DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Columns of Valhalla

Gebreide trui in DROPS Alaska. Het werk wordt gebreid met zadelschouders, kabels en split in de zijkanten. Maten S - XXXL.

DROPS 217-15
DROPS Design: Patroon nr. x-454
Garengroep C of A + A
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS ALASKA van garnstudio (behoort tot garengroep C)
750-800-900-1000-1100-1200 g kleur 63, parelgrijs

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 20 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 5.5 MM: Lengte 40 cm en 60 cm of 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 4.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm voor de boordsteek.
DROPS KABELNAALD – voor de kabels.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel in de hoogte = Brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.3. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.3). A.1 geldt voor maten XL, XXL en XXXL.

TIP VOOR HET MINDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld mindert, tel het aantal steken waarover geminderd moet worden (dus 14 steken) en deel deze door het aantal te maken minderingen (dus 3) = 4.6.
In dit voorbeeld mindert u door (ongeveer) afwisselend elke 3e en 4e en elke 4e en 5e steek recht samen te breien.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt:
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 4 steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt gebreid in delen welke aan het einde samen genaaid worden. De voor- en achterpanden worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald tot de armsgaten. De rest van de mouw wordt heen en weer gebreid. Aan het einde wordt een dubbele hals in de rondte gebreid.

ACHTERPAND:
Zet 107-121-135-141-141-155 steken op met rondbreinaald 4.5 mm en Alaska. Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant). Brei dan boordsteek in de verschillende maten als volgt:

Maten S, M en L:
Brei 3 steken in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, brei boordsteek (= 3 recht, 4 averecht) tot er 6 steken over zijn, 3 recht en brei 3 ribbelsteken. Ga verder heen en weer gebreid met recht over recht, averecht over averecht en 3 steken in ribbelsteek aan elke kant. Als de boordsteek 5 cm meet, ga dan verder met rondbreinaald 5.5 mm.
Brei de volgende naald aan de goede kant als volgt: 3 ribbelsteken, 7-14-21 recht en minder tegelijkertijd 0-3-7 steken verdeeld over deze steken (= 7-11-14 steken), recht boven recht en averecht boven averecht over de volgende 87-87-87 steken en minder tegelijkertijd alle 4-averecht delen naar 3-averecht door 2 steken averecht samen te breien (= 12-12-12 steken geminderd), brei 7-14-21 recht en minder tegelijkertijd 0-3-7 steken verdeeld over deze steken en brei 3 ribbelsteken = 95-103-109 steken. Brei terug met recht over recht, averecht over averecht en 3 ribbelsteken aan elke kant.

Maten XL, XXL en XXXL:
Brei 3 steken in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, brei boordsteek (= 3 recht, 4 averecht) over de volgende 21-21-28 steken, A.1 over de volgende 90 steken (= 3 herhalingen van 30 steken), boordsteek (= 3 recht / 4 averecht) over de volgende 21-21-28 steken, 3 recht en brei 3 ribbelsteken. Ga zo verder heen en weer gebreid. Als de boordsteek 5 cm meet, ga dan verder met rondbreinaald 5.5 mm.
Brei de volgende naald aan de goede kant als volgt: 3 ribbelsteken, 21-21-28 recht en minder tegelijkertijd 6-2-4 steken verdeeld over deze steken (= 15-19-24 steken), 3 recht, recht boven recht en averecht boven averecht over de volgende 87-87-87 steken en minder tegelijkertijd alle delen averecht door 2 steken averecht samen te breien (dus alle 4-averecht delen worden 3-averecht en alle 5-averecht delen worden 4-averecht = 12-12-12 steken geminderd), 3 recht, 21-21-28 recht en minder tegelijkertijd 6-2-4 steken verdeeld over deze steken (= 15-19-24 steken), 3 ribbelsteken = 117-125-135 steken. Brei terug met recht over recht, averecht over averecht en 3 ribbelsteken aan elke kant.

