanaf de scheiding.

MOUW:
Zet de 48-54-58-60-62-68 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 5.5 mm en neem 1 steek op in elke van de 10-10-10-12-12-12 opgezette steken onder de mouw = 58-64-68-72-74-80 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 10-10-10-12-12-12 nieuwe steken. Neem de markeerdraad mee in de hoogte tijdens het breien; het wordt gebruikt voor het minderen onder de mouw. Brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 3-3-4-5-5-5 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 1 steek aan elke kant van markeerdraad - denk om TIP VOOR HET MINDEREN (= 2 steken geminderd). Minder zo iedere 3½-3-2½-2-2-1½ cm 11-12-13-15-15-18 keer in totaal = 36-40-42-42-44-44 steken. Als de mouw 43-43-41-40-39-38 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 4-4-2-6-4-4 steken verdeeld = 40-44-44-48-48-48 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 4.5 mm en brei boordsteek 2 recht/2 averecht in de rondte. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht als de boordsteek 5 cm meet - lees TIP VOOR HET AFKANTEN.
Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

AFWERKING:
Vouw de hals naar buiten richting de goede kant. Hecht de afkantrand af – Naai met kleine nette steken op de verkeerde kant van de trui (zorg ervoor dat de naad onzichtbaar is aan de goede kant en voorkom een strakke naad).

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Budding Warmup

@lalenak.nit, Germany

Budding Warmup & Tangled Willows

Linda Christensen, Denmark

Budding Warmup

Karen, United Kingdom

Budding Warmup

Svetlana, United States

Laat een opmerking achter voor DROPS 219-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (38)

country flag Ísak Sigfússon wrote:

Vanntar mynstur A1 í uppskrift

30.09.2021 - 00:56

DROPS Design answered:

Blessaður Ísak. Mynsturteikning A.1 er neðarlega í uppskriftinni við teikningu á peysu með máli. Slétt lykkja og brugðin lykkja. Gangi þér vel.

05.10.2021 - 16:12

country flag Suzanne wrote:

Bonjour, je suis rendue à faire les diminutions sur les côtés sous les aisselles à 5 cm de la séparation. Je ne comprend pas comment je peux garder le motif A1 quand je tricote 2 mailles ensembles, je me retrouve avec 2 à l'endroit ou 2 à l'envers de suite et le motif ne suit plus. Je ne trouve pas de tutoriel qui m'explique comment diminuer avec ce point de sable. Pourrriez-vous m'aider s'il vous plaît ?

06.06.2021 - 21:19

DROPS Design answered:

Bonjour Suzanne, il est tout à fait normal que le motif A.1 ne tombe pas juste sur les côtés tant que les diminutions ne sont pas terminées, ce n'est pas grave, continuez à tricoter les mailles comme avant pour ne pas décaler les côtes, même si vous avez 3 m jersey ou 3 m point mousse côte à côte. les diminutions se font comme indiqué sous DIMINUTIONS (côtés pull et manches): . Bon tricot!

07.06.2021 - 07:56

country flag Emanuela wrote:

Buongiorno, ho iniziato a lavorare il modello 219/10, ma non mi è chiara una cosa: gli aumenti del raglan si fanno ad ogni giro? Grazie x la risposta Emanuela

14.05.2021 - 18:15

DROPS Design answered:

Buonasera Emanuela, gli aumenti del raglan si lavorano ogni 2 giri. Buon lavoro!

14.05.2021 - 18:20

country flag Lyn Murphy wrote:

Hi I am in the process of knitting this jumper and have just started the body after finishing the yoke and dividing for the sleeves- I cannot see how a raglan as shown in the diagram will fit with the yoke I have knitted? Thanks

20.04.2021 - 23:46

DROPS Design answered:

Dear Lyn, if you mean the part, ehere the body is wider than the yoke, yu will see, when dividing the stotches for teh body and teh sleeves, there will be 10-10-10-12-12-12 stitches (depending on the size you knit) cast on, giving you the sape of the armhole. Happy Knitting!

21.04.2021 - 00:57

country flag Marine wrote:

Bonjour, Je ne comprends pas le diagramme A1 pour le point fantaisie. Serait il possible de me le décrire avec des explications s'il vous plaît ? Comment dois-je tricoter mes rangs ? Je vous remercie d'avance.

04.03.2021 - 18:38

DROPS Design answered:

Bonjour Marine, le diagramme A.1 est tres facile: rang 1 est tricote a l'endroit, rang 2: repetez 1 maille envers, 1 maille endroit, rang 3: a l'endroit, etc. Bon tricot!

04.03.2021 - 19:15

country flag Ida wrote:

Hej Drops. Jeg har forsøgt at læse mig til, hvordan man læser strikkediagrammet A.1 i opskriften, men jeg bliver stadig i tvivl. Går selve mønsteret ud på at strikke: 1 r, 1 r 1 vr, 1 r, 1 r, 1 r 1 vr, 1 r Det ligner det, hvis man læser nederst i højre hjørne og mod venstre? Bh Cecilie

23.02.2021 - 09:31

DROPS Design answered:

Hej Ida, hele første pind er ret fra retsiden, hele næste pind er skiftevis 1 ret 1 vrang, 3.pind/omgang er hele pinden ret fra retsiden osv :)

24.02.2021 - 15:41

country flag Lea wrote:

Kan denne trøje strikkes i en størrelse XS? Hvordan kan jeg regne opskriften om?

18.02.2021 - 12:16

DROPS Design answered:

Hej Lea, når din strikkefasthed er 16 masker på 10 cm, så får du målene som du finder i måleskitsen. Her kan du se hvordan du gør: Hvordan måles strikkefastheden og regnes en opskrift ud

18.02.2021 - 12:20

country flag Charlotte wrote:

De meerderingen voor de pas zijn onduidelijk. Er staat dat er elke naald gemeerderd moet worden (19 keer). Dan zou het werk 19 cm moeten meten vanaf de markeerder. Dit is echter niet het geval. Ik lees hier in de opmerkingen dat het elke 2e naald is (wanneer alle steken recht gebreid worden)?

13.02.2021 - 13:15

country flag Maria wrote:

Je désire commence de bas en haut comment le faie

07.02.2021 - 16:04

DROPS Design answered:

Bonjour Maria, nous ne sommes malheureusement pas en mesure de pouvoir adapter chacun de nos modèles à chaque demande - vous pouvez vous inspirer d'un modèle de pull tricoté de bas en haut dans le même échantillon - ou bien consulter la leçon ou la vidéo expliquant comment réaliser un pull de haut en bas. Bon tricot!

08.02.2021 - 10:15

country flag Dagbjört wrote:

Það kemur poki á ermina við búkinn, er ég að gera eitthvað rangt? Ég á myndir af þessu ef þið teljið það skýra málið betur

30.01.2021 - 17:16