DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 23.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Follow the Fjord

Gebreide trui in DROPS Karisma. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met zadelschouders en kantpatroon. Maten S - XXXL.

DROPS 215-21
DROPS Design: Patroon nr. u-902
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS KARISMA van garnstudio (behoort tot garengroep B)
450-500-550-600-650-750 g kleur 50, zeegroen

STEKENVERHOUDING:
20 steken in de breedte 26 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 4.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm voor tricotsteek/patroon.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 23.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatroon A.1.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 12 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 4) = 3.
In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na elke 3e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2:
VOOR DE MARKEERDRAAD:
De nieuwe steek wordt gedraaid gebreid, leunend richting rechts.
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in voorste lus.
NA DE MARKEERDRAAD:
De nieuwe steek wordt gedraaid gebreid, leunend richting links.
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek recht in de achterste lus.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 4e steek terwijl u tegelijkertijd afkant; de omslagen worden als normale steken afgekant
-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt in de rondte gebreid, van boven naar beneden.
Er worden steken gemeerderd op de pas voor de schouders aan de voor- en achterkant, dan worden er steken gemeerderd voor de mouwen.
De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen; het lijf wordt verder in de rondte gebreid. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop, van boven naar beneden.

HALS:
Zet 96-104-104-112-120-128 steken op met rondbreinaald 3.5 mm en Karisma.
Brei 1 naald recht.
Brei dan boordsteek als volgt: 1 averecht, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn, 2 recht en 1 averecht. Ga verder met deze boordsteek voor 8½ cm.
Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm.
Voeg een markeerdraad in op het begin van de naald (midden achter). Laat de markeerdraad zitten; HET WERK WORDT GEMETTEN VANAF DE MARKEERDRAAD!

PAS:
Op de volgende naald meerdert u steken, brei in patroon en voeg 4 markeerdraden in (tussen de steken) als volgt:
Brei A.1 (= 4 steken) over 16-20-20-20-20-24 steken (= 4-5-5-5-5-6 keer in de breedte = helft van het achterpand), voeg markeerdraad 1 in, brei 12-12-12-12-16-16 steken recht en meerder 4-4-8-8-8-8 steken verdeeld over deze steken – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1, voeg markeerdraad 2 in (= schouder), A.1 over de volgende 36-40-40-44-44-48 steken (= 9-10-10-11-11-12 keer in de breedte = voorpand), voeg markeerdraad 3 in, brei 12-12-12-12-16-16 steken recht en meerder 4-4-8-8-8-8 steken verdeeld over deze steken, voeg markeerdraad 4 in (= schouder) en A.1 over de laatste 20-20-20-24-24-24 steken (= 5-5-5-6-6-6 keer in de breedte = helft van het achterpand) = 104-112-120-128-136-144 steken.

MEERDERINGEN VOOR DE ZADELSCHOUDER:
Brei tricotsteek over de schoudersteken en patroon A.1 over de voor- en achterpanden. Meerder op de volgende naald voor de zadelschouder als volgt:
Meerder 1 steek VOOR markeerdraden 1 en 3 en 1 steek NA markeerdraden 2 en 4 - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= 4 steken gemeerderd). Dus er zijn meerderingen op het achter- en voorpand en het aantal schoudersteken blijft hetzelfde
De gemeerderde steken worden gaandeweg in A.1 gebreid. Patroon A.1 wordt in de hoogte herhaald.
Meerder zo iedere naald in totaal 20-20-24-24-28-28 keer = 184-192-216-224-248-256 steken.
Het werk meet ongeveer 8-8-9-9-11-11 cm vanaf de markeerdraad op de hals.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

MOUWMEERDERINGEN:
Meerder nu voor de mouwen als volgt:
Meerder 1 steek NA markeerdraden 1 en 3 en 1 steek VOOR markeerdraden 2 en 4 (= 4 steken gemeerderd). Er wordt dus gemeerderd in de schoudersteken, het aantal steken op het voor- en achterpand blijft hetzelfde.
Meerder zo iedere 2e naald in totaal 14-11-13-12-12-14 keer = 240-236-268-272-296-312 steken.
Het werk meet ongeveer 19-16-19-18-20-22 cm vanaf de markeerdraad.
Ga verder met tricotsteek en patroon zoals hiervoor zonder verdere meerderingen tot het werk 19-17-19-19-20-22 cm meet.