Alle maten:
Brei nu in patroon als volgt: 3 ribbelsteken, tricotsteek over de volgende 7-11-14-15-19-24 steken, * A.2, A.3 (kies het telpatroon voor uw maat) *, brei van *-* 3 keer, A.2, tricotsteek over de volgende 7-11-14-15-19-24 steken en brei 3 ribbelsteken. Ga verder met dit patroon heen en weer gebreid. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als het werk 32-33-34-35-36-37 cm meet, kant dan af voor de armsgaten op beide kanten als volgt: Kant 1 keer 4-4-5-5-6-6 steken af, 0-1-1-1-1-2 keer 3 steken, 1-1-1-2-3-3 keer 2 steken en 1-1-2-3-3-3 keer 1 steek (= 7-10-12-15-18-21 steken afgekant voor elk armsgat) = 81-83-85-87-89-93 steken. Ga verder heen en weer gebreid met patroon zoals hiervoor over de middelste 75-75-75-81-81-81 steken, 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant, en brei de overgebleven steken in tricotsteek (= 2-3-4-2-3-5 tricotsteken tussen het patroon en de kantsteken).
Als het werk 48-50-52-54-56-58 cm meet – pas aan zodat de volgende naald aan de goede kant wordt gebreid (het armsgat meet 16-17-18-19-20-21 cm), brei dan als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, recht boven recht en averecht boven averecht tot er 1 steek over is en minder tegelijkertijd 22 steken verdeeld over de rechte delen in de grote kabels, 1 kantsteek in ribbelsteek = 59-61-63-65-67-71 steken. Kant af.

VOORPAND:
Zet 107-121-135-141-141-155 steken op met rondbreinaald 4.5 mm en Alaska. Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant). Brei dan boordsteek en patroon op dezelfde manier als het achterpand. Als het werk 32-33-34-35-36-37 cm meet, kant dan af voor de armsgaten op dezelfde manier als voor het achterpand = 81-83-85-87-89-93 steken. Ga verder heen en weer gebreid met patroon over de middelste 75-75-75-81-81-81 steken, 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant en de overgebleven steken in tricotsteek (= 2-3-4-2-3-5 tricotsteken tussen het patroon en de kantsteken).
Als het werk 45-47-48-50-51-53 cm meet, pas aan zodat de volgende naald aan de goede kant wordt gebreid, brei dan als volgt: Brei zoals hiervoor over de eerste 30-31-31-32-32-34 steken, recht boven recht en averecht boven averecht voor de volgende 21-21-23-23-25-25 steken en minder tegelijkertijd 6 steken verdeeld over de rechte steken in de grote kabel (= 21-21-23-23-25-25 steken geminderd naar 15-15-17-17-19-19 steken), plaats deze 15-15-17-17-19-19 steken op een hulpdraad (= hals) en brei de laatste 30-31-31-32-32-34 steken.
De schouders worden nu apart verder gebreid. Brei heen en weer in patroon zoals hiervoor en kant tegelijkertijd op elke naald vanaf de hals steken af als volgt: Kant 2 keer 2 steken af en 1 keer 1 steek = 25-26-26-27-27-29 steken. Ga verder heen en weer gebreid tot het werk 48-50-52-54-56-58 cm meet – pas aan zodat de volgende naald aan de goede kant wordt gebreid (het armsgat meet nu 16-17-18-19-20-21 cm). Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, brei recht tot er 1 steek over is en minder tegelijkertijd 8 steken verdeeld over deze steken, 1 kantsteek in ribbelsteek = 17-18-18-19-19-21 steken. Kant af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

