Casual Diamond Jacket |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gebreid vest met raglan in DROPS Sky. Het werk wordt gebreid van boven naar beneden in een hoek met kabels en textuurpatroon. Maat: S - XXXL
DROPS 194-20 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): 1 ribbel = 2 naalden recht. RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid): 1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht. VERHOGING: Brei de verhoging in ribbelsteek. Voeg 1 markeerdraad in na 74-78-78-84-84-88 steken in vanaf midden voor (= midden achter). Begin aan de goede kant en brei 11-11-11-12-12-12 steken recht voorbij de markeerdraad, keer het werk, trek de draad aan en brei 22-22-22-24-24-24 steken recht. Keer het werk, trek de draad aan en brei 33-33-33-36-36-36 recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 44-44-44-48-48-48 recht. Ga zo verder, dus door iedere keer 11-11-11-12-12-12 steken meer te breien bij elke keer dat u het werk keert, tot er 6 ribbels in totaal zijn gebreid. Keer het werk, trek de draad aan en brei de rest van de naald recht aan de goede kant. Brei 1 naald recht op de verkeerde kant over alle steken. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.7. Als A.a-telpatronen een keer in de hoogte zijn gebreid, brei dan A.b-telpatronen over A.1 en herhaal A.b in de hoogte. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. Omdat u mindert en meerdert in telpatroon A.1b, A.3b, A.6b en A.7b, kan het aantal steken hierdoor variëren met 8 steken, als de minderingen gemaakt zijn. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld): Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 130 steken), minus de voorbies (= 12 steken in totaal = 118 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 18) = 6.5. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na afwisselend iedere 6e en 7e steek (meerder niet over de biezen). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MEERDEREN-2: Brei 3 steken in 1 steek tricotsteek als volgt: 1 recht, 1 omslag, 1 recht in dezelfde steek (= 3 steken = 2 steken gemeerderd). Brei de gemeerderde steken in patroon A.2: Brei de omslagen niet gedraaid op de volgende naald. TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerderdraad, brei 2 recht samen, 2 steken recht (de markeerdraad zit tussen deze steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd in totaal). KNOOPSGATEN: Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Minder aan de goede kant als er 3 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, brei de volgende 2 steken recht samen, brei de laatste steek recht. Brei op de volgende naald de omslag recht zodat er gaatjes ontstaan. Minder voor het eerste knoopsgat als het werk ongeveer 1½-2 cm meet. Minder dan de volgende 4-4-5-5-6-6 met ongeveer 8½-8½-7½-7½-7-7 cm tussen elk. ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden in een hoek naar beneden tot het armsgat. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. Ga verder met het lijf heen en weer gebreid, voordat de voor- en achterpand worden gescheiden en apart verder worden gebreid. De mouwen worden in de rondte gebreid op de naalden zonder knop. PAS: Zet 130-134-138-154-158-162 steken op de rondbreinaald 3.5 mm met Sky. Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven. Brei 1 naald recht en meerder 18-22-18-14-10-14 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 148-156-156-168-168-176 steken. Brei 1 naald recht op de verkeerde kant. Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm. Voor een betere pasvorm kunt u een verhoging op de achterkant van de hals breien, zodat de pas ietwat hoger is op het achterpand. Deze verhoging kunt u ook overslaan, zodat de hals op de voor- en achterkant hetzelfde is - lees VERHOGING. Minder voor de KNOOPSGATEN op de rechter voorbies - lees uitleg hierboven. Brei nu als volgt aan de goede kant: Linker voorpand: Brei 4 steken in ribbelsteek, 1 steek in tricotsteek, A.1a (= 6 steken), brei 1 steek in tricotsteek en voeg 1 markeerdraad in deze steek, brei 1-3-3-5-5-7 steken A.2, A.3a (= 13 steken), A.4a (= 11 steken). Linker mouw: Brei 6-6-6-8-8-8 steken in tricotsteek. Achterpand: Brei A.5a (= 11 steken), A.6a (= 13 steken), 1-3-3-5-5-7 steken A.2, brei 1 steek in tricotsteek en voeg 1 markeerdraad in deze steek, A.7a (= 10 steken), brei 1 steek in tricotsteek en voeg 1 markeerdraad in deze steek, 1-3-3-5-5-7 steken A.2, A.3a over 13 steken, A.4a over 11 steken. Rechter mouw: Brei 6-6-6-8-8-8 steken in tricotsteek. Rechter voorkant vest: Brei A.5a over 11 steken, A.6a over 13 steken, 1-3-3-5-5-7 steken A.2, 1 steek in tricotsteek en voeg 1 markeerdraad in deze steek, A.1a over 6 steken, 1 steek in tricotsteek, 4 steken in ribbelsteek. De markeerdraad moet in het werk blijven tot de gewenste afmetingen (= gemeerderde steken). Meerder op de volgende naald aan de goede kant als volgt: Meerder verschillend op de mouwen en lijf. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1a en A.3a tot A.7a een keer in de hoogte zijn gebreid, brei dan A.1b en A.3b tot A.7b over A.1a en A.3a tot A.6a. Ga verder met A.2 zoals hiervoor. Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt! Lijf: Meerder 2 steken in elke steek met de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2, iedere andere naald 8-9-13-15-19-22 keer in totaal, dan iedere 4e naald 9-10-9-9-8-8 keer in totaal (dus meerder 2 steken op elk voorpand en 4 steken op het achterpand bij het meerderen). Mouw: Meerder met 1 omslag na A.4 en voor A.5 (= 2 steken gemeerderd op elke mouw) iedere andere naald 26-29-31-33-35-37 keer in totaal. Brei de omslag niet gedraaid op de volgende naald, zodat er gaatjes ontstaan. Als alle meerderingen klaar zijn, zijn er 77-83-89-95-101-109 steken op elk voorpand, 58-64-68-74-78-82 steken op elke mouw en 142-154-166-178-190-206 steken op het achterpand = 412-448-480-516-548-588 steken in totaal op de naald. Het werk meet ongeveer 22-24-26-27-29-31 cm vanaf de opzetrand gemeten midden op de bovenkant van de mouw. Op de volgende naald aan de goede kant verdeelt u het werk als volgt: Linker voorpand: Brei 4 steken in ribbelsteek, 1 steek in tricotsteek, A.1b zoals hiervoor, 1 steek in tricotsteek, 35-41-47-53-59-67 steken A.2, A.3b en A.4b zoals hiervoor (= 29 steken in totaal). Linker mouw: Zet de volgende 58-64-68-74-78-82 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 8-8-8-12-12-12 steken op onder de mouw. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van deze steken. Achterpand: Brei A.5b en A.6b zoals hiervoor (= 29 steken in totaal), 35-41-47-53-59-67 steken A.2, 1 steek in tricotsteek, A.7b zoals hiervoor, 1 steek in tricotsteek, 35-41-47-53-59-67 steken A.2, brei A.3b en A.4b zoals hiervoor (= 29 steken in totaal). Rechter mouw: Zet de volgende 58-64-68-74-78-82 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 8-8-8-12-12-12 steken op onder de mouw. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van deze steken. Rechter voorpand: Brei A.5b en A.6b zoals hiervoor (= 29 steken in totaal), 35-41-47-53-59-67 steken A.2, 1 steek in tricotsteek, A.1b zoals hiervoor, 1 steek in tricotsteek en eindig met 4 steken in ribbelsteek = 312-336-360-392-416-448 steken (= 81-87-93-101-107-115 steken op elk voorpand en 150-162-174-190-202-218 steken op het achterpand). Brei nu het lijf en de mouwen apart verder. LIJF: Brei nu als volgt: NAALD 1 (= verkeerde kant): Brei in patroon zoals hiervoor, brei de steken onder elke mouw in tricotsteek. NAALD 2 (= goede kant): Linker voorpand: Brei 4 steken in ribbelsteek, 1 steek in tricotsteek, A.1b zoals hiervoor, brei 3 steken in de volgende steek (= steek op de markeerdraad = 2 steken gemeerderd), brei in patroon zoals hiervoor tot er 5 steken over zijn voor de markeerdraad, brei 3 recht samen (= 2 steken geminderd), 2 steken in tricotsteek. Achterpand: Brei 2 steken in tricotsteek, 3 gedraaid recht samen (= 2 steken geminderd), brei in patroon zoals hiervoor tot de steek met de markeerdraad, brei 3 steken in de volgende steek (= steek met de markeerdraad = 2 steken gemeerderd), A.7b zoals hiervoor, brei 3 steken in de volgende steek (= steek met de markeerdraad = 2 steken gemeerderd), brei in patroon zoals hiervoor tot er 5 steken over zijn er voor de markeerdraad, 3 recht samen (= 2 steken geminderd), 2 steken in