MEERDERINGEN VOOR DE PAS:
Meerder nu 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt:
Brei tot er 1 steek over is voor markeerdraden 1 en 3, meerder 1 steek VOOR de markeerdraad, brei 1 steek, verplaats de markeerdraad naar de rechter naald en meerder 1 steek NA de markeerdraad.
Brei tot markeerdraden 2 en 4, meerder 1 steek VOOR de markeerdraad, verplaats de markeerdraad naar de rechter naald, brei een steek en meerder 1 steek NA de markeerdraad (= 8 steken gemeerderd).
De gemeerderde steken op de voor- en achterpanden worden in patroon A.1 gebreid en de gemeerderde steken op de mouwen worden in tricotsteek gebreid (de steken tussen markeerdraden 1 en 2 en markeerdraden 3 en 4).
Meerder zo iedere 2e naald in totaal 8-12-12-16-16-16 keer = 304-332-364-400-424-440 steken.
Als alle meerderingen klaar zijn, meet het werk 25-26-28-30-32-34 cm vanaf de markeerdraad op de hals.
Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen op de volgende naald als volgt:
Brei de eerste 44-52-56-60-64-68 steken (= helft van het achterpand), plaats de volgende 60-62-70-76-80-84 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-8-8-8-12 steken op onder de mouw, brei 92-104-112-124-132-136 steken (= voorpand), plaats de volgende 60-62-70-76-80-84 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-8-8-8-12 steken op onder de mouw en brei de laatste 48-52-56-64-68-68 steken (= helft van het achterpand).
Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid.

LIJF:
= 200-224-240-264-280-296 steken.
Ga verder in patroon A.1 zoals hiervoor met tricotsteek over de 8-8-8-8-8-12 opgezette steken onder elke mouw. A.1 wordt 23-26-28-31-33-34 keer in de breedte herhaald op zowel het voorpand als het achterpand.
Als het lijf 22-23-23-23-23-23 cm meet, ga dan verder met rondbreinaald 3.5 mm en brei boordsteek als volgt:
Averecht over averecht en recht over het kantpatroon en over de 8-8-8-8-8-12 tricotsteken onder de mouwen brei dan als volgt: 1 averecht, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* 1-1-1-1-1-2 keer, 2 recht en 1 averecht.
U heeft nu een boordsteek met 2 recht, 2 averecht over alle steken.
Als de boordsteek 7 cm meet, kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht – lees TIP VOOR HET AFKANTEN!

MOUW:
Plaats de 60-62-70-76-80-84 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 4.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 8-8-8-8-8-12 opgezette steken onder de mouw = 68-70-78-84-88-96 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken onder de mouw. Deze wordt gebruikt voor het minderen onder de mouw. Brei in tricotsteek in de rondte.
Als het werk 3 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MINDEREN.
Herhaal dit minderen iedere 6-5-3-2-2-1½ cm in totaal 5-5-8-10-11-14 keer = 58-60-62-64-66-68 steken.
Ga verder met tricotsteek tot het lijf 33-32-31-30-30-28 cm meet vanaf de scheiding. Brei 1 naald recht terwijl u 18-16-18-16-18-16 steken verdeeld meerdert = 76-76-80-80-84-84 steken. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm.
Brei boordsteek (= 2 recht, 2 averecht) voor 5 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en naai naar beneden vast. Om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt, is het belangrijk dat de naad elastisch is.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 08.09.2020
Geen correcties in het patroon, maar de tekst en tekening zijn aangepast om de constructie van de zadelschouders beter te begrijpen.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = breirichting
symbols = meerdering voor de zadelschouder
symbols = mouwmeerdering
symbols = meerdering voor de pas
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 215-21

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (44)

country flag Stefania wrote:

Non riesco a capire gli aumenti manica: Il lavoro misura circa 19-16-19-18-20-22 cm dal segnapunti. Continuare a maglia rasata e con il motivo come prima senza ulteriori aumenti fino a quando il lavoro misura 19-17-19-19-20-22 cm. Io sto lavorando la taglia L . Quanto deve misurare la parte senza aumenti (B) ? Io ho capito che deve essere 19 cm dalla fine degli aumenti!

25.10.2021 - 21:53

DROPS Design answered:

Buonasera Stefania, per la taglia L non deve lavorare ulteriormente, ha già la lunghezza corretta. Buon lavoro!

26.10.2021 - 19:49

country flag Simon Erzsébet wrote:

Tisztelt Ügyfélszolgálat, sajnos nem találom a minta leírást (pl. A.1 minta), kéek segítséget. Köszönöm, Erzsébet

28.09.2021 - 21:16

DROPS Design answered:

Kedves Erzsébet, a hiba javításra került, most már láthatónak kell lennie a diagramoknak, és a hozzájuk tartozó magyarázatoknak. Sikeres Kézimunkázást!

01.10.2021 - 17:10

country flag Anett Kaufmann wrote:

Ich kann mit dem Diagramm A.1 nichts anfangen, was bedeutet die liegende 0 auf der Schräge?

29.08.2021 - 18:14

DROPS Design answered:

Liebe Kaufmann, es ist ein Umschlag (= 5. Symbol), dh bei der 1. Reihe stricken Sie 1 M links, 2 Maschen rechts zusammenstricken, 1 Umschlag, 1 M links und bei der 3. Reihe: 1 M links, 1 Umschlag, 1 Masche wie zum Rechtsstricken abheben, 1 Masche rechts, die abgehobene Masche überziehen, 1 M links. Viel Spaß beim stricken!

30.08.2021 - 08:02

country flag Hanne Hartung Jensen wrote:

Hej i model 215-21 står der at glat strik er 20 masker i glat strik på pind 4,5 hvad med rib den stikkes på pind 3,5 skal det også give 10 cm på 20 masker ? Og hvad med mønstret ?