RECHTER MOUW:
Zet 46-52-52-58-58-58 steken op met breinaalden zonder knop maat 4.5 mm en Alaska. Brei 1 naald recht. Voeg een markeerdraad in op het begin van de naald. Brei dan boordsteek als volgt: (3 averecht, 3 recht) over de eerste 12-18-18-24-24-24 steken, 3 averecht, (3 recht, 4 averecht) over de volgende 28 steken, 3 recht. Ga verder met boordsteek in de rondte voor 6 cm. Brei de volgende naald als volgt: 15-21-21-27-27-27 recht en minder tegelijkertijd 1-5-1-7-7-5 steken verdeeld over deze steken, recht boven recht en averecht boven averecht voor de volgende 31 steken en minder in de verschillende maten als volgt:
Maten S, M en L: Minder 1 steek in elk van de 4-averecht delen (= 4 steken geminderd).
Maten XL, XXL en XXXL: Minder 1 steek in de 2 middelste averechte delen (= 2 steken geminderd).
Er zijn nu 41-43-47-49-49-51 steken op de naald. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 5.5 mm.
Brei 7-8-10-10-10-11 steken recht. Voeg hier een markeerdraad in (= deze geeft het midden onder de mouw aan en het nieuwe begin van de naald). Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte, het wordt gebruikt bij het meerderen onder de mouw. Brei nu in patroon als volgt: Brei 7-8-10-10-10-11 recht, brei A.2 over de volgende 3 steken, A.3 (kies het telpatroon voor uw maat) over de volgende 21-21-21-23-23-23 steken, A.2 over de volgende 3 steken en brei 7-8-10-10-10-11 recht. Ga zo verder in de rondte.
Als de mouw 11-10-10-7-11-8 cm meet, meerder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere 2-2-2-2-1½-1½ cm in totaal 16-16-16-17-19-21 keer = 73-75-79-83-87-93 steken. Brei verder tot de mouw 46-45-45-43-43-41 cm meet vanaf de opzetrand.
Kant nu de middelste 8-8-10-10-12-12 steken onder de mouw af voor het armsgat (= 4-4-5-5-6-6 steken aan elke kant van de markeerdraad) = 65-67-69-73-75-81 steken. Ga verder heen en weer gebreid met patroon zoals hiervoor en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Kant op het begin van elke naald steken af voor de mouwkop aan elke kant als volgt: Kant 1-1-2-2-2-2 keer 3 steken af, 7-6-5-4-4-5 keer 2 steken en 1-4-4-7-8-9 keer 1 steek (= in totaal 18-19-20-21-22-25 steken afgekant aan elke kant) = 29-29-29-31-31-31 steken. De mouw meet ongeveer 9-11-11-13-14-16 cm vanaf de afgekante steken. Voeg hier een markeerdraad. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN.
Ga verder heen en weer gebreid met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant tot de mouw 10-11-11-12-12-13 cm meet – pas aan zodat de volgende naald aan de goede kant is. Brei recht boven recht en averecht boven averecht over de eerste 23-23-23-25-25-25 steken en brei tegelijkertijd de eerste 14 rechte steken in A.3 recht samen (2 aan 2), (= 7 steken geminderd), brei de volgende 2 steken recht samen (= 1 steek geminderd), brei patroon zoals hiervoor over de laatste 4 steken = 21-21-21-23-23-23 steken. Keer het werk en brei patroon zoals hiervoor over de eerste 5 steken, brei dan de overgebleven steken averecht. Keer het werk en kant de eerste 16-16-16-18-18-18 steken af en voeg een markeerdraad in aan het einde van de naald (de markeerdraad geeft aan welke kant van de mouw later aan het achterpand genaaid wordt). Brei dan heen en weer gebreid met A.2 en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant over de overgebleven 5 steken tot het werk 8-8-8-8-9-9 cm meet. Kant af. De mouw meet in totaal 73-75-76-77-78-79 cm.

LINKER MOUW:
Brei op dezelfde manier als de rechter mouw, maar als de mouwkop klaar is en de mouw meet 19-22-22-25-26-29 cm vanaf de afgekante steken, brei dan de volgende naald aan de goede kant als volgt: Brei de eerste 4 steken zoals hiervoor, 2 recht samen (= 1 steek geminderd), recht boven recht en averecht boven averecht over de laatste 23-23-23-25-25-25 steken en brei tegelijkertijd de laatste 14 rechte steken in A.3 recht samen (2 aan 2) (= 7 steken geminderd) = 21-21-21-23-23-23 steken. Keer het werk en kant de eerste 16-16-16-18-18-18 steken af en voeg een markeerdraad in aan het einde van de naald (geeft aan welke kant van de mouw later aan het achterpand genaaid wordt). Brei dan heen en weer met A.2 en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant over de overgebleven 5 steken tot het werk 8-8-8-8-9-9 cm meet. Kant af. De mouw meet in totaal 73-75-76-77-78-79 cm.