tricotsteek. Rechter voorpand: Brei 2 steken in tricotsteek, 3 gedraaid recht samen (= 2 steken geminderd), brei in patroon zoals hiervoor tot de steek met de markeerdraad, brei 3 steken in de volgende steek (= steek met de markeerdraad = 2 steken gemeerderd), A.1b zoals hiervoor, 1 steek in tricotsteek en eindig met 4 steken in ribbelsteek. NAALD 3 (= verkeerde kant): Brei in patroon zoals hiervoor, brei de gemeerderde steken in A.2. NAALD 4 (= goede kant): Brei in patroon zoals hiervoor. Dus op iedere 4e naald meerdert u 8 steken en mindert u 8 steken, dus het aantal steken blijft hetzelfde maar het patroon in de zijkant wordt geminderd en het patroon in A.2 gemeerderd. Ga verder in patroon (als er niet genoeg steken zijn voor een kabel, stop dan met de kabels en ga verder in tricotsteek recht over en averecht over averecht). Herhaal naalden 1 tot 4 tot het werk 58-60-62-64-66-68 cm meet in totaal, gemeten vanaf de schouder naar beneden tot de punt. Verdeel nu het werk op de volgende naald aan de goede kant als volgt: Linker voorpand: Brei in patroon zoals hiervoor tot de markeerdraad, zet dan de steken op 1 hulpdraad (= 81-87-93-101-107-115 steken op 1e hulpdraad). Achterpand: Brei in patroon zoals hiervoor over de volgende 75-81-87-95-101-109 steken (= helft van het achterpand), zet ze dan op de 2e hulpdraad. Brei in patroon zoals hiervoor tot de markeerdraad, zet de steken dan op 1 hulpdraad (= 75-81-87-95-101-109 steken op de 3e hulpdraad = achterpand). Rechter voorpand: Brei in patroon zoals hiervoor over de rest van de naald (= 81-87-93-101-107-115 steken). Eindig nu elk deel apart, dus begin het split in de zijkant hier. RECHTER VOORPAND: Brei 4 steken in ribbelsteek, 1 steek in tricotsteek, A.1b en 1 steek in tricotsteek, zet ze dan op 1 hulpdraad (= 13 steken) en brei de rest van de naald = 68-74-80-88-94-102 steken over op de naald. Ga verder als volgt: Minder nu steken aan elke kant van het voorpand. NAALD 1 (= aan de goede kant): Brei 1 steek in ribbelsteek, 1 steek in tricotsteek, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd), brei in patroon over de rest van de naald. NAALD 2 (= op de verkeerde kant): Kant de eerste 2 steken af, brei in patroon zoals hiervoor over de rest van de naald (= 2 steken afgekant op het begin van de naald). Herhaal de 1e en 2e naald tot er 2-2-2-4-4-6 steken over zijn. Brei de steken 2 aan 2 samen en haal het garen door de steken. RAND (rechter voorpand): Brei heen en weer. Neem ongeveer 45-49-53-57-63-67 steken op langs de rand op de onderkant aan de goede kant in de buitenste lus van de kantsteek op rondbreinaald 3.5 mm en zet de 13 steken van de hulpdraad midden voor terug op de naald = ongeveer 58-62-66-70-76-80 steken. Brei 3 ribbels heen en weer gebreid. Als de rand in ribbelsteek op de onderkant strak is, neem dan meer steken op. LINKER VOORPAND: Zet de steken van de 1e hulpdraad terug op de rondbreinaald (= 81-87-93-101-107-115 steken). Op de 1e naald (= op de verkeerde kant) brei dan als volgt: Brei 1 steek in ribbelsteek, 1 steek in tricotsteek, brei in patroon zoals hiervoor over de rest van de naald. Brei op de volgende naald aan de goede kant 4 steken in ribbelsteek, 1 steek in tricotsteek, A.1b en 1 steek in tricotsteek, zet ze dan op 1 hulpdraad (= 13 steken), kant de volgende 2 steken af en brei de rest van de naald = 66-72-78-86-92-100 steken over op de naald. Ga verder als volgt: Minder nu steken aan elke kant van het voorpand. NAALD 1 (= op de verkeerde kant): Brei in patroon over de rest van de naald zoals hiervoor. NAALD 2 (= aan de goede kant): Kant de eerste 2 steken af, brei in patroon zoals hiervoor tot er 4 steken over zijn, 2 recht samen (= 1 steek geminderd), brei 1 steek in tricotsteek en 1 steek in ribbelsteek (= 3 steken geminderd in totaal). Herhaal de 1e en 2e naald tot er 2-2-2-4-4-6 steken over zijn. Brei de steken 2 aan 2 en haal het garen door de steken. RAND (linker voorpand): Brei heen en weer. Zet de 13 steken van de hulpdraad midden voor terug op de rondbreinaald 3.5 mm en neem ongeveer 45-49-53-57-63-67 steken op langs rand op de onderkant aan de goede kant in de buitenste lus van de kantsteek op rondbreinaald 