11.07.2021 - 07:50

DROPS Design answered:

Hej Hanne, hvis du har 20 masker på 10 cm i glatstrik, så vil alt det andet også stemme med din strikkefasthed :)

13.07.2021 - 14:59

country flag Selam wrote:

Thanks so I understand this: first only for the shoulders, Then sleeves and lastly then yoke?

28.04.2021 - 15:27

DROPS Design answered:

Dear Selam, correct, first increase 4 sts on every round for shoulders, then increase 4 sts on every other round for sleeves, then increase 8 sts on every other round for yoke. Happy knitting!

29.04.2021 - 07:48

country flag Selam wrote:

Sleeves are increased every other round ? And back and fron piece every round? There are 3 separate instructions I'm confused??? How many increases whole working the yoke? 8 stitches? 4 every round 4 every other round? Thanks.

28.04.2021 - 01:00

DROPS Design answered:

Dear Selam, you first increase 4 sts on every round for the saddle shoulders, then increase 4 sts on every other round for the sleeves and finally increase 8 sts on every other round for the yoke. Click on the link to see the matching videos - or find them under "related videos". Happy knitting!

28.04.2021 - 08:05

country flag Elin wrote:

Skal det være glatt strikk under ermene helt ned, eller skal de maskene inn i mønsteret. På bildet ser det ut som mønsteret strikkes helt rundt helt ned. På oppskriften står det ( A1 og glattstrikk over de 8 maskene. Dvs A1 repeteres 28 ganger i bredden på hvert av forstykkene og bakstykke.

17.04.2021 - 11:24

DROPS Design answered:

Hei Elin. Ja, under ermene strikkes det glattstrikk, over de nye maskene som ble lagt opp. mvh DROPS design

26.04.2021 - 15:09

country flag Ina wrote:

Hallo, ich bin jetzt mit den Schultern fertig (Größe xxl). den 1. Teil Ärmelzunahmen hab ich auch fertig (12x in jeder 2. Runde). jetzt steht da: " Die Arbeit hat nun eine Länge ab Halsblende von 20 cm." nun soll ich glatt und das Muster fortsetzen, bis ich eine Länge von 20 cm erreicht habe. damit komme ich nicht klar. Muss ich jetzt nochmal 20 cm stricken ohne Zunahmen? Danke

11.04.2021 - 17:12

DROPS Design answered:

Iebe Ina, In XXL haben Sie schon die gewünschte Länge erreicht (= 20 cm), jetz stricken Sie weiter (je 1 Masche beidseitig jedes Markierers jetzt zunehmen). Viel Spaß beim stricken!

12.04.2021 - 10:18

country flag Chebbi wrote:

Guten Abend , ich habe folgende Fragen zu DROPS / 215 / 21 : mit welche Methode sollen die 8 Maschen (GR.S)unter dem Ärmel zugenommen werden? Es steht diese Maschen als rechte M. stricken? auf dem Bild ist es im Muster. WAS gilt? ÄRMEL: Zusätzlich je 1 Masche aus den 8 neu angeschlagenen Maschen auffassen = 68. 60 +JE 1 MASCHE= 64? NICHT68 M? oder ? SCHADE ist die Anleitung nicht gleich eindeutig wie am Anfang. danke für hilfreich schöne Antworten

03.03.2021 - 21:25

DROPS Design answered:

Liebe Chebbi, die neuen Maschen unter die Ärmel könnnen wie in diesem Video angeschlagen werden - diese Maschen werden dann beim rumpfteil glatt rechts gestrickt (dann wird es beidseitig abgenommen). Es werden je 8 M angeschlagen, bei den Ärmeln fassen Sie dann 8 M auf - diese Lektion zeigt ab Bild 9 wie man die Passe verteilt. Viel Spaß beim stricken!

04.03.2021 - 07:48

country flag Julia Weber wrote:

Guten Tag, da ich mit Nadelstärke 4 die Maschenprobe nicht erreiche (ich brauche nur 18 M für 10 cm, statt der geforderten 20) Wechsel ich auf dünnere Nadeln , dh 3.5. Aber dann wird das Gestrick sehr fest und dick... Sollte ich lieber alle Angaben der Anleitung umrechnen? Die Maschenprobe bezieht sich in diesem Fall doch auf Nadelstärke 4,5, oder? Ich Danke Ihnen für Ihre Hilfe!

03.02.2021 - 16:23

DROPS Design answered:

Liebe Frau Weber, wenn Sie 18 Maschen anstatt 20 Maschen für 10 cm bekommen dann haben Sie zuviele Maschen und sollten mit größeren Nadeln nochmal versuchen - Hier lesen Sie mehr über Maschenprobe - gerne können Sie auch Ihre Maschenprobe waschen/liegend trocknen lassen und dann erst messen und wiederholen mit größeren/dünneren Nadeln wenn die Maschenprobe nicht stimmt. Viel Spaß beim stricken!

04.02.2021 - 09:00