AFWERKING:
Naai de mouwen aan het voor- en achterpand aan de binnenkant van de 1 kantsteek/afkantrand als volgt: Naai een mouw aan het achterpand door de naad vanaf het armsgat en naar boven over de schouder tot midden achter van het achterpand te naaien. Herhaal op de andere mouw, en eindig door de afkantranden op de mouwen (= de laatste 5 steken die afgekant zijn op de mouwen) midden achter dicht te naaien. Naai een mouw aan het voorpand vanaf het armsgat en naar boven over de schouder tot de hals. Herhaal op de andere mouw.
Naai de zijnaden in de buitenste lus van de buitenste steek van boven naar beneden en laat 17 cm over op de onderkant (= split).

DUBBELE HALS:
Neem 66 tot 84 steken op (inclusief de steken op de hulpdraad midden voor) aan de binnenkant van de 1 kantsteek, aan de goede kant met Alaska en rondbreinaald 4.5 mm. Het aantal steken moet deelbaar zijn door 6. Brei boordsteek (= 3 recht, 3 averecht) in de rondte voor 10-11 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – lees TIP VOOR HET AFKANTEN! Vouw de hals dubbel tot de verkeerde kant en naai naar beneden. Om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt is het belangrijk dat de naad elastisch is.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 17.04.2023
LINKER MOUW:
Brei op dezelfde manier als de rechter mouw, maar als de mouwkop klaar is en de mouw meet 19-22-22-25-26

-29 cm vanaf de afgekante steken...

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = dit vierkant heeft geen steek; ga gelijk verder met het volgende symbool
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald de omslag recht om een gaatje te maken
symbols = 3 recht, haal de eerste steek over de volgende 2 zodat het eromheen ligt (= 1 steek geminderd)
symbols = plaats 5 steken op een kabelnaald achter het werk, 5 recht, 5 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 5 steken op een kabelnaald voor het werk, 5 recht, 5 recht van de kabelnaald
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 217-15

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (14)

country flag Sylvie GOUEY wrote:

Bonsoir, A la fin de l'explication de la manche droite, merci de me confirmer qu'il faut continuer avec A2 et deux mailles lisières pendant 8 cm ? Cette partie est elle bien à coudre à l'arrière du cou jusqu'au milieu du dos ? Merci pour votre réponse. Cordialement.

02.02.2021 - 19:42

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gouey, tout à fait - cette partie est ensuite assemblée le long des mailles rabattues du dos et ces 16 à 18 mailles rabattues seront assemblées aux 16-18 dernières mailles rabattues à la fin de la manche gauche. Bon tricot!

03.02.2021 - 08:38

country flag Sylvie GOUEY wrote:

Je ne comprends pas l'indication suivante : "tricoter deux mailles ensembles à l'envers dans toutes les sections de trois mailles envers". Merci pour votre aide.

05.01.2021 - 12:19

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gouey, vous devez diminuer 1 maille dans les sections 3 mailles envers, ainsi, vous allez tricoter ces 3 m env ainsi: 2 mailles ensemble à l'"envers, 1 maille envers = il ne reste plus que 2 mailles envers dans chacune des sections en mailles envers des côtes. Bon tricot!

05.01.2021 - 14:38

country flag Anna wrote:

Buongiorno, sono arrivata al punto "Lavorare 7-8-10-10-10-11 maglie a diritto. Inserire un segno qui (= indica il centro, sotto la manica ed è il nuovo inizio dei giri)", il segno non va messo tra le 7 m (7m segno 7m)? se metto il segno dopo le 7m al giro successivo avrò 14 m prima del segno e la treccia non verrà centrale. grazie

13.11.2020 - 09:07

DROPS Design answered:

Buongiorno Anna, è esattamente come è scritto: lavora 7 maglie, segno altre 7 maglie. Buon lavoro!

13.11.2020 - 15:35

country flag Anna wrote:

Sono arrivata agli scalfi e mi dice di intrecciare per ogni lato 4m 1 volta, 3m 0 volte, 2m 1 volta e 1m 1 volta... ma devo intrecciare solo sui ferro diritti o anche sui rovesci? Grazie

02.11.2020 - 17:50

DROPS Design answered:

Buongiorno Anna, deve intrecciare all'inizio e alla fine del ferro, per cui partirà intrecciando le maglie, arriva alla fine, gira il lavoro e intreccia lo stesso numero di maglie dall'altro lato...e così via. Buon lavoro!

06.11.2020 - 09:41