3.5 mm = ongeveer 58-62-66-70-76-80 steken. Brei 3 ribbels heen en weer gebreid. Als de rand in ribbelsteek strak is op de onderkant, neem dan meer steken op. LINKER ACHTERPAND: Zet de 75-81-87-95-101-109 steken van de 2e hulpdraad terug op de rondbreinaald (= helft van het achterpand). Op de 1e naald (= op de verkeerde kant) brei dan als volgt: Brei 1 steek in ribbelsteek, 1 steek in tricotsteek, brei in patroon zoals hiervoor tot er 1 steek in tricotsteek over is en de helft A.7b, zet de laatste steken op een hulpdraad zonder ze te breien = 68-74-80-88-94-102 steken over op de naald. Ga verder als volgt: Minder nu steken aan elke kant van het achterpand. NAALD 1 (= aan de goede kant): Kant de eerste 2 steken af, brei in patroon zoals hiervoor tot er 4 steken over zijn, 2 recht samen (= 1 steek geminderd), brei 1 steek in tricotsteek en 1 steek in ribbelsteek (= 3 steken geminderd in totaal). NAALD 2 (= op de verkeerde kant): Brei in patroon over de rest van de naald zoals hiervoor. Herhaal de 1e en 2e naald tot er 2-2-2-4-4-6 steken over zijn. Brei de steken 2 aan 2 samen en haal het garen door de steken. RECHTER ACHTERPAND: Zet de 75-81-87-95-101-109 steken van de 3e hulpdraad terug op de rondbreinaald (= helft van het achterpand). Zet de eerste steken op een hulpdraad (op de verkeerde kant). Brei 1 steek in tricotsteek en de helft van A.7b en brei de rest van de naald = 68-74-80-88-94-102 steken over op de naald. Ga verder als volgt: Minder nu steken aan elke kant van het voorpand. NAALD 1 (= aan de goede kant): Brei 1 steek in ribbelsteek, 1 steek in tricotsteek, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd), brei in patroon over de rest van de naald. NAALD 2 (= op de verkeerde kant): Kant de eerste 2 steken af, brei in patroon zoals hiervoor over de rest van de naald (= 2 steken afgekant op het begin van de naald). Herhaal de 1e en 2e naald tot er 2-2-2-4-4-6 steken over zijn. Brei de steken 2 aan 2 samen en haal het garen door de steken. RAND (achterpand): Brei heen en weer. Neem ongeveer 45-49-53-57-63-67 steken op langs de rand op de onderkant aan de goede kant in de buitenste lus van de kantsteek op rondbreinaald 3.5 mm tot de steken van de hulpdraad (= ongeveer de helft van het achterpand), zet de steken van de hulpdraad midden achter terug op de naald en neem ongeveer 45-49-53-57-63-67 steken op over de rest van het achterpand = ongeveer 104-112-120-128-140-148 steken. Brei 3 ribbels heen en weer gebreid. Als de rand in ribbelsteek strak is op de onderkant, neem dan meer steken op. MOUW: De mouwen worden in de rondte gebreid op naalden zonder knop. Zet de 58-64-68-74-78-82 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 4.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 8-8-8-12-12-12 opgezette steken onder de mouw = 66-72-76-86-90-94 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-8-12-12-12 steken (= midden onder de mouw). Brei in tricotsteek in de rondte. Bij een hoogte van 3 cm vanaf waar de mouwen gescheiden zijn van het lijf, mindert u 1 steek aan elke kant van de markeerdraad - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3-2½-2-1½-1½-1 cm 11-12-14-17-19-19 keer in totaal = 44-48-48-52-52-56 steken. Bij een hoogte van 37-36-34-33-32-30 cm vanaf waar de mouwen gescheiden zijn van het lijf, breit u verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en brei boordsteek (= 2 recht/2 steken in ribbelsteek). Kant af met recht bij een hoogte van 41-40-38-37-36-34 cm vanaf waar de mouw gescheiden is van het lijf. Brei de andere mouw op dezelfde wijze. AFWERKING: Naai de knopen op de linker voorbies. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (33)
Jane Ninnis wrote:
I am struggling to understand this pattern, having knitted the first pattern row A.1a , A 2 etc. This has added 24 stitches - is this correct? Then I tried to knit the 2nd row but had too many stitches so ripped it back. It would be helpful to know how many stitches there should be at the end of the first few rows. Also, for the 3rd row, do I follow the A.1a or just continue with A.1b. Also the 'filled in dot' diagram says should NOTE make a hole - presumably should say 'not'?
20.02.2019 - 00:15DROPS Design answered:
Dear Mrs Ninnis, in the first row in diagrams (except A.2) , you will increase sts: A.1a: +1 st, A.3a, A.6a and A.7a: +2 sts, A.4a and A.5a: +3 sts, so that you increase a total of 24 sts on first row. On next row from RS work diagrams starting from the left towards the right folllowing the 2nd row in both diagrams, you can insert a marker between each diagram to make sure you can check number of sts and how they should be worked. Then work diagrams b over a, you have now the correct number of sts for these b diagrams. Happy knitting!
20.02.2019 - 09:34Helle Jensen wrote:
Kan ikke få maskeantallet til at stemme , jeg tæller på 1. Diagram række og har for lidt masker. Strikker str. L så jeg har 156 masker, men første diagramrække har 164 m.?
09.12.2018 - 21:06Valerie wrote:
Re : merci de ne pas prendre en compte ma question précédente, je viens de comprendre ;-)
25.11.2018 - 16:26Valerie wrote:
Bonjour, je ne comprend pas le début de l'explication, on nous dit de commencer par la gauche alors qu'en étant sur l'endroit on est sur le coté droit . Merci de votre réponse
25.11.2018 - 12:16DROPS Design answered:
Bonjour Valérie, ce gilet se tricote de haut en bas, sur l'endroit, on va commencer par le devant gauche et terminer par le devant droit, et sur l'envers, commencer par le devant droit et terminer par le devant gauche. Bon tricot!
26.11.2018 - 09:25Cecilia Ekengren wrote:
Jag undrar över mönstret också. Stickas A.a-mönstren bara en gång i början av plagget och sedan A.b-mönstren resten av plagget? De olika A.b-diagrammen har olika många varv - ska man fortsätta att sticka varje diagram från början när man kommit till översta varvet? Med andra ord - ska t ex A.1b:s 4 varv stickas tre gånger på höjden samtidigt som man stickar A-6b:s 12 varv?
08.11.2018 - 16:18DROPS Design answered:
A.a diagrammen stickas endast en gång och sedan upprepas diagrammen A.b. Det stämmer att du ska börja från början i varje diagram efter att du stickat en rapport, det är olika många varv i de olika mönsterrapporterna.
19.11.2018 - 17:18Cecilia Ekengren wrote:
Hej! Jag har precis börjat på oket på denna modell och har en fråga om ökningarna: Ingår dessa ökningar i mönstret, eller är de omslag som ingår i mönstret bara just mönster? Påbörjar man ökningarna direkt eller efter att en omgång av A.1a och A.3a till A.7a och en omgång av A.1b och A.3b till A.7b har stickats?
08.11.2018 - 15:20DROPS Design answered:
Hej, ökningarna för raglan ingår inte i mönstret, utan de görs i tillägg. Du börjar öka på det första varvet från rätsidan med A.1b och A.3b-A.7b.
19.11.2018 - 17:15Mireille Isaac wrote:
Bonjour. Merci pour votre réponse. J'ai très bien compris cette partie. C'est à partir du moment où on commence les fentes sur le côté, tout en bas, que je ne comprends plus.
21.09.2018 - 23:01DROPS Design answered:
Bonjour Mme Isaac, c'est la même idée que pour les augmentations/diminutions, on va rabattre les mailles d'un côté de l'ouvrage jusqu'à ce qu'il n'en reste que quelques unes, ceci permet que le bas du gilet soit bien droit. Bon tricot!
24.09.2018 - 07:59Isaac wrote:
Je dois avoir raté un épisode,pq diminuer le nombre de mailles dans le bas à chaque ou tous les deux rangs ? Le pull se termine droit. D'autant que vous indiquez qu'il faut reprendre le même nombre de mailles pour les bordures que le nombre de mailles existantes avant les diminutions. Quelque chose m'échappe. J'ai beau relire, je ne comprends pas.
18.09.2018 - 23:56DROPS Design answered:
Bonjour Isaac, les côtés sont droits mais on tricote en biais (avec les augmentations/diminutions pour décaler le motif), on va donc devoir diminuer pour que le bord soit droit. Tricotez bien comme indiqué, vous verrez l'ouvrage se former. Bon tricot!
19.09.2018 - 10:05Leena Peltokorpi wrote:
Hei! miten tehdään kierros nro 2. (nurja puoli)\r\npitääkö lukea ja laskea kierros 1 takaperin kuvio kuviolta?
03.09.2018 - 14:24Tiina wrote:
Mitä tarkoittaa ohjeen kuvassa oleva kello tai timantti?
19.08.2018 - 06:57DROPS Design answered:
Valkoinen ympyrä tarkoittaa, että kahden silmukan väliin tehdään yksi langankierto.
20.08.2018 - 17:51